Onderzoeksgroep
Expertise
Ik ben klinisch epidemioloog en mijn voornaamste onderzoeksinteresses omvatten de lange-termijn effecten van vaak-gebruikte medicatie zoals antibiotica, maagzuurremmers etc, mogelijks via interacties met het microbioom - met een focus op het gastro-intestinale en vaginale microbioom. Mijn klinische expertise gebieden zijn kanker (vooral gastro-intestinaal), gezondheid van vrouwen (incl. zwangerschap) en infectie ziekten. Ik ben opgeleid als arts, epidemioloog en infectie controle specialist/ziekenhuishygienist, maar werk dus als full-time academisch onderzoeker
Blootstelling aan antibiotica en protonpomp inhibitoren tijdens de vroege levensfase: gebruikspatronen, impact op het microbioom en gezondheidsuitkomsten op korte termijn.
Abstract
Vroege blootstelling aan antibiotica en protonpompinhibitoren kan een significante invloed hebben op de ontwikkeling van het darmmicrobioom, met potentiële gevolgen voor de immuunfunctie, metabole gezondheid en risico op infecties. Echter, "real world evidence" data over de langetermijneffecten van deze medicatie zijn beperkt. Dit project integreert grootschalige farmaco-epidemiologische data uit Zweedse MediMaMi-cohort met longitudinale microbioomdata van de Alba Health-cohort om de impact van medicatie op microbiële samenstelling en vroege gezondheid te onderzoeken. De studie omvat drie werkpakketten: (WP1) een systematische review en meta-analyse naar wereldwijde PPI-gebruikstrends bij jonge kinderen, (WP2) een registergebaseerde cohortstudie die de associatie tussen maternale antibiotica-expositie (GBS-profylaxe) en gezondheidsuitkomsten in kinderen (infecties, obesitas, type 1 diabetes) analyseert, en (WP3) een analyse van microbiomedata uit het Alba Health-cohort, gericht op de relatie tussen darmmicrobiota, gastro-intestinale gezondheid en gewichtsevolutie. Door de integratie van farmaco-epidemiologie, microbiomewetenschap en bio-informatica, zal dit onderzoek kritische inzichten opleveren over de veiligheid en langetermijneffecten van medicatiegebruik in de vroege levensfase. Gezien de vergelijkbare voorschrijfpraktijken tussen Zweden en België, zullen de bevindingen waardevolle wetenschappelijke onderbouwing bieden voor pediatrische richtlijnen en gezondheidsbeleid.Onderzoeker(s)
- Promotor: Brusselaers Nele
- Co-promotor: Vlieghe Erika
- Mandaathouder: Orwa Sheila
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het effect van antibiotica en protonpump inhibitor gebruik op het darmmicrobioom en risico op infecties tijdens het vroege leven.
Abstract
Ons darm-microbioom wordt beïnvloedt door verschillende factoren, en (voorgeschreven) medicatie gebruik blijkt een van de belangrijkste factoren die die functie en samenstelling ervan beïnvloeden. De eerste levensjaren zijn cruciaal voor de acquisitie van een gezond en stabiel darm-microbioom, maar deze periode is ook wanneer het meeste antibiotica wordt gebruikt. Babies and peuters kunnen ook maagzuurremmers krijgen voor maag-slokdarm reflux symptomen, al worden de efficiëntie en veiligheid in vraag gesteld. Het is geweten dat antibiotica en maagzuurremmers het darm-microbioom verstoren bij volwassenen, en daarom kunnen deze zelf grotere en langdurigere effecten hebben op het microbioom en de gezondheid van jonge kinderen. Met deze projecten willen we bijdragen aan het in kaart brengen van antibiotica en maagzuurremmer gebruik tijdens de vroege kindertijd – om zo de potentiële impact van overconsumptie te bekijken. We willen ook de drug-microbioom interacties exploreren bij jonge kinderen, en het potentiële bi-directionele effect op infecties. Deze projecten hebben mogelijks een directe klinische impact kunnen hebben, door bij te dragen aan verbeterd voorschrijfgedrag en het verminderen van suboptimaal gebruik.Onderzoeker(s)
- Promotor: Brusselaers Nele
- Co-promotor: Vlieghe Erika
- Mandaathouder: Orwa Sheila
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Laura project 2.0: Verbetering van de gezondheid van vrouwen in Peru met de steun van instellingen voor hoger onderwijs, vrouwen en lokale autoriteiten.
Abstract
Openlijk spreken over vaginale gezondheid is taboe in Peru. De publieke aandacht voor intieme zorg voor vrouwen is ook decennialang verwaarloosd. Tijdens de huidige pandemie hebben verschillende centra voor eerstelijnsgezondheidszorg bijvoorbeeld gynaecologische consultaties stopgezet, wat o.a. gevolgen heeft voor vrouwen die lijden aan vaginale infecties. Met dit Laura 2.0-project willen we een nationaal (in Peru) en internationaal onderzoeksnetwerk creëren dat onderzoek doet naar vaginale gezondheid door verschillende belangrijke belanghebbenden uit de samenleving en de academische wereld actief te betrekken. Instellingen voor hoger onderwijs zullen een sleutelrol spelen bij het bereiken van de Laura 2.0-doelstellingen. Universidad Nacional de la Amazonia Peruana (UNAP) en Universidad Nacional San Agustín de Arequipa (UNSA) zijn de vooraanstaande universiteiten in respectievelijk de Peruaanse Amazone en de Hooglanden. Beide instellingen voor hoger onderwijs versterken hun sleutelrol bij de ontwikkeling van hun regio's door hun onderzoekscapaciteit te consolideren. Het huidige project zal de nationale (UNAP-UNSA-UPCH) en internationale (lokale partners en UAntwerpen) samenwerking versterken door het actief ontwikkelen van onderzoekscapaciteiten in een multidisciplinaire aanpak. Belangrijker is om (voor het eerst in Peru) burgers (vrouwen) bij de wetenschap te betrekken via een burgerwetenschapsproject geïnspireerd op het Belgische Isala-project (https://isala.be/).Onderzoeker(s)
- Promotor: Lebeer Sarah
- Co-promotor: Brusselaers Nele
- Co-promotor: Condori Sandra
- Co-promotor: Verhoeven Veronique
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject