Jongeren krijgen opvolgtraject na alcoholvergiftiging

UAntwerpen en ZAS Augustinus zijn gestart met pilootproject eerste Vlaamse alcoholpoli 

In ZAS Augustinus in Wilrijk namen de voorbije maanden de eerste jongeren deel aan een pilootproject na een alcoholintoxicatie. Na het uitslapen van de roes worden de patiënten – en hun familie – niet langer met lege handen naar huis gestuurd, maar krijgen ze een ambulant nazorgtraject van zes maanden aangeboden, met onder meer gesprekken met een kinderarts en -psycholoog. Doel? De kans op hervallen drastisch verkleinen en zo alcoholmisbruik aanpakken.

In 2010 stampte prof. Nico Van der Lely, verbonden aan het Reinier de Graaf-ziekenhuis in Delft, de Stichting Jeugd en Alcohol uit de grond. Hij richtte in Delft een eerste ‘alcoholpoli’ op. Jongeren die na overmatige alcoholconsumptie binnengebracht worden in het ziekenhuis, worden in eerste instantie nagekeken op verwondingen, er wordt bloed geprikt, er wordt een hartfilmpje gemaakt … Maar eens hun roes uitgeslapen, krijgen ze ook een uitgestippeld traject voorgelegd.

“Vanaf het moment dat ze wakker zijn, krijgen ze een speciaal programma”, legt Van der Lely uit. “Het is cruciaal om meteen met de jongeren aan de slag te gaan in het golden hour, het eerste uur na het ontwaken uit de roes. Ze krijgen voorlichting over alcoholmisbruik via interactieve websites en in een gesprek met een kinderarts. Vervolgens komt een kinderpsycholoog bij hen langs. Ook nadien worden ze gecontacteerd voor een vervolggesprek. We betrekken eveneens de ouders erbij.”

Leerstoel Jongeren en Alcohol

De Nederlandse aanpak wierp vruchten af: vandaag zijn er daar reeds twaalf alcoholpoli’s. Waar dokters vroeger vaak dezelfde jongeren dronken op spoed zagen binnenkomen, is het herval nu gereduceerd tot zo goed als nul. Het Reinier de Graaf-ziekenhuis en de Universiteit Antwerpen introduceren deze aanpak nu ook in Vlaanderen. Met dat doel voor ogen werd in 2021 de Leerstoel Jongeren en Alcohol gelanceerd. Eerste taak van doctoraatsstudente Hanna van Roozendaal: het probleem van overmatig alcoholgebruik in Vlaanderen in kaart brengen.

Uit haar onderzoek blijkt dat er per weekend drie minderjarigen met een alcoholvergiftiging binnengebracht worden in Antwerpen. De mediane leeftijd is 16,6 jaar. “Erg jong dus”, zegt Van Roozendaal. “Een derde van alle gevallen zit bovendien onder de wettelijke leeftijdsgrens van zestien jaar. De jongste was elf. Uit eerder onderzoek weten we dat een jongere na een alcoholintoxicatie op 55% van de pediatrische diensten in Vlaanderen geen follow-up door een kinderarts krijgt.”

Opvolging duurt zes maanden

Volgende stap: het terrein effenen voor de eerste Vlaamse alcoholpoli voor jongeren. Het pilootproject ging recent van start in ZAS Augustinus in Wilrijk. Tine Maes, verpleegkundig diensthoofd van de zorgzone geestelijke gezondheidszorg binnen ZAS:

“Jongeren die met een alcoholvergiftiging worden binnengebracht op de spoeddiensten van ZAS en het UZA krijgen een nazorgtraject aangeboden op de consultatie pediatrie in ZAS Augustinus. Als ze erop ingaan, volgen we hen zes maanden lang ambulant op. Daar hoort onder meer een screening bij, gesprekken met de kinderpsycholoog, een uitgebreide vragenlijst en adviezen. Dat alles gebeurt in nauwe betrokkenheid van kinderartsen, en dat is van het grootste belang.”

De voorbije maanden doorliepen drie jongeren het hele traject. Drie andere tieners zitten in de afrondende fase, twee patiënten zijn er net mee begonnen. Maes: “De ouders moeten mee in het traject willen stappen. Dat is niet altijd vanzelfsprekend: ze voelen soms schaamte omdat hun kind dronken op spoed belandde, of denken dat zij het zelf wel kunnen oplossen met hun kind. Het gebeurt ook dat ouders een opname van hun kind met een alcoholintoxicatie op spoed minimaliseren en daardoor minder snel geneigd zijn om in het nazorgtraject te stappen. Dat kan te maken hebben met de algemene visie van onze maatschappij dat het allemaal niet zo veel kwaad kan, dat alle jongeren wel eens te veel drinken.”

Onderliggende problemen

“Ouders denken dan dat jongeren na een opname op spoed hun lesje wel geleerd hebben, maar uit onderzoek blijkt dat niet zo te zijn”, legt Maes uit. “Het is daarom belangrijk om het taboe te doorbreken en ouders voldoende te sensibiliseren dat een begeleidingstraject via de alcoholpoli een enorme hulp kan bieden. Bij veel jongeren liggen er aan de oorzaak van het alcoholmisbruik namelijk andere, onderliggende problemen waar ze mee worstelen. Het traject kan helpen om die bloot te leggen en er iets aan te doen.”

Na afloop van het pilootproject – de initiatiefnemers willen in eerste instantie dertig jongeren includeren – volgt een grondige evaluatie met alle betrokken actoren, om de eerste alcoholpoli voor jongeren in Vlaanderen vervolgens officieel te lanceren. “Voor de financiering van die verdere uitrol kijken we naar de federale overheid”, aldus Van der Lely. “We zijn hoopvol om op termijn te evolueren naar meerdere alcoholpoli’s in België, naar het voorbeeld van het netwerk dat we in Nederland uitbouwden. De Belgische vereniging voor Kindergeneeskunde schaart zich ook achter ons initiatief.”