“Non-monogame activiteiten zijn erg mainstream”
Antwerpse onderzoekers brengen opvattingen én praktijk rond (non-)monogamie in kaart
Twee Belgen op drie vinden zichzelf monogaam, maar toch rapporteert zowat de helft ooit ervaring te hebben gehad met non-monogamie, zowel met als zonder toestemming van de partner. Tot die opvallende conclusie komen wetenschappers van UAntwerpen en UPC Duffel. Prof. Manuel Morrens en zijn team ondervroegen 2691 landgenoten.
In de uitgebreide studie deden de wetenschappers onderzoek naar alle mogelijke vormen van consensuele en niet-consensuele monogamie, en ook naar de overtuigingen met betrekking tot relaties. Een open of polyamoreuze relatie gebeurt met toestemming (en – bijvoorbeeld bij swingers – ook met betrokkenheid) van de partner, en is dus consensueel. Een geheime relatie gebeurt achter de rug van de partner, en is dus non-consensueel.
Praktijk vs. overtuiging
2691 volwassenen werden ondervraagd over dit thema, een representatieve vertegenwoordiging van de Belgische bevolking. “29% gaf aan ooit een open relatie te hebben gehad, waarin één of beide partners met instemming van elkaar intimiteit of seksualiteit buiten de primaire relatie beleefden”, legt prof. Manuel Morrens (UAntwerpen/UPC Duffel) uit. “Daartegenover rapporteerde 32% geheime relaties, affaires of avontuurtjes. In totaal rapporteerde ongeveer de helft ooit ervaring gehad te hebben met non-monogamie. 16% gaf aan in het afgelopen jaar niet-monogame ervaringen te hebben gehad.”

De praktijk staat blijkbaar haaks op de overtuiging van de Belgen, want twee op de drie geven aan zich monogaam te vinden. Het zijn vooral jongvolwassenen (18-25 jaar) die recent veel ervaring met open relaties of polyamorie rapporteren. Oudere generaties (40-59 jaar) geven vaker aan minstens één keer een niet-monogame ervaring te hebben gehad, al durven ze dat minder vaak toe te geven.
Niet-heteroseksuele Belgen bleken gemiddeld dubbel zo vaak betrokken bij niet-monogame relaties. Morrens: “Opvallend is dat evenveel mannen als vrouwen niet-monogame ervaringen rapporteren. Bij mannen ligt de frequentie wel hoger: als we specifiek naar de laatste twaalf maanden vroegen, bleken mannen vaker actief in dit soort dynamieken, vooral bij prostitutiebezoek of het beleven van een affaire.”
De norm in vraag stellen
“Deze resultaten tonen aan dat niet-monogame praktijken relatief vaak voorkomen, vaker dan algemeen verondersteld wordt”, aldus de hoogleraar. “Ze kunnen een weerspiegeling zijn van toenemende diversiteit in relatiestructuren en van het feit dat de Belgen meer open staan voor het verkennen van alternatieve relatievormen. Dat hangt samen met het vervullen van de behoefte aan intimiteit, autonomie, seksuele nieuwigheid en het zoeken naar avontuur. De belangrijkste conclusie voor mij? Monogamie als de norm kan in vraag gesteld worden, want non-monogame activiteiten blijken heel erg mainstream.”
Het onderzoek werd gepubliceerd in het tijdschrift Humanities and Social Sciences Communications.