Opleidingsinfo

Hoe ziet je opleiding eruit?

Doelstellingen

Het doel van de master in de jeugdgezondheidszorg is je, via efficiënt gebruik van verschillende onderwijsvormen, in staat te stellen als preventiearts in de jeugdgezondheidszorg de gezondheid, groei en ontwikkeling van jongeren (0 tot 18 jaar) te helpen bevorderen, bewaken en behouden.
 
Algemene uitgangspunten hierbij zijn:

  • omstandigheden waarin de jongeren leven
  • de collectieve dimensie van gezondheid in de ruime zin van het woord
  • de samenwerking met andere disciplines
  • een wetenschappelijke basis voor het functioneren (evidence-based).

 
Dit veronderstelt in het algemeen van de jeugdarts:

  • een sociale en ethische attitude
  • een preventieve attitude in de ruime zin van het woord
  • een wetenschappelijke attitude en de wil om levenslang te leren.

 
Als jeugdarts heb je inzicht in de welzijnszorg en het onderwijs, en in de preventieve zorg voor jongeren. Daarnaast heb je een duidelijk beeld van de ontwikkelingen op medisch-ethisch, juridisch en deontologisch gebied die verband houden met het collectief-preventief functioneren. Daarnaast heb je ook inzicht in de groei, ontwikkeling en gezondheidstoestand (fysiek, psychisch en sociaal) van kinderen en jongeren. Je kunt samenwerken met anderen en kent de methodieken van management, en bent in staat te overleggen met beleidsinstanties op alle niveaus.

Hoe verlopen de lessen?

De opleiding telt 120 studiepunten, wat in de regel overeenkomt met twee jaar voltijds studeren. Je kan de opleiding ook deeltijds volgen door de studiejaren te spreiden over twee academiejaren. De lessen vinden overdag plaats, op vrijdag en af en toe ook op zaterdag.

Opbouw

Modulair onderwijs

  • één inleiding, overwegend kennisgericht opleidingsonderdeel
  • acht leeftijdsgebonden, geïntegreerde opleidingsonderdelen, met interactieve colleges en vaardigheidstrainingen

Drie onderwijslijnen

  1. een wetenschappelijke lijn, inclusief een wetenschappelijk groepswerk en de individuele masterproef
  2. een vaardigheidslijn, inclusief een stage
  3. een beleids- en communicatielijn

Evaluatie

Medewerking tijdens de les, papers, schriftelijk examen (open boek), mondeling examen op basis van casussen, eindwerk met publieke verdediging.
 
Deze opleiding is een interuniversitaire samenwerking tussen KU Leuven, UGent, Universiteit Antwerpen en VUB. De KU Leuven is de penvoerende instelling. Afgestudeerden ontvangen een gezamenlijk diploma van de verschillende instellingen.

Mag je starten?

Toelatingsvoorwaarden

Rechtstreeks

  • diploma van arts 
  • master in de geneeskunde

Taalvoorwaarden

Voor studenten met een masterdiploma geneeskunde uit een ander land, geldt het minimum taalniveau Nederlands:

  • IUTaaltest niveau C1
  • of CNVT: Profiel Educatief Professioneel

Onderzoek in de opleiding

Masterproef

'Masterproef deel 1'  bestaat uit een reeks van vijf seminaria verspreid over het eerste jaar. In deze seminaria doorloop je samen met andere studenten in groep de verschillende stadia van het wetenschappelijk onderzoek.
 
De volgende leerinhouden en leeractiviteiten komen hierin aan bod:

  • Algemeen overzicht van de verschillende aspecten van wetenschappelijk onderzoek in jeugdgezondheidszorg
  • “Evidence-based medicine” in de praktijk
  • Opzet van een onderzoek:
  • een onderzoeksvraag formuleren,
  • de keuze van study-design, onderzoeksinstrumenten, steekproef,
  • gegevens verzamelen,
  • het opstellen van een analyseplan,
  • de interpretatie van gegevens,
  • het toetsen van eigen onderzoeksresultaten aan literatuurgegevens,
  • de rapportering en bespreking van de meest relevante bevindingen,
  • Leren presenteren in het kader van wetenschappelijk onderzoek

In de 'Masterproef deel 2 en deel 3 (Individuele eindverhandeling) pas je de kennis, attituden en vaardigheden verworven in 'Masterproef deel 1' toe bij het maken van een eindverhandeling. Dit doe je onder individuele begeleiding van een of meerdere promotoren.
 
De student dient:

  • te vertrekken van een duidelijk geformuleerde probleemstelling, eventueel voortbouwend op wat in “Masterproef deel 1” als onderwerp werd gekozen,
  • de algemene en concrete doelstellingen van het onderzoek weer te geven,
  • de onderzoeksvra(a)g(en) op een wetenschappelijke verantwoorde wijze uiteen te zetten,
  • een kritische studie te maken van de wetenschappelijk beschikbare literatuur (en andere informatiebronnen),
  • de benodigde methodologie voldoende te beheersen: voor studieopzet, onderzochte populatie, onderzoek- en analysemethodes (indien een eigen studie wordt opgezet);  of voor een systematisch en methodologisch correct opgezet literatuuronderzoek;  of voor het opstellen van een onderzoeksprotocol
  • een analyse van de resultaten te maken,
  • een discussie te voorzien met verwijzing naar de literatuur,
  • in een besluit weer te geven in welke mate aan de onderzoeksdoelstelling voldaan is en in hoeverre de onderzoeksvragen beantwoord werden, concrete voorstellen te formuleren voor het beleid in het algemeen en voor de jeugdgezondheidszorg in het bijzonder.

Praktijk in de opleiding

Stage

De stage omvat tijdens het eerste jaar een grondige kennismaking met de werkvelden die van toepassing zijn op de jeugdgezondheidszorg (K&G en CLB). Dit is Stage Jeugdgezondheidszorg (“Stage 1”). Studenten die al in de sector werken, kunnen deze stage deels op de eigen werkplaats uitvoeren.
 
De stage in het tweede jaar omvat een kennismaking met zorgverstrekkers en diensten waarmee in het kader van de jeugdgezondheidszorg wordt samengewerkt. Dit is de Netwerkstage (“Stage 2”).

Tijdens intervisiesessies, zowel tijdens het eerste jaar ("Stage 1") als het tweede jaar ("Stage 2") wordt gereflecteerd over de lopende stage en worden casussen van studenten besproken.

Evaluatie

  • Deelname aan vaardigheidstrainingen tijdens de leeftijdsgebonden opleidingsonderdelen
  • Vaardigheidsboekje met vaardigheidsdoelstellingen en persoonlijke leeragenda (eerste jaar) of verslag van de netwerkstage (tweede jaar)
  • De mate waarin de persoonlijke leeragenda werd uitgevoerd
  • Rapportering van casussen
  • Minstens 1 individueel gesprek per student per opleidingsjaar met de stagecoördinator