“1 op 10 denkt hulp nodig te hebben voor psychische problemen, maar zoekt die niet”

Leerstoel Public Mental Health (UAntwerpen) focust op psychische noden in provincie Antwerpen

Eén op zes Antwerpenaren besprak het afgelopen jaar mentale problemen met een zorgverlener. Maar zelfs dat is nog onvoldoende, want heel wat mensen met psychische noden ervaren drempels in het zoeken of verkrijgen van hulp. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van UAntwerpen.

Van 1 tot 10 oktober vraagt de 10-daagse van de Geestelijke Gezondheid aandacht voor het psychisch welzijn van de bevolking. Het thema krijgt meer en meer aandacht: zo focust de Leerstoel Public Mental Health van de Universiteit Antwerpen op ‘onvervulde psychische zorgnoden’ in de provincie Antwerpen.

“We gaan na  welke personen psychische hulp nodig hebben en of ze die al dan niet voldoende krijgen”, legt prof. Kris Van den Broeck uit.  “Zo voerden we het voorbije jaar een bevolkingsbevraging uit in de eerstelijnszones Antwerpen-Oost en Baldemore (Balen, Dessel, Mol en Retie). De resultaten wijzen uit dat maar liefst 17% van de Antwerpenaren het afgelopen jaar psychische problemen besprak met een professional. Dit blijkt echter nog onvoldoende. Heel wat mensen met psychische problemen ervaren drempels in het zoeken of verkrijgen van hulp. Ook vindt een vierde van degenen die hulp zochten dat ze onvoldoende geholpen werden.”

Liever zelf oplossen

Van degenen die psychische problemen bespraken met een professional, deden de meesten dit met de huisarts of een psycholoog. Eén op twaalf (8%) Antwerpenaren besprak psychische klachten met een psycholoog of psychotherapeut uit de privésector. Zes procent kreeg het afgelopen jaar medicatie voorgeschreven van een huisarts of psychiater, en bij twee derde ging het om antidepressiva.

Toch is er nog een aanzienlijke groep die geen hulp zoekt voor psychische problemen. “Eén op tien gaf aan dat ze zelf dachten dat ze de afgelopen twaalf maanden hulp nodig hadden, maar hiervoor geen professional contacteerde”, legt doctoraatsstudente Eva Rens uit. “Gevraagd naar de redenen gaf de meerderheid aan dat ze problemen liever zelf oplossen. Een vierde vermeldde de kostprijs als drempel en een tiende maakte zich zorgen om het taboe dat vaak gepaard gaat met psychische problemen.”

1.       "Ik los problemen liever zelf op" (65%)

2.       "Ik denk niet dat het zou helpen" (31%)

3.       "Ik heb er geen tijd voor" (26%)

4.       "Ik kan het niet betalen" (25%)

5.       "Ik weet niet waar ik terecht kan" (22%)

6.       "Ik ben bang om wat anderen zouden denken" (11%)

7.       “Ik spreek de taal niet goed” (7%)

Tot slot werd aan de hand van korte screeningstesten nagegaan welk aandeel van de bevolking een mogelijke psychische stoornis heeft. Van den Broeck: “Dergelijke testjes vormen geen volledig beeld, maar ongeveer één op vijf voldeed aan de criteria van een mogelijke psychische stoornis. Hoewel psychische stoornissen ongeveer even veel voorkomen bij mannen en vrouwen, erkennen vooral vrouwen dat ze een psychisch probleem hebben en hiervoor hulp nodig hebben. Slechts 13% van de mannen tegenover 22% van de vrouwen besprak daarom psychische klachten met een zorgverlener, waardoor psychische problemen vaker onbehandeld blijven bij mannen.”