Abstract
Naarmate de klimaatverandering verergert, wordt de bescherming van personen die door klimaatrampen ontheemd raken (klimaatontheemden) steeds urgenter. In tegenstelling tot interne ontheemding blijft grensoverschrijdende klimaatontheemding echter onderbelicht in de juridische literatuur.  Verder, erkent het EU-asiel- en migratiekader klimaatgerelateerde ontheemding niet expliciet als grond voor internationale bescherming. Dit creëert een belangrijke leemte, zoals bleek uit een recente zaak in Italië waarin een Pakistaanse man slachtoffer werd van mensenhandel en op die basis vluchtelingenstatus kreeg, terwijl overstromingen slechts als een factor in zijn verhoogde kwetsbaarheid werden beschouwd.   Deze studie onderzoekt hoe EU recht kan worden aangepast aan de huidige noden van klimaatontheemden door een vergelijkende analyse van de juridische kaders in Australië, Nieuw-Zeeland en geselecteerde EU-lidstaten. Voordat nieuwe juridische categorieën zoals 'klimaatvluchteling' worden overwogen, wordt eerst onderzocht hoe bestaande EU-principes (non-refoulement, non-discriminatie, solidariteit) en -mechanismen (tijdelijke bescherming, humanitaire toelating) kunnen bijdragen aan een sterkere en effectievere rechtsbescherming voor EU-burgers en derdelandsonderdanen. Het formuleert aanbevelingen voor een effectiever beschermingskader en pleit voor de integratie van klimaatontheemding in het EU-recht, met behoud van juridische consistentie.
Onderzoeker(s)
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)