Mien Segers - Evalueren om te leren

Lezing op donderdag 16 februari 2012

Tijdens de lezing staan twee vragen centraal: welke rol kan evaluatie spelen in het onderwijs en wat zijn de gangbare misconcepties over evaluatie bij docenten, leerlingen en ouders? Ingegaan zal worden op de discussie die in vele Europese landen en in de US worden gevoerd over de betekenis en de zin of onzin van de benaderingen Evalueren Van het Leren en Evalueren om te Leren. Implicaties van deze discussie voor de lerarenopleiding worden toegelicht. Tijdens de workshop krijgen deelnemers de gelegenheid om hun evaluatievisie en –praktijk toe te lichten en met de workshopleider en – deelnemers in gesprek te gaan over mogelijkheden, onmogelijkheden, do’s en don’ts.   

Achtergrond info:
"Mijn onderzoek richt zich hoofdzakelijk op de beoordeling van mensen, het zogenaamde ‘assessment’. In een dergelijke beoordeling wil je te weten komen wat mensen kennen en kunnen. Daartoe worden de afgelopen jaren nieuwe methodes ingezet, zoals het portfolio, peer assessment en de 360 graden feedback. Een portfolio is een (soms digitale) persoonlijke map die een inventarisatie biedt van iemands persoonlijke competenties, onderbouwd met bewijzen, gerelateerd aan een standaard en voorzien van een persoonlijk stappenplan. Peer assessment is een methode waarbij studenten of medewerkers elkaars werk beoordelen en elkaar adviezen geven voor verbetering. De 360 graden feedback is een instrument waarbij een aantal personen vanuit een verschillende invalshoek feedback geven over het gedrag van de beoordeelde persoon met als doel een zo breed mogelijk beeld te schetsen van het gedrag van de werknemer of student.
Er wordt al veel onderzoek gedaan naar de betrouwbaarheid van deze beoordelingen, maar dat is zeker niet mijn opzet. Ik kijk naar het beoordeelde individu en niet naar de resultaten voor de beoordelaar. Ik verricht mijn onderzoek in scholen, vooral in het Middelbaar Beroeps Onderwijs, op universiteiten en in organisaties, zoals bedrijven. De centrale vraag daarbij is: wat voor effect hebben deze beoordelingswijzen op mensen? Zet het ze aan tot werken aan hun ontwikkeling? Vertonen ze een grotere inzet om hun competenties te verhogen? Gaan ze harder studeren om beter te presteren? Leren ze meer door het feit dat ze feedback krijgen van anderen? Met andere woorden: worden leerlingen, studenten en werknemers inderdaad aangestuurd door beoordelingen?
Vaak zie ik dat deze vormen van beoordeling niet werken in organisaties. De reden is dat ze worden gebruikt als middel voor beloning of straf, zogenaamde summatieve doelen. De beoordelaars vormen hun oordeel op basis van de methoden en verbinden er volgens besluiten aan. Iemand wordt bevorderd of juist niet bevorderd. Iemand krijgt een salarisverhoging of niet. Dat zorgt ervoor dat de beoordelingsmethoden een compleet ander effect krijgen. Je kunt niet tegelijkertijd stimuleren en straffen door inzet van een beoordelingsinstrument. Dat is exact het probleem. Veel organisaties willen de genoemde methoden op beide manieren gebruiken en dat werkt niet. De student of werknemer raakt in een spagaat, hij weet niet meer wat hij moet doen. Hij wil graag eerlijk meewerken aan een beoordeling om uit te vinden hoe hij zijn competenties kan verbeteren, maar realiseert zich dat tekortkomingen bestraft zullen worden. Hij zal vervolgens toewerken naar een sociaal wenselijke beoordeling. En die schiet zijn doel volledig voorbij.
Er is nog zo goed als geen onderzoek op dit terrein verricht, dus het is zaak dat er op korte termijn harde bevindingen komen die scholen en organisaties kunnen aantonen dat de beoordelingsmethoden niet moeten worden ingezet zoals dat nu vaak gebeurt. Ik presenteer mijn resultaten op grote Europese congressen en op bijeenkomsten voor scholen en organisaties en verwacht dat op die manier de boodschap langzaam doorsijpelt naar de verantwoordelijke instanties. We moeten een cultuurslag maken. Toetsen en beoordelen wordt nog te veel en enkel in verband gebracht met zakken en slagen. Het beoordelen kan een zeer krachtig instrument zijn om het leren van mensen te ondersteunen. Daarbij speelt feedback een essentiële rol.”
 
Workshop op 17 februari 2012

Tijdens de workshop zal, in kleinere groep, dieper worden ingegaan het thema.

Piet Van Avermaet - "100gr. diversiteitsbeleid aub? Mag het iets meer zijn?"

Lezing op donderdag 24 mei 2012

In haar boek ‘Niet voor de winst’ heeft Martha Nussbaum het over ‘de stille crisis’. Terwijl er in grote delen van de wereld op dit moment een financiële en economische crisis woedt, durft Nussbaum te wijzen op een volgens haar veel grotere crisis. “(...) een crisis die op lange termijn veel schadelijker kan zijn voor de toekomst van het democratisch zelfbestuur: een wereldwijde crisis in onderwijs.” (Nussbaum, 2011, 16). 
Het adagium in het huidige onderwijsbeleid en in de samenleving in het algemeen is dat van de ‘kenniseconomie’. Volgens vele Europese beleidsmakers evolueert de samenleving meer en meer in die richting. Onderwijs wordt geacht om jongeren op te leiden, klaar te stomen tot die ‘kenniseconomie’. Die opleidingen zijn enerzijds gericht op kennis die nodig wordt geacht om in een ‘groeiende kenniseconomie’ te kunnen functioneren; anderzijds op gespecialiseerde vaardigheden die nodig zijn voor het maken van winst. Met andere woorden, er wordt sterk uitgegaan van een economisch marktgericht onderwijsparadigma. En besparingen in onderwijs mogen, zolang ze dat niet in gevaar brengen.
Een andere vaststelling is dat  onze samenleving en dus ook het onderwijs steeds diverser wordt. Scholen en klassen zijn – in tegenstelling tot vroeger – superdivers (Vertovec, 2006) geworden. Van onderwijs mag  verwacht worden dat ze jongeren de competenties bijbrengt om in een veranderende pluriforme samenleving te kunnen functioneren en dat ze alle leerlingen – ongeacht hun sociaal-culturele achtergrond – maximale ontwikkelingskansen biedt. De diversiteit benutten om dit te realiseren is en blijft nog steeds een uitdaging. 
Staan beide vaststellingen lijnrecht tegenover elkaar? Heeft omgaan met diversiteitgeen plaats in het harde kennisgerichte onderwijs? Of hebben ze elkaar nodig? Heeft een samenleving nood aan een onderwijs dat én bijdraagt tot die ‘kenniseconomie’ én werkt aan het kunnen functioneren in een ‘superdiverse samenleving’? Of moet het roer helemaal om?
'Een beetje' diversiteitsbeleid in onze onderwijsinstellingen zal niet genoeg zijn om deze uitdagingen aan te gaan. Mag het dus een 'ietsje meer' zijn?

Workshop op 25 mei 2012

Tijdens de workshop zal dieper worden ingegaan op het thema van de lezing van de avond voordien.

 

Peter Van Petegem - Leerbereidheid van leerlingen aanwakkeren

Lezing op donderdag 8 november 2012
 
De bereidheid van leerlingen om te leren is al decennia lang de focus van veel en gedegen onderzoek. De aanpak van onderzoekers heeft echter niet altijd bijgedragen tot de transfer van deze inzichten naar de onderwijspraktijk. Deze lezing en workshop hebben de ambitie om die kloof te dichten. We geven een overzicht omtrent wat er over leerbereidheid geweten is en vertalen dit in concrete tips voor onder meer leerkrachten, leerlingbegeleiders en schoolleiders. Doel is een verdieping te geven om meer vertrouwd te geraken met verschillende zienswijzen en bestaande evidentie omtrent (het gebrek aan) leerbereidheid en omtrent wat leren (wel en niet) leuk en boeiend maakt. Daarmee raken we aan de kern van onderwijs, met name de kunst om met leerlingen een zodanige pedagogische en didactische relatie aan te gaan dat zij op een gemotiveerde manier tot leren bereid zijn.
De presentatie is het resultaat van een intensieve zoektocht naar bewijskracht over wat (niet) werkt in het motiveren van leerlingen.  Aan de hand van 10 praktijkprincipes brengen we de inzichten uit motivatietheorieën en de resultaten van onderzoek in concrete tips voor  de  onderwijs praktijk. Wie de leerbereidheid van leerlingen wil aanwakkeren, krijgt principes die motiveren, inspireren én werken.

Workshop op vrijdag 9 november 2012
Maarten Van de Broek
 

Sugata Mitra - The future of education and "Hole in the wall Project"

Lezing op donderdag 13 december 2012

Sugata Mitra is Professor of Educational Technology at Newcastle University in the UK and Visiting Professor at MIT in the US. He ws recently described by The Times newspaper as a "Global Education Superstar". Sugata works in the areas of Cognitive Science, Information Science and Educational Technology. Sugata has been working in these areas as well as in Physics and Energy for more than 30 years and holds a PhD in theoretical Solid State Physics.
In 1999, Sugata dug a hole in a wall bordering an urban slum in Delhi, installed an internet-connected PC, and left it there (with a hidden camera filming the area). What they saw were kids from the slum playing around with the computer and in the process learning how to use it and how to go online, and then teaching each other. In the following years they replicated the experiment in other parts of India, urban and rural, with similar results, challenging some of the key assumptions of formal education. The "Hole in the Wall" project demonstrates that, even in the absence of any direct input from a teacher, an environment that stimulates curiosity can cause learning through self-instruction and peer-shared knowledge.
Sugata's conclusions on self-organised learning environments (SOLEs) are a result of a series of experiments on unsupervised use of the Internet by groups of children. He concludes that groups of children (usually 8-13 year-olds), given access to the Internet and left unsupervised can learn to use computers and the Internet by themselves, irrespective of who or where they are and what language they know; can achieve educational objectives by themselves; show self organising behavior resulting in learning in ‘minimally invasive’ environments; understand content years ahead of their time. There is also evidence that children in remote areas show poorer school performance, usually due to the quality of instruction they receive (good teachers tend to migrate away from remote areas), and he is also working on organising retired teachers (sometimes referred to as the ‘Granny Cloud’or as eMediators) to connect with children remotely, using peer-to-peer video communication such as Skype. Sugata has shown if all of these results are put together, it is easy to create a case for unsupervised environments for children who do not have access to high quality instruction. Sugata is now going around the world to tell people how to do this.
Sugata is also building a stand-alone ‘Self Organised Learning Environment’ where children can learn without physical teachers, in an environment that maintains and runs itself with technology. His "Hole in the Wall" discovery is leading to the design of hardware and software that enable children to reach the intermediate to expert level entirely on their own. His current research is leading towards an alternative primary education using self organised learning, mediation and assessment environments.
Sugata's work inspired the book ‘Slumdog Millionaire’ that went on to become the Oscar winning film of 2009. The global consequences of Sugata's discovery for closing the digital educational divide have resulted in him receiving many international awards.