Woon / werk

Coördinator: Prof. dr. Ann Verhetsel

Onderzoeker:  Drs. Toon Zijlstra
 

Onderzoeksstromen 

Woon / werk 

Lange termijn spoor

Jobs bereikbaar houden  

Korte termijn spoor 

Mobiliteitsmanagement  

Korte termijn spoor 

Mobiliteitsbudget  

Korte termijn spoor 

Poorten en niet-stedelijke gebieden bereikbaar houden door overstappunten  

Jobs bereikbaar houden

Het is in het belang van zowel de publieke als de private sector dat jobs toegankelijk zijn voor medewerkers. Aangezien de arbeidskosten toenemen met afnemende niveaus van toegankelijkheid, is het van groot belang voor het concurrentievermogen van een economie om werkplekken gemakkelijk te bereiken. Hoewel aanleg en onderhoud van infrastructuur nodig is, ligt de focus binnen dit onderzoek vooral op mobiliteitsmanagement en modale keuze.

Doel van dit onderzoek is om meer kennis te verwerven over verschillende mogelijke beleidsinitiatieven, hun logica, hun impact en de effectiviteit. De hoofdfocus ligt op de modale keuze van pendelaars. Vandaar dat het verklaren van de huidige pendel-modal split één van de doelstellingen is. Bijzondere aandacht gaat daarbij naar de rol van de werkplaats omdat heel wat maatregelen in binnen- en buitenland daar initiatieven ontwikkelen (denk bv. aan het Pendelfonds in het Vlaams gewest en aan het platform slim reizen-slim werken in Nederland). De twee andere deelthema’s verwerven inzicht in de beleidsinstrumenten die uitgaan van inter- of comodaliteit, maatregelen die het idee in vraag stellen dat een pendelaar iedere dag en voor de hele rit dezelfde modus kiest. Het idee achter het eerste inter/comodale concept, Park and Ride, is dat een pendelaar, vooraleer zich in de stad te begeven, overschakelt van de personenwagen op openbaar vervoer. Het tweede inter/comodale concept is het mobiliteitsbudget. Daarbij worden financiële (en organisatorische) barrières weggenomen die reizigers dwingen om telkens dezelfde modus te kiezen (met als belangrijkste voorbeeld de bedrijfswagen). Bedoeling van het mobiliteitsbudget is dat voor elke trip(-chain) de meest rationele modus(sen) worden gekozen. Het luik personenmobiliteit in het steunpunt MOBILO zal dus kennis opbouwen over de rol van de werkplaats in het woon-werkverkeer en over maatregelen die pendelaars helpen om niet telkens en voor de hele trip de auto te kiezen.

Het doctoraatsonderzoek is een synthese van de drie voornoemde deelprojecten, nl. mobiliteitsmanagement met focus op werkgevers, mobiliteitsbudget, en poorten en niet-stedelijke gebieden bereikbaar houden door overstappunten:

Mobiliteitsmanagement

In dit thema wordt gekeken naar mobiliteitsmanagementinitiatieven van bedrijven en naar de instrumenten die overheden inzetten om bedrijven aan te moedigen om maatregelen te nemen die het (woon-)werkverkeer van hun werknemers kunnen verduurzamen. Het gaat dus enerzijds om de initiatieven die werkgevers nemen (bv. een fietsvergoeding geven) en anderzijds om het beleid dat deze initiatieven aanmoedigt (bv. Pendelfonds)

Mobiliteitsbudget

Het mobiliteitsbudget houdt in dat een werknemer niet steeds de zelfde modus kiest om zich te verplaatsen omdat hij/zij bv. over een bedrijfswagen beschikt, maar voor elke trip(keten) de meest rationele modus kiest. Dit idee staat steeds meer en meer in de belangstelling (zie bv. het project ‘Mobiliteitsmanagement werkt’ met BBLV, VOKA Halle-Vilvoorde, Mobiel 21), maar er blijken heel wat juridische, financiële, fiscale en gedragsmatige belemmeringen te bestaan.

Deze onderzoekslijn start met het bestuderen van enkele werkgevers die het concept ‘mobiliteitsbudget’ geïmplementeerd hebben (bv. Belgacom; project ‘mobiliteitsbudget werkt’). Op die manier wordt nagegaan wat er zoal onder de noemer ‘mobiliteitsbudget’ kan vallen. Ook wordt nagegaan met welke barrières bedrijven en werknemers geconfronteerd worden bij het toepassen van mobiliteitsbudget.

Poorten en niet-stedelijke gebieden bereikbaar houden door overstappunten

De in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) geselecteerde poorten (havens, luchthavens, HST-station) zijn cruciaal voor de Vlaamse economie, maar zowel de luchthavenregio als de havengebieden zijn moeilijk bereikbaar per openbaar vervoer of fiets. Daarnaast wonen ook heel wat werknemers buiten de stedelijke kernen. Om de personen zo efficiënt mogelijk op hun werk te krijgen, kunnen overstappunten een oplossing bieden. Werknemers kunnen dan naar een park en ride parking rijden en daar overstappen op collectief vervoer. Deze overstapplaatsen moeten echter op de juiste locatie ingeplant worden willen ze succes kennen en ongewenste verplaatsingen niet aanmoedigen.

Gezien de focus van het Steunpunt op werkgerelateerde mobiliteit, zal ook rekening gehouden worden met het onderscheid tussen leisure and werkgerelateerd gebruik.