Meer en meer worden studenten aangemoedigd om te reflecteren en worden zelfreflectieopdrachten toegevoegd aan portfolio’s. Reflecteren wordt door Van Dale omschreven als ‘beschouwen, overdenken of nadenken over’. Zelfreflectie betekent dan ook de mentale activiteit waarbij iemand nadenkt over zichzelf.

Door regelmatig te reflecteren op gevoelens en bepaalde aspecten van het eigen handelen aan de hand van successen en fouten, kan iets geleerd worden over het eigen leer- en ontwikkelingsproces. Wanneer de student bewust bezig is met het verwerven van competenties (kennis, vaardigheden en attitudes), helpt het om in eerste instantie te bezinnen over wat gebeurd is en wat men daarbij dacht, om dan in tweede instantie na te gaan of het volgende keer anders zou (kunnen) aangepakt worden. Kunnen reflecteren is dan ook een belangrijke vaardigheid tijdens de studies maar ook later in het beroepsleven. Het kan helpen om zichzelf op eigen krachten verder te ontplooien in de gewenste richting.

Een zelfreflectie schrijven is niet gemakkelijk: men moet als het ware als een externe, neutrale observator het eigen handelen kritisch beoordelen en de eigen gevoelens daarbij evalueren. Men moet zichzelf een spiegel voorhouden en iets trachten te “leren over het eigen leren” (= metacognitief leren).
De reflectiecyclus van Korthagen (pdf-14Kb) kan helpen bij het aanleren van zelfreflecties aan studenten. Korthagen zelf beschrijft deze reflectiecyclus als het ALACT-model voor reflectie:

  • Action: beschrijving van eigen ervaring of “critical event”
  • Looking Back: analyse van eigen gevoelens/gedachten tijdens die ervaring
  • Awareness of essential aspects: waarom heb ik deze gevoelens/gedachten?
  • Creating alternative methods: hoe kan het (nog) beter/anders?
  • Trial: uitproberen in nieuwe situatie -> vertrekpunt volgende cyclus

Deze aspecten uit het model van Korthagen kunnen ook gebruikt worden als evaluatiecriteria bij het beoordelen van de zelfreflectieopdrachten van studenten. Wordt er vertrokken vanuit een eigen ervaring? Zijn de 5 stappen terug te vinden?
Als beoordelaar is het belangrijk om in geen geval rekening te houden met de beschreven (negatieve/positieve) gevoelens, met wat de student zei of deed en met eventuele fouten die gemaakt zijn. Als we de student reflectievaardigheden willen aanleren, dan moet de beoordeling ook over het reflectieproces gaan. Het is ook belangrijk dat de student op de hoogte is van deze beoordelingscriteria en de omgeving als veilig genoeg beschouwt om vrijuit over zichzelf te kunnen reflecteren. Alleen zo kan er voldoende valide en betrouwbaar beoordeeld worden en zal de student iets kunnen leren uit de zelfreflecties, in plaats van “gewenste” reflecties te schrijven.

Meer weten?

Korthagen FAJ. Reflective teaching and preservice teacher education in the Netherlands. Journal of Teacher Education 1985;36:11-15.

Driessen EW, van Tartwijk J. Toetsen met portfolio’s. In van Berkel H, Bax A (Red.). Toetsen in het hoger onderwijs 2002. Houten, Bohn Stafleu Van Loghum.

Uittreksels uit de studiewijzer zelfevaluatieproject, master Opleidings-en OnderwijsWetenschappen

 

(Onderwijstip september 2008)