Culturele diensten

Gezondheidseffecten natuur

Er is veel wetenschappelijke evidentie dat groene gebieden een bijdrage leveren aan het verbeteren van de fysieke en mentale gezondheid van omwonenden en mensen die deze gebieden bezoeken. Hierbij zijn er verschillende mechanismen die spelen: zicht op en contact met groen hebben positieve effecten op de mentale gezondheid (stress, depressie). Nabijheid van groen stimuleert openluchtrecreatie en beweging, met directe positieve effecten op gezondheid en afgeleide positieve effecten via het verminderen van overgewicht en obesitas. Contact met groen zorgt voor een betere ontwikkeling van kinderen. Daarnaast biedt groene ruimte een specifiek kader van belang voor zorgtoerisme. Het aanbod van natuur met een gezondheidseffect wordt ingeschat op basis van de relatieve oppervlakte aan groen binnen een straal van 1 tot 3 km rond een bepaalde locatie. Bijkomend wordt gekeken naar hoeveel gezonde levensjaren de inwoners van een bepaalde locatie bijkomend krijgen door de aanwezigheid van groen in een straal van 1 tot 3 km. De kwantificering is gebaseerd op de resultaten van een wetenschappelijk meerjaren programma in Nederland (Vitamine G - Maas, 2008). Dit onderzoek toont aan dat er een positief verband is tussen de hoeveelheid groenoppervlakte binnen een 1 km straal van de woning en het minder voorkomen van 18 op een totaal van 24 specifiek onderzochte ziektebeelden. Er is o.a. een positief effect gevonden op hartziektes, nek- en rugklachten, depressie, angststoornissen, infecties van de bovenste luchtwegen, astma, infectieziekten van het maagdarmkanaal, urineweginfecties en diabetes.

 

Meerwaarde woningen door omgevingsgroen

Woningen in de nabijheid van groene ruimte (natuur, bos en landbouwgebied) hebben een meerwaarde door het uitzicht op het gebied (visueel genot) en door de nabijheid van deze gebieden voor recreatie. Dit laatste element is al meegenomen bij de schattingen voor recreatie. Het visuele genot is een bijkomende baat. De omvang hiervan is gebaseerd op studies waarbij een verband is gevonden tussen de waarde van woningen met zicht op groene ruimte in vergelijking met woningen met zicht op versteende ruimte (hedonische prijzenmethode). De eigen tuin wordt niet meegerekend bij deze baat. Deze ecosysteemdienst wordt uitgedrukt als de meerwaarde in € die woningen hebben door de nabijheid van groen. Het effect van zicht op groen wordt uitgedrukt in een procentuele verandering van de waarde van de woningen. Zo wordt de meerwaarde van een woning met zicht op groen geschat op 5 % tot 14 % met een gemiddelde van 9% (literatuurstudie voor Nederland; Ruijgrok, 2006).

 

Recreatie

Door te gaan wandelen in de natuur maken we gebruik van de ‘groene ruimte’ en genieten we op verschillende manieren van de positieve effecten ervan. Het beschikbaar stellen van groene ruimtes voor recreatie kan men beschouwen als een dienst van het ecosysteem (uitgedrukt in het aantal bezoekers, per jaar en per hectare). Dit heeft betrekking op een brede waaier van openluchtrecreatievormen: natuurgerichte activiteiten (vogelkijken, natuurstudie,..); zachte, informele recreatie (wandelen en fietsen) en specifieke activiteiten (spelen, lopen, mountainbiken, zwemmen, varen, jagen, ….); activiteiten van korte en lange duur, inclusief dagtochten en bezoeken door toeristen. Functionele verplaatsingen (vb. fietsen naar het werk) die in groene ruimte gebeuren, komen hier niet aan bod.

De berekening van het aantal recreanten hangt af van de vraag naar bezoeken in open ruimte en het aanbod aan groene ruimte op gemeente-schaal. De vraag is enerzijds bepaald op basis van enquêtes die peilen naar het gemiddeld aantal bezoeken per inwoner per jaar aan groene ruimte en de bevolkingsdichtheid, en anderzijds op basis van toeristische verblijven in een gebied. Het aanbod hangt af van de beschikbaarheid van natuurgebied en park, bosbeheer en landbouw. In functie van aantrekkelijkheden van een gebied worden bezoeken ruimtelijk verdeeld. Het totaal aantal bezoeken per gemiddelde inwoner aan natuur/bos en landbouw wordt geschat op respectievelijk 11,8 en 8,5 keer per jaar. In functie van het aantal inwoners per gemeente wordt de totale vraag naar recreatie bepaald. Aanvullend worden bezoeken door toeristen afgeleid uit het aantal gerapporteerde niet-zakelijke overnachtingen per gemeente.

Kenmerken van het gebied zelf die een rol spelen, voor de verdeling van bezoeken zijn:

  1. Aandeel bos, natuur en landbouw in landgebruik binnen gebied: meer bos en natuur maken het gebied aantrekkelijker.
  2. Toegankelijkheid: we nemen aan dat natuurgebieden toegankelijk zijn (of worden en blijven), terwijl dit voor bossen enkel het geval is als dit beheert wordt door publieke instanties (vb. ANB, provincie, natuurpunt).
  3. Omvang van het gebied: alle gebieden zijn potentieel relevant voor lokale recreatie, maar een groter gebied is aantrekkelijker en kan ook mensen aantrekken die verderaf wonen. Anderzijds is een gebied met meer dan 300 ha niet aantrekkelijker dan één van 300 ha.
  4. Landbouwgebieden waarbij binnen 500 m water, bos of ankerplaatsen gelegen zijn, hebben een hogere aantrekkelijkheid dan ander landbouwgebied.