Neerl. 1 - Getijdenboek van Geert Grote [planknr. 1]

Neerl. 1 — Algemene beschrijving

bewaarplaats
Antwerpen, Ruusbroecgenootschap (UAntwerpen)
signatuur
Neerl. 1 (olim 1)
materiaal
perkament
folia
135 + [2] folia
band
153 x 115 mm
auteur(s) met titel(s)
Geert Grote († 1384), grondlegger van de Moderne Devotie
- Getijdenboek (vertaling van de Horae)
herkomst
- Zwolle, Sint-Agnietenberg
- Zwolle, Domus Parva
datering
ca. 1470-1490
taal
Nederlands

Neerl. 1 — Materiële beschrijving (pdf - 127 Kb)
Neerl. 1 — Inhoudelijke beschrijving (pdf - 66 Kb)
Neerl. 1 — Decoraties (pdf - 446 Kb)
Neerl. 1 — Digitale kopie
Neerl. 1 — Bijlagen (pdf - 17 Kb)

literatuur
Achten 1980, 89 (nr. 44)
Anonymus Gothieke 1938, 5
Brounts 1971, 74 (nr. 61)
De Vreese 1957, 39
De Vreese 1959, 337, 351
Hendrickx 1987, 66-67
Hendrickx 1994, 54-58 (nr. 12)
Van Dijk 1990 (algemeen)
Van Dijk 1993 (algemeen)
Wierda 1995

internet
BNM-I: Antwerpen, RG : Neerl. 1
Flandrica.be (+ digitale kopie)

bijlage (4 enveloppen)
Zie hierboven.

 

 

Neerl. 2 - Liturgische teksten betreffende de maagdenwijding in het bisdom Doornik. Geestelijke traktaatjes over de Godgelijkheid met oefeningen voor geestelijke dochters van de Sociëteit van Jezus in datzelfde bisdom [fragmenten]

Neerl. 2 — Algemene beschrijving

bewaarplaats Antwerpen, Ruusbroecgenootschap (UAntwerpen)
signatuur Neerl. 2 (olim 4 A)
boekvorm fragmenten (omslag en tektscorpus)
materiaal perkament (omslag) en papier (tekstcorpus)
folia bifolium (omslag), 12 folia (tekstcorpus)
omslag 237 x 168 mm
anoniem (genreomschrijving) Omslag
(1) Liturgische teksten uit de misviering bij de zegening en wijding van maagden mogelijk in gebruik bij reguliere kanunnikessen uit het bisdom Doornik
(2) Banvloek in naam van de bisschop van Doornik tegen mogelijke geweldenaars van deze maagden
Tekstcorpus
(3) Geestelijke tekstjes over de Godgelijkheid, met beschouwingen over de dood van Jezus en Zijn vijf Heilige Wonden en met een adventsoefening ter voorbereiding van het kerstfeest
herkomst omslag: reguliere kanunnikessen uit het bisdom Doornik (abdij van Notre-Dame des Prés Porchins van de orde van Sint-Victor ?)
tekstcorpus: geestelijke dochters van de Sociëteit van Jezus mogelijk gevestigd in Doornik
datering omslag: 15e eeuw 
tekstcorpus: 2e helft 17e eeuw
taal  Nederlands

Neerl. 2 — Materiële en inhoudelijke beschrijving (pdf - 125 Kb)

 

Neerl. 3 - Liturgische en andere gebeden [planknr. 9]

Neerl. 3 — Algemene beschrijving

bewaarplaats
Antwerpen, Ruusbroecgenootscjap (UAntwerpen)
signatuur
Neerl. 3 (olim 9)
materiaal
papier
folia
135 folia
band
169 x 113 mm
anoniem (genreomschrijving)
Liturgische en andere gebeden
kopiist
Anna Herbaut (?)
herkomst
Herzele, Sint-Jorisgasthuis
datering
24 augustus 1586
bezitters
- Anna Herbaut, zuster van het Sint-Jorisgasthuis te Herzele, nadien priores van het Onze-Lieve-Vrouwegasthuis te Aalst (1619/20-1626)
- Maeiken (Maria) Herbaut (in 1634 nog in leven), zuster van van het Onze-Lieve-Vrouwegasthuis te Aalst
- J.B. Vervliet († 1942), Antwerps volkskundige (ex-libris) - zie ook Neerl. 13
- Ruusbroec-Genootschap  (ex-libris) op fol. 1r
- Bibliotheek van het Ruusboec-Genootschap (stempel) op fol. 1v
taal
Nederlands

Neerl. 3 — Materiële en inhoudelijke beschrijving (Hendrickx 1987) (pdf - 314 Kb)
Neerl. 3 — Materiële beschrijving (addenda / corrigenda) (pdf - 244 Kb)
Neerl. 3 — Digitale kopie

literatuur
Hendrickx 1987, 67-69

internet
BNM-I: Antwerpen, RG : Neerl. 3

bijlage
Restauratieverslag (Atelier De Zilveren Passer Gent - Guy De Witte - 10.12.1999).

 

Neerl. 4 - Regels van het Sint-Elisabethbegijnhof (Groot Begijnhof) te Gent met latere aanvullingen [planknr. 7]

Neerl. 4 — Algemene beschrijving

bewaarplaats
Antwerpen, Ruusbroecgenootschap (UAntwerpen)
signatuur
Neerl. 4 (olim 7) 
materiaal 
perkament en papier
folia
16 folia
band
210 x ca. 148/155 mm
anoniem (genreomschrijving)
Regels van het Sint-Elisabethbegijnhof (Groot Begijnhof) te Gent
• Statuten van het Sint-Elisabethbegijnhof te Gent, oorspronkelijk opgesteld door de gravinnen van Vlaanderen, Johanna  († 1244) en Margaretha van Constantinopel († 1280)
• Statuten aangepast en bekrachtigd door Lodewijk van Male († 1384), graaf van Vlaanderen, gedaan te Gent 1354
• een door de voogden Nicolas Triest en Filips Vanden Kethulle ondertekende samenvatting, gedateerd te Gent op 12 maart 1532, van de goedkeuring der Statuten door keizer Karel V († 1558) te Gent op 12 mei 1531 
•  een in kopie bijgevoegde goedkeuring van de Statuten door Filips IV van Spanje († 1665), gedaan te Brussel op 27 november 1623
herkomst
Gent, Sint-Elisabethbegijnhof 
datering
ca. 1450, na 1532, na 1623
bezitters
- Convent Ten Oogieven (voorplat recto)
- Ruusbroec-Genootschap (ex-libris, voorplat verso)
- Bibliotheek van het Ruusboec-Genootschap (stempel, voorplat verso)
taal
Nederlands  (de oorspronkelijke Nederlandse vertaling uit het Latijn kwam tot stand in de 14e eeuw)

Neerl. 4 — Materiële beschrijving (pdf - 40 Kb)
Neerl. 4 — Materiële en inhoudelijke beschrijving  (Hendrickx 1987)  (pdf - 148 Kb)
Neerl. 4 — Digitale kopie

literatuur
Anonymus Werken 1984, 99 (goedkeuringen), 187 (gelijkaardige regelboekjes)
Hendrickx 1987, 100-101
Mestdach 2000, 64-71, 382-392 (editie volgens een 17e-eeuws afschrift)
Stooker & Verbeij 1997, dl. 2, p. 150-151 (nr. 441)
Schoorman 1914, 108-109

internet
BNM-I: Antwerpen, RG : Neerl. 4

opmerking
Nicolas Triest: eerste schepen van de Keure  te Gent tussen 1616 en 1629 en broer van de Brugse bisschop Antonius Triest († 1657).
Filips Vanden Kethulle: meermaals eerste schepen van de Keure te Gent, overleden in 1545.

 

Neerl. 5 - Regels van het Sint-Elisabethbegijnhof (Groot Begijnhof) te Gent met latere aanvullingen [planknr. 8]

Neerl. 5 — Algemene beschrijving

bewaarplaats
Antwerpen, Ruusbroecgenootschap (UAntwerpen)
signatuur
Neerl. 5 (olim 8)
materiaal
perkament
folia
9 folia
band
 210 x ca. 148/155 mm
anoniem (genreomschrijving)
Regels van het Sint-Elisabethbegijnhof (Groot Begijnhof) te Gent
herkomst
Gent, Sint-Elisabethbegijnhof
datering
ca. 1450, na 1532
bezitters
- Convent Te Ryuins (voorplat recto)
- Bibliotheek van het Ruusboec-Genootschap (stempel voorplat verso)
- Ruusbroec-Genootschao (ex-libris op fol. 1v)
taal
Nederlands

Neerl. 5 — Materiële en inhoudelijke beschrijving (Hendrickx 1987) (pdf - 70 Kb)
Neerl. 5 — Materiële beschrijving (addenda / corrigenda) (pdf - 178 Kb)
Neerl. 5 — Digitale kopie

literatuur
Hendrickx 1987, 101
Stooker & Verbeij 1997, dl. 2, p. 150-151 (nr. 442)

internet
BNM-I: Antwerpen, RG : Neerl. 5

opmerking
Dezelfde teksten als in Neerl. 4 met uitzondering van de goedkeuring door Filips IV van Spanje.

 

Neerl. 6 - Collaties uitgesproken door de kartuizer Cornelius Jansonius van Schoonhoven bij "Inde cleedinghe" en "Inde professie" van een Brugse kartuizerin [planknr. 6]

Neerl. 6 — Algemene beschrijving 

bewaarplaats
Antwerpen, Ruusbroecgenootschap (UAntwerpen)
signatuur 
Neerl. 6 (olim 6)
materiaal 
papier
folia
16 folia
band
206 x 206 mm
auteur(s) met titel(s)
Cornelius Jansonius van Schoonhoven († 1623), kartuizer van Geertruidenberg, vicaris van het kartuizerinnenklooster in Brugge
- Collatien:
Inde cleedinghe
​• Inde professie
kopiist / tekstbezorger
M.B. (waarschijnlijk Margaretha Boudins, kartuizerin waarvan sprake)
herkomst
Brugge, kartuizerinnenklooster van Sint-Anna-ter-Woestijne
datering
na 1594
bezitter
- Bibliotheek van het Ruusboec-Genootschap (stempel, voorplat verso)
- Ruusbroec Genootschap (stempel) ondermarges van fol. 1r en fol. 16v
- Ruusbroec-Genootschap (ex-libris, voorplat verso)
taal
Nederlands

Neerl. 6 — Materiële en inhoudelijke beschrijving (Hendrickx 1987) (pdf - 106 Kb)
Neerl. 6 — Digitale kopie

literatuur
De Grauwe & Timmermans 1999, dl. 2, 496 (nr. NLM020), 535 (nr. NLM020)
De Grauwe & Timmermans 2001, 34 (nr. SAm 243)
Hendrickx 1987,  98-99 
Moereels 1946 (editie)
Sanders 1990, 193 
Stooker & Verbeij 1997, dl. 1, 231; dl. 2, 371-372 (nr. 1118)

internet
BNM-I: Antwerpen, RG : Neerl. 6

 

Neerl. 7 - Bernardus van Clairvaux's Sermones in Psalmum 90 "Qui habitat" in Nederlandse vertaling [planknr. 10]

Neerl. 7— Algemene beschrijving

bewaarplaats Antwerpen, Ruusbroecgenootschap (UAntwerpen)
signatuur Neerl. 7 (olim 10)
materiaal  papier
folia 140 folia
band 208 x 149 mm
auteur(s) met titel(s) Bernardus  Clarevallensis († 1153), cisterciënzer
- Sermones in Psalmum 90 Qui habitat in Nederlandse vertaling
kopiist Maria van Leijden, augustines (?)
herkomst ?
datering 1610
bezitter - Bibliotheek van het Ruusboec-Genootschap (stempel) voorplat verso en ondermarge fol. 2r
- Ruusbroec-Genootschap (ex-libris) voorplat verso
taal Nederlands

Neerl. 7 — Materiële beschrijving (pdf - 25 Kb)
Neerl. 7 — Inhoudelijke beschrijving (pdf - 20 Kb)
Neerl. 7 — Digitale kopie

opmerking
Betreft de Latijnse tekst, zie J. Leclercq & H. Rochais (eds.), S. Bernardi Opera, dl. 4: Sermones I, Romae, 1966, p. 381-492.

 

Neerl. 8 - Gebedenboek [planknr. 13]

Neerl. 8 — Algemene beschrijving

bewaarplaats
Antwerpen, Ruusbroecgenootschap (UAntwerpen)
signatuur
Neerl. 8 (olim 13)
materiaal
papier
folia
179 + [1] folia
band
124 x 95 mm
anoniem (genreomschrijving)
Gebedenboek
herkomst
Noordelijke Nederlanden
datering
eerste helft 16e eeuw
bezitters
- Ant. De Nobele, Brussel (mededeling Piet Grootens s.j.)
- Bibliotheek van het Ruusbroec-Genootschap (stempel) op fol. 1r ondermarge
taal
Nederlands

Neerl. 8 — Materiële en inhoudelijke beschrijving (Hendrickx 1987, Hendrickx 1994) (pdf - 789 Kb)
Neerl. 8 — Materiële beschrijving (addenda / corrigenda) (pdf - 236 Kb)
Neerl. 8 — Digitale kopie

literatuur
Hendrickx 1987, 69-71
Hendrickx 1994, 51 (nr. 11.c)

internet
BNM-I: Antwerpen, RG : Neerl. 8

opmerking
De mededeling omtrent de bezitter "Ant. De Nobele" door  Piet Grootens  s.j. († 1985) kan niet meer worden gecontroleerd. Is het een verschrijving? In haar schrijven van 4 juni 1980 deelde Jeanne Blogie (KB Brussel, Nationaal Centrum voor de Archeologie en de Geschiedenis van het Boek) mede: "Wat uw tweede vraag betreft, moet ik u tot mijn spijt laten weten dat ik geen veilingmeester noch boekhandelaar met naam Ant. de Nobele ken. Wel is er in Brussel een boekhandelaar Fernand de Nobele, opgevolgd door zijn dochter Thérèse de Nobele. De Koninklijke bibliotheek bezit van dat huis verschillende catalogi van het einde van de 19de eeuw en die onregelmatig doorlopen tot in de jaren vijftig".

bijlage
Twee brieven betreffende: de XV paternosters van Sint- Birgitta en voornoemde opmerking.
Het handschrift is foutief gebonden bij de XV paternosters. De volgorde van de bladen moet zijn: fol. 98, 101, 102, 103, 100, 104, 105 etc.; fol. 99 moet staan tiusen fol. 95 en 96.

Neerl. 9 - Pseudo-Richardus van Sint-Victor, Explicatio in Cantica Canticorum in Nederlandse vertaling [planknr.16]

Neerl. 9 — Algemene beschrijving

bewaarplaats
Antwerpen, Ruusbroecgenootschap (UAntwerpen)
signatuur
Neerl. 9 (olim 16)
materiaal
papier
folia
197 + [1] folia
band
143 x 100 mm
auteur
Pseudo-Richardus van Sint-Victor  (toegeschreven aan Richard van Sint-Victor, regulier kanunnik van Sint-Augustinus, † 1173)
-  In Cantica Canticorum explicatio in Nederlandse vertaling
herkomst
- Lier, tertiarissenklooster Sion: volgens Sion, een eind 17-eeuwse (?) aantekening op fol. 1r  (Hendrickx 1987)
- Baseldonck bij 's-Hertogenbosch: wilhelmieten ? (Schepers 1994) 
datering
ca. 1475-1500
bezitter
- Ruusbroec-Genootschap (ex-libris) op voorplat recto
- Bibliotheek van het Ruusbroec-Genootschap (stempel) fol. 3r, ondermarge
taal
Zuid-Brabants dialect met Noord-Hollandse invloed

Neerl. 9 — Materiële en inhoudelijke beschrijving (Hendrickx 1987, Schepers 1994) (pdf - 903 Kb)
Neerl. 9 — Inhoudelijke beschrijving (addenda / corrigenda) (pdf - 259 Kb)
Neerl. 9 — Digitale kopie

literatuur
Hendrickx 1987, 92-93
Schellekens 1990, 126
Schepers 1994
Stooker & Verbeij 1997, dl. 2, 259 (nr. 781)

internet
BNM-I: Antwerpen, RG : Neerl. 9

opmerking
- Watermerk dateert het papier ca. 1480-1490.
- Verwijzingen van L. Reypens s.j. op fol. 2v naar de Latijnse tekst in "cfr. P.L. 196 c. 410 vv.", en naar een parallelhandschrift "cfr. Univ. Bibl. Gent hs 259 (Saint-Genois, Catalogus, nr. 617)".
- Stooker & Verbeij betwisten de herkomst van de wilhelmieten in Baseldonck.

bijlage
- Kopie van de uitgave van de In cantico canticorum explicatio, in: PL, 196 (1855), 404-524.
- Restauratieverslag (Atelier De Zilveren Passer Gent - Guy De Witte - 10.12.1999).
- Transcriptie van het handschrift door L. Reypens s.j.

Neerl. 10 - Richtlijnen voor de kosteres van het Groot Begijnhof te Leuven op het feest van de heilige Martha [planknr. 20]

Neerl. 10 — Algemene beschrijving 

bewaarplaats
Antwerpen, Ruusbroecgenootschap (UAntwerpen)
signatuur
Neerl. 10 (olim 20)
materiaal
papier
folia
8 folia (fol. 7 en 8 blank, uitgezonderd de liniëring)
band
138 x 96 mm
anoniem (genreomshrijving)
Acht richtlijnen voor de kosteres van het Groot Begijnhof te Leuven betreffende het beheer van de fundatie van de heilige Martha en de geldelijke verloningen hieraan verbonden
herkomst
Leuven, Groot Begijnhof ("Ten Hove")
datering
1549
bezitter
- Ruusbroec-Genootschap (ex-libris) op voorkaft verso 
- Bibliotheek van het Ruusbroec-Genootschap (stempel) fol. 1r, ondermarge
taal
Nederlands

Neerl. 10 — Materiële en inhoudelijke beschrijving (Hendrickx 1987) (pdf - 283 Kb)
Neerl. 10 — Materiële beschrijving (addenda / corrigenda) (32 Kb)
Neerl. 10 — Editie (49 Kb)
Neerl. 10 — Digitale kopie

literatuur
Hendrickx 1987, 101-102 (transcriptie)
Stooker & Verbeij 1997, dl. 1, 143; dl. 2, 250 (nr. 757)

internet
BNM-I: Antwerpen, RG : Neerl. 10

opmerking
sinte Martha iaerlijcx comende op sinte Lucas auent in octobri betekent: op het feest van de heilige Martha (17 oktober), daags voor het feest van de heilige Lucas (18 oktober).

 

Neerl. 11 - Gebedenboek [planknr. 11]

Neerl. 11 — Algemene beschrijving

bewaarplaats
Antwerpen, Ruusbroecgenootschap (UAntwerpen)
signatuur
Neerl. 11 (olim R 10, 11)
materiaal
perkament
folia
75 folia
band
165 x 112 mm
anoniem (genreomschrijving)
Gebedenboek [vervolg inhoud hieronder]
herkomst
Vlaanderen (Oosterman 1992)
Brugge (Oosterman 1995)
datering
 
- XIIIe (doorgestreept)-XIVe siècle (fol. 1r)
- rond 1350 (Stracke, fol. 1r)
- ca. XIVe s. 1380-vóór 1400 (Stracke 1941)
- ca. 1400 (De Vreese 1946)
- 2e kwart 15e eeuw (Hendrickx 1987)
- ca. 1425 (Oosterman 1992, Oosterùan 1993)
- ca. 1425 of kort daarna (Hendrickx 1994)
- kort na 1400 (Oosterman 1995) 
- 1400-1410 (Oosterman 1995)
- ca. 1410 (Oosterman 2013)
bezitters
- vóór 20 april 1931 in het bezit van het jezuïetencollege Sint-Barbara te Gent: Collège  Ste Barbe Musée LXX.III. (binnenzijde achterplat), het blauwe achtzijdig getande etiketje met signatuur N° 8 op fol. 75v
- Bibliotheek van het Ruusbroec-Genootschp (stempel) op fol. 3r
- Ruusbroec Genootschap (stempel) op fol. 3r en 74r
taal
Vlaams


Neerl. 11 — Materiële en inhoudelijke beschrijving (Hendrickx 1987, Hendrickx 1994) (pdf - 913 Kb)
Neerl. 11 — Materiële en inhoudelijke beschrijving (addenda / corrigenda) (405 Kb)
Neerl. 11 — Digitale kopie

literatuur
Hendrickx 1987, 72-74
Hendri ckx 1994, 48-50
Oosterman 1992, 187-188, 195-196, 204, 382 (n. 71)
Oosterman 1993, 231 (+ n. 7 = p. 438), 234 (+ n. 24 = p. 440)
Oosterman 1995, 90 (+ n. 144 -145 = p. 375), 92 (+ n. 148 , 154 = p. resp. 375, 376) , 93 (+ n. 161 = p. 376), 356
Stracke 1943a, 101-102
 
internet
BNM-I: Antwerpen, RG : Neerl. 11
Flandrica.be (+ digitale kopie)

bijlage
- Brief van A.L. De Vreese (ongedateerd) met een beknopte beschrijvig van W.L. de Vreese (1916).
- Uitvoerige beschrijving door W.L. De Vreese gemaakt te Gent in het Sint-Barbaracollege op 30 oktober 1916 (kopie BNM, 10 blz.)
- Begin van studie door D.A. Stracke (20 april 1931).
- Briefwisseling met BNM Leiden 12/19.04.1994 betreffende de beschrijving van W.L. de Vreese.

 

Neerl. 12 - Gebedenboek met memories [planknr. 12]

Neerl. 12 — Algemene beschrijving

bewaarplaats
Antwerpen, Ruusbroecgenootschap (UAntwerpen)
signatuur
Neerl. 12 (olim T, 5, 12)
materiaal
perkament
folia
34 folia
band
126 x ca. 89/95 mm
anoniem (genreomschrijving)
Gebedenboek met memories
herkomst
West-Vlaanderen
datering
1479
bezitters
- familie De Mets (16e eeuw)
- familie Mahieus  (16e en 17e eeuw)
- Gelomme van de Stenen (?)
- jezuïetencollege Sint-Barbara te Gent blijkens het blauwe achtzijdig getande bibliotheeketiketje met N° 3 op fol. 34r
taal
West-Vlaams

Neerl. 12 — Materiële en inhoudelijke beschrijving (Hendrickx 1987) (pdf - 477 Kb)

literatuur 
Hendrickx 1987, 74-76
Oosterman 1995, dl. 2, 327

inernet
BNM-I: Antwerpen, RG : Neerl. 12

bijlage
- Nota van L. Reypens s.j. daterend van 18  september 1960 (eertijds  geplakt op de keerzijde van het voorplat) betreft de vergelijking van het West-Vlaamse dialect , van het schrift en van de veluchting met hs. Antwerpen, Museum Mayer Van den Bergh, 301  (cfr. J. De Coo, Museum Mayer Van den Berg. Catalogus, dl.1: Schilderijen, verluchte handshriften, tekeningen, Antwerpen, 1960, 164-165), alsook betreffende de kostbare Gentse  vierentwintig-dieren-paneelstempelband.
- Restauratieverslag (Atelier De Zilveren Passer Gent - Guy De Witte - 10.12.1999).

Neerl. 13 - Gebeden en getijden van een apostel, martelaar en belijder [planknr. 21]

Neerl. 13 — Algemene beschrijving

bewaarplaats
Antwerpen, Ruusbroecgenootschap (UAntwerpen)
signatuur
Neerl. 13 (olim 21)
materiaal
papier
folia
41 folia
band
145 x 106 mm (correctie!)
anoniem (genreomschrijving)
Gebeden en getijden van een apostel, martelaar en belijder
datering
einde  15e eeuw
bezitters
-  J.B. Vervliet († 1942), Antwerps volkskundige (ex-libris)  op voorkaft verso - zie ook Neerl. 3
- Ruusbroec-Genootschap  (ex-libris) op voorkaft verso
- Bibliotheek van het Ruusbroec-Genootschap (stempel)  op fol. 1r
taal
Nederlands

Neerl. 13 — Materiële en inhoudelijke beschrijvng (Hendrickx 1987) (pdf  - 346 Kb)
Neerl. 13 — Digitale kopie

literatuur
Hendrickx 1987, 76-77

internet
BNM-I: Antwerpen, RG : Neerl. 13

opmerking
Boekblok bijna volledig los in twee helften.
 

 

Neerl. 14 - Johannes Brugman, Sermoenen [planknr. 14]

Neerl. 14 — Algemene beschrijving 

bewaarplaats
Antwerpen, Ruusbroecgenootschap (UAntwerpen)
signatuur
Neerl. 14 (olim 14)
materiaal
papier
folia
[3]  + 112 + [3] folia
band
206 x 115 mm 
auteur(s) met titel(s)
Johannes Brugman († 1471) , franciscaan
- Sermoenen
Dirc van Delf († na 1404), dominicaan
- Tafel van den kersten ghelove, Winterstuc, cap. 56-57 (tussengevoegd, fol. 44v-48r,  48r-52r)
Henricus Suso († 1366), dominicaan
-  Suso's  Leven, cap. 9: Von den Worten Sursum corda (tussengevoegd, fol. 106v-107v)
herkomst
Zuidoost-Limburg (?)
datering
- 1512-1514 (zie opmerking)
- ca. 1525 (Hendrickx 1987) op basis van watermerken
- 1450-1500 (Sherwood-Smith & Stoop 2003)
bezitters
-  reguliere kanunniken van Sint-Augustinus, Korsendonk, Oud-Turnhout ?
-  C.J. Mertens, Grooter Rees (halverwege Kasterlee-Turnhout), 1839 (genoteerd  op de perkamenten stofwikkel)
-  Vayendries (landbouwersfamile), Kasterlee, 1924 (gevonden door  C. Witvrouwen , rector van de franciscanessen te Herentals)
-  Bibliotheek van het Ruusbroec-Genootschap (stempel)  op fol. 1v, 1925 (gekocht van C. Witvrouwen)
taal
Nederlands

Neerl. 14 — Materiële en inhoudelijke beschrijving (Hendrickx 1987) (pdf - 305 Kb)
Neerl. 14 — Materiële en inhoudelijke beschrijving (Sherwood-Smith & Stoop 2003) (pdf - 1,36 Mb)
Neerl. 14 — Digitale kopie

literatuur
Grootens 1948
Hendrickx 1987, 99-100
Poukens 1934-1936
Sherwood & Stoop, dl. 1, 2003, 38-50
Sherwood & Stoop, dl. 3, 2003, 1453
Zieleman 1993, 74, 391 (n. 27)

internet
BNM-I: Antwerpen, RG : Neerl. 14
 
opmerking
Het handschrift was samengebonden met een oude druk: Werc der Apostelen ende Apocalisis, Leiden, Jan Serversz, z.j. (ca. 1512 volgens NK 364). De vinder, C. Witvrouwen,  scheidde de druk van het manuscript en verkocht dit laatste aan het Ruusbroecgenootschap. Groote Rees, waar C.J. Mertens woonde, was sedert 1514 een grensdorp tot waar zich de clausuur van de priorij van Korsendonk uitstrekte.

bijlage
- UItvoerige handgeschreven beschrijving van het manuscript door Willem de Vreese in de periode juni - 8 juli 1925 (kopie BNM) die het met dit doel in bruikleen had ontvangen van J.B. Poukens, op dat ogenblik verblijvende in het jezuïetencollege van Onze-Lieve-Vrouw te Antwerpen.
- Samenvattende beschrijving in machineschrift  van voornoemde beschrijving (noch ondertekend, noch gedateerd), waarschijnlijk gemaakt door Willem de Vreese met verwijzing naar een brief van J.B. Poukens gedateerd 25 mei 1925.
- Briefwisseling:  brief van C. Witvrouwen over de vondst van het handschrift, gedateerd 3 oktober 1924;  brief van W. de Vreese aan J.B. Poukens s.j. gedateerd 8 juli 1925  waarin briefschrijver verzoekt  "bij de terugzending er voor te waken dat mijn bladen niet kunnen gevouwen worden".
- Onderzoek van de watermerken. 

 

Neerl. 15/1 - Roman van Aspremont [fragment]

Neerl. 15/1 — Beschrijving  door Hans Kienhorst

Zuid(oost)-Vlaanderen, waarschijnlijk nog uit de 13e eeuw.

Perkament, gedeelte van een dubbelblad, dat afkomstig is uit een handschrift in twee kolommen. Aan de zijkanten is het bifolium zodanig besnoeid, dat van kolom 1rb en 1va meer dan de helft ontbreekt, terwijl van f. 2 alleen het begin van de verzen van kolom ra evenals minieme resten van kolom vb bewaard zijn gebleven. Bovendien rest ons alleen het bovenste gedeelte van het dubbelblad: van kolom ra zijn slechts achttien verzen overgebleven, van de andere kolommen nog minder. De grootste afmetingen van het bifolium zijn 9,5 x 16,8 cm. In de middenvouw bedraagt de hoogte 8,6 mm. Folium 1 meet op het breedste punt 13 cm.

Het fragment bevat de resten van een tamelijk getrouwe vertaling van La chanson d’Aspremont in de versie die onder andere is overgeleverd in de codex Nottingham, University Library, Muniments Room, Mi.LM.6. De tekst uit dit zogenaamde handschrift van Wollaton Hall werd in 1919-1922 uitgegeven door L. Brandin. Hij omvat in deze editie 11.376 verzen, verdeeld over 533 laisses. De tekst op f. 1 van het fragment correspondeert met de verzen 4908-5030 (laisses 268-272). Tussen f. 1 en 2 heeft nog een bifolium gezeten. In kolom 2ra bevinden wij ons aan het eind van laisse 283 (vs. 5340-5397). Editie van het fragment in 1927 door D.A. Stracke S.J. en in 1998 door H. Kienhorst en H. Mulder.

Het fragment heeft als bindmateriaal dienst gedaan. Het werd door pater Stracke naar eigen zeggen ontdekt tussen ‘een nog al aanzienlijk getal perkamenten en papieren knipsels’, die hem in januari 1925 bij een bezoek aan de premonstratenzer Abdij van Averbode ter inzage gegeven. Over de herkomst ervan vernemen wij uit Stracke’s editie dat ze ‘uit oude folianten of boeken los waren gemaakt door vroegere archivarissen’. Met fragmenten van een andere Middelnederlandse Karelroman (Neerl. fr. 2) werd dit fragment eind 1983 aan het Ruusbroecgenootschap overgedragen door het Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven te Antwerpen. Ze waren daar aangetroffen in het dossier-D.A. Stracke (nr. S 922/M), dat waarschijnlijk aan het AMVC was overgemaakt door het Xaveriuscollege S.J. te Borgerhout, waar Stracke sinds zijn emeritaat in 1953 verbleef. De fragmenten waren opgeborgen in overdrukjes van de betreffende tekstuitgaven.

Codex
Oorspronkelijke bladgrootte van het handschrift naar schatting 27 x 19 cm.
2 kolommen. Lijngaatjes in de bovenmarge van het fragment. Aflijning en liniëring met loodstift: een driedubbele lijn voor de kapitaalkolom, een enkele lijn voor de verticale lijn rechts van de kolommen. Schriftspiegel oorspronkelijk ongeveer 135 mm breed, binnenmarge ca. 25 mm; bovenmarge op het hoogste punt 18 mm; UR 4,4 mm.
De kopiist schrijft een vrij kleine littera textualis.
In kolom 2ra is een gedeelte van een versierde initiaal A bewaard. De letter lijkt te zijn uitgevoerd in groen, maar de verf is zeer verbleekt. Links van de initiaal is nog een representant te zien, in dezelfde kleur inkt als voor de tekst gebruikt is. Van een tweede initiaal, in kolom 1ra, is alleen de plantvormige uitloper overgebleven. Voor de versiering van de initiaal is bladgoud gebruikt. Verdere rubricering ontbreekt.
Uit de naaigaatjes in de middenvouw kan worden afgeleid dat het handschrift (in de middeleeuwen) een keer herbonden geweest.

Literatuur
Besamusca 1983, 139-140 
Kienhorst 1988, dl. 1, 235-236, nrs. H128/H128A); dl. 2, 160, afb. 160
Kienhorst 1994g
Kienhorst & Mulder 1993, 69-70, nr. 3
Kienhorst & Mulder 1998  (editie)
Klein 1995, 14
Stracke 1925 (editie)

Neerl. 15/1 — Afb. a (jpg - 211 Kb)
Neerl. 15/1 — Afb. b (jpg - 245 Kb)

© Kienhorst 2010, hs. Neerl. fr. 1
     (geplaatst door F. Hendrickx)

internet
BNM-I: Antwerpen, RG : Neerl. 15/1
Flandrica.be (+ digitale kopie)

bijlage
Dossier inhoudende:
- 4 foto's.
- 2 notities over het dossier D.A. Stracke s.j. in het Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven (AMVC, heden Letterenhuis) te Antwerpen, waarin dit fragment zich bevond (A. Ampe s.j. en Johan Vanhecke, in het AMVC verbonden aan het Frans van Cauwelaert-archief).
- brief met informatie over de overdracht van twee perkamenten fragmenten van Frankische ridderromans (= Neerl. 15/1 en Neerl. 15/2) uit het Stracke-dossier aan het Ruusbroecgenootschap.



 

Neerl. 15/2 - Karelroman [fragmenten]

Neerl. 15/2 — Beschrijving door Hans Kienhorst

West-Middelnederlands, late 14e eeuw.

Perkament, 2 aaneen passende stroken die midden uit een dubbelblad gesneden zijn; de bovenste 29,4-29,8, de onderste 29,4-29,6 cm breed; gezamenlijke hoogte 8,5-8,6 cm. Het tweede blad van het bifolium is thans 16,1 cm breed. De stroken tellen samen nog 20 regels per kolom.

De fragmenten zijn gebruikt als oortjes in een boekband, getuige de horizontale vouw met naaigaatjes en de inwerking van de inslagen van de leren band op de buitenranden van f. 2v en 1r van de bovenste en van f. 1v en 2r van de onderste strook.

De stroken werden waarschijnlijk eind 1926 door D.A. Stracke S.J. ontdekt, naar eigen zeggen in een oude band op het Archief van de Abdij Averbode. Ze werden samen met het fragment van de Roman van Aspremont (Neerl. fr. 2) eind 1983 uit het dossier-D.A. Stracke van het AMVC te Antwerpen gelicht, waarin ze in de respectievelijke overdrukjes zaten, en overgedragen aan het Ruusbroecgenootschap.

De fragmenten zijn nog niet geïdentificeerd; dat wil zeggen, er is geen Oudfranse tekst aan te wijzen die als directe bron gefungeerd heeft. Misschien hebben wij te maken met resten van een oorspronkelijk Middelnederlandse ‘Karelroman’. Op f. 1r wordt gewag gemaakt van een brief die gericht is aan koning Lodewijk en aan Wybeert, koning van Andrenaken, met zegels van beyerem, oestrike, brandenborch en andernaken. Stracke wijst in zijn uitgave al op de merkwaardigheid dat degene die de brief hardop voorleest, sinen bril opter nesen heeft. Verder is sprake van de booswicht gwioen van almaengien, van bisschop Tulpijn, de bisschoppen van Keulen, Metz en Trier, en de graven van Artois, Ponthieu en Henegouwen.

Codex
Oorspronkelijke bladgrootte 24 x 16,5-17 cm.
2 kolommen, aantal regels onbekend. Aflijning en liniëring met loodstift; horizontale lijnen waarschijnlijk over de hele breedte van een dubbelblad getrokken. Schriftspiegel 128 cm breed; binnenmarge 9-10 mm, buitenmarge op het breedste punt nog 20 mm; UR 4,4 mm.
Geen rubricering, wel is in kolom 1ra en 2va ruimte opengelaten voor een 2 regels hoge lombarde, met in 1ra, nog vaag zichtbaar, de representant d, die met een zeer fijne pen werd aangebracht.
Sneetjes in de middenvouw wijzen er op, dat het handschrift een echte band gehad heeft.

Literatuur
Besamusca 1983, 139-140
Kienhorst 1988, dl. 1, 237, nrs. H129/H129A; dl. 2, 161, afb. 161 
Kienhorst 1994e
Kienhorst 2010, nr. Hs. Neerl. fr. 2
Kienhorst & Mulder 1993, 69-70, nr. 3
Klein 1995, 16
Stracke 1927 (editie)

Neerl. 15/2 — Afb. a (jpg - 97 Kb)
Neerl. 15/2 — Afb. b (jpg - 180 Kb)

© Kienhorst 2010, hs. Neerl. fr. 2
     (geplaatst door F. Hendrickx)

internet
BNM-I: Antwerpen, RG : Neerl. 15/2

opmerking
In de gedrukte versie van zijn voorstudie heeft H. Kienhorst deze fragmenten getranscribeerd, maar op zijn verzoek (2010) wordt de tekst hier niet medegedeeld wegens een toen geplande editie.
Zie in bijlage van Neerl. 15/1 brief met informatie over de overdracht van twee perkamenten fragmenten van Frankische ridderromans (= Neerl. 15/1 en Neerl. 15/2) uit het Stracke-dossier in het AMVC te Antwerpen aan het Ruusbroecgenootschap.

bijlage
Overdruk van Stracke 1927 (editie).
 

Neerl. 15/3 - Johannes van Ruusbroec, Van den geesteliken tabernakel [fragment]

Neerl. 15/3 — Beschrijving door Hans Kienhorst

Brabant, 2e helft 14e eeuw.

Perkament, 1 dubbelblad, op het breedste punt 24,6 cm.

Evenals de fragmenten van twee Karelromans (Neerl. fr. 1 en 2) vond D.A. Stracke S.J. dit Ruusbroec-fragment op het archief van de Abdij van Averbode. Het zat, naar zijn zeggen, ‘verscholen in een rentenboek der XVIe eeuw, klein in 4o, en had reeds veel geleden door jaren en vochtigheid’. Bij deze beschadigingen voegden zich nog die van het losmaken en het gebruik van een reagens waarmee het fragment door Stracke werd behandeld om de tekst beter leesbaar te maken. Het dubbelblad werd in 1982 gerestaureerd door zuster Lucie M. Gimbrère. Volgens het bijgevoegde restauratierapport is door weken in water geprobeerd het perkament, dat op sommige plaatsen verhard en in elkaar geschrompeld was, soepel te maken. Zo kon het, voor zover mogelijk, worden opgerekt. Om verder scheuren en afbrokkelen van het perkament te voorkomen, werden het recto en verso van f. 1 en aan één kant ook de buitenmarge van f. 2 met zijden mousseline beplakt.
Het fragment bevat op f. 1 een stuk uit kap. 52, en op f. 2 een stuk uit kap. 56 van Ruusbroecs Tabernakel (in de oude editie van D.A. Stracke). Tussen beide bladen moet een bifolium verloren zijn gegaan.

Het fragment lijkt twee keer als bindmateriaal gebruikt te zijn. Hierop wijzen de horizontale vouw, ca. 2,5 cm van de bovenrand en de gaatjes iets onder het midden in de buitenmarge van f. 1, waar een sluiting gezet heeft. In de bovenmarge van f. 1r, met bruine inkt geschreven, het woord Testamenta; in de bovenmarge van f. 2v, ondersteboven, eveneens met bruine inkt, Monasterij Auerbodien(…). In de rechterbovenhoek van f. 1r een notitie van Stracke, in inkt.

Codex
De bladgrootte bedraagt thans 17,2-17,7 x 12,1-12,3 cm.
30 regels per bladzijde. Afmetingen schriftspiegel (f. 2r) 13,8 x 8,2 cm. Lijngaatjes in de buitenmarge.
Littera textualis.
Hoofdletters rood doorstreept.
Zoals blijkt uit de (nauwelijks zichtbare) naaigaatjes in de middenvouw van het katern waaruit het dubbelblad afkomstig is, mogelijk alleen een voorlopige hechting gehad, en was dit handschrift van het Tabernakel nooit van een echte band voorzien.

Literatuur
Kienhorst 1994c
Kienhorst & Kors 1998a, 15-16
Kienhorst & Mulder1993, 70, nr. 4
Mertens 2006, dl. 1, 68-69, 147-148, 170-171, 185 
Stracke 1928a

Neerl. 15/3 — Afb. a (jpg - 295 Kb)
Neerl. 15/3 — Afb. b (jpg - 294 Kb)

© Kienhorst 2010, hs. Neerl. fr. 3
     (geplaatst door F. Hendrickx)

internet
BNM-I: Antwerpen, RG :  Neerl. 15/3
Flandrica.be (+ digitale kopie)

opmerking
Het vermoeden is, in tegenstelling tot Neerl. 15/1 en Neerl. 15/2, dat dit fragment in het Ruusbroecgenootschap is gebleven, wanneer Stracke in 1953 is verhuisd naar het Xaveriuscollege van de jezuïeten in Borgerhout. Dit fragment bevond zich niet in het dossier met de Stracke-fragmenten die na zijn dood in 1970 werden overgemaakt aan het Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven te Antwerpen.

bijlage
Dossier inhoudende:
- Beschrijvig en herkomst van het fragment.
- Twee brieven van zr. Lucie M. Gimbrère (Onze-Lieve-Vrouweabdij Oosterhout) aan A. Ampe s.j., resp. gedateerd 12 oktober en 2 december 1982, met betrekking tot de restauratie van het fragment.
- Rapport van zr. Lucie M. Gimbrère over het restaureren en conserveren van het fragment (december 1982).
- Transcripte van het fragement door D.A. Stracke s.j.
- Overdruk van Stracke 1928a.

Neerl. 16 - Jacob van Maerlant, Spiegel historiael [fragment]

Neerl. 16 — Beschrijving  door Hans Kienhorst

Eerste helft 14e eeuw, mogelijk nog uit het eerste kwart van die eeuw.

Perkament, rechthoekig stuk, genomen uit het onderste gedeelte van een blad, ook aan de linkerkant met enig tekstverlies besnoeid, 5,2-5,5 x 13,3 cm. Het betreffende blad vormde het laatste van een katern.

Het strookje bevat resten van kap. 36 en 38 van het eerste boek van de Eerste Partie. De tekst is in 1993 uitgegeven door H. Kienhorst en H. Mulder.

Gebruikt als platbevestiging in de band van een klein boekje (hoogte ongeveer 13,5 cm). Volgens een notitie van pater Stracke gevonden te Poperinge. Na diens overlijden in 1970 werd het fragment door pater A. Ampe S.J. aangetroffen in Stracke’s papieren, die zich bevonden in de nalatenschap van mw. M.A.C. Dosfel-Tysmans (1890-1985), weduwe van Lodewijk Dosfel; in november 1987 door mw. Lutgart Dosfel (te Dendermonde) afgestaan aan de bibliotheek van het Ruusbroecgenootschap. Het fragment werd gelegd in de zwarte doos met fragmenten die de signatuur Hs. 413 draagt.

Codex
Oorspronkelijke bladgrootte mogelijk 26,5 x 19 cm. Op het fragment is een custode bewaard, in de hand van de kopiist.
2 kolommen, vermoedelijk 50 regels; beginletters van de verzen afstaand.
Littera textualis.
Op het fragment komt een rood paragraafteken voor, links van de laatste regel van de b-kolom op de versozijde, met een representant in de vorm van twee schuine streepjes. Verdere rubricering ontbreekt.

Literatuur
Biemans 1997, dl. 2, 350-351, nrs. Hs. 5 en Hs. 5-1; pl. 5-1, a en b (zie bijlage)
Kienhorst 1994b
Kienhorst & Mulder 1993, 68-69, nr. 2 (editie)

Neerl. 16 — Afb. a (jpg - 157 Kb)
Neerl. 16 — Afb. b (jpg - 174 KB)

© Kienhorst 2010, hs. Neerl. fr. 4
     (geplaatst door F. Hendrickx)

internet 
BNM-I: Antwerpen, RG : Neerl. 16

bijlage
Beschrijving Biemans 1997.

 

Neerl. 17 - Gebedenboek [planknr. 17]

Neerl. 17 — Algemene beschrijving

bewaarplaats
Antwerpen, Ruusbroecgenootschap (UAntwerpen)
signatuur
Neerl. 17 (olim V, 17)
materiaal
papier
folia
245 folia
band
143 x 108 mm
anoniem (genreomschrijving)
Gebedenboek 
herkomst
?
datering
begin 16e eeuw
bezitters
- 19e-20e eesuw: Jahans Sleeris (fol 133r, ondermarge)
- Ruusbroec Genootschap (stempel) op fol. 1v (ondermarge), 141v (ondermarge), en 245v (ondermarge)
taal
Nederlands

Neerl. 17 — Materiële en inhoudelijke beschrijving (Hendrickx 1987, Hendrickx 1994) (pdf - 1,20 Mb)
addenda/corrigenda
- oude signatuur V met inkt op de keerzijde van het voorplat der oude verwijderde band
- oude band verwijderd en vervangen door een nieuwe flexibele perkamenten band (142 x 110 mm) met dito striksluiting en gladde rug ten gevolge van een verzonken binding (zie restauratieverslag in bijlage)

literatuur
Deschamps Jan in: Archief- en bibliotheekwezen in België, 49 (1978),  726-727 (nr.  1739bis)
Hendrickx 1987, 77-82
Hendrickx 1994, 51-52
Stracke 1943a, 134
Stracke 1945a, 239
Stracke 1945b, 248, 252, 254

internet
BNM-I: Antwerpen, RG : Neerl 17

opmerking
In het handschrift is tekst regelmatig met potlood onderlijnd: de inhoud prevaleerde boven de "archeologische waarde" van het  manuscript!

bijlage
Oude verwijderde band in envelop.
Restauratieverslag (Atelier De Zilveren Passer Gent - Guy De Witte - 10.12.1999).
 

Neerl. 18 - Gebedenboek [planknr. 18]

Neerl. 18 — Algemene beschrijving

bewaarplaats
Antwerpen, Ruusbroecgenootschap (UAntwerpen)
signatuur
Neerl. 18 (olim K, Z, 18)
materiaal
papier
folia
100 folia
band
152 x 102 mm 
anoniem (genreomschrijving)
Gebedenboek 
kopiist
"Bid voer dij die dit heeft ghescreuen want sij is arm in doechden gebleuen" (fol. 100v)
herkomst
Delft: clarissen (?)
datering
15e-16e eeuw: na 1475
bezitters
- "Desen boeck hoerdt toe suster mari van bijlaer alias anthonis" (verdwenen aantekening)
- Antwerpen: clarissen (na 1573) (?)
- Ruusbroecgenootschap (stempel) op fol. 1r (ondermarge) en fol. 100v (ondermarge) 
taal
Nederlands

Neerl. 18 — Materiële en inhoudelijke beschrijving (Hendrickx 1987) (pdf - 649 Kb)
addenda/corrigenda
- dekbladen voor- en achterin van perkament met Latijnse tekst (14e eeuw), ongeïdentificeerd
- klampriem-kantsluiting

literatuur
De Troeyer 1970, 268 (nr. 437)
Hendrickx 1987, 82-85

internet
BNM-I: Antwerpen, RG : Neerl. 18

opmerking
Het olim-nr. K wordt vermeld in Ons geestelik erf, 18: 1 (1944), 245.
Het olim-nr. Z in inkt wordt in de bovenmarge van fol. 1r aangetroffen.
De IV folia (schutbladen) die het huidige boekblok zouden moeten vooraf gaan, zijn verdwenen. Zij werden nog beschreven door P. Grootens s.j., die van 1947 tot 1953 bibliothecaris van het Ruusbroecgenootschap was (zie  bijlage). Blijkbaar zijn  ze verloren gegaan bij de restauratie van de band in 1974 (zie bijlage).
In het handschrift is tekst regelmatig met potlood onderlijnd: de inhoud prevaleerde boven de "archeologische waarde" van het  manuscript!
Het handschrift is samen met een oude druk ingebonden: Peeter van Sulpick, Een schriftuerlijck ghebedeboeck gheheeten de christelijcke practijck van bidden, Antwerpen, Jan van Ghelen, 1561.

bijlage
Beschrijving van de IV verdwenen schutbladen.
Twee brieven in verband met de restauratie van de band:  een brief gericht aan Boekbinderij Schrijen met opgeplakt strookje (miniem restauratieverslagje, april 1974), gedateerd 22 april 1986 en een  antwoord van Boekbinderij Schrijen, gedateerd 5 mei 1986.


 

Neerl. 19 - Franciscus Amelry, Zeven geestelijke brieven [planknr. 19]

Neerl. 19 — Algemene beschrijving

bewaarplaats
Antwerpen, Ruusbroecgenootschap (UAntwerpen)
signatuur
Neerl. 19 (olim 19)
materiaal
papier
folia  
[3] + 133 + [3] folia
band
167 x 113 mm 
auteur(s) met titel(s)
Franciscus Almery († ca. 1552), karmeliet
- Geestelijke brieven
herkomst
Ieper, karmelieten
datering
tussen 1551 en 1588
bezitters
- Buekens-van Wonterghen, familie (fol. 127r)
- Gent, jezuïetenresidentie op fol. 6v (etiket verdwenen) 
- Hosten (fol. 2v)
- Noriaens of Moriaens (fol. 2v)
- Vercruyse Jacobus (fol. 130v )
- Waeghenaere Lyvynus (fol. 7r)
- Ruusbroec Genootscahp (stempel) op fol. 121r
taal
West-Vlaams

Neerl. 19 — Materiële en inhoudelijke beschrijving (Hendrickx 1987) (pdf - 311 Kb)
Neerl. 19 — Materiële beschrijving (addenda / corrigenda) (pdf - 380 Kb)
Neerl. 19 — Digitale kopie

literatuur
Hendrickx 1987, 93-94
Moereels 1948, 6-11 (zie bijlage)

internet
BNM-I: Antwerpen, RG : Neerl. 19

bijlage
Beschrijving Moereels 1948.
Restauratieverslag (Atelier De Zilveren Passer Gent - Guy De Witte - 10.12.1999).
Verwijderde oude band in envelop.

opmerking
Prof. Dr. Elisabeth Hense, universitair docent spiritualiteit (Radboud Universiteit Nijmegen, Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen) bereidt met met een collega een transcriptie  van de brieven van Amelry voor om deze later in combinatie met een Duitse vertaling te publiceren. Daarnaast is zij betrokken bij een Engelse vertaling van de brieven, voorzien van annotaties en een inleiding. – Informatie uit een e-mail aan bibliothecaris Erna Van Looveren gedataeerd 3 juli 2014.
 

Neerl. 20 - Legende van de H. Margaretha van Antiochië [fragmenten]

Neerl. 20 — Beschrijving  door Hans Kienhorst

Oostelijke Denderstreek, 2e helft 14d eeuw.

Perkament, twee dubbelbladen, aangeduid met A en B. Van dubbelblad A is onderaan, van dubbelblad B bovenaan een smalle strook afgesneden. B f. 2 heeft de grootste breedte, over het midden gemeten 10,2 cm. Het perkament van fragment B is ernstig aangevreten. Dubbelblad A is aan de onderzijde, zij het minder, beschadigd. Voor de ontcijfering van de tekst is door D.A. Stracke S.J., die de fragmenten in 1938 publiceerde, een reagens gebruikt.

De twee dubbelbladen zaten (bij wijze van cachering) gelijmd tegen de boden en het deksel van een doosje, vermoedelijk een foedraal. De drie opstaande randen hiervan waren bekleed met de stukken van een perkamenten rol met Middelnederlandse spreukstrofen (Neerl. fr. 6). Deze fragmenten en die van de berijmde Margarethalegende waren door J.B. Paquay, deken te Bilzen (ongeveer 10 km ten westen van Maastricht), aan pater Stracke ter hand gesteld.

Folium 1 van dubbelblad A bevat een gedeelte uit het begin van de Margarethalegende: de scène van de gevangenneming van de maagd-martelares. Tussen f. 1 en 2 lijkt één dubbelblad te ontbreken. Dubbelblad A kan de eerste quaternio zijn geweest van een boekje dat alleen deze berijmde legende bevatte. Dubbelblad B (met gedeelten uit de kerkerscène met de draak) is afkomstig uit de volgende, dan tweede quaternio. Tussen B f. 1 en 2 zijn meerdere dubbelbladen verloren gegaan. Het einde van de geschiedenis kan in een derde katern gestaan hebben.

De fragmenten zijn in 1938 door D.A. Stracke en in 2005 door H. Kienhorst uitgegeven. (Kienhorst vermeldt abusievelijk als signatuur hs. Neerl. 431/2.)

Codex
Fragment B f. 1 kan de oorspronkelijke breedte bewaard hebben: 10,3 cm. De oorspronkelijke bladhoogte bedroeg ca. 17 cm.
1 kolom, 30 regels; beginletters van de verzen afstaand. Geen lijngaatjes te zien, wel enkele vage sporen van de aflijning en liniëring: links een driedubbele verticale lijn, rechts een enkele lijn; er is onder de bovenste lijn geschreven. Afmetingen van de schriftspiegel: (A f. 1r) 12<4<2<66>14[ x 8<137>2[ UR 4,5-4,6 mm.
Littera textualis.
De fragmenten tellen in totaal acht initialen in de vorm van 2 regels hoge rode lombarden; verder zeven rode paragraaftekens, waarvoor geen representanten te zien zijn. De beginletters van de verzen zijn majuskels, die met een verticaal rood streepje gehoogd zijn.
De katernen waren vermoedelijk met een registersteek aan een omslag bevestigd. In de middenvouw van de twee dubbelbladen zijn boven- en onderaan twee naaigaatjes te zien. De afstand ertussen bedraagt 1,5, 7,8 en 1,2 cm.

Literatuur
Kienhorst 1994f
Kienhorst 2005, dl. 1, 23, 56, 72, 83-84, 100, 116-117, 165, 173, 200 (afbeelding in detail); dl. 2, 10-20, nr. N2 (editie)
Kienhorst & Mulder 1993,  67-68, nr. 1
Stracke 1938b, 278-287 (editie)

Neerl. 20 — Afb. a (jpg - 322 Kb)
Neerl. 20 — Afb. b (jpg - 351 Kb)
Neerl. 20 — Afb. c  (jpg - 332 Kb)
Neerl. 20 — Afb. d (jpg - 391 Kb)

© Kienhorst 2010, hs. Neerl. fr. 5
     (geplaatst door F. Hendrickx)

internet
BNM-I: Antwerpen, RG : Neerl. 20
Flandrica.be (+ digitale kopie)

opmerking
Deze fragmenten vormden samen met de fragmenten van hs. Neerl. 413/1 een bijna vierkant doosje als een foedraal (jpg - 223 Kb) om iets in op te bergen. Zie de afbeeldingen hierboven en bij hs. Neerl. 413/1.
In Kienhorst 2005 wordt verkeerdelijk verwezen naar de signatuur Neerl. 431/2: hij bedoelde 413/2 omdat het fragment zich oorspronkelijk bevond in een verzameldoos van fragmenten met het planknumer 413; maar intussen werd, ten gevolge van de herschikking van het handschriftenbezit der Ruusbroecbibliotheek, de signatuur Neerl. 413/2  toegekend aan een ander fragment. 

bijlage
Dossier inhoudende:
- Brief met 2 foto's van een fragment van een variante Middelnederlandse Margarethalegende in hs. København, Det Arnamagnæanske Institut  (heden Den Arnamagnæanske Samling), AM  79, 8v°, Fragment II  ε.
- Publicatie met editie vqn dit Margarethaleven in verzen door  K. von Bahder, ‘Kopenhagener Bruchstücke’, in: Germania. Vierteljahresschrift, 31 / N.F. 19 (1886), 289-291 (zie ook: http://de.wikisource.org/w/index.php?title=Datei%3AGermania_31_1886.pdf&page=300).

 

 

Neerl. 21 - Beknopt leven van Jezus [planknr. 152]

Neerl. 21 — Algemene beschrijving 

bewaarplaats
Antwerpen, Ruusbroecgenootschap (UAntwerpen)
signatuur
Neerl. 21 (olim 152)
materiaal
perkament
folia
75 pagina's!
band
102 x 74 mm 
anoniem (genreomschrijving)
Beknopt leven van Jezus (en Maria)
herkomst
Oostelijk Nederland, zusters van het Gemene Leven (?)
datering
na het midden van de 15e eeuw
bezitters
- Frank Lateur (Stijn Streuvels) tot 1938/39
- D.A. Stracke vanaf 1938/39 (Ruusbroecgenootschap Antwerpen)
- Bibliotheek van het Ruusbroec-Genootschap (stempel) op voorste dekblad
taal
Nederlands

Neerl. 21 — Materiële en inhoudelijke beschrijving (Hendrickx 1994)
addenda/corrigeda
- De jaartallen 1635 en 1650 onder de raadselachtige cijfercombinaties, in horizontale en verticale vakje s verdeeld, op fol. 2r hebben geen betrekking op de datering van het manuscript.
- Voor- en achteraan zijn de bladen, zowel in de marges als in de schriftspiegel sterk bevuild: water- of rookschade?

literatuur
Hendrickx 1994, 40-43 (nr. 9)
Stracke 1940 (editie)

internet
BNM-I: Antwerpen, RG : Neerl. 21

 

Neerl. 22 - Gebedenboek [planknr. 22]

Neerl. 22 — Algemene beschrijving 

bewaarplaats
Antwerpen, Ruusbroecgenootschap (UAntwerpen)
signatuur
Neerl. 22 (olim M 6, M 10, 22)
materiaal
papier
folia
[2] + 264 + [3] folia
band
108 x  75 mm
anoniem (genreomshrijving)
Gebeden en oefeningen
herkomst
Oost-Nederland (Limburg?)
datering
einde 15e  - begin 16e eeuw
bezitter
- P. Jos Jansen Pastoor Geisteren (Geysteren in het Land van Kessel, prov. Nederlands-Limburg), vroege 20e-eeuw (perkamemten schutblad recto achterin)
- Ex-libris Rusbroec-Genootschap met vermelding van signatuur M6 (perkamemten schutblad verso achterin)
taal
Nederlands

Neerl. 22 — Materiële en inhoudelijke beschrijving (Hendrickx 1987, Hendrickx 1994) (pdf - 836 Kb)

literatuur
Hendrickx 1987, 85-88
Hendrickx 1994, 50-51 (nr. 11.b)
D.A. Stracke, ‘Een devote week-oefening tot het H. Hart van Jesus’, in: Ons geestelijk erf, 12 (1938), 187-208 (i.h.b. p. 195-208)
Stracke 1943b, 238-210

internet
BNM-I: Antwerpen, RG : Neerl. 22

bijlage
• twee afschriften door Bernard Spaapen s.j.  († 1977) in machineschrift waarvan het tweede een doorslag met carbonpapier is (117 p.).
• detailstudie van enkele gebeden (3 vellen papier):
- fol. 7v-13r Dit is een mynlicke meditacie tot onsen lieven heer jhesum cristum.
- fol. 70v-72r Gebed na de H. Communie.
- fol. 86r-89r Een schoon aflaatgebed tot het hoofd, het aangezicht ... van christus.
- fol. 113v-117r Gebed tot Jezus op het kruis.
- fol. 149r-156r Ander half hondert groeten tot Maria.
- fol. 156v-161av Een schoen gebet tot onser liever vrouwen maria.
- fol. 161av-167v Een schoen gebet tot onser liever vrouwen.
- fol. 168r-215v De honderd artikelen van Suso.
- fol. 224r-230v Litanie van alle heiligen.
- fol. 247r-249v Gebed tot het hart van Augustinus.
- fol. 259r-259v Gebed tot sint Jozef.

 

Neerl. 23 - Gebedenboek [planknr. 23]

Neerl. 23 — Algemene beschrijving 

bewaarplaats
Antwerpen, Ruusbroecgenootschap (UAntwerpen)
signatuur
Neerl. 23 (olim Q, 23)
materiaal
perkament
folia
[1] + 117 folia
afmetingen band
108 x 75 mm
anoniem (genreomshrijving)
Gebeden en oefeningen
herkomst
Brabant
datering
einde 15e eeuw, ca. 1500, ca. 1515
bezitters
- Maria de Argentea, domicella de Nivella († 16.09.1519)
- Berbel vanden Ryvieren, zuster (16e eeuw)
- Eugeen van de Borre s.j. († 1920), Musée du Collège Ste Barbe à Gand
- ex-libris Ruusbroec-Genootschap met vermelding van signatuur Hs. 23
taal
Nederlands

Neerl. 23 — Materiële en inhoudelijke beschrijving (Hendrickx 1987, Hendrickx 1994) (pdf - 986 Kb)

literatuur
Hendrickx 1987, 88-92
Hendrickx 1994, 52-53 (nr. 11.d) 

internet
BNM-I: Antwerpen, RG : Neerl. 23

 

Neerl. 24 - Gebedenboek [planknr. 25]

Neerl. 24 — Algemene beschrijving volgens inventaris Grootens 

(1947-1953)

Olim W (oude signatuur van Stracke op fol. 1r).
Papier, 193 folia, 100 x 70 mm, ca. 1520 (datering Stracke).

Neerl. 24 — Materiële en inhoudelijke beschrijving  (Grootens) (pdf - 936 Kb)

literatuur
Stracke 1943a, 109-110

bijlage
Beschrijving Grootens.



 

Neerl. 25 - Heilige Geestrol [planknr. 461]

Neerl. 25 — Algemene beschrijving volgens inventaris Ampe

(vóór 1975)

Dit es de heleghe gheest rolle van sint pauwels

Olim 27.
Perkament, ca. 1380.

opmerking
Heilige Geestrol van de Sint-Paulusparochie te Antwerpen (?): verschillende rekeningen van afgedragen geld.
Heilige Geesttafel: zie ook Neerl. 154, Neerl. 238, Neerl. 241.

 

Neerl. 26 - Refterlezingen uit een regularissenklooster in het bisdom Kamerijk [planknr. 402]

Neerl. 26  — Algemene beschrijving

Olim 402.
Perkament, 68 bladen (voor- en achterdekblad meegeteld, fol. 2-4 en fol. 66v-67 blank), 158 x 112 mm, bladspiegel 113 x 80 mm, één kolom, 17 regels (fol. 5r-60v), 24 regels op fol. 61r, 18 à 21 regels op f.61v-62r, 17 à 18 regels op fol.  62v-65v; handen zie infra); twee tot drie regels hoge rode en blauwe initialen, één tot twee regels hoge rode en blauwe lombarden, rood aangestreepte hoofdletters, rubrieken, representanten, cadellen, op fol. 62r een groteske (letter I waarvan dak- en voetstreep naar de binnemarge toe met elkaar verbonden zijn in de vorm van een een gezicht met scherpe neus); einde 15e - begin 16eeeuw. Donkerbruine kalfsleren renaissance-rolstempelband op houten platten (achterplat beschadigd); twee verticale friezen, boven en onder gekruist door een horizontale fries, afwisselend versierd met medaillons van hoofden in profiel: mannenhoofden met kromme neus en puntbaard (of zeer schelpe kin?) en met hoofddeksel, en vrouwenhoofden met hoed en vooraan met uitstekend hoofdhaar; tussen de medaillons gestileerde vaas- en bloemmotieven; met roodbruin hagediseenleer gerestaureerde rug ; vier ribben; dubbel leeslint van textiel aan gelost kapitaal; ontbrekende klampsluitingen.

Neerl. 26 — Materiële en inhoudelijke beschrijving (pdf - 611 Kb)

literatuur
Hendrickx 1994, 43-47

internet
BNM-I: Antwerpen, RG : Neerl. 26

bijlage
Taalonderzoek door L. Reypens s.j. (37 kleine fiches in envelop met paarse kader).

Stagerapport

“Lezen is een belangrijke activiteit in het kloosterleven. Tijdens het eten werden bijvoorbeeld stichtelijke teksten voorgelezen. In dit zestiende-eeuwse handschrift, afkomstig uit een klooster van zusters die de Augustijnse regel volgden, is daarvoor een selectie van Latijnse en Nederlandstalige teksten gebundeld. Op de linkerpagina (Die absolutie) zien we een onderdeel van de schuldbelijdenis in het Latijn. Op de rechterpagina staat het bekende kerstverhaal, gaande van de boodschap van de engel Gabriël, Maria’s bezoek aan Elisabeth tot de geboorte van Jezus. Het gaat niet om een letterlijke overname van de Bijbeltekst, maar om een verkorte parafrase ervan”.
Refterboek, ca. 1500. — Universiteit Antwerpen, Ruusbroecgenootschap, hs. Neerl. 26 (olim hs. 402).

Neerl. 26 — Stageverslag Lore Lievens 2014-2015 (met afbeelding) (pdf - 127 Kb)

© Lore Lievens

 

Neerl. 27 - Pelgrim Pullen, Werken [planknr. 27]

Neerl. 27 —Algemene beschrijving

Olim 27.
Papier, 278 folia (fol. 1, 276-278 blank), 153 x 101 mm, bladspiegel ca. 130 x ca. 75 mm, 21 à 24 regels, oude katernsignaturen: A-W (fol. 2r/157r), aij-oij (fol. 165r/268r); één hand  (hybrida), twee regels hoge initialen met zilver gehoogd (eenmaal opengewerkt op fol. 89r), rood aangestreepte hoofdletters, rode titel- en nota-onderstrepingen, opengewerkte rode buitentekstelijke I’s op fol.  84v, 112v en 166v (6 à 7 regels hoog). Oude perkamemten band met omgezette randen; rood geverfde sneden; op recto-zijde van losgemaakt dekblad vooraan een boekbindersnota: “bint desen boeck in witte perkemente spatie (!) met leere snoeren”, waarvan slechts de gaatjes aan de frontkant der platten overblijven.

Neerl. 27 — Materiële en inhoudelijke beschrijving (pdf - 919 Kb)

literatuur
Hendrickx 1994, 87-92

 

Neerl. 28 - Johannes van Ruusbroec, Een spieghel der eeuwigher salicheit [fragmenten]

Neerl. 28 — Beschrijving door Hans Kienhorst

Brabant, 3e kwart 15e eeuw

Perkament, 2 ongelijke helften van een doormidden gesneden blad, dat links besnoeid is; hierdoor is er verlies van de volledige binnenmarge en van wat tekst op beide zijden (begin- of eindletters van woorden). De boven- en ondermarge zijn niet of nauwelijks besnoeid. Afmetingen van het blad thans 28,5-29 x 17,8-18,6 cm.

De twee halve bladen zijn als bindmateriaal gebruikt. Over het midden lopen naast elkaar twee verticale vouwen, vermoedelijk van de rug van een (deel van een) register, met aan weerszijden op vijf plaatsen naaigaatjes; rechts ervan zijn op de versozijde van beide helften nog duidelijk de afdrukken van de splitsels van de vijf bindingen zichtbaar.

De fragmenten werden in de eerste helft van de 20ste eeuw in het Aartsbisschoppelijk Archief te Mechelen ontdekt en geïdentificeerd door Monseigneur Jules de Tramoy. Hij deed zijn ontdekking in het Kapittelarchief Sint-Rombouts-Mechelen Oud (doos 439, nr. 2368). De fragmenten bevonden zich in een map met fragmenten die uit registerbanden gelicht waren. De door plakband samengehouden halve bladen werden in december 1998 geschonken aan het Ruusbroecgenootschap.

De bewaard gebleven tekst wijst op een slaafse kopie van Ruusbroecs Spiegel der ewiger salicheit, zoals overgeleverd in het Groenendaalse handschrift. Editie door H. Kienhorst en M. Kors in datzelfde jaar.

Codex
Het handschrift bevatte mogelijk een compleet afschrift in één band van de traktaten van Jan van Ruusbroec uit het tweedelige Groenendaalse handschrift. De omvang van de codex was dan ongeveer 310 folia. Gezien dit grote aantal bladen, zal het zijn gegaan om een codex die uit gemengde katernen, waarschijnlijk quinionen, was samengesteld. Het bewaard gebleven blad zou dan het voorste blad van het buitenste (perkamenten) bifolium van katern 28 geweest zijn.

Foliëring in Romeinse cijfers, met rode inkt door de kopiist aangebracht. Midden bovenaan op de rectozijde van het bewaard gebleven blad, tussen de twee binnenste verticale lijnen, het folionummer cclxxxi. Rechtsonder op de rectozijde is nog zeer vaag het restant van een vermoedelijke signatuur zichtbaar.
2 kolommen, 40 regels per kolom. Ter afbakening van de kolommen zijn in de boven- en ondermarge in totaal 4 gaatjes geprikt. In de buitenmarge zijn nog de gaatjes aanwezig die geprikt werden voor de horizontale lijnen, die in de buitenmarge doorlopen. De schriftspiegel is 214 mm hoog; de breedte bedraagt, van links naar rechts, op de rectozijde gemeten: 70<14<68>35 mm.
Littera hybrida.
De majuskels zijn met rood doorstreept en in kolom 281ra is met rood een paragraaftekenen daarvoor opengelaten plaats gezet.
Misschien was het handschrift eigendom van het regularissenklooster Bethanië te Mechelen. Misschien was het eigendom van Jacoba van Loon-Heinsberg, die van 1455 tot haar dood in 1466 in dit klooster verbleef. In haar nalatenschap is onder andere sprake van een gebonden boek met werken van Ruusbroec. Indien het in Mechelen werd versneden ten behoeve van bindmateriaal voor het kapittelarchief, kan het in de roerige tweede helft van de 16de eeuw uit dit vrouwenklooster vervreemd geraakt of verkocht zijn.

Literatuur
De Baere 1998
Kienhorst & Kors 1998b

© Kienhorst 2010, hs. Neerl.  fr. 6
     (geplaatst door F. Hendrickx)

Neerl. 28  — Digitale kopie

internet
BNM-I: Antwerpen, RG : Neerl. 28

bijlage
- Foto 281r-v op ware grootte.
- Foto 281r verkleind: 180 x 120 mm.
- Foto 281r-v verkleind: 90 x 64 mm.
- Briefwisseling tussen Edward Goffinet, vicaris-generaal van het Aartsbisdom Mechelen-Brussel i.s.m. Aloïs Jans, diocesaan hoofdarchivaris, en prof. dr. Guido de Baere s.j., lid van het Ruusbroecgenootschap, in verband met de overdracht van het Ruusbroecfragment uit het aartsbisschoppelijk archief naar de bibliotheek van het Ruusbroecgenootschap: drie stuks gedateerd 10.11.1998, 07.12.1998 en 08.12.1998.

Stagerapport

“Samen met Hadewijch is Jan van Ruusbroec (1293-1381), naar wie het Ruusbroecgenootschap is vernoemd, de grootste mystieke auteur uit de Nederlanden. Als lid van een gemeenschap van reguliere kanunniken in Groenendaal (Brussel), schreef hij verschillende werken die behoren tot de geestelijke letterkunde. Het streven naar de zo volmaakt mogelijke vereniging van de ziel met God is zijn belangrijkste thema. Ruusbroec was tijdens zijn leven, tot zelfs buiten de grenzen van de Lage Landen, erg populair. De teksten van Ruusbroec die de tand des tijds doorstonden, deden dat vaak niet ongehavend. Handschriften werden in latere eeuwen immers vaak versneden zodat de rug van nieuwe boeken met oud perkament verstevigd kon worden. Sporen van dat ‘tweede leven’ zijn de verticale vouwen en de naaigaten in deze fragmenten. De vondst van deze fragmenten toont aan dat Ruusbroecs teksten nog tot ver in de 15e eeuw gelezen werden”. 
Fragment uit Jan van Ruusbroec, Spiegel der ewiger salicheit, 2e helft 15e eeuw.  — Universiteit Antwerpen, Ruusbroecgenootschap, hs. Neerl. 28.

Neerl. 28 — Stageverslag Lore Lievens 2014-2015  (met afbeelding) (pdf - 213 Kb)

© Lore Lievens

Neerl. 29 - Mariale teksten [planknr. 29]

Neerl. 29 — Algemene beschrijving volgens inventaris Grootens

(1947-1953)

Het groot vermoogen van de H. Maegd en Moeder Gods Maria bij Jesus haeren gebenedijden Zoon

Olim 29.
Papier, 103 fol., 313 x 195 mm, 18-19e eeuw.

Neerl. 29 — Materiële en inhoudelijke beschrijving (Grootens) (pdf - 244 Kb)

opmerking
Bij ingebonden: Het eerste capittel van de Openbaringhe der Heylighe Moeder Godts (52 p.) uit een druk van Franciscus Costerus s.j.  (s.l. s.d.).

Neerl. 30 - Bonaventura, Soliloquium (vanden vier oefeninghen) [fragment]

Neerl. 30 — Beschrijving door Hans Kienhorst

15e eeuw.

Perkament, 1 dubbelblad, hoogte 14 cm, breedte 21 cm. De bladen zijn met potlood modern genummers: f. 1r, 1v, 4r en 4v.

Het fragment zat in een envelopje waarop staat geschreven: ‘Fragment uit “Die Vier Oeffeningen” (ps.-Bonaventura)’. Het boec vanden vier oefeninghen (Antwerpen, 1496) is het alom bekende Soliloquium dat later nog eens, en dan wat vrijer vertaald, verschenen is onder de titel Het Boecxken vander vier inwendighe oefeningen der zielen.

Volgens de in de envelop toegevoegde notitie blijkt uit vergelijking met de tekst van Düsseldorf, Universitäts- und Landesbibliothek, Ms. C 93, dat tussen het voorste en achterste blad twee bladen ontbreken. Dat maakt het fragment het op-een-na-binnenste bifolium van een katern.

Geen sporen van hergebruik als bindmateriaal.

Codex
Bladgrootte 14 x 10,5 cm.
2 kolommen, 19 regels per kolom. In de bovenmarge en tegen de onderrand zijn nog de vier gaatjes te zien voor de verticale kolomlijnen. In de buitenmarges werden alleen gaatjes geprikt voor de bovenste en onderste lijn van het schrijfkader; ze zijn tot de randen en over de middenvouw doorgetrokken. De aflijning lijkt met inkt te zijn aangebracht.
Littera textualis.
Op de eerste regel van kolom 1va is met rood de titel Vander pinen der hellen geschreven, waarna de tekst begint met een in geel uitgevoerde initiaal T, twee regels hoog, op een rood/paars veld, alles zeer amateuristisch uitgevoerd. Op f. 1r zijn met rood de opschriften Die siele en Die mensce aangebracht; op f. 4r Die siele en Die mensce. Deze rubrieken worden voorafgegaan door een blauw paragraafteken; de tekst die erop volgt, begint met een eenvoudige blauwe lombarde van 1 regel hoog (want midden in de regel). Ook komen op andere plaatsen rode en blauwe paragraaftekens voor. Hoofdletters met rood gehoogd.
In de middenvouw bevinden zich op 2,7-2,8 cm van elkaar vier gaatjes, waar het katern op de bindingen genaaid was.

Neerl. 30 — Afb. a (jpg - 227 Kb)
Neerl. 30 — Afb. b (jpg - 318 Kb)
Neerl. 30 — Afb. c  (jpg - 220 Kb)

© Kienhorst 2010, hs. Neerl. fr. 11
    (geplaatst door F. Hendrickx)

bijlage
Notitie van Albert Ampe s.j.  waarin hij het fragment vergelijkt met hs. Düsseldorf, Landes - und Stadtbibliothek, heden Universitäts- und Landesbibliothek, C 93, fol. 66a-69a op basis van RG-microfilm nr. I.45, heden nr. 0923.
 

Neerl. 31 - Nieuwe Testament, Noord-Nederlandse vertaling, tweede deel [fragmenten]

Neerl. 31 —Beschrijving door Hans Kienhorst

15e eeuw.

Dialectkenmerken: pron. pers. 2de pers. dat. en acc. iu ‘u’, en pron. poss. iuwer ‘uw’ kunnen Hollands zijn. De vorm carker in de 15de eeuw ook in het Zuid-Hollands en Zeeuws; mit ook wel in Holland.

Zes fragmenten (hierna A t/m E), die de resten vormen van drie dubbelbladen uit perkamenten handschrift met een opmaak in twee kolommen.. Ze bevatten gedeelten uit de tweede brief van Paulus aan de Corinthiërs uit de Noord-Nederlandse vertaling van het Nieuwe Testament. De dubbelbladen vormden waarschijnlijk de drie binnenste bifolia van de achtste quaternio (f. 57-64) uit de codex.

Fragment A, een strook midden uit een dubbelblad, vormt het restant van bifolium 58^63. De fragmenten B, C en D vormen het complete dubbelblad 59^62.
De fragmenten E en F vormen de bovenste en onderste helft van bifolium 60^61, met dien verstande, dat van f. 61 rechts een gedeelte ontbreekt.

De binder heeft stroken geknipt van 23,7-24,8 bij ca. 11 cm. Die werden, dubbelgevouwen, als platbevestiging in (tenminste) drie boekbanden gebruikt. Om wat voor boeken het gaat, is niet bekend. Wij hebben alleen de met potlood aangebrachte notities van D.A. Stracke S.J. (1875-1970).

Codex
De oorspronkelijke bladgrootte van het handschrift is te reconstrueren: ongeveer 25 x 15,5-16 cm. Er is een contemporaine foliëring in rode inkt.
2 kolommen per bladzijde en 30 regels per kolom. Aflijning en liniëring met inkt. Lijngaatjes.
Littera hybrida.
In de bovenmarge is door de kopiist met rode inkt de koptitel Ad Corinthios .ij. (d.i. Epistola ad Corinthios secunda) geplaatst, met (op de rectozijde) rechts daarvan, eveneens met rood, de foliëring in Romeinse cijfers.
In kolom 59ra [capittel] vii, in kolom 60vb viii capittel, in kolom 61vb Dat ix capittel, en in kolom 62va dat tiende capittel, geschreven met rode inkt, waarna het hoofdstuk met een afwisselend rode of blauwe lombarde begint, 2 regels hoog, m.u.v. de langszijdig geplaatste J. Overige rubrieken: (58va) wtganc, (59ra, waarschijnlijk ook) wtganc, (59rb) glosa, (60vb) Op sinte Lucas dach, (62ra) Op sinte laurentius dach en (62rb) wtganc. Het begin van de glossen, die in de tekst staan, is aangegeven door twee rode diagonale streepjes of een paragraaftekentje in rode inkt, waarna de tekst van de glosse met rood onderstreept is.
Hoofdletters aan het begin van een zin met rood gehoogd.
Te oordelen naar de dubbele sneetjes in de middenvouw waren de katernen op vijf bindingen genaaid.

Neerl. 31 — Afb. a-b (jpg - 285 Kb)
Neerl. 31 — Afb. b-c (jpg - 253 Kb)
Neerl. 31 — Afd. c-d (jpg - 254 Kb)
Neerl. 31 — Afb. d-e (jpg - 286 Kb)
Neerl. 31 — Afb. f (jpg - 314 Kb)
Neerl. 31 — Afb. g (jpg - 307 Kb)
Neerl. 31 — Afb. h (jpg - 159 Kb)
Neerl. 31 — Afb. i (jpg - 171 Kb)

© Kienhorst 2010, hs. Neerl. fr. 13
    (geplaatst door F. Hendrickx)

bijlage
Envelop van afzender Stroming. Driemaandelijks bibliografisch bulletin aan Leonce Reypens s.j. (†1972) die hierin oorpsronkelijk de stroken heeft bewaard. Op de envelop heeft hij met inkt de inhoud geïdentificeerd en het geschrift gedateerd. Op de stroken zelf werd de inhoud met potlood geïdentificeerd.
 

Neerl. 32 - Constituties van de Gereformeerde Religieuzen Penitenten van de Derde Orde van Sint-Franciscus [planknr. 32]

Neerl. 32 — Algememe beschrijving volgens inventaris Grootens

(1947-1953)

Apostolique constitutien ofte costuymem der ghereformeerde Religieusen penitenten vande derde order S. Francis der vergaederinghe van limbourg
met het ceremoniael der selver overgheset uyt de fransche inde nederlandtsche taele door weerdighe Moeder ende Religieusen penitenten tot ghendt anno 1660 daer bij gevoeght den Reghel van leo paus den thiensten voor de derde order voorseyt. Suster isabella a St. Liven penit[ente]. Den 20 Augustus 1718

Olim 32.
Papier, 79 fol., 200 x 160 mm, 1718.

Neerl. 32 — Materiële en inhoudelijke beschrijving (Grootens) (pdf - 391 Kb)

opmerking
Een veel vermelde naam is Petrus Marchant († Gent, 1661), geestelijk schrijver, religieus hervormer en commissaris-generaal van de Orde der Franciscanen.
 

Neerl. 33 - Ceremoniaal ten gebruike der Zusters Kapucinessen van de Derde Orde [planknr. 33]

Neerl. 33 — Algememe beschrijving volgens inventaris Grootens

(1947-1953)

Olim 33.
Papier, 71 fol., 207 x 165 mm, Ieper (?), 18e eeuw.

inhoud
- Oorder, fatsoen ende maniere van te cleeden ...
- Forme ende maniere vande professie ...
- Order ende maniere vande administratien der H. Sacramenten vande biechte, H. Communie ende H. Olisel ...

Neerl. 33 — Materiële en inhoudelijke beschrijving (Grootens) (pdf - 152 Kb)

opmerking
Op fol. 1r:  D. Wullepie rect[oris] S. Jacobi Yprensis.

 

 

Neerl. 34 - Meditaties en oefeningen [planknr. 34]

Neerl. 34— Algememe beschrijving volgens inventaris Grootens en Ampe

(resp. 1947-1953 en vóór 1975)

Christelijcke meditatien ende geestelijcke oeffeninghen
voor alle de sondaghen van het iaer, en voor de voornaemste feestdaghen van de mysterien van ons geloof, vande Alderheylighste Maghet Maria en van andere heijlighen

Olim 34.
Papier, 160 fol., 209 x 160 mm, 17e eeuw.

Neerl. 34 — Inhoudelijke beschriijving (Grootens) (pdf - 272 Kb)

 

Neerl. 35 - Middelnederlandse prozatekst [fragmenten]

Neerl. 35 — Beschrijving  door Hans Kienhorst

Perkament, 2 vrijwel complete dubbelbladen. Tekst zodanig vervaagd, dat hij met het blote oog niet of nauwelijks nog leesbaar is.

Gebruikt als dekbladen in een boekband. Hierop wijzen de horizontale vouw vlak tegen de bovenrand, de afdrukken van de inslagen van leer op de andere buitenranden.

Codex
2 kolommen. Aflijning met loodstift.
Zeer vluchtige littera cursiva.
Rode lombarden, 2 regels hoog.
Katernen waren genaaid op vier bindingen.

Neerl. 35 — Afb. a (jpg - 285 Kb)
Neerl. 35 — Afb. b (jpg - 333 Kb)
Neerl. 35 — Afb. c (jpg - 346 Kb)
Neerl. 35 — Afb. d (jpg - 353 Kb)

© Kienhorst 2010, hs. Neerl. fr. 14
     (geplaatst door F. Hendrickx)

 

Neerl. 36 - Mystieke dialoog tussen ziel en leraar [planknr. 36]

Neerl. 36 — Algemene beschrijving

bewaarplaats Antwerpen, Ruusbroecgenootschap (UAntwerpen)
signatuur Neerl. 36 (olim hs. Malfliet)
materiaal  papier
folia 109 folia
band 135 x 95 mm
anoniem (genreomschrijving) Middelspraecke tusschen de godtsoeckende siele ende den rustwysenden leeraer (dialoog in twee delen)
herkomst Mechelen
datering vóór of in 1641
bezitters - S.E.T. Bauwens
- Dr. T. Malfliet (huisarts Dworp, † 2007)
taal Brabants

literatuur
Schepers 2012
Schepers 2014

internet
Flandrica.be (+ digitale kopie)

Neerl. 37 - Jhesus collacien [planknr. 37]

Neerl. 37 — Algemene beschrijving

bewaarplaats Antwerpen, Ruusbroecgenootschap (UAntwerpen)
signatuur Neerl. 37 (olim Exeter, Devon Record Office, Temporary Deposit 330 / hs. Allenby)
materiaal papier
folia 232  folia
band  150 x 110 mm
anoniem (genreomschrijving) Jhesus collacien of Lelienstock
herkomst omgeving van Brussel of Mechelen (?): voor een zusterklooster van de Derde Orde van franciscaanse (of karmelitaanse) signatuur
datering eerste dennia van de 17e eeuw
bezitters Mrs. Allenby (vóór 2007)
taal Nederlands

literatuur

Den Hollander & Mertens 2013
Den Hollander & Mertens 2018
Ermens & Van Dijk 2008, dl. 5, 213-217
Mertens & Den Hollander 2017 

internet
Flandrica.be (+ digitale kopie)

opmerking
Het  handschrift werd gekocht door de bibliotheek van de Universiteit van Antwerpen, maar werd in bruikleen gegeven aan het Ruusbroecgenootschap “vanwege het belang van het handschrift voor het onderwijs en het lopende onderzoek, alsmede de relatie met de reeds aanwezige handschriftencollectie van het Ruusbroecgenootschap”.

 

Neerl. 38 - Servatius Smets, Preken [planknr. 38]

Neerl. 38 — Algemene beschrijving

bewaarplaats Antwerpen, Ruusbroecgenootschap (UAntwerpen)
signatuur Neerl. 38
materiaal papier
paginering 852 p.
band 253 x 192 mm
herkomst Mechelen, Klooster Sint-Salvator of Thabor (reguliere kanunniken van Sint-Augustinus)
datering 1640-1641
bezitters - Frans Buelens (Van de Leur), Rossem (Wolverthem)
- Redemptoristenklooster Sint-Magdalena, Jette (Brussel).
taal Nederlands

Neerl. 38 — Materiële beschrijving 

(voorlopig)

Boekblok
Hs. op papier, quarto, 443 bladen (1 + 442); bladspiegel 253 x 192mm; 1 kolom, schriftspiegel ca. 185 x ca. 125mm. Aantal regels variërend van 23 tot 28. De bladen zijn gelinieerd.
 
Collatieformule
In de navolgende collatieformulie geven de superscripte nummers het feitelijke folio-aantal aan; de nummers tussen rechte haken volgen de paginering die in het handschrift is aangebracht. Het handschrift bestaat uit twee codicologische eenheden, aangezien de codex een eerste maal werd afgesloten op 28 juni 1640 (p. 738); het navolgend deel werd afgesloten op 28 juni 1641 ([p. 848]).
I. 1-98(72)[140], 106+1(79)[154], 11-138(113)[201], 146(119)[212], 15-168(135)[241], 17-1810(155)[281], 19-208(171)[313], 2110(181)[332], 22-238(197)[364], 248+1(206)[382], 268(214)[397], 2710(224)[416], 28-468(376)[706], 478+1(385)[738];
II. 48-5110(425)[817], 528(433)[834], 534-1(436)[840], 546(442)[852]

Paginering
De pagina’s zijn genummerd door een contemporaine hand. Daarbij zijn echter veel fouten gemaakt. De navolgende reeks geeft de paginanummers van het laatste blad van de katernen waarin zich een fout voordoet: 47, 77, 140, 201, 241, 332, 397, 416, 463, 670, 686, 721 (katern verwisseld), 706, 757, [840], [852].
De laatste bladen van de codex, verdeeld over twee katernen, zijn niet gepagineerd.

Watermerken
Nog niet onderzocht

Schrift
Vermoedelijk varianten van één hand, van de kopiiste Chatarina de Flouwijn (cf. p. 847). De variatie is verklaarbaar doordat het handschrift gefaseerd tot stand is gekomen (met twee expliciete dateringen na voltooiing van een gedeelte van de tekst).

Decoratie
- Met rood opgehoogde letters, willekeurig gekozen, in bijna elke regel 1 letter, zeer vaak de letter -d.
- Eenvoudige penwerkdecoraties op de openingsbladzijde van enkele preken, verticaal aangebracht naast de ingesprongen alinea met het preekthema. P. 62 een ‘bladdecoratie’ in rood en groen.
- Penwerkdecoratie ter afsluiting van de eerste codicologische eenheid: bloemen in in rood, groen en blauw.
- Lombarden in rode inkt van 2 of 3 regels hoog bij het thema van de preken.

Datering
Colofon met datum op p. 738: ‘28 juni 1640’; colofon met datum en naam van de kopiiste op p. [848]: ‘suster Chatarina de Flouwijn, 28 juni 1641’.

Band Catalogus Veiling Godts (Catalogus librorum rariorum. Collecti ex variis bibliothecis in auctione publica veneunt. Henri Godts, Brussel, 8 oktober 2013., nr. 272):
Eigentijdse band: bruin kalfsleder op houten platten, rug met ribben, platten met blindgestempelde lijnenkaders, rolfileten en een centraal medaillon met voorstelling van de Calvarie, messing beslag van hoeken en sluitingen (1 hoek en beide sluitklampen ontbreken, onderste kapitaal ingescheurd en gelost, centraal medaillon op 2de plat weggesneden, verticale smalle strook leder ibidem ontbreekt, scharnieren gebroken, binnenzijde platten ontbloot...)’.
Maculatuur zichtbaar tussen boekblok en achterplat; bevat een fragment uit Justinianus, Institutionum libri quatuor, meer in het bijzonder uit lib. 2, tit. 6: De usucapiionibus et longi temporis possessionibus.

Geschiedenis
Provenance: Klooster Sint-Salvator of Thabor; cf. MonBelg. viii.2, p. 581-589.
Latere bezitter: Frans Buelens (Van de Leur), Rossem (Wolverthem) (notitie p. [850]).
Stempel: bibliotheca Patrum ss. Redemptoris ad S. Magdalenam; afkomstig uit het Redemptoristenklooster Sint-Magdalena, Jette (Brussel).
Gekocht op de Veiling Henri Godts, Brussel, 8 oktober 2013.

Opmerkingen
In de nota van visitator Alexander Vanderlaen (p. [839]), gedateerd 24 november 1642, wordt Servatius Smets, subprior van het klooster der augustijnen binnen Mechelen en ‘pater [= rector] van het clooster Thabor’, als auteur genoemd: Dese sermoonen gemaect by den eerw. Pater Servatius Smets supprior van het clooster van de Augustijnen binnen Mechelen ende Pater van het clooster van Thabor sullen seer profytelyck gelesen worden van allen die trachten tot de volmaectheyt, gegheven den 24 november 1642. Alexander Vanderlaen, visitator vanden boecken.

Neerl. 38 — Inhoudelijke beschrijving

(voorlopig)

p. 1-261 (f. 1-145): Tien preken over zelfkennis
Rubr.: Eenighe Sermoenen Ghepreckt vande kennisse sijns selfs. Door Onsen Eerwerdighen Pater P.f.s. Smets.
Rubr.: Het eerste sermoen; Thema: Quid est homo quod memor es eius [Ps. 8:5]; Inc.: Beminde dochters in Christo. Demosthenes seyt, ghelyck verhaelt Stobeus…

p. 262-382 (f. 146-206): Twee preken over het religieuze leven, voor de refterlezing
Rubr.: Hier volgen Twee Schooen Sermoonen seer Nootelyck ende nut voor alle Religieuse persoenen, om allen Jaren Ten minsten Eens Inden Rester [sic] Gelesen Te woorden; Thema: Vovete et Reddite Domino Deo vestro [Ps. 75:12]; Inc.: Beminde dochters in Christo Jesu. Al ist saeke dat alle menschen veel…
Rubriek bij subsectie van preek 2 (p. 334): Houwelycke voorwaerde vanden Coninck der Coninghe Jesus Christus met Eene geestelycke maghet; Inc. … By desen openen instrument sy een iegelyck kennelyck dat int iaer ons heeren duysent sesse hondert ende sesendertich den 20 der maendt october, voor my Notaris, ende den ghetuyghen onderschreven gecompareert sijn…

p. 383-634 (f. 214-336): Twaalf preken over het getijdengebed
Rubr.: Eenighe sermoonen op Den goddelycken Dienst Der Ghetyden. Het Eerste sermoen; Thema: Laudate dominum quoniam bonus est psalmus [Ps. 146:1]; Inc.: Beminde, de meesters van het gheestelyck leven geven ons eenighe gemeyne ende generale leeringhe

p. 635-738 (f. 337-385): Vijf preken over het Te Deum
Rubriek: Sommighe Sermoonen op den goddelycken Lofsanghe Te Deum Laudamus.
Opschrift (zwart): Het eerste sermoon; Thema: Te deum laudamus; te dominum confitemur; Inc. Beminde dochters in Christo Iesu, onse moeder de heylighe kercke sinckt desen lofsanck Te deum… Expl. (rubriek): HET EINDE der Sermoonen Op Den Hemelschen lofsanck Te deum laudamus; Colofon: anno 1640 den 28 Juny

p. 739-838 (f. 386-435):  Twee preken over Sint Agnes
Rubr.: Hier beghint een seer schoon sermoon op de feestdach van de h. maghet ende martelaersse Agnes onse E. geminde patronersse. Het eerste poinct…, het tweede poinct; Thema: Thema. Diem festum sacratissime virginis celebremus… [11 jan.]; Inc. (p. 740): Beminde dochters in Christo Jesu, den h. Apostel paulus, schryvende totten Romeynen

[p. 839] (f. 436r): Notitie van de visitator over de auteur van de preken.

[p. 841-848] (f. 437-440): Inhoudsopgave
Rubr.: De Tafel Van Desen Boeck Vande Rennisse [sic] sijns selfs; Colofon (p. [848]): Suster Chatarina De Flouwijn. ANNO 1641 DEN 28 Junii

[p. 849] (f. 441r): Notitie
Notitie in zwart (p. 849): heeft dese sermoonen ghescreven om te leesen ende hare arme siele gedachtich te weesen

literatuur
K. Schepers, ‘De boek- en tekstproductie van Servatius Smets en Catharina de Flouwijn in het klooster Thabor in Mechelen’, in: T. Gaens, Th. Mertens & K. Schepers (red.), Libros sempiternum animarum cibum custodire voluit. Essays voor Frans Hendrickx, Antwerpen, 2017, 361-381, 8 afb. (= Ons geestelijk erf, 88:3-4)

internet
Flandrica. be (+ digitale kopie)

© Kees Schepers

 

Neerl. 39 - Gebedenboek [fragment = planknr. 39]

Neerl. 39 — Algemene beschrijving

Papier, 6 folia, 140 x 110 mm, ca. 1600 (datum twijfelachtig), kartonnen bandje met opschrift  “Fragment Nederlands Gebedenboekje Hs 16° Eeuw”

Inhoud ongeïdentificeerd.

Neerl. 39 — Digitale kopie

opmerking
Aangekocht uit het persoonlijk bezit van Marcus De Schepper (olim KB Brussel) en mogelijk herkomstig van Émile Braekman († 2013), historicus van het Belgisch protestantisme (mondelinge informatie).

Neerl. 40 - Privégebedenboek van een mannelijk lid der Derde Orde van Franciscus [planknr. 40]

Neerl. 40 — Algemene beschrijving

bewaarplaats Antwerpen, Ruusbroecgenootschap (UAntwerpen)
signatuur Neerl. 40
materiaal papier
paginering [21]-780-[26] p.
boekblok 123 x 65 mm
anoniem (genreomschrijving) Gebedenboek voor een ‘in de wereld’ zelfstandig wonend mannelijk lid van de Derde Orde van Franciscus (Bereydinghe tot penitentie, gedachtenissen der roerende feestdagen en heyligen)
herkomst oostelijk Noord-Brabant ?
datering  1644
taal Nederlands

Neerl. 40 — Inhoudelijke beschrijving (hoofdlijnen) (Clemens 2015) (word - 15 Kb)
Neerl. 40 — Inhoudelijke beschrijving (omschrijving) (Clemens 2015)  (word - 17 Kb)
Neerl. 40 — Inhoudelijke beschrijving (tekstherkomsten) (Clemens 2015) (word - 15 Kb)
Neerl. 40 — Notities (Clemens 2015) (pdf - 75 Kb)
Neerl. 40 — Afbeeldingen (specimens) (Clemens 2015) (word - 1,46 Mb)
Neerl. 40 — Digitale kopie

literatuur
Clemens 2016

opmerking
Dit handschrift werd in bruikleen voor onbepaalde tijd neergelegd door de Erven De Haas-Martens (NL-Gemert) bij de bibliotheek van het Ruusbroecgenootschap op 21 januari 2015. De bruikleenovereenkomst en bruikleenvoorwaarden berusten bij de bibliothecaris van het Ruusboecgenootschap. Ook wordt een kopie van deze documenten als bijlage bij de beschrijvng van dit handschrift bewaard.

Neerl. 41 - Jacobus de Voragine, Legenda aurea, Middelnederlandse vertaling [fragmenten]

Neerl. 41 — Beschrijving door Hans Kienhorst

15e eeuw.

Perkament, zeer verschrompeld. De fragmenten bestaan uit een zeer gehavend dubbelblad (f. 53^58), een zeer gehavend blad (f. 101) met een gedeelte van het pendantblad, een zeer beschadigd tweede enkelblad (f. 104), en het restant van een vierde blad plus wat snippers.

Op f. 104r r. 6 begint de legende van de heilige Stephanus (feestdag 26 december). Als we gelijk hebben met onze aanname van de foliëring, dan zou dat betekenen, dat in dit handschrift het winterdeel van de Legenda aurea volgde op het zomerdeel. Op r. 5 eindigt de legende van de christelijke martelares Anastasia (feestdag 25 december). Folium 58 bevat gedeelten uit de legende van de heilige Franciscus (feestdag 4 oktober).

Waarschijnlijk gebruikt als bandbekleding. In de bovenmarge van het voorste blad van het bifolium (f. 53r) en in de binnenmarge van een van de enkelbladen (f. 101r) aantekeningen met inkt.

Codex
Originele bladgrootte moeilijk vast te stellen, maar tenminste 22,5 x 17,5 cm. Foliëring in de bovenmarge, Romeinse cijfers in zwarte inkt: op f. 1 van het bifolium waarschijnlijk liij; op f. 2 lviij; op het incomplete enkelblad ci; op het enkelblad met deel van pendantblad ciiii. Als het zinnetje rechts tegen de onderrand van f. 2v van het bifolium, dat vooraf gegaan wordt door een rood paragraafteken, inderdaad een custode is, telde het betreffende katern maar drie dubbelbladen, oftewel de folia 53-58.
40 regels per bladzijde. Brede marges. Schriftspiegel (tenminste) 15 x 11 cm. Sporen van de aflijning en liniëring met loodstift. Lijngaatjes deels nog zichtbaar.
Littera hybrida.
De legende van de heilige Stephanus begint op f. 104r met een twee regels hoge rode lombarde. De rubriek aan het eind van de eerste regel is niet helemaal goed te lezen: Van sunte steuen… De rode tekstjes op f. 101v zijn niet te ontcijferen. Hoofdletters met rood gehoogd.
Het handschrift had vijf bindingen, te zien aan de gaatjes in de middenvouw van het bewaard gebleven dubbelblad.

Neerl. 41 — Afb. a (jpg - 287 Kb)
Neerl. 41 — Afb. b (jpg - 295 Kb)
Neerl. 41 — Afb. c (jpg - 211 Kb)
Neerl. 41 — Afb. d (jpg - 206 Kb)
Neerl. 41 — Afb. e (jpg - 161 Kb)
Neerl. 41 — Afb. f (jpg - 151 Kb)
Neerl. 41 — Afb. g (jpg - 191 Kb)
Neerl. 41 — Afb. h (jpg - 201 Kb)

© Kienhorst 2010, hs. Neerl. fr. 15
     (geplaatst door F. Hendrickx)

 

Neerl. 42 - Nieuwe Testament, Noord-Nederlandse vertaling, eerste deel (met de vier evangeliën) [fragmenten]

Neerl. 42 — Beschrijving door Hans Kienhorst

15e eeuw.

Perkament, zes strookjes uit hetzelfde blad, waarvan er vijf op elkaar aansluiten. Deze strookjes 1-5 fungeerden als overlijmstroken. Het zesde fragment, met bovenaan de resten van geel naaisel, bestaat uit drie op elkaar geplakte lagen en was gebruikt als kapitaal boven of onderaan tegen de rug van het boekblok. Het langste gedeelte, met de uitstekende stukken die op de platten genaaid waren, heeft een breedte van 5,7 cm; het korte deel in het midden, met het naaisel, is 2,9 cm hoog. Van het middelste van de strookjes 1-5 zijn de uitstekende stukken afgescheurd. De vier bredere overlijmstroken (1-2 en 4-5) zijn 2,4 tot 3,7 cm hoog en 14 cm breed; strookje 3 meet 3 bij 5,9 cm.

De vijf aaneensluitende stroken vormen het grootste deel van een blad, met volledige boven- en buitenmarge, met van kolom recto b en verso a nog 26 volledige regels, terwijl van kolom recto a en verso b nog 20 regels bewaard zijn, waarvan het begin respectievelijk einde ontbreekt. De a-kolom op de rectozijde begint midden in Luc. 11:43: [m]ynnet die eerste stoele | [in die] synaghoghe ende die grue|[tingh]e op die mercte. De b-kolom op de versozijde eindigt met Luc. 12:16: hi besit Doe sprac hi [een ghe]|likenisse tot hem ende.

Kolom verso a eindigt op strookje 5 met Luc. 12:8: soe wie my beliet voer de men|schen dat die sone des mens. Daarop sluiten de vijf regels die bewaard zijn op een van de zijden van strookje 6 direct aan: [mens]chen sal hem belien voer die | enghelen godes … [ver]saket werden Ende soe wie een. Het gaat dus om vijf volgende regels van kolom verso a, waarna nog één regel gevolgd moet hebben, want kolom verso b begint midden in Luc. 12:10 met menschen dat sa[l hem versaket] | werden Mer… Het totale aantal komt daarmee op 32.

Codex
In de bewaard gebleven bovenmarge, verdeeld over de opening, in rood de koptitel [Lu]cas., van de hand van de kopiist, en (op de rectozijde) in de rechter bovenhoek, eveneens met rood, het bladnummer Cxl.
2 kolommen, 32 regels.
Littera hybrida.
Op de strookjes nog een rode lombarde D in kolom recto b, van 2 regels hoog, waarmee hoofdstuk 12 uit het Lucasevangelie begint. Van de rubriek aan het eind van de eerste regel zijn enkel nog wat vage vlekken aanwezig; er lijkt het kapittelnummer XII te staan. Hoofdletters met rood gehoogd.

Neerl. 42 — Afb. a (jpg - 124 Kb)
Neerl. 42 — Afb. b (jpg - 135 Kb)

© Kienhorst 2010, nr. Hs. Neerl. fr. 16
     (geplaatst door F. Hendrickx)

 

Neerl. 43 - Gebedenboek [fragmenten]

Neerl. 43 — Beschrijving door Hans Kienhorst 

Oost-Middelnederlands (misschien Oost-Betuwe).
15de eeuw.

Perkament, drie dubbelbladen die nog als een katern met elkaar verbonden zijn en een enkelblad. De drie dubbelbladen vormen de binnenste bifolia van het katern. Het enkelblad heeft als eerste blad van het vierde bifolium vóór de andere zes bladen gezeten.; de tekst van de zeven bladen sluit direct op elkaar aan.

De fragmenten vertonen geen sporen die wijzen op hergebruik als bindmateriaal.

Bij alle bladen ontbreekt in het midden van de buitenrand een stukje van het perkament. Van het derde en zesde blad van de reeks is onderaan een reepje perkament weggesneden. Het zevende blad is wel ernstig beschadigd, met tekstverlies.

In de fragmenten staat het gedenken van het lijden van Jezus Christus centraal. De tekst begint middenin een reeks gebeden tot de ledematen van Christus.

Codex
De bladgrootte is ca. 12,5 x 9,1 cm.
17 regels per bladzijde. Afmetingen schriftspiegel: ca. 7,9 x 5,4 cm. De verticale en horizontale kaderlijnen zijn nog zichtbaar. Ook zijn er prikgaatjes te vinden, bedoeld voor deze aflijning. Zij bevinden zich in de buiten- en ondermarge: twee voor de horizontale en twee voor de verticale lijnen.
Littera hybrida.
Er zijn drie rubrieken bewaard. De eerste twee luiden: (f. 1r) Totten oren christi en (f. 2v) Totten angesicht christi, waarna de tekst met een twee regels hoge blauwe lombarde begint; de derde rubriek (op f. 4v) luidt: Een suuerlic gebet tot onsen lieuen here ende is guet gelesen, waarna de tekst met een wat grotere, drie regels hoge, opengewerkte blauwe lombarde begint, die met rood penwerk versierd is. Van het betreffende gebed ontbreekt het einde.Hoofdletters met rood opgehoogd, de naam De naam Jesus (Christus) is steeds met rood onderstreept.
De drie bifolia die aan elkaar vastzitten, bevatten nog het naaigaren. Er is genaaid op drie bindingen. De afstand ertussen bedraagt ca. 2,7 cm.

Neerl. 43 — Afb. a (jpg - 327 Kb)
Neerl. 43 — Afb. b (jpg - 244 Kb)
Neerl. 43 — Afb. c (jpg - 231 Kb)
Neerl. 43 — Afb. d (jpg - 226 Kb)
Neerl. 43 — Afb. e (jpg - 341 Kb)
Neerl. 43 — Afb. f (jpg - 383 Kb)
Neerl. 43 — Afb. g (jpg - 366 Kb)
Neerl. 43 — Afb. h (jpg - 336 Kb)
Neerl. 43 — Afb. i (jpg - 205 Kb)

© Kienhorst 2010, Neerl. fr 10
    (geplaatst door F. Hendrickx)

 

Neerl. 44 - Joannes Evangelista, Het Rijck Gods inder sielen [planknr. 44]

Neerl. 44 — Algemene beschrijving volgens inventaris Grootens

(1947-1953)

Het Rijck Godts inder sielen oft binnen U lieden
ontdeckt ende ghetoont door clare redenen, ghemeyne ghelijckenissen,  ende seker teeckenen, leerende aende Godt soeckende siel hoe sy tselfde naer een gheestelijcke doot in haer vinden ghestadelijck besitten ende ghenieten sal volghens de woorden Christi Regnum Dei intra vos est Luc. 17.
Ghemaeckt door den Eerw. P. F. Joannes Evangelista van shertoghen bosch guardiaen ende meester der novitien binnen loven,  ende diffiniteur van de Orden der Capucijnen inde nederlandtsche duijtsche provincie. Tot Loven

Olim 44.
Papier, 17e eeuw.

opmerking
Op de laatse bladzijde verso een approbatio van een andere hand gedateerd 10 april 1628.
Zie ook: Neerl. 56, Neerl. 293, Neerl.  294.

Neerl. 45 - Wetten en rechten der stad en kastelenij van Veurne [planknr. 45]

Neerl. 45 — Algemene beschrijving volgens inventaris Ampe

(vóór 1975)

Wetten, costuymem ende statuten der stede ende catelrije van Veurne

Olim 45.
18e eeuw.

Neerl. 46 - De geheimenissen van het geestelijk leven [planknr. 46]

Neerl. 46 — Algemene beschrijving volgens inventaris Grootens

(1947-1953)

De secreten van het geestelyck leven
geleert door Jesus Christus aen een godtvruchtighe ziele

gedruckt tot Parys door Sebastiaen Piquet op de caje in de victorie

Olim 46.
Papier, 18e eeuw.

inhoud (vervolg)
- 8 conferenties.
- Een losse katern met een preek voor de professie van een novice op het vers Rom. 6:22: “Nunc vero liberati a peccato servi autem facti Deo habetis fructum vestrum in santificationem finem vero vitam aeternam”.

opmerking
Approbatie van de druk, waaraan gerefereerd in de titel, is gedateerd te Parijs 20 december 1647.
 

Neerl. 47 - Godvruchtige oefening bij het bezoek van het Kindje Jezus in de kribbe [plankr. 47]

Neerl. 47 — Algemene beschrijving volgens inventaris Grootens

(1947-1953)

Godvruchtige oefeninge in het geestelyck besoeken van het Kindeken Jesus,
eerst geboren in den stal en aldaer geleydt in eene kribbe in doexkens gewonden synde

Olim 47.
Papier, 19e eeuw, herkomstig van de Oude Abdij van Drongen.
 

Neerl. 48 - Rekeningen en statuten van een zusterklooster [planknr. 48]

Neerl. 48 — Algemene beschrijving volgens inventaris Grootens

(1947-1953)

Rekeningen en statuten van een zusterklooster

Olim 48.
Papier, 1768-1772.

inhoud
- Memorie voor de hemdens voor de nonnen (bijgevoegd los blad).
- Dit is de schult van het kapittel.
- Rekeningen.
- Statuten van de costerse.

opmerking
Meedere bladen zijn uitgescheurd.
Het handschrift draagt een oude signatuur: B 21.

Neerl. 49 - Geschiedenissen te Veurne [planknr. 49]

Neerl. 49 — Algemene beschrijving volgens inventaris Ampe

(vóór 1975)

Geschiedenissen te Veurne

Olim 49.
Papier, 1792.

Neerl. 50 - Jan van Gouda, Sermoenen over de drie geloften van de religieuze staat [planknr. 50]

Neerl. 50 — Algemene beschrijving volgens inventaris Grootens

(1947-1953)

Dit sijn sermoenen gedaen vanden eerw. pater Gouda van de societeyt jesu
om te comen tot de volmaecktheyt van de relgieusen staet aengaende de dry beloften

Olim 50.
Papier, 142 fol., 202 x 159 mm, 17e eeuw.

opmerking
Onderaan blz. 1 leest men:  “Bidt voor mij Sr. Elisabeth Librechts”.

bijlage
Van dit handschrift bestaat een (onvolledig) afschrift dat pater Stracke ca. 1930 heeft laten vervaardigen.

Stagerapport

“Niet alleen de binnenkant  van een boek, maar ook de band kon van versiering worden voorzien. Dit werd bijvoorbeeld gedaan door het aanbrengen van reliëf in het leer. De eenvoudigste versiering zijn enkele of dubelle lijnen (fileten), waarmee eenvoudige patronen konden worden gevormd, zoals rechthoek of ruiten. Een complexere manier is het drukken van stempels in het leer. Het stempelen kan wanneer het leer nat is, dan behoudt het leer zijn oorspronkelijke kleur. Wanneer de stempel wordt verhit, kleurt het leer donkerder. Op de band van dit handschrift is een combinatie van deze types van bandversiering te zien. De twee metalen plaatjes zijn restanten van sloten".
Dit sijn sermoenen gedaen vanden eerw. pater Gouda van de societeyt jesu, 17e eeuw. — Universiteit Antwerpen, Ruusbroecgenootschap, hs. Neerl. 50 (olim 50).

Neerl. 50 — Stageverslag Lore Lievens 2014-2015 (met afbeelding) (pdf - 469 Kb)

© Lore Lievens