Lopende projecten
Onderzoeks- en ontwikkelingstraject naar het ruimtelijk ordeningsvraagstuk in de Rupelregio in het kader van de ontwikkelingen binnen Flanders Technology & Innovation.
Abstract
Deze samenwerkingsovereenkomst heeft als voorwerp om het ruimtelijk ordeningsvraagstuk in de Rupelregio in het kader van de ontwikkelingen binnen Flanders Technology & Innovation te onderzoeken. Het Departement Cultuur, Jeugd en Media wil namelijk inzicht krijgen in op het ruimtelijk ordeningsplan en bijhorende creatieve mogelijkheden op het vlak van mobiliteit en economische ontwikkeling in de Rupelregio en meer specifiek in Boom en Rumst. Het potentieel van dit gebied wordt onderzocht om enerrzijds de Vlaamse innovatieve entertainmentsector te verankeren en anderzijds een brede maatschappelijke opwaardering van de Rupelregio te realiseren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Coppens Tom
- Co-promotor: Beckers Joris
- Co-promotor: Vandyck Frederik
- Co-promotor: Vloebergh Guy
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Complexe planprocessen: productieve, gezonde en duurzame wijkontwikkeling.
Abstract
Deze opdracht begeleidt de stad Sint-Niklaas bij het onderzoeken van het ontwikkelingspotentieel en de daarbij horende procesvoering van de SVK-site. De opdracht start met het in kaart brengen van de agenda's van de verschillende actoren wat betreft de programmatie van de site. Met de uitbreiding van Stad Sint-Niklaas met de SVK Stadslob zal ook het mobiliteitsnetwerk voor de ontsluiting van de site herbekeken worden. In dit traject maken we ook een inventaris op van internationale voorbeeldpraktijken van ruimtelijke en culturele toe-eigening. Tenslotte zetten we de stap naar implementatie en adviseren we over het beschikbare planningsinstrumentarium, alsook de stedenbouwkundige procesvoering.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Acker Maarten
- Co-promotor: Coppens Tom
- Co-promotor: Goethals Marleen
- Co-promotor: Vandyck Frederik
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Operationeel CFD Model voor impact-analyse van ruimtelijke ingrepen op de stedelijke ventilatie.
Abstract
Binnen het hedendaagse debat omtrent leefbaarheid in steden krijgt het topic van natuurlijke ventilatie als mitigerende maatregel steeds meer belang. Vooral op vlak van luchtkwaliteit komt natuurlijke ventilatie sterk op de voorgrond sinds er naast de reductie van lokale emissies (vb. transitie naar elektrisch wagenpark of invoer (ultra) lage emissizones) gezocht moet worden naar alternatieve maatregelen om te voldoen aan de steeds strenger wordende richtlijnen (European standards en World Health Organization (WHO) Air Quality Guidelines (AQGs)). De publieke opinie en de acties van burgerinitiatieven leggen een enorme druk op ruimtelijke planners en stedelijke beleidsmakers om de problemen omtrent luchtkwaliteit en hitte aan te pakken. Algemeen is geweten dat street canyons (straten geflankeerd door gevels van gebouwen aan beide zijden) door hun morfologie de knelpuntzones zijn voor natuurlijke ventilatie en dus sterk geconfronteerd worden met verhoogde pollutiewaarden en problemen omtrent stedelijke hitte. Ruimtelijke planners en stedelijke beleidsmakers hebben tot heden echter weinig bruikbare en betrouwbare tools en kennis voorhanden om deze street canyons te analyseren en om oplossingsgerichte maatregelen te formuleren. Deze vraag vanuit de markt werd naar voren geschoven tijdens gesprekken met Kabinetsadviseurs (Stad Antwerpen), ruimtelijke beleidvoerders (stad Antwerpen, dienst Klimaat & Leefmilieu), de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) en ontwerpbureaus (Maat-Ontwerpers, OMGEVING). Dit projectvoorsel zet volop in op deze lacune in de markt door het aanreiken van gevalideerde tools (CFD simulaties) voor analyse van bestaande situaties en impactanalyse van ruimtelijke ingrepen gekoppeld aan ondersteuning bij de implementatie van ruimtelijke maatregelen voor de optimalisatie van ventilatie in stedelijke omgevingen en deze als product-dienst aan te bieden aan bedrijven en overheden. Dit door het gebruik van de opgebouwde kennis omtrent deze materie (uniek binnen het Vlaamse kennisveld) binnen de multidisciplinaire samenwerking tussen de onderzoeksgroep Sustainable Energy, Air and Water technology (DuEL) (Faculty of Science, UA) en de onderzoeksgroep voor Stadsontwikkeling (Faculty of Design Sciences, UA). Naast de opgebouwde kennis werd een tool ontwikkeld (CFD model) voor het uitvoeren van gedetailleerde analyses van stedelijke gebieden (focus op street canyons) en het doorrekenen van ruimtelijke ingrepen die inzetten op de optimalisatie van de lokale natuurlijke ventilatie en/of polluentenverspreiding. Het CFD model onderscheidt zich van huidige gangbare modellen doordat het gevalideerd is (a.d.h.v. een uitgebreide meetcampagne) en de mogelijkheid heeft om de aanpassingen aan gebouwconfiguraties door te rekenen (in tegenstelling tot gebruikelijke modellen voor Vlaamse overheden zoals AtmoStreet, IMPACT en CAR die enkel wijzigingen in uitstoot/verkeersstromen kunnen doorrekenen). Voor dit projectvoorstel wordt een IOF-POC develop aangevraagd om het CFD door te ontwikkelen in co-creatie met Stad Antwerpen en VMM en zo op technologisch vlak marktintroduceerdbaar te maken. Verder worden op commercieel vlak stappen genomen (verder markt- en concurrentiescreening, gedetailleerde waardebepaling van de dienst en analyse van reële kosten, zoals personeel maar ook technische zaken zoals meetinfrastrcuctuur en computele rekenkracht) ter onderbouwing van de ontwikkeling van de Service Platform (onderbouwing vervolgaanvraag IOF Service Platform in 2023) met potentiële doorgroei tot spin-off bedrijf. Tot slot werden een aantal alternatieve valorisatiepistes gedetecteerd zoals inschrijven op Europese kaderprogramma's (Interreg, Life, Horizone Europe), samenwerkingsovereenkomsten met overheidsbedrijven voor grootschalige projecten (vb. Lantis) en samenwerkingsovereenkomsten omtrent de opzet van de screeningstool door de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM).Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Acker Maarten
- Co-promotor: Denys Siegfried
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Op weg naar straatdata.
Abstract
Sinds 2018 genereert het burgerwetenschapsproject Straatvinken gegevens over verkeer en leefbaarheid op straatniveau. Dit resulteerde in verschillende rijke databanken. Het doel van dit project is om deze gegevens te valoriseren voor maatschappelijk relevant onderzoek. Ten eerste zal de gegevensverzameling en verwerkingsprocedure van de jaarlijkse verkeerstellingen worden geoptimaliseerd. Ten tweede zullen de gegevens van de Teltest (n = 1.000) geanalyseerd worden om de kwaliteit van de data verder te onderzoeken. Ten derde zullen de gegevens gebruikt worden om verschillen in het aantal en aandeel van verschillende vervoerswijzen in straten te verklaren, en dit in diverse soorten gebieden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vanoutrive Thomas
- Co-promotor: Verhetsel Ann
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het afromen van de onverdiende waardestijging: stadsplanning, land value capture en financialisering
Abstract
Infrastructuurvernieuwing prijkt hoog op de agenda in de hedendaagse stad, maar vaak staat een tekort aan publieke middelen de realisatie ervan in de weg. Recent tonen daarom zowel beleidsmakers als onderzoekers interesse in land value capture (LVC) instrumenten om deze 'infrastructuurkloof' te overbruggen. LVC stelt tot doel inkomsten te vergaren door toenames in landwaarden af te romen wanneer zij het gevolg zijn van publieke acties. Hoewel LVC verwacht wordt vruchten af te werpen, draagt het evenzeer een risico met zich mee. Zo kan LVC bijdragen aan de negatieve effecten die de financialisering van de stad met zich meebrengt, zoals al veelvuldig bestudeerd. In dit onderzoek stel ik tot doel de literatuur over financialisering en LVC met elkaar te verbinden door te onderzoeken en te vergelijken wat de effecten zijn van LVC op planningsprocessen en ruimtelijke uitkomsten in vier internationale cases. Gebaseerd op institutionele theorie, wend ik het Institutional Analysis and Development framework aan om te begrijpen hoe governance netwerken rond LVC instrumenten werken en hoe financialisering daarin een rol speelt. Hiertoe maak ik gebruik van documentenanalyse en diepte-interviews om data te vergaren. Na de case studies vergelijk ik de resultaten via kwalitatieve comparatieve analyse. In de conclusie licht ik toe wat de voornaamste voor- en nadelen zijn van LVC en hoe financialisering hierin van belang is.Onderzoeker(s)
- Promotor: Coppens Tom
- Co-promotor: Van Dooren Wouter
- Mandaathouder: den Heijer Chris
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Versnellen en opschalen van transformationele klimaatadaptatie in Europa: demonstratie van water-gerelateerde innovatiepakketten (TransformAr).
Abstract
De gevolgen van klimaatverandering voor mensen, welvaart en planeet zijn alomtegenwoordig, maar ongelijk verdeeld, zoals wordt gesteld in de nieuwe Klimaatadaptatiestrategie van de EU. Om klimaatgerelateerde risico's te verminderen, zijn de Europese Commissie en het IPCC het erover eens dat een institutionele en maatschappelijke transformatie nodige is. Het TransformAr-project heeft tot doel producten en diensten te ontwikkelen en te demonstreren om een grootschalige transformatie door te voeren en te versnellen in kwetsbare regio's en gemeenschappen in Europa. De 6 TransformAr demonstratieprojecten staan voor een gemeenschappelijke uitdaging: watergerelateerde risico's en effecten van klimaatverandering. Op basis van bestaande succesvolle initiatieven zal het project in 6 gebieden oplossingen en trajecten, geïntegreerd in innovatiepakketten, ontwikkelen, testen en demonstreren. Transformationele trajecten, inclusief een geïntegreerde risicobeoordelingsaanpak, worden mede ontwikkeld door middel van 9 modulaire blokken voor transformationele adaptatie. Een set van 22 geteste, actiegerichte adaptieve oplossingen wordt getest en gedemonstreerd. De oplossingen omvatten Natuur-gebaseerde oplossingen, innovatieve technologieën, financierings-, verzekerings- en bestuursmodellen, bewustmakings- en gedragsveranderende oplossingen. Het projectteam, geleid door Universiteit Antwerpen, bestaat uit 22 partners uit 11 landen. Een susbtantiële toename van maatschappelijke veerkracht en een versnelling van de nodige transformaties zal worden bevorderd door het clusteren van verschillende investeerders, het testen van financierbare oplossingen, en het definiëren van een (niet-)commerciële exploitatiestrategie voor de TransformAr oplossingen, producten en diensten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Coppens Tom
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Implementatie van innovatieve financiering voor nature-based solutions in Vlaamse steden (INNOFINS).
Abstract
Steden dienen een belangrijke rol op te nemen in strategieën voor klimaat adaptatie en mitigatie. Er is een groeiend noodzaak om natuurgebaseerde oplossingen (NBO) met groene, blauwe en hybride stedelijke infrastructuur te ontwikkelen die klimaatverandering op een geïntegreerde, systemische en duurzame manier benaderen. Hoewel investeringen in NBO's erg kosteneffectief blijken te zijn in het bereiken van milieu- en maatschappelijke doelen, zijn de publieke budgetten in Vlaanderen hiervoor ontoereikend. Dit leidt tot een groeiende kloof tussen investeringen en noden. De publieke onderfinanciering staat in scherp contrast met de beschikbaarheid van private middelen voor investeringen. NBO projecten hebben vaak zeer hoge aanvangskosten en kennen erg diffuse baten op lange termijn die niet gemakkelijk te vertalen zijn naar inkomstenstromen. Er zijn dus nieuwe verdienmodellen noodzakelijk die private investeringen kunnen activeren, binnen de Vlaamse context. In dit project onderzoeken we drie nieuwe vormen van innovatieve financiering door reële NBO business cases te ontwikkelen via baatafroming, impactfinanciering en volksfinanciering via initial coin offerings (ICOs). Nieuwe financierings- en verdienmodellen staan echter niet op zichzelf en hebben een relatie met planningsinstituties en processen, beleidsarrangementen, methodes voor waardebepalingen en juridische instrumenten. Bovendien houden ze ook sociale gevaren in wanneer ze meervoudig worden toegepast. Om een realistische en holistische aanpak te ontwikkelen, willen we een trans- en interdisciplinair onderzoek opzetten, waarbij de financieringsinstrumenten worden geëvalueerd op hun ruimtelijke, juridische, beleidsmatige, economische en sociale impact. Via de leeflabs kunnen we de ruimtelijke, juridische, institutionele en sociale impact geïntegreerd evalueren en het nut optimaliseren voor maatschappelijke gebruikers.Onderzoeker(s)
- Promotor: Coppens Tom
- Co-promotor: Van Acker Maarten
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
InnoFiNS. Implementatie van innovatieve financiering voor nature-based solutions in Vlaamse steden.
Abstract
Steden dienen een belangrijke rol op te nemen in strategieën voor klimaat adaptatie en mitigatie. Er is een groeiend noodzaak om natuurgebaseerde oplossingen (NBO) met groene, blauwe en hybride stedelijke infrastructuur te ontwikkelen die klimaatverandering op een geïntegreerde, systemische en duurzame manier benaderen. Hoewel investeringen in NBO's erg kosteneffectief blijken te zijn in het bereiken van milieu- en maatschappelijke doelen, zijn de publieke budgetten in Vlaanderen hiervoor ontoereikend. Dit leidt tot een groeiende kloof tussen investeringen en noden. De publieke onderfinanciering staat in scherp contrast met de beschikbaarheid van private middelen voor investeringen. NBO projecten hebben vaak zeer hoge aanvangskosten en kennen erg diffuse baten op lange termijn die niet gemakkelijk te vertalen zijn naar inkomstenstromen. Er zijn dus nieuwe verdienmodellen noodzakelijk die private investeringen kunnen activeren, binnen de Vlaamse context. In dit project onderzoeken we drie nieuwe vormen van innovatieve financiering door reële NBO business cases te ontwikkelen via baatafroming, impactfinanciering en volksfinanciering via initial coin offerings (ICOs). Nieuwe financierings- en verdienmodellen staan echter niet op zichzelf en hebben een relatie met planningsinstituties en processen. Om een realistische en holistische aanpak te ontwikkelen, willen we een trans- en interdisciplinair onderzoek opzetten, waarbij de financieringsinstrumenten worden geëvalueerd op hun ruimtelijke, juridische, beleidsmatige, economische en sociale impact. Via de leeflabs kunnen we de ruimtelijke, juridische, institutionele en sociale impact geïntegreerd evalueren en het nut optimaliseren voor maatschappelijke gebruikers. Dit project zal worden geïntegreerd in het FWO-SBO voorstel Innofins indien het toegekend word. De SEP middelen zullen worden aangewend ter financiering van één onderzoeksspoor uit het voorstel en de aanstelling van een post doctoraal onderzoeker ter voorbereiding van een gelijkaardige onderzoeksaanvraag.Onderzoeker(s)
- Promotor: Coppens Tom
- Co-promotor: Compernolle Tine
- Co-promotor: Crabbé Ann
- Co-promotor: Houben Robby
- Co-promotor: Van Dooren Wouter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Reële opties voor reële stedelijke projecten.
Abstract
Met dit onderzoeksmandaat zal ik een innovatieve aanpak ontwikkelen voor besluitvorming in complexe ruimtelijke projecten (CRPs) – bv. transportinfrastructuur en stedelijke ontwikkeling – en (stads)planning, gebaseerd op de economische reële optietheorie (ROT). In tegenstelling tot het statische rationale model en de "predict and control" aanpak, biedt de reële optie benadering een flexibele manier om met onzekerheden om te gaan door middel van flexibiliteitsopties die projectaanpassingen toestaan. Dit maakt projecten meer adaptief en dynamisch in een steeds veranderende omgeving. Omwille van de kloof tussen de ROT en de plannings- en ontwerppraktijk is de toepasbaarheid en praktische waarde van reële opties vandaag nog beperkt. Redenen hiervoor zijn de kwantitatieve complexiteit en het gebrek aan interactie met actuele besluitvorming. Door verschillende stakeholders in het onderzoek te betrekken en gebruik te maken van pilootprojecten voor de toepassing van reële opties in Vlaanderen zal ik onderzoeken welke methodes gepast zijn om de reële optietheorie af te stemmen op de noden van besluitvormers, planners, ontwerpers, enz. Doorheen dit project worden (I) kennislacunes opgelost in de bestaande literatuur over adaptieve planning en ontwerp, CRPs en de ROT. Daarnaast wordt (II) een reële opties-gebaseerd en gebruiksvriendelijk kader (tools, methoden, modellen) ontwikkeld om als flexibele en adaptieve benadering in planning, ontwerp en besluitvorming gebruikt te worden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Coppens Tom
- Co-promotor: Compernolle Tine
- Mandaathouder: Machiels Thomas
Onderzoeksgroep(en)
Project website
https://www.uantwerpen.be/nl/onderzoeksgroep/onderzoeksgroep-stadsontwikkeling/team/thomas-machiels/
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Afgelopen projecten
Expertenreflectie 3D – ruimtelijk rendement/publieke ruimte.
Abstract
De beleidsverkenning '3D omgevingsplanning' beoogt de impact van deze 3D omgevingsuitdagingen op de omgeving in kaart te brengen en op deze wijze een shift in de omgevingsplanning te realiseren richting een 3D – planning waar rekening wordt gehouden met alle stromen, lagen, volumes en relaties op alle mogelijke niveaus die de fysieke leefomgeving bevatten, waarbij beter inzicht wordt verkregen in de complexe dynamiek van onze leefomgeving.Tijdens een eerste fase van de beleidsverkenning wordt een denkkader uitgewerkt, waar de ondersteuning van experten gevraagd wordt in de vorm van een expertreflectie. De expert staat in voor een beknopte reflectie op de mogelijke toekomstige impact van één of meerdere 3D-uitdagingen op de leefomgeving. In een tweede stap wordt deze reflectie tijdens een workshop via een SWOT- analyse gebruikt als basis om de mogelijke betekenis ervan voor de leefomgeving en omgevingsplanning in te schatten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Acker Maarten
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Analyse bestaande en toekomstige sociaal-ruimtelijke kwaliteiten van de Vlaamse gemeenschapscentra in Brussel.
Abstract
Deze studieopdracht kadert binnen de beleidsdoelstellingen van de VGC om in de toekomst voor het gebouwde patrimonium, en in het bijzonder de 22 gemeenschapscentra, actief in te zetten op multifunctioneel gebruik. De vertaling van dit beleid in de praktijk vergt: – Een onderbouwde en meerledige analyse van de gemeenschapscentra op ruimtelijk, sociaal en financieel vlak; – De ontwikkeling van een proces- en participatiestructuur met de diverse betrokken partijen; – Een gedragen toekomstvisie op zowel de gebouwde infrastructuur als op de werking van de gemeenschapscentra. Daarom is het doel van deze studie om te komen tot: – Aanbevelingen, die zullen worden meegenomen bij de opmaak van een investeringsplan 2021-2025; – Een nieuwe methodiek, die toelaat om in een participatief proces met de diverse betrokken partijen tot vervolgacties te komen, met betrekking tot de infrastructuur, het beheer en de werking.Onderzoeker(s)
- Promotor: Goethals Marleen
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Voorbereiden rapport met betrekking tot een gezonde en duurzame voedselomgeving.
Abstract
Aan de hand van een literatuurstudie wordt een conceptueel model opgesteld dat aangeeft hoe beleid op gewestelijk en lokaal niveau een impact kan hebben op het duurzame en gezonde karakter van de voedselomgeving van burgers.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vanoutrive Thomas
- Co-promotor: Cant Jeroen
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Leefomgevingskwaliteit.
Abstract
Het Departement Omgeving van de Vlaamse overheid werkt aan een visie over leefomgevingskwaliteit. Dit vloeit voort uit de integratie van Ruimte Vlaanderen (RV) en Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE) in het nieuwgevormde Departement Omgeving. Het expertenadvies 'Leefomgevingskwaliteit en Leefbare Straten' past in deze visievorming over leefomgevingskwaliteit, en legt de nadruk daarbij op mobiliteit, en het concept 'leefbare straten' (liveable streets) in het bijzonder. Aan de hand hiervan werd de inspiratienota 'Bestaande Inzichten rond Kwaliteit in de Context van de Leefomgeving' besproken.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vanoutrive Thomas
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onderzoek naar richtcijfers bouwmeesterscan.
Abstract
Dit onderzoek zal een literatuurstudie doen naar richtcijfers in ruimtelijke planning en stadsontwerp. De richtcijfers gaan onder meer over dichtheden, groenvoorzieningen, parkeernormen en richtcijfers voor diensten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Coppens Tom
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Reële opties voor reële stedelijke projecten.
Abstract
Dit interdisciplinair project wil een innovatieve aanpak ontwikkelen voor ontwerp en besluitvorming in complexe ruimtelijke projecten (CRP) en (stads)planning – gebaseerd op de economische reële optietheorie (ROT). Een reële optie aanpak biedt een flexibele manier om met dynamische onzekerheden om te gaan en om projecten aan te passen aan een dynamische en steeds veranderende omgeving. CRP zijn grootschalige projecten (bv transportinfrastructuur) met een hoge investeringskost, een lange doorlooptijd en meerdere publieke/private actoren. Beleidsmakers moeten met veel onzekerheden en risico's omgaan in CRP. Private en sociale kosten en baten voorspellen is moeilijk omdat verschillende onzekerheden er een impact op kunnen hebben. Onzekerheden managen is daarom een belangrijke taak in project management. Conventionele methodes die besluitvorming in CRP steunen zijn hier echter gebrekkig en statisch voor. De kosten-batenanalyse (KBA) en het milieueffectenrapport (MER) houden niet voldoende rekening met hoe onzekerheden voorspellingen kunnen beïnvloeden die resulteren in verschillende toekomst scenario's. conventioneel risicobeheer tracht risico's en onzekerheden zo veel mogelijk te elimineren door het vermijden, negeren, reduceren of doorschuiven van risico's. In negen op tien projecten worden kosten onderschat en/of worden baten overschat. De afgelopen twintig jaar wordt de ROT steeds meer naar voren geschoven als een alternatieve en flexibele aanpak in domeinen als energieplanning en (transport)infrastructuur. De ROT integreert de concepten van onomkeerbare besluitvorming, onzekerheid en flexibiliteit in de analyse van besluitvorming. ROT beschouwt flexibiliteitsopties ("reële opties") als waardevol om met meerdere onzekerheden om te gaan. Niet elke beslissing moet – vaak gebaseerd op verkeerde voorspellingen – in een vroege projectfase gemaakt worden. Flexibiliteitsopties voor beslissingen open houden daarentegen kan een project helpen beter aan te passen aan mogelijke veranderingen in de toekomst. Dit vereist het identificeren en opvolgen van onzekerheden en risico's – eerder dan ze vermijden – samen met het identificeren van flexibiliteitsopties om met onzekerheden om te gaan. De ROT is een kwantitatieve aanpak die methoden en modellen gebruikt om de waarde van deze flexibiliteitsopties te berekenen, als ook het bepalen van de optimale timing (scenario) om opties uit te voeren. Het helpt niet enkel projecten beschermen tegen mogelijke verliezen, maar staat ook toe om de toevoegde waarde van strategische en beter gebalanceerde beslissingen te verzilveren. Reële optie toepassingen in planning en ontwerp zijn echter zeer beperkt. Bovendien staat het theoretische potentieel en de toenemende academische populariteit in schril contrast met de beperkte praktijkwaarde, resulterend in een kloof tussen reële opties theorie en planning en ontwerp. Wij identificeerden drie bronnen voor deze kloof in onze review paper over reële optietoepassingen in (transport)infrastructuur: (I) vereenvoudigen van cases leidt tot een vereenvoudiging van de complexe realiteit en het negeren van meerdere onzekerheden en flexibiliteitsopties; (II) kwantitatieve reële optie methoden vereisen (geavanceerde) wiskundige kennis die vaak ontbreekt in besluitvorming; en (III) reële optie toepassingen tonen geen interactie met actoren in de praktijk. Hoe kan de kloof tussen reële optie theorie en planning en ontwerp worden overbrugd? Hoe kan de ROT worden omgevormd tot praktisch relevante methoden en tools voor CRP en planningsprocessen? Onze doelstelling is om een op ROT gebaseerd kader te ontwikkelen in samenwerking met experts en actoren van CRP in Vlaanderen – voor adaptieve planning dat toelaat om onzekerheden en flexibiliteitsopties in CRP beter te identificeren, beoordelen, managen en monitoren. Dit kan besluitvorming en planningspraktijken in Vlaanderen verbeteren, door CRP meer robuust en flexibel te maken in een dynamische en complexe realiteit.Onderzoeker(s)
- Promotor: Coppens Tom
- Co-promotor: Compernolle Tine
- Mandaathouder: Machiels Thomas
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Plan voor gezonde kernverstering in de Merode (KERNGEZOND).
Abstract
Steeds meer komt het belang van een gezonde leefomgeving in de aandacht. Met dit project willen we een bijdrage leveren aan de kennis over gezond versterken van woonkernen in het buitengebied. Door lokale zorgverleners te betrekken in het planproces zoeken we naar een manier om enerzijds het gebied beter te kunnen benutten door de zorgsector, anderzijds het natuurlijke kapitaal in de kernen te verhogen in functie van gezondheid. Het project resulteert in richtlijnen voor ruimtelijk ontwerpers voor gezonde kernversterking. Daarnaast wordt het project beschouwd als een leerproces naar een interdisciplinaire samenwerking tussen de ruimtelijke planning en zorgsector op niveau van beleid, onderzoek en praktijk.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Acker Maarten
- Co-promotor: De Blust Gerrit
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Voetgangersverkeer voorspellen op straatniveau.
Abstract
Wandelen heeft nog steeds de status van een alledaagse, banale activiteit met geen duidelijke onderzoeksagenda. Nochtans is wandelen een gezonde, duurzame vervoerswijze die bijdraagt aan de levendigheid van straten en buurten. Dit project draagt bij tot de kennis over wandelen door middel van een kwantitatieve analyse van wandelverkeer op straatniveau.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vanoutrive Thomas
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Burgerwetenschapsproject 'Straatvinken'.
Abstract
Straatvinken is een burgerwetenschapsproject waarin burgers het verkeer in hun straat tellen gedurende één uur. Deze subsidie ondersteunt het telmoment van mei 2019. Naast het verwerken en communiceren van de gegevens, werd er ook een verkeersleefbaarheidsbevraging uitgevoerd. Meer informatie is terug te vinden op www.straatvinken.beOnderzoeker(s)
- Promotor: Vanoutrive Thomas
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
AirTech'byDesign: Technologie en Stadsontwerp samen in de strijd tegen luchtvervuiling in smalle straten.
Abstract
De slechte luchtkwaliteit in onze steden staat momenteel centraal in het publieke debat rond gezonde leefomgeving en vormt het speerpunt van innovatieve stedenbouw en mobiliteitsbeleid. Vooral de zogenaamde 'street canyons' vormen de meest problematische verkeersaders van onze steden: het zijn smalle binnenstedelijke wegen die aan beide zijden geflankeerd worden door een ononderbroken rij (hoge) gebouwen. In deze straatprofielen ligt de luchtkwaliteit vaak onder de Europese normen en die van de Wereldgezondheidsorganisatie. Zowel stedenbouwkundig ontwerp als technologische oplossingen, zoals fotokatalysatoren, hebben bewezen een krachtig instrument te vormen voor het verbeteren van de luchtkwaliteit en de algemene gezondheid van de bewoners. Dit onderzoek beperkt zich echter vaak tot een enkel domein, sector of discipline (biotechniek of stedenbouw) en is vaak beperkt tot de analyse van de impact van een enkele parameter op de luchtkwaliteit. Ten tweede richten de meest bekende maatregelen zich op het verminderen van de uitstoot van verontreinigende stoffen en bevinden ze zich op een hoger plannings- en beleidsniveau. Op lokaal schaalniveau van verkeersintensieve locaties en deze street cayons ontbreekt systematisch onderzoek naar de mogelijke bijdrage van stadsontwerp en technologische interventies om de luchtkwaliteit te verbeteren. Bovendien is een groep minder bekende verontreinigende stoffen, de zogenaamde vluchtige organische koolstof (VOC), minder gevoelig voor verkeersregels. De behandeling van wegbestrating, wanden en gevels met een fotokatalysator heeft bewezen een bijdrage te leveren aan de verbetering van de luchtkwaliteit. In street canyons zijn de luchtstroomsnelheden echter vaak te laag voor een optimale prestatie van deze fotokatalysatoren. Wijzigingen in het stedenbouwkundig ontwerp (die de luchtcirculatie en de integratie van UV-verlichting verbeteren) kunnen de VOC-emissie in street canyons in de stad verminderen met een minimale milieubelasting. Kortom, wat luchtkwaliteit in street canyons betreft, bestaat er een fundamenteel disciplinair schisma tussen milieu- en stedenbouwkundige ontwerpwetenschappen. Om te kunnen omgaan met de ruimtelijke verdeling van luchtverontreiniging en de hoge drempel om technologische innovatie te introduceren in stadsplanning, wil dit onderzoeksproject milieu- en ontwerpwetenschappen combineren. Daarom besloten de Onderzoeksgroep voor Stedelijke Ontwikkeling (Ontwerpwetenschappen), DuEL en BioGEM (Ingenieurswetenschappen) om samen deze urgente uitdaging aan te pakken. De wetenschappelijke uitdaging die in dit project wordt aangegrepen, is drieledig: (1) Inzicht verwerven in de ruimtelijke en moleculaire verspreiding van VOC in de stedelijke omgeving, met de nadruk op street canyons, (2) Maximaliseren van het effect van ruimtelijke interventies door en fotokatalytische reductietechnieken om de luchtkwaliteit van street canyons te verbeteren; (3) Formuleren van richtlijnen voor het verbeteren van de luchtkwaliteit in street canyons op basis van LCA-metrieken en extrapoleren van de methodologie naar toekomstige technologische verbeteringen. Samen bieden deze uitdagingen een kans om de gezondheidsproblemen onze stedelijke street canyons te verbeteren. Verdeeld over vier werkpakketten en vier jaar, vraagt deze multidisciplinaire aanpak van deze uitdaging om een combinatie van methodologieën, gaande van literatuuronderzoek tot onderzoek door ontwerp, over modellering en casestudy-onderzoek. De Turnhoutsebaan in Antwerpen wordt geselecteerd als casestudy en is representatief voor typische Vlaamse street canyons op het niveau van ruimtelijke structurerende kenmerken (lengte, hoogte-breedteverhouding), verkeersdichtheid, aangetoonde hoge luchtvervuilingsniveaus en de beschikbaarheid (of afwezigheid) van groene infrastructuur.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Acker Maarten
- Co-promotor: Billen Pieter
- Co-promotor: Tytgat Tom
- Mandaathouder: Voordeckers Dimitri
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Bereikbaarheidsarmoede in de stedelijke periferie vanuit het perspectief van transport en rechtvaardigheid.
Abstract
Dit project is gericht op het beter begrijpen van bereikbaarheidsarmoede in de stedelijke periferie om zo bij te dragen aan de theorievorming over transport en rechtvaardigheid. In lijn met de literatuur over transport en sociale uitsluiting ligt de nadruk op bereikbaarheidsarmoede aangezien mensen over voldoende bereikbaarheid moeten beschikken om te kunnen deelnemen aan de samenleving. Drie internationale gevalstudies zullen worden uitgevoerd om concepten als 'onvoldoende bereikbaarheid' beter te bevatten. Dit draagt bij tot de discussie omtrent de centrale vraag in onderzoek over transport en rechtvaardigheid: hoeveel bereikbaarheid zijn we elkaar verschuldigd? Drie centrale kwesties verdienen daarbij onze speciale aandacht: paternalisme, productie en individuele rechten, en deze concepten vormen de leidraad voor het rond drie cases opgebouwde onderzoek.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vanoutrive Thomas
- Mandaathouder: Cooper Erin
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Architect 2.0 – Herijking van het Belgisch juridisch raamwerk voor architecten.
Abstract
De actuele context van het beroep van architect is onderhevig aan belangrijke veranderingen onder invloed van diverse ontwikkelingen. Eigentijdse ontwerp- en bouwprojecten zijn namelijk steeds vaker het resultaat van interdisciplinaire samenwerking. De projecten hebben als doel om toekomstbestendige ruimtelijke oplossingen aan te reiken voor zogenaamde "wicked problems", zoals klimaatverandering, mobiliteit, volksgezondheid en vergrijzing. Deze complexe vraagstukken vragen oplossingen die steunen op inbreng uit verschillende disciplines. Een goed aansluitend voorbeeld van een interdisciplinair project is het Nederlandse "2nd Skin" project. Dit project beoogt de energie-efficiëntie van bestaande structuren te verhogen met behulp van modulaire gevelelementen, die als het ware een tweede "huid" aanbrengen rond een gebouw. Deze technologie ontstond uit een nauwe samenwerking tussen ingenieurs, architecten, huisvestingsmaatschappijen, vastgoedontwikkelaars en klimatologen. In België wordt de verhouding tussen bouwheer, aannemer en architect benoemd als de "bouwdriehoek", waarbij de architect een leidende rol opneemt. Nu blijkt dat eigentijdse ontwerp- en bouwprojecten meer en meer stoelen op een samenwerking tussen partners met verschillende expertise en belangen, zou de traditionele driehoeksverhouding langzaam maar zeker naar een soort "expertisenetwerk" kunnen evolueren. Hoewel de architect hierin ook een fundamentele rol blijft spelen, heeft deze "nieuwe realiteit" een belangrijke impact op zijn/haar professionaliteit. Een aantal substantiële aspecten van het wettelijk kader van het beroep van architect sluit evenwel niet aan bij die nieuwe realiteit; bovendien werd dit nog niet systematisch onderzocht. Recent werd in België een academisch debat geopend over de "architect in de 21e eeuw", naar aanleiding van een beperkte revisie van het wettelijk kader van het beroep. Deze aanzet vormt meteen een uitgelezen moment om de nieuwe bouwrealiteit mee te nemen in de evaluatie van het Belgisch wettelijk kader. Daarom beoogt dit project een systematische analyse van de gewijzigde rol van de architect (Architect 2.0) en een fundamentele herijking van het wettelijk kader waarin de architect opereert. We zetten daartoe een rechtsvergelijkend onderzoek op (met betrekking tot België, Nederland en het Verenigd Koninkrijk) in combinatie met kwalitatief empirisch onderzoek. Op basis van deze resultaten wordt vervolgens onderzocht en beoordeeld of het aangewezen is aanbevelingen te formuleren tot wijziging van het wettelijk kader en/of "best practices", die interdisciplinaire samenwerking in eigentijdse ontwerp- en bouwprocessen faciliteren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Pauwels Sigrid
- Co-promotor: van Zimmeren Esther
- Mandaathouder: Nysten Sander
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Reële opties voor reële stedelijke projecten.
Abstract
In dit interdisciplinaire project ontwikkelen we een conceptueel kader om om te gaan met risico's en onzekerheden bij complexe stedelijke projecten, gebaseerd op de reële opties theorie uit de economie. Ontwerpers en besluitvormers van stedelijke projecten worden geconfronteerd met een hoge mate van onzekerheid. De tijd tussen ontwerp en uitvoering kan immers meerdere decennia bedragen, waardoor stedelijke ontwerpen aanpasbaar en flexibel moeten zijn. Nochtans worden risico's en onzekerheden in de praktijk vaak genegeerd, afgezonderd of geminimaliseerd. De Nobelprijs winnende theorie van de reële opties biedt een nieuwe en formele benadering rond risico en onzekerheden. In de plaats van risico's te beschouwen als een bedreiging, beklemtoont de theorie de waarde van verschillende soorten van onzekerheden. Op basis van de inzichten uit de reële opties, wensen we een conceptueel raamwerk en aanpak te ontwikkelen voor complexe stedelijke projecten. We passen dit toe op de overkapping van de ring te Antwerpen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Coppens Tom
- Co-promotor: Compernolle Tine
- Mandaathouder: Machiels Thomas
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Herbestemming ondergrondse parkings.
Abstract
Mobiliteits- en vastgoedexperten voorspellen een sterk gereduceerde parkeervraag in onze binnensteden voor de komende decennia. Steden zetten in op een duurzamere modal shift: meer ruimte voor openbaar vervoer, fietsers en voetgangers. Ook een toenemende deelmobiliteit (waaronder op lange termijn de zelfrijdende wagen) zou de parkeerbehoefte in onze steden aanzienlijk doen krimpen. Ook vanuit klimaatadaptie en gezondheidsoverwegingen wordt een herziening van de bovenmaatse auto-infrastructuur in stadscentra bepleit, en in steeds meer steden als prioritaire beleidsdoelstelling toegepast. Het internationale paradigma van steden op mensenmaat lijkt hand in hand te gaan met het herzien van de plaats van de auto in de stad. Raf Ilsbroekx en Maarten Van Acker verkenden de mogelijkheden van herbestemming van ondergrondse stadsparkings aan de hand van internationale casestudies en ontwerpend onderzoek. De tentoonstelling CASCO -1 toont de resultaten van het onderzoek dat in 2018 bekroond werd met een BWMSTR-label. Het label inspireerde de opstart van nieuwe doctoraatsonderzoeken rond de herbestemming van infrastructuur en het (her)ontwerpen van ondergrondse ruimtes.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Acker Maarten
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Operationalisering en toepassing van een geïntegreerde aanpak voor bovenlokale ruimtelijke programmaopgaves.
Abstract
Bovenlokale samenwerking wordt steeds crucialer voor een goede ruimtelijke ordening. Vooral met de ontwikkeling van de netwerksamenleving vinden veel ruimtelijke ontwikkelingen dwars door verschillende bestuurlijke grenzen en ogenschijnlijk zelfs footloose plaats (Castells 1996-1998, Teisman 2000, Boelens 2001, 2005, Modder 2012). Het lokale en soms zelfs regionale en nationale bestuursniveau zijn daardoor niet altijd meer toereikend om bepaalde ruimtelijke vraagstukken te adresseren. Omdat een groot aantal ruimtelijke uitdagingen een bovenlokale dimensie heeft wil het Departement Omgeving bovenlokale samenwerking in een regio te bevorderen, op basis van een goede en duurzame visie en een effectief ruimtelijk ontwikkelingsprogramma. De aanpak voorgesteld door bet onderzoeksteam rond AMRP van Universiteit Gent en Marleen Goethals UAntwerpen vertrekt vanuit een actor-relationele benadering. Deze benadering is gestoeld op uitgebreide internationale vergelijkingen met regiovorming en praktijktesten (Boelens 2009) en is een manier waarmee regiovorming tot stand kan komen met in achtneming van de dynamiek, contextuele en situationele condities en het brede perspectief waarbij naast overheden ook het bedrijfsleven en burgers/burgerbewegingen betrokken zijn.Onderzoeker(s)
- Promotor: Goethals Marleen
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Expertenopdracht Bouwmeester scan.
Abstract
De VLaams bouwmeester ontwikkelt een nieuw instrument voor een quick scan van het gemeentelijk ruimtelijk beleid. De U Antwerpen zal het instrument evalueren en voorstellen ontwikkelingen voor verbetering.Onderzoeker(s)
- Promotor: Coppens Tom
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Analyse van (buitenlandse) voorbeelden van infrastructuurprojecten gekoppeld aan gebiedsontwikkeling.
Abstract
In het kader van de verkenningsfase van het complex project Noordzuidverbinding Limburg worden 'vergelijkbare' best practices van infrastructuurontwerp bestudeerd in het binnen – en buitenland met een vergelijkbare problematiek en reikwijdte (vb. nieuwe infrastructuur in een min of meer verstedelijkte omgeving), die ondertussen volledig of toch ten minste gedeeltelijk gerealiseerd zijn.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Acker Maarten
- Co-promotor: Coppens Tom
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Gobelin: groenblauwe netwerken in Vlaanderen.
Abstract
Het doel van de opdracht is ten eerste om op basis van een gedegen wetenschappelijke onderbouwing vanuit de literatuur een door alle partners ondersteunde afbakening van het begrip groenblauwe netwerken te formuleren, gebaseerd op de doelen van biodiversiteit, klimaat en leefkwaliteit. Op basis van deze afbakening/definitie dient het bestaande groenblauwe netwerk en de potentie voor uitbreiding en kwalitatieve versterking in beeld te worden gebracht. Het laatste deel van de opdracht bestaat uit ontwerpend onderzoek, waaronder de uitwerking van concrete cases met als doel om de theorie in de praktijk te brengen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Acker Maarten
- Co-promotor: Coppens Tom
- Co-promotor: Notteboom Bruno
- Co-promotor: Vanoutrive Thomas
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Envies de Loire. International design competition of the Metropolitan region Tours Val de Loire
Abstract
Het cureren van de internationale ontwerpwedstrijd was onderdeel van het regionale programma Envies the Loire, geïnitieerd door het stedenbouwkundig agentschap van de stad Tours. De wedstrijd werd gelanceerd met het doel om ontwikkelingsscenario's en voorstellen te krijgen die de Loire terug in het hart van het leven van Metropolitan plaatsen. Dit onderzoek ontwikkelde inzichten, die de mogelijkheden onthulden om een synthese te maken tussen de wensen van de lokale bewoners met de criteria van UNESCO om de Val de Loire op de Werelderfgoedlijst te zetten. Het onderzoek vond manieren om dit gebied opnieuw toe te eigenen door bewoners en bezoekers, creëerde nieuwe publieke ruimte die rekening houdt met hedendaagse uitdagingen (klimaatverandering, groen-blauwe verbindingen, duurzame mobiliteit, digitale transitie, toerisme, veerkracht enzovoort).Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Acker Maarten
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Citylab CAR: studenten voor duurzame Caraïbische steden
Abstract
Dit project is gericht op onderwijsvernieuwing voor duurzame steden via probleemgebaseerd onderwijs. Het project ontwikkelt en evalueert interdisciplinaire en transdisciplinaire citylab modules in onderwijsinstellingen in de Caraïben. Dit project kadert binnen een Erasmus key action 2 programmaOnderzoeker(s)
- Promotor: Coppens Tom
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
- Onderwijsproject
Hoeveel bereikbaarheid zijn we elkaar verschuldigd?
Abstract
Het concept bereikbaarheid legt de link tussen ruimtelijke planning en transportbeleid. Een centraal uitgangspunt is dat mensen effectief toegang moeten hebben tot diensten en activiteiten om volwaardig te kunnen deelnemen aan de samenleving. Bereikbaarheidsbarrières kunnen organisatorisch of financieel zijn, maar in dit onderzoek ligt de nadruk op de transportdimensie. Kwalitatief onderzoek zal uitgevoerd worden om beter te begrijpen wat vervoersarmoede betekent, en om zo meer inzicht te krijgen in de kwestie van hoeveel en welke bereikbaarheid we elkaar verschuldigd zijn.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vanoutrive Thomas
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
DE ARCHITECT 2.0: uitdagingen betreffende het auteursrecht van de architect in de context van Open Grootstedelijk Ontwerp
Abstract
Volgens recent onderzoek sluit de Belgische Architectenwet (1939) niet langer aan bij de concrete professionele realiteit van de architect (Uytterhoeven 2016). Het onderzoek hierover vertoont echter nog een belangrijk hiaat. Dit hiaat heeft betrekking op de wijze waarop de grootstad van de toekomst momenteel evolueert. De stedenbouwkundige literatuur beschrijft de nood aan steden die bestand zijn tegen complexe uitdagingen, zogenaamde 'wicked problems', zoals mobiliteit, duurzaamheid, huisvesting en het behoud van cultureel erfgoed. Uit de literatuur en de praktijk blijkt dat dergelijke problemen enkel goed aangepakt kunnen worden op basis van interdisciplinaire samenwerking tussen diverse experten en met medewerking van alle relevante stakeholders - o.a. architecten, ingenieurs, planners, projectontwikkelaars, wetenschappers, beleidsmakers en burgers (Aravena, 2015; Ratti and Claudel 2015). In ons onderzoek gebruiken we de term "Open Grootstedelijk Ontwerp" (OGO) om dit type samenwerking aan te duiden. De toepassing van OGO in stadsontwikkeling heeft ook bepaalde implicaties voor de auteursrechten van de architect en in het bijzonder voor de morele rechten. Zo kan men zich afvragen of een architect op basis van die rechten kan claimen dat niets mag worden gewijzigd aan zijn ontwerp zelfs indien een dergelijke uitoefening van zijn rechten nadelig zou kunnen zijn in het licht van bepaalde maatschappelijke belangen, bijvoorbeeld een gebouw dat aangepast wordt met het oog op duurzaamheid. Er is nog geen onderzoek uitgevoerd naar deze problematiek. Het onderzoeksteam 'Metropolitan Legal Lab' (MLL) - een informeel interdisciplinair samenwerkingsverband dat door de promotor en co-promotor van deze onderzoeksaanvraag is opgericht - heeft als doel deze leemte op te vullen door middel van een rechtsvergelijkend onderzoek naar de implicaties voor de nieuwe professionele realiteit van de architect op het terrein van zijn morele rechten in het kader van OGO. Deze aanvraag heeft als doel voorbereidend onderzoek uit te voeren op basis van systematisch literatuuronderzoek, een aantal interviews en een rechtsvergelijkende analyse met het oog op een onderzoeksaanvraag voor externe financiering. Op een recent door MLL georganiseerde 'Research Workshop', met internationale en nationale academici en werkveldexperten, gefinancierd door STIMPRO2015, werd het belang van deze ontwikkelingen en deze nieuwe juridische onderzoekslijn inzake stadsontwikkeling unaniem bevestigd.Onderzoeker(s)
- Promotor: Pauwels Sigrid
- Co-promotor: van Zimmeren Esther
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Is rechtszekerheid passé? 'Adaptive Law' als een 'veerkrachtige' rechtstechniek om de maatschappelijke uitdagingen van de toekomstige grootsteden aan te pakken.
Abstract
In 2012 hield 'Hurricane Sandy' lelijk huis in New York and New Jersey. De 'Rockefeller Foundation' en de 'Hurricane Sandy Rebuild Task Force' (US Departement of Housing and Urban Development) schreven een ontwerpwedstrijd uit: 'Rebuild by Design' (RBD). RBD heeft als doel het ontwikkelen van 'veerkrachtige' steden die bestand zijn tegen toekomstige uitdagingen en dit alles op basis van samenwerking tussen diverse actoren - architecten, planners, wetenschappers, ingenieurs, biologen, beleidsmakers en burgers. De uitdaging om veerkrachtige, innovatieve en duurzame steden voor de toekomst te ontwerpen, impliceert dat kennisdeling en samenwerking tussen al die verschillende actoren een noodzaak is. Helaas blijkt het recht vaak een spelbreker in dit soort projecten. Starre, ingewikkelde en achterop hinkende regelgeving staan intelligente en duurzame stadsontwikkeling in de weg. Het juridische concept 'Adaptive Law', kortweg een veerkrachtige rechtstechniek, ontwikkeld in de Verenigde Staten, is hier relevant. De Amerikaanse problematiek rond stadsontwikkeling en de maatschappelijke uitdagingen, bijvoorbeeld mobiliteit, duurzaamheid, overbevolking, innovatie en digitalisering ('smart cities') is analoog aan de 'wicked problems' waarmee onze Belgische en Europese steden kampen. Ook hier wordt door experten vastgesteld dat onze regelgeving een onvoldoende faciliterende rol speelt voor wat betreft interdisciplinaire samenwerking rond stadsontwikkeling. Er is echter nauwelijks rechtsleer inzake de opportuniteit van een meer veerkrachtige rechtstechniek in continentale rechtssystemen in functie van duurzame en intelligente stadsontwikkeling. Derhalve wordt dit thema voorgesteld als nieuwe onderzoekslijn in het kader van de samenwerking "Metropolitan Legal Lab" (Faculteit Ontwerpwetenschappen en Faculteit Rechten) die bij zal dragen aan zowel het fundamenteel juridisch onderzoek als tot het toegepaste onderzoek rond stadsontwerp, waarbij Antwerpen, als toekomstbestendige metropool, het voortouw kan nemen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Pauwels Sigrid
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De Kwaliteitskamer, nl. het Stadsatelier.
Abstract
Een team van experts in stadsontwikkeling komt onder de noemer Stadsatelier tweewekelijks samen om grootschalige bouwprojecten van meet af aan bij te sturen. Zo moet de stad Oostende op een eenduidige maar innovatieve manier verder ontwikkelen. Het Stadsatelier speelt niet enkel een rol bij huisvestingsprojecten, maar ontwikkelt tegen 2017 ook een Globaal Strategisch Ontwikkelingsplan over hoe de stad er op lange termijn moet uitzien.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Acker Maarten
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Vergunningenbeleid in Vlaanderen.
Abstract
Ruimte Vlaanderen lanceerde het bestek 'Vergunningenbeleid in Vlaanderen' (Bestek nr. RV-AOM/16/15) om op basis van de gemeentelijke vergunningenregisters een beter beeld te krijgen van het vergunningenbeleid in de praktijk, evoluties doorheen de tijd en de invloed van wijzigende wetgeving en beleid. Voorts dienen analyses ontsloten te worden en vormen ze de basis voor beleidsvorming. De vergunningenregisters hebben een rijkdom aan informatie van meer dan 50 jaar vergunningenbeleid en bieden inderdaad potentieel voor het toekomstig ruimtelijk beleid. Omwille van de overvloed aan 'ongestructureerde' data is er nu de uitdaging en drang om hier een duidelijk inzicht in te verkrijgen met oog op het strategisch inzetten van de stedenbouwkundige vergunning als instrument.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vanoutrive Thomas
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Francqui Leerstoel 2016-2017 Prof. Andy van den Dobbelsteen.
Abstract
Op voorstel van de Universiteit, kent de Francqui-Stichting elk jaar twee Francqui-Leerstoelen toe aan de UAntwerpen. Deze zijn bedoeld om de uitnodiging mogelijk te maken van een Professor van een andere Belgische Universiteit of uit het buitenland, voor een reeks van tien lesuren. De Francqui-Stichting betaalt aan de titularis van een Francqui-Leerstoel het honorarium voor deze tien lessen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Coppens Tom
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Stadsontwikkeling per fiets. Een ruimtelijk instrument om het fietsen langs stedelijke corridors te verbeteren.
Abstract
Dit onderzoek wil inzicht geven in de factoren die de fietsbaarheid van onze steden bepalen en aantonen hoe we de fietscondities en de ruimtelijke omgeving van de fietser kunnen verbeteren. In een eerste fase wordt op zoek gegaan naar een fundamentele methode om de ruimtelijke factoren die de routes van fietsers bepalen (veiligheid, comfort, hindernissen, voorzieningen…) te definiëren. De bestaande literatuur wordt bevraagd en aangevuld met een casestudie onderzoek langsheen drie fietscorridors in de Stad Antwerpen. Ondersteund door de Transport Institute van de TUDelft (prof. Kees Maat), worden de routes van fietsers in kaart gebracht en bevraagd via GIS-software en fietsers uit te rusten met data-applicaties. De resultaten worden gepaard met ruimtelijk cartografisch onderzoek en aangevuld met de bevraging van de belangrijkste stakeholders (fietsersbond, selectie van buurtbewoners, stad Antwerpen, provincie Antwerpen, AWV). In de tweede fase van het onderzoek worden er, op basis van de gedefinieerde parameters van fietsbaarheid, via ontwerpend onderzoek ruimtelijke ingrepen geformuleerd die de fietsbaarheid langsheen deze corridors kunnen verbeteren. Met de stakeholders wordt een co-creatieproces opgestart, waarbij tijdens gezamenlijke ontwerpsessies de ontwerpvoorstellen besproken en verbeterd worden. Uit de bevindingen van dit iteratief ontwerpend onderzoek op drie verschillende case studies (Turnhoutsebaan, Mechelsesteenweg en Singelfietspad) worden ontwerprichtlijnen gedestilleerd om de fietsbaarheid in steden fundamenteel te verbeteren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Acker Maarten
- Co-promotor: Coppens Tom
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Begeleiding en hoofdredactie Kempenatlas.
Abstract
De Kempen zijn een regio in voortdurende transitie. Doorheen de geschiedenis werden allerlei ambities en grootschalige droombeelden op de zanderige heidegronden geprojecteerd. Vaak tabula rasa, met alle gevolgen van dien. Vandaag worden opnieuw ambitieuze projecties losgelaten op de regio. Om de historische fout van tabula rasa te vermijden, start AR-TUR samen met de Universiteit Antwerpen een project op dat net de eigenheid van Kempen in kaart brengt. Het project wil een basisdocument opleveren – in de vorm van een atlas – dat de kwaliteiten van de regio helder in kaart brengt, zodat toekomstige projecten zich hierin kunnen verankeren en zich door laten inspireren. Maarten Van Acker is hoofdredacteur van het boek. De cartografische expertise wordt uitbesteed aan het Nederlandse architectuurbureau MUST. De fotografie wordt verzorgd door Filip Dujardin. De Atlas wordt uitgegeven bij Public Space.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Acker Maarten
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Adviesverlening en voorbereiding van het Globaal Strategisch Onwikkelingsplan (GSO).
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de opdrachtgever. UA levert aan de opdrachtgever de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Acker Maarten
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Opmaken van een ontwikkelingsstrategie in het kader van de leefbaarheid van dorpen (netwerk).
Abstract
Dorpen hebben momenteel te kampen met uitdagingen zoals bv. ontgroening, vergrijzing, druk op de dienstverlening, slechte woningkwaliteit, beperkt openbaar vervoer, aantasting van de sociale cohesie, …. Door deze ontwikkelingen komt de leefbaarheid van dorpen sterk onder druk staan. Toch is een goede leefomgeving belangrijk voor het samenleven en het "zich goed voelen" van de bewoners. Dit onderzoeksproject biedt een praktisch kader voor dorpsontwikkeling voor het verbeteren van de leefbaarheid met keuzemogelijkheden en bijhorende gevolgen. Een praktisch kader wordt uitgewerkt voor verschillende beleidsdomeinen (wonen, zorg, voorzieningen, werk, landbouw) met bijhorende set van indicatoren (met gegevens) en een instrumentenkoffer.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Acker Maarten
- Co-promotor: Coppens Tom
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Kleine infrastructuurprojecten met een grote impact op de stad. Onderzoek van internationale succespraktijken van passages. Register 2.
Abstract
Terwijl steden blijven groeien, reizen hun bewoners steeds langere afstanden, tussen steeds meer diverse bestemmingen, met behulp van een steeds breder scala aan transportmethoden, snelheden en middelen. Bovendien, terwijl het mobiliteitssysteem steeds complexer wordt, blijven vervoersnetwerken vaak ontworpen los van elkaar. Dit onderzoek richt zich op de passage als een snelkoppeling, een overgangsruimte, een speciale route, als een cruciaal stedelijk hulpmiddel bij het vergemakkelijken van de toegang tot de verschillende voorzieningen en mobiliteiten van de stad.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Acker Maarten
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
CITYLABS: studeren voor duurzame stedenin Latijns-Amerika
Abstract
Het citylab project is gericht op de innovatie van onderwijs rond duurzame steden in Latijns-Amerika. Het ontwikkelt en evalueert inter- en transdisciplinaire onderwijsmodules in onderwijsinstellingen in Latijns-Amerika. Het project ontwikkelt eveneens een opleidingsmodule voor docenten en studenten rond probleemgebaseerd leren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Coppens Tom
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
- Onderwijsproject
Adviesverlening over de implementatie in het kader van de ontwikkeling en uitwerking van een visie voor stadsvernieuwing in al zijn aspecten voor de hele Stad Oostende.
Abstract
Onderzoek naar de implementatie van het algemeen stedenbouwkundig en architecturaal ontwikkelingskader, hieronder wordt onder meer verstaan de ontwikkeling en uitwerking van een visie voor stadsvernieuwing in al zijn aspecten voor de he Ie stad Oostende; het voorbereiden van de inhoud van het Globaal Strategisch Ontwikkelingsplan (GSO) en een gedetailleerde planning en de hieraan verbonden kosten opmaken voor de uitvoering van het GSO. Ook begeleiding geven aan projectgebonden ruimtelijke uitvoeringsplannen kwaliteitsadvies maakt deel uit van dit project, parallel met de opmaak van het visiedocument; evenals de nieuwe inbreidingsprojecten uit het WoonplanBis opstarten, begeleiden en er een finaal advies over geven; aanvullend architecturaal en stedenbouwkundig advies geven aan de strategische bouwprojecten van de stad.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Acker Maarten
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De land en woning survey in steden in de wereld
Abstract
De universiteit Antwerpen is partner in het wereldwijde onderzoek naar planningssystemen en wonen in steden. Het onderzoek heeft als doel een enquëte te doen in een staal van steden, waaronder de stad Antwerpen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Coppens Tom
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Planningsystemen
Abstract
Dit project heeft als doel een overzicht en vergelijking te maken tussen planningssystemen in de wereld. De universiteit Antwerpen treedt op als respondent bij een survey over het Vlaamse planningssysteem als onderaannemer voor de OECDOnderzoeker(s)
- Promotor: Coppens Tom
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Storm in de Stad. Wat kunnen de architectuur, de stedenbouw en meer specifiek de steden in Vlaanderen leren van de New Yorkse aanpak?
Abstract
Maarten Van Acker kreeg in 2011-2012 de kans om een jaar les te geven en onderzoek te doen aan Parsons – The New School for Design in New York, dankzij een beurs van het Belgian American Educational Foundation. In opdracht van het vaktijdschrift RUIMTE, schreef Maarten een reeks van essays over het raakvlak tussen leven en stedenbouw in New York. Binnen dit project wil Maarten de artikels uitwerken tot internationale publicatie met GPRC-label.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Acker Maarten
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Open Grootstedelijk Ontwerp en Intellectueel Eigendomsrecht (OGO-IE): Nieuwe juridische vraagstukken in het kader van Open Creatief Ontwerp van de Toekomstige Grootstad
Abstract
Het voorstel ambieert de ontwikkeling van een nieuwe onderzoekslijn "Open Grootstedelijk Ontwerp & Intellectueel Eigendomsrecht". "Open innovation" en "the global city" zijn actuele thema's voor de toekomst van de (internationale) grootstad. De modaliteiten staan echter haaks op de basisprincipes van het IE-recht. De literatuur laat deze uitdagingen ongemoeid. Dit voorstel beoogt een voorstel van innovatieve juridische oplossingen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Pauwels Sigrid
- Co-promotor: van Zimmeren Esther
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De behartiging van het voorzitterschap van de Spilliaertcommissie.
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de opdrachtgever. UA levert aan de opdrachtgever de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Acker Maarten
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Mainstreaming van energie-efficiëntie en klimaatverandering in Built Environment training en onderzoek in het Caraïbisch gebied ( CarEnTrain ) .
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de University of West Indies. UA levert aan de University of West Indies de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Coppens Tom
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
IVM - internationaal programma "Passages, transitional spaces for the 21st-century city".
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de opdrachtgever. UA levert aan de opdrachtgever de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Acker Maarten
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Bestuurskracht van gemeenten en provincies: naar een nieuwe vorm van interbestuurlijke relatie rond ruimtelijk beleid.
Abstract
De doelstelling van de opdracht is enerzijds meer inzicht te geven in de mogelijke systemen en instrumenten voor het meten van bestuurskracht en de wijze waarop ze kunnen worden ingezet, mede als input voor het parallelle interne onderzoek rond de 'bestuurskrachtmonitor'. Anderzijds moet de studie aangeven hoe het meten en opvolgen van bestuurskracht zich binnen een veranderende context van interbestuurlijke relaties verhoudt tot de andere instrumenten voor ruimtelijk beleid.Onderzoeker(s)
- Promotor: Coppens Tom
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Vlaanderen in Actie - Naar een duurzame en creatieve stad.
Abstract
Deze opdracht heeft als doel te resulteren in een "onderhandelingsnota" tussen de Vlaamse Regering en het stadsbestuur van Antwerpen omtrent het beleid en het instrumentarium binnen het thema "duurzaam, ruimte gebruik - multifunctionele en multi-inzetbare infrastructuur", met een bijzondere aandacht voor ruimte voor onderwijs en jeugd.Onderzoeker(s)
- Promotor: Coppens Tom
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Pilootproject 'actieve burgerparticipatie' site Normaalschool-De Kluis.
Abstract
De opdrachtgever wenst in te zetten op burgerparticipatie en zal dit project als pilootproject burgerparticipatie lanceren via het team wijkmanagement om ervaring op te doen inzake communicatie en overleg met de buurt en van daaruit kopmen tot gedragen haalbare en realiseerbare beleidsbeslissingen voor de ontwikkeling van de site. De promotor zal het team wijkmanagement bij de voorbereiding en uitwerking van het pilootproject begeleiden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Coppens Tom
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Inspelen op de demografische uitdagingen: capaciteitsvraagstuk voorzieningen, doordacht beheer van (claims) op schaarse ruimte in de context van een groeiende stad.
Abstract
Dit project betreft Programmaspoor 3: Slim omgaan met ruimte - Deelpakket 2: leegstand en herbestemming. De interlokale vereniging kenniscentrum Vlaamse steden wenst een overzicht te krijgen op de problematiek van leegstand in Vlaanderen in functie van een betere benutting van de beschikbare gebouwde ruimte, en in functie van het tegengaan van een potentieel verval van de gebouwde ruimte.Onderzoeker(s)
- Promotor: Coppens Tom
- Co-promotor: Van Acker Maarten
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Werking en effectiviteit van GECORO's in Vlaanderen.
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VRP. UA levert aan VRP de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Coppens Tom
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Steunpunt Ruimte - Duurzame Ruimte Vlaanderen (2012-2015).
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Coppens Tom
- Promotor: Oosterlynck Stijn
- Co-promotor: Coppens Tom
- Co-promotor: Meire Patrick
- Co-promotor: Oosterlynck Stijn
Onderzoeksgroep(en)
- Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
- Onderzoeksgroep voor Stadsontwikkeling
- Centrum voor Onderzoek naar Ecologische en Sociale verandering (CRESC)
Project type(s)
- Onderzoeksproject