Dit werkpakket houdt zich bezig met het beoordelen van de milieueffecten van begrafenispraktijken en het identificeren van acties die negatieve effecten kunnen verminderen. Een combinatie van ethische reflectie op groene begrafenissen, overweging van de relatie tussen menselijke lichamen en de natuur, en levenscyclusbeoordeling, zal worden gebruikt om een actieplan te ontwikkelen voor de begrafenisindustrie gebaseerd op waardigheid, veiligheid en duurzaamheid. Begrafenisprocessen zullen worden beoordeeld op hun duurzaamheid voor het milieu (landgebruik, mogelijke schade aan het milieu), rekening houdend met inclusiviteit en geldende wetgeving. De twee onderzoeksdoelstellingen in dit werkpakket zijn (1) het beoordelen en vergelijken van de geïntegreerde milieu-impact van verschillende begrafenistechnieken en het opstellen van een witboek en actieplan voor groenere begrafenissen, en (2) onderzoeken hoe zorgethiek debatten kan openen over de ethische betekenis van begrafeniskeuzes.
Specifieke taken omvatten een levenscyclusanalyse van de milieu-impact van begrafenispraktijken (B.Cycle, UAntwerpen), ethische evaluatie van begrafenispraktijken (Centrum voor Ethiek, UAntwerpen), en integratie van de bevindingen in een white paper en actieplan voor groenere begrafenissen (Raewyn M. Town, UAntwerpen).
Werkpakket 2.1: Beoordeling van de milieueffecten en economische impact van begrafenispraktijken en -diensten
Binnen dit werkpakket maken we gebruik van Life Cycle Assessment (LCA) en Life Cycle Cost Analysis (LCCA) om de milieu- en economische effecten van begrafenispraktijken en -diensten te beoordelen. De toepassing hiervan helpt uitvaartverzorgers en consumenten om beter geïnformeerde beslissingen te nemen, waarbij gestreefd wordt naar een balans tussen ethische verantwoordelijkheid en financiële haalbaarheid.
Levenscyclusanalyse (Life Cycle Assessment of LCA) is een systematische methode voor het evalueren van de milieueffecten van een product of dienst gedurende de gehele levenscyclus. In de context van begrafenisdiensten kan LCA worden gebruikt om de ecologische voetafdruk van verschillende begrafenispraktijken te analyseren, waaronder de gebruikte materialen, transportemissies en het energieverbruik van crematoria of begraafplaatsen. Dit omvat ook nieuwe technieken zoals resomatie en humusatie. Door LCA toe te passen kunnen uitvaartondernemingen mogelijkheden identificeren om hun CO2-voetafdruk te verminderen, het gebruik van milieuvriendelijke materialen en technieken te bevorderen en meer duurzame praktijken toe te passen.
Levenscycluskostenanalyse (Life Cycle Cost Analysis of LCCA) wordt gebruikt om de financiële kant van het duurzaamheidsprobleem te beoordelen. Het maakt de beoordeling mogelijk van de totale kosten gedurende de levenscyclus van een product of dienst, waarbij niet alleen rekening wordt gehouden met de initiële aankoopprijs, maar ook met de bedrijfs-, onderhouds- en verwijderingskosten. LCCA biedt een uitgebreid inzicht in de financiële implicaties van verschillende keuzes op het gebied van begrafenis.
Het gecombineerde gebruik van LCA en LCCA biedt een onderbouwde benadering van de duurzaamheid van de funeraire diensten en biedt inzicht in zowel de milieu- als de economische effecten. Dit maakt een volledig geïnformeerd besluitvormingsproces mogelijk als het gaat om nieuwe technieken en meer conventionele funeraire diensten. Uitvaartondernemingen, aanbieders van funeraire diensten en consumenten kunnen dan keuzes maken die zowel milieuverantwoord als financieel gezond zijn.
De onderzoekers verantwoordelijk voor dit aspect van het project zijn lid van B.Cycle (https://bcycle.be/). B.Cycle is het dienstenplatform van de EMIB onderzoeksgroep en houdt zich bezig met wetenschappelijk onderbouwde duurzaamheidsbeoordelingen van de impacts (ecologisch, economisch, of beide) van producten, processen, of projecten.
Werkpakket 2.2: Een nieuwe kijk op uitvaartethiek: een op zorg gebaseerde benadering van dood en milieu
Het bio-ethische debat over begrafenispraktijken wordt nog steeds gedomineerd door een op autonomie gebaseerd framework dat ervan uitgaat dat ethische besluitvorming vooral een kwestie van individuele keuze is. Een dergelijk framework is echter slecht toegerust om de relationele, sociale, ecologische en affectieve dimensies van stervensbegeleiding voldoende aandacht te geven. Op autonomie gebaseerde modellen hebben de neiging om deze waarden als concurrerend te beschouwen, wat moeilijke afwegingen vereist tussen individuele rechten en collectieve verantwoordelijkheden. Dit kader heeft het moeilijk om voldoende rekening te houden met de relationele en emotionele complexiteit van de dood, vooral in contexten waar rouwende individuen zoeken naar zinvolle manieren om hun dierbaren te eren en tegelijkertijd de bredere sociale en ecologische gevolgen van begrafeniskeuzes in overweging nemen. Het ethische landschap van de uitvaartzorg, vooral in relatie tot de opkomende duurzame begrafenispraktijken, vereist een kader dat verder gaat dan starre principes en beweegt in de richting van een meer geïntegreerd, responsief en inclusief model. Dit onderzoek wil bijdragen aan het uitgaan van deze uitdaging, door te erkennen dat ethische beslissingen over hoe we voor onze doden zorgen in de eerste plaats worden gevormd door persoonlijke en collectieve netwerken van zorg en onderlinge afhankelijkheid.
Zorgethiek biedt zo'n alternatief kader, dat uitgaat van de premisse dat ethisch leven eerder gestructureerd is door onderlinge afhankelijkheid dan door autonomie, waardoor ethische besluitvorming gesitueerd wordt binnen relationele en affectieve contexten. Toegepast op stervenszorg erkent deze benadering dat uitvaartpraktijken ingebed zijn in netwerken van zorg die zich uitstrekken over families, gemeenschappen en niet-menselijke ecosystemen. De filosofische traditie van zorgethiek, ontwikkeld door denkers als Nel Noddings en Joan Tronto, legt de nadruk op verantwoordelijkheid en relationaliteit, waardoor we de spanningen tussen waardigheid, duurzaamheid en volksgezondheid beter kunnen hanteren. María Puig de la Bellacasa breidt dit inzicht uit door te stellen dat zorg meer dan menselijke werelden moet omvatten, waarbij verantwoordelijkheid voor het milieu niet als een externe beperking wordt gezien, maar als een intrinsieke component van ethisch leven. Dit onderzoek daagt de veronderstelling uit dat ethische begrafeniskeuzes gepaard moeten gaan met afwegingen tussen individuele rechten en collectieve verantwoordelijkheden, en laat in plaats daarvan zien dat deze waarden geïntegreerd kunnen worden binnen een bredere zorgethiek die aandacht heeft voor de volledige relationele complexiteit van de dood. Door inzichten uit de moraalfilosofie, bio-ethiek en milieuethiek te integreren, wil dit onderzoek laten zien hoe duurzame begrafenispraktijken kunnen functioneren als een uitbreiding van relationele zorg in plaats van als een afwijking daarvan.