Abstract
Seksueel grensoverschrijdend gedrag (SGOG) wordt voornamelijk benaderd als iets dat enkel door vrouwen wordt ervaren, met het dominant discours gericht op het 'ideale slachtoffer'—een jonge, witte, cisgender, valide, heteroseksuele vrouw. Dit perspectief blijft diep geworteld in het publiek discours, de academische literatuur en institutioneel beleid, waardoor de ervaringen van individuen die niet aan dit profiel voldoen, gemarginaliseerd worden. Het concept intersectionaliteit bekritiseert deze benadering door te stellen dat groepen verschillende vormen van SGOG ervaren vanwege hun positionaliteit binnen bredere machtssystemen. Gezien de hoge prevalentie van SGOG binnen het hoger onderwijs (HO), beoogt dit project een diepgaande studie van de conceptualisering van SGOG in HO. Ten eerste bestudeert het of bestaande literatuur SGOG in HO op een inclusieve manier benadert, of net een beperkte conceptualisering benadrukt. Ten tweede onderzoekt het hoe intersectionele positionaliteiten binnen bredere machtsstructuren de prevalentie en ervaringen van SGOG binnen HO beïnvloeden. Ten derde beoogt het te begrijpen hoe individuen met bepaalde positionaliteiten SGOG binnen HO benaderen. Tot slot wordt onderzocht hoe HO-beleid rondom SGOG wordt geconstrueerd en of intersectionaliteit op betekenisvolle wijze wordt geïntegreerd. Aan de hand van kwantitatief en kwalitatief onderzoek draagt dit project bij aan een inclusieve en genuanceerde benadering van SGOG in HO.
Onderzoeker(s)
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)