Onderzoeksgroep

Expertise

Wat is de impact van het internationale en Europese niveau op de nationale bescherming van mensenrechten? Die vraag houdt me bezig. Hierbij beantwoord ik vragen als: waar is de grens tussen de nationale en Europese / internationale bescherming van mensenrechten? Zorgt een Europese of internationale bescherming voor een beter niveau nationaal? En hoe zit dat in een wereld die steeds meer digitaal denkt en cyberspace de nationale grenzen doet vervagen. In recent onderzoek ga ik dieper in op de impact van digitalisering op de rechten van verdediging en het recht op een eerlijk proces vanuit dat perspectief. Het internet houdt zich niet aan grenzen, en dus ook niet de misdaad waarbij steeds meer Europese en internationale normen komen over het verzamelen en gebruik van digitaal bewijs. Wat is de impact daarvan op de nationale bescherming van de rechten van verdediging of het recht op een eerlijk proces? Ik onderzocht onder andere topics zoals dataretentie, het verplicht ontsleutelen, grensoverschrijdende samenwerking om digitaal bewijs te verkrijgen, ...

Cybergeweld: bepalen van de grenzen van verantwoordelijkheid en toelaatbaarheid (@ntidote 2.0). 15/12/2020 - 15/09/2023

Abstract

De 4e industriële revolutie resulteerde in een nieuwe miljardenindustrie met een groep wereldwijd opererende internetserviceproviders (ISP's) die verantwoordelijk zijn voor wat we dagelijks op sociale media zien, hoe we communiceren, en welke informatie we te zien krijgen op basis van hun algoritmes. Deze ISP's treden vaak op als tussenpersonen die het delen van inhoud mogelijk maken in plaats van zelf inhoud te creëren. Daarom zijn ISP's onder het huidige wettelijke e-commerce kader niet verplicht actief te reageren tegen illegale of schadelijke inhoud. De redenering is dat alleen de gebruikers die verantwoordelijk zijn voor het creëren van inhoud moeten worden benaderd om de vrije stroom van onlinecommunicatie, e-commerce, de vrijheid van informatie en meningsuiting te waarborgen. Dit paradigma wordt in twijfel getrokken door de evolutie van het internet als platform voor het verspreiden van haat, geweld en misdrijven. Cybergeweld is een specifiek onderdeel van dit schadelijke onlinegedrag, waarbij digitale actie resulteert in fysieke, seksuele, psychologische en/of economische schade voor individuen. ISP's treden al op tegen schadelijke inhoud indien ze daarvan op de hoogte worden gebracht. Sommige ISP's gaan een stap verder in de zelfregulering. Toch wordt dit vaak als ontoereikend beschouwd. Daarom bespreken NGO's, nationale en Europese autoriteiten of de vrijstelling van aansprakelijkheid voor ISP's in het licht van cybergeweld nog steeds gerechtvaardigd is en of de autoriteiten niet verder moeten ingrijpen. Het project onderzoekt in hoeverre de huidige aanpak van cybergeweld effectief is of verdere versterking behoeft. Het onderzoek richt zich op twee soorten cybergeweld: het online aanzetten tot haat en de verspreiding van intieme beelden zonder toestemming (non-consensual distribution of intimate images of image-based sexual abuse). Terwijl de bestaande juridische en gerechtelijke instrumenten door de Belgische en Europese autoriteiten worden onderzocht om deze vormen van cybergeweld beter te bestrijden, ontbreekt het nog steeds aan een grondig begrip van deze fenomenen en hun prevalentie, vooral in België. Daarom wil dit project in de eerste plaats deze fenomenen in België analyseren door middel van kwalitatief onderzoek dat zich richt op hoe gebruikers, moderatoren van ISP's en andere belanghebbenden online haat en NCII afbakenen en de toelaatbare of schadelijke aard van dergelijke inhoud bepalen. Op basis van deze resultaten wordt kwantitatief onderzoek uitgevoerd om de prevalentie van de fenomenen in de Belgische samenleving in kaart te brengen met een focus op digital natives. Daarnaast worden de copinggedragingen van slachtoffers onderzocht, maar ook het vertrouwen in, en gebruik van meldingsmechanismen van verschillende instanties. In de tweede plaats zal worden bekeken of en hoe deze vormen van online geweld kunnen worden aangepakt door juridische en/of gerechtelijke acties, voortbouwend op de huidige praktijken en op de resultaten van het kwalitatieve en kwantitatieve onderzoek. De maatregelen tegen schadelijke inhoud zullen worden beoordeeld in het licht van de vrijheid van informatie en meningsuiting in cyberspace. Dit omvat de beoordeling van de rol van overheidsinstanties en ISP's, om na te gaan of er nieuwe verhoudingen en wetgevende maatregelen nodig zijn. Het onderzoek is intrinsiek multidisciplinair omdat het project cybergeweld benadert vanuit sociale wetenschappen, criminologie, antropologie en juridische wetenschappen. Binnen de werkpakketten zullen de respectieve disciplines samenwerken om een diepgaande, veelzijdige kennis van beide vormen van cybergeweld te verwerven. Naast de wetenschappelijke output, beoogt het project beleidsmakers en stakeholders een duidelijk inzicht te bieden in de fenomenen voor toekomstige initiatieven en acties, en om input te leveren over hoe het juridisch kader rond e-commerce verder kan worden ontwikkeld, rekening houdend met de impact van cybergeweld.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Trojan Horse Discourse: Het gebruik en misbruik van hedendaags constitutioneel discours voor fundamentele rechtenbescherming. 01/01/2020 - 31/12/2023

Abstract

Europa krijgt steeds meer te maken met autoritaire regimes en tendensen. Academisch onderzoek en mediaberichten hebben reeds verslag gedaan van de praktijk waarbij EU lidstaten beroep doen op gekende concepten van Europees constitutioneel recht die werden ontwikkeld om de interactie en dialoog tussen nationale en Europese rechtsordes te structureren, met als doel hun beleid te versterken, waarbij afbreuk wordt gedaan aan mensenrechtenbescherming. Deze concepten zijn bedoeld om Europese en nationale grondwettelijke standaarden voor mensenrechtenbescherming te verzoenen en gaan uit van een wederzijds begrip van de minimumdrempels voor mensenrechtenbescherming, maar worden nu gekaapt door autoritaire regimes. Het onderzoeksproject heeft tot doel de dynamieken van deze nieuwe evolute in kaart te brengen en te begrijpen tegen de achtergrond van de ratio van deze mechanismes. Het heeft eveneens tot doel om te beoordelen of de huidige concepten voor interactie tussen de Europese en nationale rechtsordes voor de bescherming van mensenrechten herdacht moeten worden om op meer doeltreffende wijze te verhinderen dat zij de mensenrechtenbescherming ondermijnen. Hiertoe combineert het juridische analyse met critical discourse analysis.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject