Letteren en Wijsbegeerte

Language in Use

In tegenstelling tot de formalistische benaderingen tot taal die nog steeds dominant zijn aan vele universiteiten, wordt het overgrote deel van het taalkundig onderzoek aan de Universiteit Antwerpen gekenmerkt door een focus op taal in gebruik: door de algemene gerichtheid op theoretische modellen die “usage-based” en “bottom-up” zijn (en dus vertrekken van de idee dat talige kennis essentieel wordt opgebouwd via ervaring), en/of door de aandacht voor de analyse van reëel en gesitueerd taalgebruik in specifieke contexten.


Interdisciplinair onderzoek

De benadering geldt voor beide onderzoeksgroepen actief binnen het Departement Taalkunde (CLiPS – Computationele Linguïstiek en Psycholinguïstiek– en GaP – Grammar and Pragmatics) en voor de onderzoeksgroep TricS van het Departement Toegepaste taalkunde.

'Language in Use' maakt van het vakspecifieke onderzoek per definitie ook een interdisciplinair gegeven: het empirisch onderzoek dat wordt uitgevoerd, combineert verschillende (complementaire of geïntegreerde) methodes, waaronder natuurlijke observatie (bv., corpusanalyse), experimenteel onderzoek en computationele modellering. Bovendien maakt het in belangrijke mate gebruik van methoden uit andere wetenschapsgebieden, waaronder experimentele psychologie, etnografie, sociologie, (sociale) geschiedenis en informatica/Artificiële Intelligentie.


Interfacultair onderzoek

Door de implicaties die dit taalkundig onderzoek doorgaans heeft voor (vaak maatschappelijk relevante) kwesties van cognitieve, sociale of culturele aard, nodigt het ook uit tot samenwerking met onderzoekers uit andere departementen en faculteiten: geneeskunde (VAXCOM, FAMPOP), sociale en politieke wetenschappen (RCRC, Media Movements and Politics), communicatiewetenschappen (MIOS en the Antwerp Social Lab), en interculturele thema’s (CeMIS,Urban Studies Institute). Ook met informatica wordt samengewerkt in het kader van het Flanders Artificial Intelligence programma. Met name in verband met gedeelde methodologieën op het vlak van allerlei vormen van tekstanalyse bieden zich nog vele mogelijkheden tot samenwerking met andere disciplines, bv. in het zich snel ontwikkelende veld van de zogenaamde Digital Humanities. Er zijn tenslotte ook belangrijke toepassingen die nog uit dit onderzoek kunnen volgen, waaronder therapeutisch, onderwijskundig en op het vlak van software-ontwikkeling.Voor dat laatste werd recent een universitaire kernfaciliteit opgericht: the Antwerp Text Mining Centre (TEXTUA).



Thema's

Theorievorming in taalkundige praktijk

Dit thema beoogt de ontwikkeling van een coherent kader dat de diverse invalshoeken integreert van waaruit talige kennis en taalgebruik kunnen worden benaderd.

Functioneel-cognitief onderzoek naar grammaticale categorieën en constructies

Het gaat om onderzoek naar grammaticale categorieën en constructies (zoals modaliteit, evidentialiteit/mirativiteit, negatie, tijd en aspect, passief- en focusconstructies) en hun gebruiken in context, op basis van corpusanalyse.

Projecten

Mind-Bending Grammars onderzoekt verandering in grammaticaal gedrag van volwassenen. Variatie en verandering in het gebruik van grammaticale constructies worden getraceerd in individuele Big Data van 50 veelschrijvers in het vroegmoderne Engeland. Elk van de informanten schreef tientallen, soms meer dan 100 werken, over carrières van verschillende decennia.

Het project wil inzicht verwerven in:

  1. de mate van mogelijke grammaticale verandering, en of deze verschilt van generationele verandering;
  2. de rol van het sociale netwerk;
  3. de mate waarin veranderingen in onze cognitie elkaar beïnvloeden.

De studie van talige variatie

Talige variatie in velerlei vormen en in verschillende domeinen wordt bestudeerd: historisch, geografisch (dialecten, pidgins/creooltalen, niet-standaard- en post-koloniale variëteiten), meertaligheid en het ontstaan van nieuwe taalvormen zoals hedendaagse koinè’s, doorgaans als gevolg van technologische ontwikkelingen (bv. chattaal) en maatschappelijke evoluties als globalisering en verstedelijking.

De ontwikkeling van computationele modellen van taalverwerving en –verwerking

Onderzoekers ontwikkelen computationele modellen van taalverwerving en –verwerking, met speciale aandacht voor zelflerende systemen (bijvoorbeeld Memory-Based Learning en Deep Learning: neurale netwerken). Deze modellen worden vervolgens onder meer ingezet voor de extractie van kennis uit teksten (text mining) en het toekennen van gebruikersprofielen aan teksten (stylometrie). Andere modellen simuleren de taalverwerving en verwerking bij mensen (computationele psycholinguïstiek) of modelleren het gedrag van adolescenten in sociale media (computationele sociolinguïstiek).

Projecten

  • VaccinChat is een chatbot die ontwikkeld werd om vragen over COVID-19 vaccins op een gebruiksvriendelijke manier te beantwoorden. Het gebruikt de informatie beschikbaar op info-coronavirus.belaatjevaccineren.be en andere betrouwbare bronnen als kennisbank.
  • Vaccinpraat biedt een kijk op vaccinatiehoudingen op sociale media in België en Nederland. De website zoekt live naar facebookberichten en tweets die over vaccinaties gaan, zoomt in op antivaccinatiehoudingen en analyseert deze berichten.
  • Naar een inclusief crisiscommunicatiebeleid: Strategieën voor meertalige en toegankelijke (digitale) crisiscommunicatie. Dit interdisciplinaire project, afgekort het ICC-project, gesubsidieerd door Sciensano, wil een strategie ontwikkelen voor meer inclusieve (digitale) crisiscommunicatie, die rekening houdt met de sociolinguïstische diversiteit van de Belgische bevolking en informatieongelijkheid bestrijdt. 
  • Interacting minds, interacting bodies: Research infrastructure for psychophysiological sensor technologies and applications. Dit project is gericht op het ontdekken en ontwikkelen van nieuwe toepassingen van geavanceerde psychofysiologische sensortechnologieën (met behulp van computationele en AI-technieken) om mensen met verschillende behoeften te helpen werken, leren en spelen in onze moderne samenleving, waarbij ervoor wordt gezorgd dat deze tracking op zinvolle en verantwoorde wijze wordt toegepast.

Empirische studies van concreet taalgebruik

Het gaat om studies van concreet taalgebruik (discours), o.a. in een aantal interculturele en institutionele contexten (meertalige settings; internationale verslaggeving; taal in medische, academische en gerechtelijke contexten) en onderzoek naar taal en ideologie (bv. taalgebruik in de publieke sfeer). Hierbij hoort de ontwikkeling van een adequate etnografische en pragmatische methodologie.

Toegepast taalkundig onderzoek

Het gaat om taalkundig onderzoek naar academische en andere vormen van professioneel taalgebruik (bv. bij gebruikers van Engels als vreemde taal).

Empirisch onderzoek naar gehoor en taalverwerving

Binnen Language in Use gebeurt er onderzoek naar de eerste taalverwerving in typische en atypische condities.

  • Taalverwerving in een lage socio-ecenomische klasse
  • Taalverwerving, spraakontwikkeling en dysartrische spraak bij dove en slechthorende kinderen met een akoestisch hoorapparaat en een cochleair implantaat
  • Taalontwikkeling van kinderen met hersenstamimplantaten

Het onderzoek beoogt de vergelijking van horende kinderen, kinderen met een gehoorbeperking en (conventionele) hoorapparaten en dove kinderen met 'verworven gehoor' met behulp van cochleaire implantaten.

Er loopt een samenwerking met de Faculteit Geneeskunde.

Projecten