Abstract
De snelle transformatie van arbeidsmarkten, versterkt door mondiale ontwikkelingen zoals COVID-19, heeft het toenemende belang van soft skills—communicatie, teamwork, aanpassingsvermogen, creativiteit en veerkracht—naast traditionele technische expertise in de ingenieursopleiding benadrukt. Ondanks de erkende waarde ervan, leggen universiteiten vaak meer nadruk op hardskills, waardoor afgestudeerden onvoldoende voorbereid zijn op de interpersoonlijke en organisatorische eisen van het werkveld. Het ontbreken van een eenduidige taxonomie van soft skills binnen de ingenieurscontext, gecombineerd met uitdagingen in hun definitie, beoordeling en integratie, belemmert nog steeds een effectieve curriculumontwikkeling. Bovendien bepalen studenten hun houding ten opzichte van soft skills in hoge mate hun bereidheid om deze te verwerven, maar empirisch bewijs hierover—vooral in relatie tot stages—blijft schaars.
Dit onderzoek heeft tot doel deze lacunes te verkleinen door: (1) het identificeren en definiëren van de meest relevante soft skills voor ingenieursstudenten via een systematische literatuurstudie en validatie met behulp van de fuzzy Delphi-methode met academische experts; (2) het onderzoeken van studentenattitudes ten opzichte van deze vaardigheden door middel van een gevalideerde vragenlijst; en (3) het in kaart brengen van hoe deze attitudes zich ontwikkelen tijdens stages, met longitudinale dataverzameling op drie momenten (begin, midden en einde). Zowel kwantitatieve (Likert-schaal) als kwalitatieve (open vragen) gegevens zullen worden geanalyseerd met statistische en thematische methoden.
De wetenschappelijke bijdrage van dit project ligt in het ontwikkelen van een duidelijker model van relevante soft skills voor ingenieurs en het inzichtelijk maken van hoe studentenattitudes zich ontwikkelen via ervaringsgericht leren. Praktisch gezien bieden de resultaten handvatten voor curriculumontwerp, beoordelingsmethoden en stagepraktijken, en geven ze universiteiten en werkgevers evidence-based aanbevelingen voor het bevorderen van essentiële professionele vaardigheden. Door de wisselwerking tussen attitudes en vaardigheidsontwikkeling centraal te stellen, benadrukt dit onderzoek de rol van stages als krachtige leermiddelen voor professionele identiteit en inzetbaarheid.
Uiteindelijk draagt dit onderzoek bij aan internationale inspanningen om ingenieursopleidingen af te stemmen op de eisen van de 21e-eeuwse arbeidsmarkt, en ondersteunt het zowel "leven lang leren" als "leven lang inzetbaarheid". De resultaten zijn relevant voor studenten, docenten, instellingen en het bedrijfsleven, en leveren een bijdrage aan het wereldwijde debat over de toekomst van ingenieursopleidingen.
Onderzoeker(s)
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)