Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel dient de student over de volgende competenties te beschikken:
actieve beheersing van
- De voordrachten worden normaal gezien in het Engels gegeven omdat externe sprekers meestal geen Nederlands spreken en/of niet iedereen in het publiek vlot het Nederlands speekt. Dus is passieve beheersing van het Engels noodzakelijk.
- Indien de masterstudent niet voldoende vlot het Engels spreekt, dan mag de student zijn/haar voordracht (= criterium voor het cijfer) in het Nederlands geven (hoewel Engels aanbevolen is).
passieve beheersing van
- De voordrachten worden normaal gezien in het Engels gegeven omdat externe sprekers meestal geen Nederlands spreken en/of niet iedereen in het publiek vlot het Nederlands spreekt. Dus is passieve beheersing van het Engels noodzakelijk.
- Indien de masterstudent niet voldoende vlot het Engels spreekt, dan mag de student zijn/haar voordracht (= criterium voor het cijfer) in het Nederlands geven (hoewel Engels aanbevolen is).
notie hebben van de basisbegrippen van
De student mag de voordracht met behulp van de borden en/of het projectie-apparaat geven. Om een projectievoordracht te geven moet men kennis van LaTeX hebben (--> gebruik documentclass{beamer}...)
specifieke aanvangscompetenties voor dit opleidingsonderdeel
Goed begrip van gewone differentiaalvergelijkingen, dynamische systemen en differentiaalmeetkunde (zie bachelor in de wiskunde).