Onderzoeksgroep

Expertise

Onderzoek naar publieke sector en publiek management: bestuurlijke organisatie en hervormingen; organisatie van publieke taken en diensten; organisatieverandering en verandermanagement; netwerkmanagement, samenwerkingsverbanden tussen overheidsorganisaties onderling of met private / non-profit actoren; strategievorming, visievorming; innovatie in de publieke sector, digitalisering, artificiële intelligentie; reputatie en reputatiemanagement, legitimiteit, vertrouwen in de overheid, overheidscommunicatie; coproductie, burgerparticipatie, stakeholderparticipatie, burgerbetrokkenheid.

Hoe verhouden de bureaucratische structuur van organisaties in de publieke sector zich met hun reputatie doorheen de tijd? 01/01/2023 - 31/12/2026

Abstract

De opkomst van sociale media, nepnieuws en een ongekend wantrouwen in de overheid hebben geleid tot een steeds vijandigere omgeving voor veel overheidsorganisaties, waardoor deze worstelen met hun reputatie. In de literatuur heerst de assumptie dat meer bureaucratisch gestructureerde organisaties vatbaarder zijn voor negatieve reputaties. Empirisch bewijs voor deze claim bestaat echter niet, en een groeiende literatuur wijst ook op de positieve effecten van bureaucratische organisatiestructuren. Wanneer we kijken naar de omgekeerde relatie – het effect van negatieve reputaties op het bureaucratisch gehalte van overheidsorganisaties – is er mogelijk nóg meer nood aan onderzoek. Organisatiepsychologen hebben immers aangetoond dat externe dreigingen kunnen leiden tot bureaucratische tendensen. Dit zou betekenen dat negatieve reputaties als "self-fulfilling prophecy" het bureaucratisch gehalte van overheidsorganisaties bepalen. Het onderzoeken van deze claim heeft belangrijke maatschappelijke implicaties door bij te dragen aan onze kennis over hoe de overheid zich moet organiseren in het hedendaagse klimaat van negativiteit en wantrouwen. Dit project steunt op een multi-methode onderzoeksstrategie en heeft drie doelstellingen: het onderzoeken van (1) het causale effect van bureaucratische structuren op reputatie; (2) het causale effect van negatieve reputaties op bureaucratische structuren; en (3) de onderliggende causale mechanismen die deze effecten drijven.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

'Repetitive Reform Injury' in de publieke sector. Kan leiderschapsgedrag het schadelijke effect van herhaaldelijke hervormingen verminderen? 01/10/2020 - 30/09/2024

Abstract

Als reactie op de hectische en complexe samenleving van vandaag zijn in de OESO-landen veel hervormingen doorgevoerd om de publieke sector te moderniseren. Deze hervormingsdrang heeft ertoe geleid dat veel publieke organisaties betrokken zijn bij vrijwel eindeloze cycli van hervormingen. Recente bevindingen geven aan dat de dubbelzinnigheid en onzekerheid die intense hervormingen teweegbrengen, de werkstress van werknemers drastisch verhogen. Structurele hervormingen kunnen daarom paradoxaal genoeg juist de prestaties en het aanpassingsvermogen ondermijnen van publieke sector organisaties, een proces dat is aangeduid als 'repetitive reform injury'. De vraag wordt dan: hoe kan de overheid deze continue stroom van hervormingen implementeren zonder deze negatieve neveneffecten? Gezien de blijvende belangstelling voor en noodzaak van het hervormen van openbare organisaties, is het van cruciaal belang om te begrijpen hoe deze negatieve neveneffecten kunnen worden vermeden. Dit project beantwoordt deze vraag door de invloed van leiderschapsgedrag (transformationeel, transactionele en laissez-faire leiderschap) op de werkstress van werknemers in situaties van variërende hervormingsintensiteit te testen. Het project draagt niet alleen theoretisch bij tot de literatuur, maar beantwoordt ook aan recente oproepen voor de toepassing van meer innovatieve en rigoureuze methoden.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Constructief conflict in grote infrastructuurprojecten: Het transcriberen van rijke interview data van de Toekomstverbond-Oosterweel evaluatiestudie. 01/04/2020 - 31/03/2021

Abstract

Stadsplanning wordt gekenmerkt door conflict tussen burgers en beleidsmakers over hoe een stedelijke omgeving best wordt ingericht. Conflict wordt vaak gepercipieerd als iets negatiefs dat dient vermeden te worden door professioneel en effectief procesmanagement. Recente studies tonen echter aan dat conflictvermijding vaak tevergeefs is en tot tegenstrijdige effecten leidt. Conflict uitsluiten is niet enkel moeilijk vanuit praktisch oogpunt, maar ook onwenselijk vanuit normatief perspectief. Hoewel conflict ontegensprekelijk potentieel destructieve eigenschappen heeft (vb. creëren van wantrouwen), kan het ook constructief worden ingezet om creativiteit, engagement en transparantie te vergroten. Er zijn tal van (studies van) praktijkvoorbeelden waarin conflict destructief werkt. Er is echter grote nood aan een beter begrip van hoe conflict constructief kan worden ingezet. Deze financiering zou de aanvrager toelaten om recente interviews te laten transcriberen van een evaluatiestudie van het Toekomstverbond. Het Toekomstverbond betreft de de-escalatie van het Oosterweel conflict in Antwerpen, een case waarvan de periode van conflict reeds goed in kaart is gebracht binnen onze onderzoeksgroep Politics & Public Governance (PPG). De transcripten zouden toelaten om de de-escalatie van Oosterweel op academisch verantwoorde wijze te analyseren, wat een grote meerwaarde zou betekenen voor de literatuur rond conflictmanagement in stadsplanning (incl. de rol die instituties, leiderschap, communicatie e.d. spelen). Daarnaast zou een belangrijke academische en praktische meerwaarde erin bestaan dat inzicht wordt verworven in hoe conflict kan gemanaged worden zonder evenwel de voordelen van constructief conflict te verliezen. De volgende onderzoeksvragen worden geformuleerd: (1) Hoe kunnen we de rol van constructief conflict in het Toekomstverbond (de-escalatie van Oosterweel) begrijpen, en wat kunne we hieruit leren? (2) Welke rol speelde het institutioneel design van het Toekomstverbond (met onder meer participatie in zogenaamde Werkbanken) in het effectief omgaan met conflict? In het beantwoorden van deze vragen zal de aanvrager een grote bijdrage leveren aan de literatuur en praktijk van conflictmanagement door de mechanismen onder de loep te nemen die maken dat conflict constructief wordt ingezet. De financiering zal worden ingezet door jobstudenten aan te werven die 64 uur aan interviewmateriaal (39 face-to-face gesprekken en 5 focusgroepen) transcriberen van een eerdere evaluatiestudie. De aanvrager heeft toestemming van de betrokken autoriteiten om de gegevens voor academische doeleinden te gebruiken. De resulterende dataset zal rijke data opleveren die kan worden ingezet voor theoretische ontwikkeling en tot academische output zal leiden. Zeer concreet heeft de aanvrager reeds een slot bemachtigd voor een special issue in een hoogstaand internationaal tijdschrift binnen Bestuurskunde ('Public Management Review'), dat sterk zou steunen op de data en analyses die uit deze financiering zouden voortvloeien. Daarnaast zou de financiering ook een springplank zijn voor toekomstige financiering om verder op dit topic te werken. De aanvrager heeft een uitstekend track record betreffende het binnenhalen van externe financiering, en zou hiervoor samenwerken met dr. Eva Wolf (Universiteit Tilburg; internationaal erkend voor haar expertise in conflictmanagement.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Reputatie en Structurele Hervormingen van Publieke Organisaties: Een Verklarende studie van Dynamieken doorheen de tijd. 01/11/2019 - 31/10/2022

Abstract

Dit project focust op de wederzijdse relatie tussen de reputatie van overheidsorganisaties en de structurele hervormingen die ze ervaren. Overheidsorganisaties voeren belangrijke taken uit. Wanneer de prestatie van overheidsorganisaties in vraag wordt gesteld, staan politici en ambtenaren vaak onder druk om structurele hervormingen door te voeren (bv. door taken weg te nemen van deze organisaties of hun diensten te reorganiseren). Hervormingen hebben dan ook symbolische waarde, als signaal dat percepties rond problemen met overheidsorganisaties erkend en aangepakt worden. Nochtans is de relatie tussen percepties over prestaties van overheidsorganisaties (of: hun reputatie) en de structurele hervormingen van deze organisaties nog niet onderzocht op een groot aantal cases. Evenmin kennen we het effect van hervormingen op de toekomstige reputaties van deze organisaties. Dit project gaat in op deze lacunes. De dynamische relaties tussen de reputatie van organisaties en hun hervormingen worden onderzocht op een diverse set van 60 Vlaamse overheidsorganisaties. Bijzondere aandacht gaat naar de modererende rol van diverse vormen van reputatiemanagement, alsook van organisatie- en contextfactoren. Recente ontwikkelingen in geautomatiseerde tekstanalyse worden toegepast om data te verzamelen over verschillende facetten van de reputaties en het reputatiemanagement van organisaties. Geavanceerde statistische modellen laten toe om bovengenoemde relaties te analyseren doorheen de tijd.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Naar een omvattende database voor de verklaring van administratieve ontwikkelingen in de Europese Unie. 01/04/2017 - 31/03/2018

Abstract

Door de jaren heen heeft de Europese Unie (EU) zich vanuit haar bescheiden oorsprong als de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) ontwikkeld tot een volwaardige supranationale rechtsorde. Het ambtelijk apparaat van de EU heeft zich eveneens ontwikkeld tot een multidimensionale set van overheidsorganisaties, variërend van de Commissie en haar Directoraten-Generaal (DG's) tot een scala van onafhankelijke instituties en agentschappen. Zelfs in het laatste decennium, een periode waarin menig publieke organisatie op het nationale niveau geconfronteerd werd met besparingen of zelfs met afschaffing, lijkt het Europese bestuur alleen maar gegroeid te zijn om met een veelvoud van beleidsproblemen om te kunnen gaan. Het lijkt er daarom op dat de processen die leiden tot stichting of hervorming van publieke organisaties op een fundamenteel verschillende manier opereren op het Europese niveau dan we zouden verwachten op het nationale niveau. Gezien het recente politieke en maatschappelijke klimaat ten opzichte van Europese integratie is het van groot belang om ons begrip van de processen die leiden tot de stichting, hervorming of afschaffing van organisaties op het EU-niveau te vergroten. Het is dan ook verassend dat studies tot nog toe de ontwikkeling van de Europese bureaucratie slechts op een gefragmenteerde en beperkte wijze hebben onderzocht. Door het creëren van een database die de structurele hervormingen voor Europese uitvoerende overheidsorganisaties vastlegt, en door deze te combineren met andere (reeds beschikbare) data, willen wij zowel de factoren die de creatie van nieuwe organisaties als de factoren die de kans op hervorming en afschaffing vergroten onderzoeken. Deze database zal op omvattende wijze de ontwikkeling van de Europese bureaucratie vastleggen, en zal de DG's en agentschappen onder de Commissie, de agentschappen opgericht door de Europese Raad buiten de hiërarchie van Commissie, alsmede overige onafhankelijke uitvoerende lichamen zoals de Europese Centrale Bank en de Europese Dienst voor Extern Optreden omvatten. De database zal niet alleen bijdragen aan huidige, persoonsgebonden projecten, maar zal tevens voor substantiële toekomstige projectaanvragen in het kader van FWO en EU-Horizon 2020 gebruikt worden, alsmede voor samenwerking met interne UA partners (zoals onderzoeksgroepen ACIM, 'Government and Law' en het ACTORE consortium) en buitenlandse partners. Het onderhavige onderzoeksvoorstel is gericht op het vergaren van de benodigde financiering om job-studenten in te huren die zullen assisteren bij de dataverzameling voor de database.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Op zoek naar zuinigheid in de overheid in tijden van budgettaire krapte - Effecten van autonomie controle, taak en management op overheadkosten in publieke organisaties: theoretisch-empirisch onderzoek met niet-obtrusieve data en 3 analyse-methodes. 01/10/2012 - 30/09/2016

Abstract

Door de huidige globale financiële crisis kampen overheden met budgettaire schaarste, ook omwille van het beleid van de Europese Unie. Op zoek naar budgettaire besparingen probeert men het kostenbewust en zuinig gedrag van overheidsorganisaties te verbeteren en hun overhead kosten te doen dalen. Voor overheden is het daarom belangrijk de redenen te kennen waarom overhead kosten in bepaalde organisaties relatief hoger liggen dan bij anderen. De taak van de publieke organisatie is uiteraard sterk bepalend voor de mate waarin overhead nodig is, maar ook andere organisatie-externe en –interne factoren hebben een invloed. Bovendien hebben overheden Nieuw Publiek Management hervormingen doorgevoerd om organisaties meer performant, en ook kostenbewuster te maken, ondermeer via verzelfstandiging van publieke taken in autonome en resultaatsgestuurde agentschappen en door het invoeren van een meer 'private sector-georiënteerd' management. Echter, meer en meer overheden blijken sceptisch over de mate waarin deze hervormingen inderdaad voor zuinigere en performantere publieke organisaties hebben gezorgd. Dit project onderzoekt welke factoren de overhead kosten in publieke organisaties verklaren en wat de invloed ter zake is van autonomie, controle, taak en management. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een robuuste dataset van 70 Vlaamse departementen en agentschappen, waarvan de data gebaseerd is op niet-obtrusieve datagaring en het probleem van respondent-gebaseerde 'bias' dus vermeden wordt (in tegenstelling tot veel bestaande studies). Via het ontwikkelen en testen van hypothesen vanuit neo-institutionele economische theoriëen en alternatieve theoretische kaders zal het project voor theoretische verdieping en versterking van de huidige literatuur zorgen. Bovendien is het project methodologisch innovatief door causaliteit te onderzoeken via het toepassen van drie verschillende analysetechnieken op dezelfde data (multi-variate regressie, econometrische schatting van parametrische 'frontiers' en 'Qualitative Comparative Analysis' - technieken).

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject