Klimaatspijbelaar is 17 jaar, volgt ASO en stemt op Groen

Onderzoekers UAntwerpen en VUB ondervroegen 510 sympathisanten van Youth for Climate

Deze eerste weken van 2019 zijn de klimaatspijbelaars niet uit het nieuws weg te denken. Elke donderdag komen ze met duizenden op straat. Politieke wetenschappers van de Universiteit Antwerpen hielden een uitgebreide steekproef en schetsten een profiel van de doorsnee klimaatjongere.

Al meer dan twintig jaar voert de onderzoeksgroep M²P onderzoek uit naar betogingen en betogingsparticipatie. Samen met  politieke wetenschappers van de VUB onderzochten zij de voorbije weken de klimaatmarsen van de bosbrossers. Tussen 24 januari en 12 februari werden 510 volgers van de officiële Facebookpagina van Youth for Climate, onderhouden door Kyra Gantois en Anuna De Wever, bevraagd. De survey werd aangekondigd en opgesteld in het Nederlands en in het Frans.

“Het gaat om een zelfselectie-steekproef”, legt onderzoeker Ruud Wouters uit. “Die is niet representatief voor de deelnemers aan de jongerenklimaatmarsen. Zo is maar 8,5% van onze respondenten Franstalig, terwijl hun aandeel onder de klimaatspijbelaars allicht een pak groter is. Maar ons onderzoek laat ons wel toe om accurate vergelijkingen te maken, bijvoorbeeld tussen jongeren die al deelnamen aan een mars, en jongeren die dat nog niet deden. Of tussen jongeren waarbij er op school bepaalde acties rond het klimaat ondernomen worden en jongeren waarbij dat dit niet het geval is.”

De belangrijkste vaststellingen:

Meisjes aan de macht?

De voortrekkers van de klimaatmarsen zijn jonge vrouwen. Dat weerspiegelt zich ook in de enquête: 65,6% van de jongeren die deelnamen aan de bevraging, is vrouw, tegenover 34,4% mannen. Op de vraag of ze effectief al mee stapten in een van de betogingen, antwoordt 54,4% van de vrouwelijke respondenten positief, tegenover 57,3% van de mannelijke jongeren. Wouters: “Beide geslachten nemen dus in gelijke mate deel aan de klimaatacties. Dat is straf: uit onderzoek blijkt dat vooral mannen protesteren en dat vrouwen ondervertegenwoordigd zijn op straat. Met de klimaatspijbelaars zien we dat deze participatiekloof tussen mannen en vrouwen gedicht is”

Welke jongeren voeren actie?

De klimaatjongere is 17 en een half jaar oud en komt overwegend uit het algemeen secundair onderwijs (ASO).

Betogen ze ook op zondag?

In het publieke debat over de klimaatspijbelaars is er heel wat te doen over het feit dat de jongeren op donderdag en dus tijdens de schooluren protesteren. De wetenschappers vroegen de respondenten of ze ook in het weekend hun stem zouden laten horen. 58,8% van de respondenten die reeds deelnamen aan minstens een van de donderdagbetogingen, nam ook deel aan de Rise for Climate-mars van zondag 27 januari. 38% van de donderdagdeelnemers nam participeren aan de zondagsmars in overweging. Kortom, een meerderheid van donderdagbetogers liet ook op zondag van zich horen.

Waarom protesteren ze?

97% van de respondenten vinkte aan dat hij/zij de urgentie van de klimaatproblematiek een (zeer) belangrijke drijfveer vindt. Maar ook motieven als “we willen de publieke opinie beïnvloeden” en “we willen druk uitoefenen op politici” scoren hoog. Met 2,4% blijkt spijbelen helemaal geen belangrijk motief, al is het natuurlijk ook sociaal wenselijk om dit motief als onbelangrijk te bestempelen.

Bij wie leggen ze de schuld?

De jongeren van Youth for Climate erkennen de complexiteit van het probleem en schrijven in hun open antwoorden dat meerdere groepen samen voor een oplossing moeten zorgen. Zelden wordt slechts één schuldige of verantwoordelijke aangeduid. De grootste schuldige voor de huidige stand van zaken blijft in hun ogen de “regering/overheid/politici” (50,2%), een groep die “te weinig actie onderneemt”. In bijna 80% van de antwoorden wordt er naar diezelfde groep actoren gewezen wanneer het op het oplossen van de problematiek aankomt. De jongeren kijken echter ook naar zichzelf. “Wij allemaal/iedereen” wordt in 37,2% van de antwoorden genoemd als schuldige en in 35% als deel van de oplossing. Het individu, als burger en als consument, wordt ook frequent als deel van de oplossing naar voren geschoven (43,5%).

Hoe bereikt de oproep hen?

Een meerderheid (65,9%) van de respondenten geeft aan dat ze vooral via Facebook of Twitter geleerd hebben over Youth for Climate. Wat vooral opvalt, is dat geïnformeerd zijn via een vriend, een kennis of een medestudent, het grootste ‘participatie-effect’ bewerkstelligt: maar liefst 77% van de respondenten die dergelijke interpersoonlijke contacten als belangrijkste informatiekanaal opgaven, nam aan tenminste één betoging deel.

Hoe denken ze over het klimaat?

93% van de klimaatjongeren gaat akkoord met de stelling "Klimaatwetenschappers hebben voldoende bewezen dat er een klimaatverandering aan de gang is door toedoen van menselijke activiteiten.” Respondenten die deelnamen aan minstens een van de betogingen zijn gemiddeld iets optimistischer over de toestand van en de oplossingen voor het klimaat dan de ondervraagde jongeren die nog niet opstapten. Verder: het meest eensgezind zijn de jongeren over de stelling dat België ambitieuzer moet zijn op internationaal vlak om het klimaatprobleem aan te pakken. Maar liefst 98,8% van de respondenten is het (helemaal) eens met deze stelling.

Voor welke partijen stemmen ze?

56,7% van de respondenten ziet zich op Groen stemmen als het op de dag van de survey verkiezingen geweest zouden zijn. Ecolo zou 5% van de stemmen krijgen. 12% geeft aan niet te weten op welke partij te stemmen; PVDA-PTB-GO volgt met 9% van de stemmen. Slechts 1% stelt blanco of ongeldig te zullen stemmen. Resultaten van de European Social Survey plaatsen deze resultaten in perspectief: 18,3% van de respondenten tussen 15 en 25 stemden in die bevolkingssurvey voor Groen of Ecolo.

Hoe denken ze over spijbelen?

Een grote meerderheid (86,5%) vindt het belangrijk dat er betoogd wordt tijdens de schooluren, omdat net dit spijbelen kracht verleent aan het politieke signaal dat zij willen geven. Tegelijkertijd geeft 46,4% aan dat ze het moeilijk vinden om meermaals te spijbelen voor het klimaat.

Hoe gaan scholen ermee om?

67% van de ondervraagde scholieren geeft aan dat er momenteel bij hen op school extra aandacht besteed wordt aan de klimaat- en milieuproblematiek. Het gaat dan vooral om over extra inhoudelijke aandacht tijdens de lessen, maar ook over de oprichting van een clubje om de milieu- en klimaatproblematiek aan te pakken en over alternatieve straffen voor de klimaatspijbelaars (zwerfvuil ruimen, bomen planten).