Onderzoeksgroep
			
					
			Een onderzoek naar de uitdagingen en taalideologische assumpties bij het gebruik van Engels als lingua franca in meerfasige institutionele procedures in Vlaanderen.
			
															
					
	
	
			Abstract
Dit onderzoek richt zich op het gebruik van het Engels als lingua franca (ELF) in eentalige en getolkte communicatie binnen een specifieke institutionele procedure in Vlaanderen: het onderzoek naar mogelijke schijnrelaties. Het bestudeert hoe ELF functioneert als bemiddelingsstrategie tussen ambtenaren en niet-Belgische aanvragers, en hoe zowel institutionele als alledaagse taalideologieën deze interacties beïnvloeden en bepalen hoe informatie wordt geïnterpreteerd en omgezet in officieel bewijs. Vanuit een dekoloniaal perspectief en met een macro-meso-micro-aanpak analyseert deze studie: (1) hoe institutionele structuren en beleidslijnen taalgebruik in IPSRs vormgeven (macro) (2) hoe taalkundige bemiddeling in de praktijk wordt uitgevoerd en ervaren door ambtenaren, tolken en aanvragers (meso) en (3) hoe taalideologieën zichtbaar worden in real-time interacties en institutionele beslissingen beïnvloeden (micro). Zo biedt deze studie een holistisch onderzoek van het volledige netwerk van betrokken instellingen, praktijken en opvattingen, wat belangrijke inzichten oplevert in hun invloed op procedurele uitkomsten. Mijn studie draagt bij aan theoretische debatten over ELF en institutionele taalpraktijken en biedt evidence-based aanbevelingen ter bevordering van procedurele rechtvaardigheid. Praktische toepassingen omvatten workshops, intervisies en kennisdelingsinitiatieven met ambtenaren, ngo's en organisaties die werken rond gezinshereniging en migratiebeleid.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vandenbroucke Mieke
- Co-promotor: Brisard Frank
- Mandaathouder: Bergen Sara
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
			
					
			Het gebruik van Engels als een lingua franca in meerfasige institutionele procedures in België.
			
															
					
	
	
			Abstract
In dit project focussen we op het gebruik van het lingua franca Engels, zowel in eentalige als in getolkte communicatie, als een talige bemiddelingsstrategie tussen een institutionele ambtenaar en een niet-Belgische geïnterviewde in een specifieke institutionele procedure: het onderzoek naar mogelijke schijnhuwelijken. De analyse gaat niet alleen over de impact van hybriditeit en variatie in (getolkt) gesproken taalgebruik en de schriftelijke reflectie ervan in het verslag op de meerfasige procedure, maar ook over de mate van (meta-)linguïstisch en taalideologisch bewustzijn waarover de instelling en haar ambtenaren beschikken wat betreft de inherente complexiteit gelinkt aan het gebruik van het Engels als (getolkte) taal in een Belgische institutionele onderzoek.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vandenbroucke Mieke
- Co-promotor: Brisard Frank
- Mandaathouder: Bergen Sara
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject