Onderzoeksgroep

Expertise

Het doel van mijn onderzoekscarrière is altijd geweest om de geschiedenis, samenstelling en reactiviteit van cultureel erfgoedmaterialen beter te begrijpen door geavanceerde analytische technieken toe te passen. Om dit doel te bereiken heb ik een expertise ontwikkeld in methodeontwikkeling en optimalisatie voor de analyse van cultureel erfgoedobjecten. Dit omvat experimenteel ontwerp, optimalisatie van monstervoorbereiding en toepassing van een gevarieerde reeks methoden voor materiaalanalyse, waaronder zowel in-situ- als laboratoriumanalyse (ook bij synchrotronfaciliteiten). Ik heb directe ervaring met de ontwikkeling en toepassing van multi-analytische methodologieën om verschillende soorten historische materialen te bestuderen, waaronder metaallegeringen, glas, schilderijen, kunstenaarspigmenten, laklagen, textiel en leer. Deze uiteenlopende ervaring geeft me de nodige achtergrondkennis en praktische expertise om multianalytische benaderingen te ontwerpen en te implementeren, afgestemd om de meest uiteenlopende onderzoeksvragen te beantwoorden. Momenteel pas ik mijn expertise toe op de studie van complexe composietobjecten (combinatie van meerdere materialen), in het bijzonder historische rijtuigen en sleeën, met een focus op de reactiviteit en interactie tussen materialen.

Wetenschappelijke analyse van de historische materialen en technieken gebruikt in de historische interieurs van de collectie hippomobiel erfgoed van het KMKG-MRAH (BELCAIRE). 01/01/2022 - 31/12/2031

Abstract

De KMKG-MRAH bezit een uitzonderlijke collectie van een tachtigtal rijtuigen en sleden uit de late 17de eeuw tot het begin van de 20ste eeuw, waaronder 11 koetsen in bruikleen van het Belgische Koninklijk Huis. Hoewel deze objecten nauwkeurig de historische innovaties in technologie en materiaalwetenschap van hun tijd weerspiegelen, blijft het erfgoed van nijlpaarden een onderbelicht gebied in de erfgoedwetenschap. In de afgelopen jaren bracht een voorlopige schadebeoordeling van de KMKG-MRAH-collectie de uitzonderlijke originele staat van de objecten aan het licht, maar tegelijkertijd was er bezorgdheid over de slechte materiële staat, met name van de interieurs met bekleding, tinten, kussens, passementen en passementen. Als gevolg van de slechte staat van sommige van deze interieurs, voerden conservatiestudenten en medewerkers van de UAntwerpen in 2019 een voorlopige collectie-audit uit. Dit onderzoek benadrukte de complexiteit van het conserveren van deze interieurs met gemengde materialen, waardoor instabiele anorganische materialen (bijv. in nauw contact met gevoelige organische materialen zoals (geoliede) textielvezels, leer en vroege synthetische materialen. Als zodanig is het doel van BELCAIRE om een ​​model te ontwikkelen voor een langetermijnbewaringsstrategie, niet alleen gericht op de KMKG-MRAH-collectie, maar toepasbaar op al het nijlpaarderfgoed dat verspreid is over verschillende Europese musea, instellingen en privécollecties. We stellen daarom voor om eerst inzicht te krijgen in de grotendeels onbekende innovatieve materialen en vakmanschap die worden gebruikt voor de fabricage van rijtuigen door de studie van historische bronnen (octrooien en handleidingen) te combineren met een zorgvuldige optische inspectie en chemofysische karakterisering van een selectie van rijtuigen. In de eerste fase/twee jaar focust BELCAIRE op vier case studies die representatief zijn voor verschillende sociale klassen: royalty (case 1: inv. nr. TR 49), adel (case 2: inv. nr. TR 76), bourgeoisie ( casus 3: inv. nr. TR 4) en openbaar vervoer (casus 4: inv. nr. TR 69). In latere jaren zal het vergroten van dit corpus het mogelijk maken om de verkregen inzichten te verfijnen en te benchmarken. Na deze materiaalstudie worden lopende degradatieverschijnselen geïdentificeerd en opgesomd, terwijl hun mechanismen en urgentie verder worden beoordeeld door de productie en kunstmatige veroudering van mock-ups. Historische materialen worden met name gereproduceerd volgens recepten en blootgesteld aan verschillende omgevingsomstandigheden om hun individuele en gecombineerde impact op de afbraakmechanismen te kwantificeren. Op basis van de verkregen inzichten wordt een generiek risicobeoordelingsmodel opgesteld voor nijlpaardenerfgoed, dat curatoren en restauratoren begeleidt in hun besluitvormingsprocessen voor actieve en passieve conservering. Ten slotte is er een uitgebreid verspreidingsplan, gekoppeld aan het HOME-AGE-project (FED-tWIN-project PRF-2020-011 toegekend in de vorige ronde), gericht op een efficiënte doorstroming naar en interactie met wetenschappers, studenten en het grote publiek. Op deze manier wil BELCAIRE de kenniskloof over de conservatie en het behoud van het nijlpaarderfgoed dichten en bijdragen tot het begrip van de cumulatieve schade veroorzaakt door gemengde materialen en technieken in met name koetsinterieurs.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject