ECOPLAN tools

ECOPLAN streeft ernaar om instrumenten en methoden te ontwikkelen die " Planning for Ecosystem Services " faciliteert. Daarom zijn deze instrumenten en methoden gericht op specifieke behoeften bij de planning en uitvoering van (ruimtelijke) planprocessen te vervullen. De meeste planningsprocessen en projecten doorlopen immers fases van (probleem) analyse, visievorming, planopmaak en uiteindelijk implementatie. Hoewel duidelijke grenzen tussen deze 'fasen' niet bestaan ​​en veel alternatieve benaderingen kunnen worden ontwikkeld, denken we dat dit een flexibele aanpak biedt voor planners en uitvoerders die met ecosysteemdiensten aan de slag willen gaan.

 

Download hier de brochure die een overzicht geeft van de volledige toolbox.

 

ECOPLAN tools in het planningsproces

ANALYSE

De eerste stap in een (ruimtelijk) project is meestal een afbakeningsfase. Dit omvat een brede scoping waarbij de doelstellingen en randvoorwaarden van het project worden vastgesteld. Vaak gebeurt dit op basis van een traditionele knelpuntenanalyse, maar het uitbreiden van een dergelijke scoping met een ecosysteemdiensten analyse biedt mogelijkheden voor een integrale aanpak die ook de sterkten en kansen van een gebied in rekening brengt.

  • Bij gebruik van het ESD-concept in de scoping fase, adviseren wij om te analyseren welke partijen mogelijk worden beinvloed door het plan (in termen van ESD). Dit geldt voor potentiële begunstigden of gebruikers van ESD, maar ook voor grondeigenaren die de (potentiële) levering van ecosysteemdiensten kunnen beïnvloeden. Belangen en mogelijke invloeden van het project kunnen in kaart gebracht worden met behulp van verschillende methoden zoals bvb. ESD -stakeholder - matrices, Interest-Power-matrices, Interest-Power-analysis, the “Business-model-canvas”, “Net-maps” (analysis of social networks) and “Stakeholder-maps”. Het eindprodukt “ESD-stakeholder analyse” bundelt en illustreert de verschillende methoden die gebruikt kunnen worden.
  • In dit stadium van het project is het dan ook nuttig om basisinformatie over de actuele (en potentiële) levering van ecosysteemdiensten te gebruiken. De “Scenario Evaluator” is ontwikkeld om ruimtelijke expliciete scenario's voor bodembedekking, landgebruik en beheer te modelleren en te beoordelen, maar berekent tegelijk ook een gedetailleerde beoordeling van de huidige situatie. Deze informatie biedt een kennisbasis voor een primaire ESD (probleem) analyse. Deze kaarten worden beschikbaar gesteld op een geoportaal/webviewer, waar ze kunnen worden bekeken in combinatie met thematische kaartlagen over bodem, landgebruik, bodembedekking, hydrologie en gegeorefereerde luchtfoto’s. Alle kaarten kan men downloaden na een eenvoudige aanmelding. De website genaamd ECOPLAN-monitor bevat beschrijvingen en richtlijnen voor interpretatie van de respectievelijke ecosysteemdiensten. Technische gegevens (metadata) over de karteringsmethoden kunnen eveneens geraadpleegd worden.  
  • De QuickScan tool is ontwikkeld om resultaten op gebiedsniveau inzichtelijk te maken voor belanghebbenden, planners, etc... De ruimtelijke expliciete informatie (kaartlagen van op het Geoloket) wordt voor een set van aangewezen zones (polygonen) samengevat en uitgedrukt als een totale levering per zone en per oppervlakte eenheid (en dit zowel in biofysische eenheden als in monetaire waarden). De QuickScan tool is toegepast op een serie van veelgebruikte afbakeningen op niveau Vlaanderen (gemeenten, provincies , stroomgebieden, ecoregios etc.). De resultaten voor een geselecteerd gebied (bvb gemeente Ranst) kan gemakkelijk worden vergeleken met een omliggende gemeente die de gebruiker zelf kan selecteren. De QuickScan resultaten vormen een ideale voedingsbodem voor een discussie over vraag en aanbod aan ecosysteemdiensten in een bepaald gebied. Deze informatie kan dus worden gebruikt als input voor (participatieve) visievorming en scenario-ontwikkeling. Voor sommige diensten is ook de potentiële levering onder optimaal beheer mee opgenomen in de QuickScan (bvb infiltratie, waterretentie, denitrificatie).

VISIE VORMING

In de meeste gevallen wordt de analyse fase gevolgd door een (participatieve) visievorming, waarbij verschillende actoren betrokken zijn en onderzocht wordt wat men wil bereiken voor het gebied. Dit wordt vervolgens vertaald in specifieke doelstellingen. Tot nog toe werden er ecosysteemdiensten zelden meegenomen als een expliciete doelstelling. Nochthans liggen er vele kansen om een wervend en inspirerend toekomstbeeld op te maken aan de hand van ecosysteemdiensten. Hierbij dient men natuurlijk inzicht te verkrijgen in wat een bepaald landgebruik of beheer kan opleveren aan ecosysteemdiensten.

  • De ES-trade-off tool is specifiek ontwikkeld om deze 'wat als?' vragen te beantwoorden die tijdens overleg met belanghebbenden naar boven komen drijven. Het is een niet-ruimtelijke tool die het mogelijk maakt om de levering van ecosysteemdiensten te voorspellen voor een bepaalde combinatie van abiotische omstandigheden (bodem, hydrologie), bodembedekking en beheermaatregelen. (landgebruik). De tool biedt ad-hoc-antwoorden op de door de gebruiker geselecteerde combinaties van inputvariabelen. Het laat ook toe om inputvariabelen niet in te vullen (omwille van ontbrekende informatie). Een statistische output is voorzien (voorspelde ESD-levering en kansverdelingen) voor meerdere ESD. Daarom is het in staat om de trade-offs die kunnen voortvloeien uit veranderingen in bodembedekking en landgebruik duidelijk aan te tonen. Het geeft impliciet informatie over de kwaliteit van de voorspellingen wanneer bepaalde variabelen niet gekend zijn. Het is de bedoeling dat deze tool online geraadpleegd kan worden op de website van de ECOPLAN-monitor en/of de website van de Natuurwaardeverkenner.
  • De “Discussie, kennis- en analysetools voor complexe esd-interacties” bieden vergelijkbare informatie, maar op een meer kwalitatieve manier. Uitspraken over de effecten van landgebruik en beheer op de levering van ES werden ingegeven in een relationele database. Deze informatie is afkomstig uit zowel wetenschappelijke en grijze literatuur. In het algemeen is dit soort informatie sterk versnipperd en kwalitatief. In sommige gevallen is er wel kwantitatieve informatie voorhanden voor een specifieke maatregel (planten heggen) in een bepaalde context (studiegebied), maar is extrapolatie voor kwantitatieve modellering niet aangewezen. Hoewel veel van dergelijke maatregelen/interventies dus zeer plaats en contextafhankelijk zijn, kunnen ze wel de levering van ecosysteemdiensten verbeteren. Een dergelijke database kan dan ook inspiratie leveren voor een visie op landschapsontwikkeling.
  • De handleiding voor “Vraag-inventarisatie en integrale waardering van ecosysteemdiensten” beschrijft en illustreert hoe de lokale vraag naar ecosysteemdiensten beoordeeld en meegenomen kan worden. In vergelijking met een typische top-down planning, waarbij bovenlokale ESD doelstellingen zullen primeren, hebben lokale stakeholders vaak een heel andere visie op landgebruik en ecosysteemdiensten. Rekening houden met deze lokale percepties van ESD kan een cruciale factor zijn voor een evenwichtige en gedragen visievorming. De Scenario Evaluator kwantificeert en waardeert ESD vanuit het perspectief van (bovenlokale) maatschappelijke baten, maar zal deze zeer lokale en specifieke ecosysteemdiensten/belangen vaak niet meenemen. In deze handleiding worden verschillende technieken (zoals kaartspellen en interviews) beschreven en geïllustreerd die het mogelijk maken om deze lokale ESD-gerelateerde problemen vast te leggen. Deze werkwijzen zijn toegepast op enkele ECOPLAN studiegebieden en worden toegelicht met praktische voorbeelden en resultaten.

PLANNING

Een derde fase ( planning) onderzoekt welke landgebruiktransities (landbouw, huisvesting, natuurontwikkeling,ect.) wenselijk en haalbaar zijn, rekening houdend met de bestaande ruimtelijke context, wetgeving en projectgebonden randvoorwaarden. De evaluatie en vergelijking van alternatieve ontwikkelingsscenario's (met verwachte verschillen in levering van ESD) is daarbij een essentiele oefening. Voor de ESD - simulatietool ( zie fase 4 ), zijn er inputgegevens nodig met een hoge ruimtelijke en thematische nauwkeurigheid. Planningsprocessen resulteren echter zelden in een dergelijk gedetailleerd ruimtelijk scenario. vooral wanneer plannen gericht zijn op een lange termijn perspectief worden er meestal voldoende vrijheidsgraden voorzien. Het al of niet realiseren van ecosysteemdiensten is echter vaak afhankelijk van een specifiek landgebruik op een specifieke lokatie. Het ontwikkelen van zulke gedetailleerde scenarios kan een enorme uitdaging zijn, vooral wanneer lokale belangen een rol spelen.

  • Participatieve karteringsmethoden kunnen worden gebruikt om deze lokale kennis en belangen (vraag / waarde van ESD) in ruimtelijk expliciete kaarten te capteren. Deze tool kan ook gebruikt worden voor de lokale validatie van de basiskaarten (die beschikbaar zijn via het geoportaal - webviewer). De methoden zijn beschreven in een handleiding die planners kan helpen bij het ​​opzetten van een basisscenario dat door lokale actoren wordt geaccepteerd.
  • Het proces van participatieve scenario-ontwikkeling wordt vervolgens gebruikt om een ​​gemeenschappelijke visie voor een project site te ontwikkelen. Een belangrijk doel is om hiermee een kennis en bewustwordingstraject inzake ESD op te zetten, waarbij er voldoende aanndacht is voor de strategieën en beleidsopties die nodig zijn om een dergelijke alternatieve toekomst te realiseren. Op hetzelfde moment krijgen deelnemers krijgen een beter begrip van de standpunten en strategieën van de verschillende stakeholders (door middel van een sociaal leerproces), wat het proces van co-creatie van toekomstige scenario's en de bijbehorende actieplannen de realisatie vergemakkelijken. De evaluatie van de verschillende scenario's kan worden gedaan met behulp van een eerder grofschalige beoordeling, zoals Multi Criteria Analyse (MCA).

IMPLEMENTATIE

Finaal bereikt het project de implementatiefase, waar beslissingen worden genomen over specifieke bodembedekking , beheer en mitigerende maatregelen. Dit kan ook specifiek ingegaan op het beheer van bepaalde zones (bv . Het type van de bomen , voorzien van infiltratievoorzieningen, aanleg van bufferstroken, botanisch beheer, natuurbeheer, beperkingen op bemesting, enz.).

  • De Scenario Evaluator maakt het mogelijk om de impact van veranderingen in landbedekking , landgebruik en beheerpraktijken ruimtelijk expliciet door te rekenen voor 18 ecosysteemfuncties en diensten. Analoog aan de zogenaamde “Ecosysteemdiensten Waterval” (ES-cascade van CICES), worden deze functies en diensten in een specifieke volgorde berekend. Deze modelmatige "cascade" benadering laat toe om variabelen door te geven tussen sub-modellen. Via deze onderlinge afhankelijkheden, gedeelde variabelen en off-site effecten (bvb substitutiemogelijkheden) kunnen we de soms complexe trade-offs en synergieën effectief bepalen. Gebruikers kunnen gebruik maken van een vooraf ingeladen dataset met de meest recente regionale informatie inzake bodembedekking, landgebruik, wateronttrekkingen, bemesting, bevolking, enz... Een gebruikersinterface leidt gebruikers door een invoerprocedure waarmee ze een scenario kunnen construeren.

  • Ook hier kan de QuickScan tool gebruikt worden als hulpmiddel voor interpretatie.  Voor de door de gebruiker gedefinieerde gebieden zal de QuickScan een overzicht geven van de veranderingen in ESD-levering die voortvloeien uit een scenario evaluatie met de Scenario Evaluator. Voor elke zone worden resultaten gegeven in totalen en per oppervlakte-eenheid. Veranderingen ten gevolge van een scenario worden grafisch weergegeven als een relatieve verandering van de ESD-levering per oppervlakte-eenheid. Deze resultaten kunnen bijgevolg gebruikt worden voor terugkoppeling naar betrokken actoren en eventueel leiden tot het bijsturen van de scenario ontwikkeling.