Onderzoeksgroep

Tegen het meedogenloze ego: liefde als basis van moraliteit. 01/11/2019 - 31/10/2023

Abstract

Hoewel een gebod tot naastenliefde een belangrijk aspect is van de meeste eeuwenoude religieuze tradities, lijkt een morele verplichting tot liefde in hedendaagse analytische filosofie niet populair. Gezien recente maatschappelijke problemen zoals polarisatie en haat voor 'de ander' hebben we wellicht behoefte aan zo'n seculiere morele oproep tot liefde, wanneer we een vreedzame en inclusieve maatschappij als einddoel in gedachten hebben. Dit project onderzoekt of het steek houdt te zeggen dat we elkaar moeten liefhebben. Het ontwikkelt een beschrijving van liefde en moraliteit geïnspireerd op de werken van Iris Murdoch, om een claim voor morele liefde te verdedigen - waarmee het de wijdverspreide claim dat liefde buiten het gebied van moraliteit valt verwerpt. Op welke grond kan beargumenteerd worden dat we van iedereen moeten houden? Een ander doel is het verschaffen van een praktische gids: wat zijn onze precieze verantwoordelijkheden in het liefhebben van iedereen? Wat is het verschil met een wijdverspreide verplichting tot respect of empathie? Het project wil antwoorden op 1) maatschappelijke uitdagingen zoals polarisatie, 2) twijfel over de mogelijkheid van morele liefde die bestaat in de hedendaagse analytische filosofie en 3) feministische zorgen die zouden kunnen ontstaan bij een morele verplichting tot liefde. Het project behandelt morele vragen die van belang zijn voor een breed publiek, omdat het liefde op zowel persoonlijk als politiek bespreekt.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Ethiek van de liefde: (hoe) moeten ouders en kinderen van elkaar houden? 01/10/2016 - 30/09/2020

Abstract

Terwijl de meeste moraalfilosofen zich bezighouden met morele problemen die zich stellen in het publieke domein, worden de meeste mensen geconfronteerd met morele vragen in de private sfeer. Veel van deze vragen betreffen de relaties met vrienden, familie, geliefden. Zonder het altijd te beseffen maken mensen voortdurend morele keuzes in hun omgang met de gunsten van hun vrienden, de verwachtingen van hun partners, de noden van hun kinderen, de wensen van hun ouders. Toch denken sommige filosofen dat liefde buiten het morele domein valt en geleid wordt door eigen regels. Volgens hun redenering zouden morele evaluaties van handelingen gesteld uit liefde (of andere uitingen van liefde) ongepast en moraliserend zijn. Dit onderzoeksproject gaat uit van de hypothese dat liefde, inclusief de liefde tussen ouder en kind, wel degelijk moreel geëvalueerd kan worden, en onderzoekt de tegenwerpingen tegen volgende twee stellingen: dat het steek houdt om van iemand te zeggen dat hij een plicht heeft om een bepaald iemand graag te zien, en dat de ene liefde beter kan zijn dan de andere in moreel opzicht. Na een conceptueel onderzoek van de verbanden tussen liefde, morele plicht en morele waarde, worden de resultaten toegepast op het specifieke geval van liefde tussen ouders en kinderen. Kan men van ouders zeggen dat ze niet alleen een morele plicht hebben om voor hun kinderen te zorgen, maar ook van hen te houden? Kunnen ze dat graag zien op een goede of minder goede manier doen, en vallen die kwalitatieve verschillen te vatten in een moreel vocabularium? Mogen ouders redelijkerwijs verwachten dat hun kinderen van hen houden? Het antwoord op deze vragen resulteert in een kleine ethiek van de ouder-en-kind-liefde die niet alleen een leemte in de hedendaagse moraalfilosofie opvult, maar ook een breed publiek zal aanspreken.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject