De Vlaamse en Nederlandse ruimtelijke ordening zijn de afgelopen jaren flink in beweging. Het Vlaamse ruimtelijk ordeningsbeleid werd vanaf de jaren 1990 heropgezet met een ruimtelijk structuurplan voor heel Vlaanderen dat werd bestendigd met de oprichting van een centrale overheidsdienst voor planning en ruimte. Dit was een waterscheiding voor Vlaanderen waar ruimtelijke ordening in de 20e eeuw niet sterk was geïnstitutionaliseerd.

In Nederland wordt sinds 2001 een honderdjarige traditie van sterk centraal georganiseerde ruimtelijke ordening gedecentraliseerd en gedereguleerd. Dit proces is verbonden met de economische crisis en bezuinigingen. De herconfiguratie is in volle gang en leidt tot het opnieuw vormgeven van de posities van experts, instituties en burgers op het vlak van ruimtelijke ordening. Zo wordt de weg ingeslagen voor een ander aanzien van het land in de 21e eeuw. Men spreekt al van een nieuwe werkelijkheid.

In dit doctoraatsonderzoek worden deze ontwikkelingen onder de loep genomen vanuit het perspectief van een sociologie van de ruimte. De centrale vraag is hoe deze wendingen in de ruimtelijke ordening zijn ontstaan. Hoe kan verklaard worden dat na lange tradities de ideeën over ruimtelijke ordening veranderden en er draagvlak ontstond voor een nieuw institutioneel kader waarin de mate van centralisering wordt gewijzigd?

Het project dient twee doelen:

  1. Het vullen van een sociologische lacune in het verklaren van de twee recentste belangrijke wendingen in hoe de Nederlandse en Vlaamse maatschappijen omgaan met hun ruimte.
  2. Het produceren van een relevant en actueel overzichtswerk voor Nederlandse en Vlaamse ruimtelijke wetenschappers en professionals.

Contact

Clemens de Olde
clemens.deolde@uantwerpen.be