Onderzoeksgroep

Expertise

Gedurende de laatste 10 jaren hebben we een zeer specifieke expertise opgebouwd rond vaccinatie en zwangerschap. Deze kwetsbare populatie is per definitie vaak uitgesloten van klinische studies. En daarom is de expertise die we hebben opgebouwd in het uitvoeren en interpreteren van dit soort studies uniek. We focussen op zowel de uitvoering (design, recrutering, opvolging...) van de studies alsook de veiligheid van de strategie en interpretatie van de resultaten voor zowel volksgezondheid als de individuele patienten. Wereldwijd hebben we een netwerk opgebouwd voor samenwerking ivm alle aspecten die te maken hebben met zwangerschap en vaccinatie.

Opsporing en opvolging van SARS-Cov-2 infecties in zwangere vrouwen en neonaten 01/07/2020 - 31/12/2021

Abstract

De huidige pandemie beheerst het leven van ons allemaal. Zoals bij alle infectieziekten, zijn sommige bevolkingsgroepen meer vatbaar voor een ernstig verloop van de ziekte. In de huidige pandemie zijn het vooral de ouderen onder ons en de immunologisch minder sterke mensen die ernstiger ziek worden. Zwangere vrouwen en hun pasgeborenen worden traditioneel ook beschouwd als immunologisch meer kwetsbare groepen voor infectieziekten, door hun andere weerbaarheid tegen infecties in vergelijking met de algemene bevolking. Er is bijzonder weinig gekend over het nieuwe virus en onderzoekers en gezondheidswerkers zijn dan ook bezorgd over de effecten van de ziekte bij zwangere vrouwen en hun pasgeborenen. Dit project geeft ons de unieke kans om de impact van de huidige pandemie in deze kwetsbare groep van de populatie te onderzoeken. De belangrijkste doelstelling van dit project is om de impact van de SARS-CoV-2 pandemie op zwangere vrouwen en hun pasgeborenen/zuigelingen te bekijken. Dit zal gedaan worden door de graad van transmissie, de algemene en mentale gezondheidstoestand, de immuniteit en de klinische gevolgen van een klinisch verdachte of laboratorium geconfirmeerde COVID- 19 infectie tijdens de zwangerschap op zwangere vrouwen en neonaten te onderzoeken. Data zullen worden verzameld via online vragenlijsten die tweewekelijks naar zwangere vrouwen zullen worden gestuurd en dit tot 8 weken na de bevalling. Dit zal ons toelaten om de mogelijke gevolgen van COVID- 19 infecties tijdens de zwangerschap te monitorren en om te kijken naar mogelijke negatieve gevolgen van deze infecties voor zowel zwangere vrouwen, foetussen als zuigelingen. Twaalf maanden na de bevalling zullen vrouwen opnieuw gecontacteerd worden om de mogelijke langetermijnsgevolgen van een COVID-19 infectie tijdens de zwangerschap op kinderen in kaart te brengen. Zwangere vrouwen die deelnemen aan deze studie zullen ook gevraagd worden om een maternaal bloedstaal en een navelstrengbloedstaal tijdens de bevalling af te staan om op die manier de prevalentie van SARS-CoV-2 specifieke antistoffen in zwangere vrouwen en pasgeborenen te bepalen alsook het transplacentair transport van SARS-CoV-2 antistofeen van moeder naar kind tijdens de zwangerschap te meten. Resultaten van dit project zullen gebruikt worden om evidence-based aanbevelingen te doen omtrent preventie, behandeling en vaccinatie voor COVID-19 in zwangere vrouwen en neonaten. Ook zal dit project informatie opleveren voor beleidsmakers en experten in de preventieve gezondheidszorg omtrent management van zwangere vrouwen en neoanten tijdens deze pandemie.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Opsporing en opvolging van SARS-CoV-2 infecties in zwangere vrouwen en neonaten. 01/06/2020 - 31/05/2021

Abstract

De huidige pandemie beheerst het leven van ons allemaal. Zoals bij alle infectieziekten, zijn sommige bevolkingsgroepen meer vatbaar voor een ernstig verloop van de ziekte. In de huidige pandemie zijn het vooral de ouderen onder ons en de immunologisch minder sterke mensen die ernstiger ziek worden. Zwangere vrouwen en hun pasgeborenen worden traditioneel ook beschouwd als immunologisch meer kwetsbare groepen voor infectieziekten, door hun andere weerbaarheid tegen infecties in vergelijking met de algemene bevolking. Er is bijzonder weinig gekend over het nieuwe virus en onderzoekers en gezondheidswerkers zijn dan ook bezorgd over de effecten van de ziekte bij zwangere vrouwen en hun pasgeborenen. Dit project geeft ons de unieke kans om de impact van de huidige pandemie in deze kwetsbare groep van de populatie te onderzoeken. De belangrijkste doelstelling van dit project is om de impact van de SARS-CoV-2 pandemie op zwangere vrouwen en hun pasgeborenen/zuigelingen te bekijken. Dit zal gedaan worden door de graad van transmissie, de algemene en mentale gezondheidstoestand, de immuniteit en de klinische gevolgen van een klinisch verdachte of laboratorium geconfirmeerde COVID- 19 infectie tijdens de zwangerschap op zwangere vrouwen en neonaten te onderzoeken. Data zullen worden verzameld via online vragenlijsten die tweewekelijks naar zwangere vrouwen zullen worden gestuurd en dit tot 8 weken na de bevalling. Dit zal ons toelaten om de mogelijke gevolgen van COVID- 19 infecties tijdens de zwangerschap te monitorren en om te kijken naar mogelijke negatieve gevolgen van deze infecties voor zowel zwangere vrouwen, foetussen als zuigelingen. Twaalf maanden na de bevalling zullen vrouwen opnieuw gecontacteerd worden om de mogelijke langetermijnsgevolgen van een COVID-19 infectie tijdens de zwangerschap op kinderen in kaart te brengen. Zwangere vrouwen die deelnemen aan deze studie zullen ook gevraagd worden om een maternaal bloedstaal en een navelstrengbloedstaal tijdens de bevalling af te staan om op die manier de prevalentie van SARS-CoV-2 specifieke antistoffen in zwangere vrouwen en pasgeborenen te bepalen alsook het transplacentair transport van SARS-CoV-2 antistofeen van moeder naar kind tijdens de zwangerschap te meten. Resultaten van dit project zullen gebruikt worden om evidence-based aanbevelingen te doen omtrent preventie, behandeling en vaccinatie voor COVID-19 in zwangere vrouwen en neonaten. Ook zal dit project informatie opleveren voor beleidsmakers en experten in de preventieve gezondheidszorg omtrent management van zwangere vrouwen en neoanten tijdens deze pandemie.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Pneumokokken immuunantwoorden bij zuigelingen: effect van maternale vaccinatie tijdens de zwangerschap 24/11/2015 - 31/12/2016

Abstract

Een Britse studie rapporteerde dat de immunologische antwoorden van jonge zuigelingen op pneumokokkenvaccinatie, negatief werden beïnvloed, wanneer de moeder tijdens de zwangerschap gevaccineerd werd met een kinkhoestbevattend vaccin. Aan de Universiteit Antwerpen loopt een prospectieve klinische studie (clintrial.gov ID NCT01698346) over de effecten van vaccinatie tijdens de zwangerschap. Deze studie biedt de mogelijkheid om de Britse resultaten te valideren en mogelijk negatieve beïnvloeding van maternale vaccinatie op het immuun antwoord van jonge zuigelingen te onderzoeken. Er zijn in de lopende studie bloedstalen beschikbaar die afgenomen werden, voor en na toediening van 2 pneumokokkenvaccins (leeftijd 2 en 4 maanden) en na een derde dosis van een pneumokokkenvaccin op de leeftijd van 12 maanden. Zuigelingen van gevaccineerde en niet-gevaccineerde moeders worden vergeleken. Het project wordt uitgevoerd en gecoördineerd aan de Universiteit Antwerpen, de pneumokokken antistoffen worden bepaald in het University College London, een referentielaboratorium voor de Wereld Gezondheidsorganisatie.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

    Project type(s)

    • Onderzoeksproject

    Vaccinreacties bij zuigelingen na kinkhoest- vaccinatie tijdens de zwangerschap in Thailand. 01/04/2015 - 31/03/2019

    Abstract

    Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de opdrachtgever. UA levert aan de opdrachtgever de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.

    Onderzoeker(s)

    Onderzoeksgroep(en)

    Project type(s)

    • Onderzoeksproject

    Kinkhoestvaccinatie tijdens de zwangerschap: wat is de invloed van maternale antistoffen op het immuunantwoord bij voldragen en premature zuigelingen: de MAMA studie. 01/01/2015 - 31/12/2018

    Abstract

    Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.

    Onderzoeker(s)

    Onderzoeksgroep(en)

      Project type(s)

      • Onderzoeksproject

      Evaluatie van de neonatale hepatitis B vaccinatie dekking en houding in de Mekong-delta (ANBeCAM). 01/09/2014 - 31/08/2016

      Abstract

      Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLIR. UA levert aan VLIR de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.

      Onderzoeker(s)

      Onderzoeksgroep(en)

        Project type(s)

        • Onderzoeksproject

        Gastro-enteritis bij zuigelingen ingeënt tegen rotavirus in België en Vietnam: het effect van maternale antistoffen via borstvoeding en de identificatie van (nieuwe) pathogenen. 01/01/2014 - 31/12/2015

        Abstract

        Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.

        Onderzoeker(s)

        Onderzoeksgroep(en)

          Project type(s)

          • Onderzoeksproject

          Het effect van kinkhoestvaccinatie tijdens de zwangerschap. 01/10/2013 - 30/11/2016

          Abstract

          Het doel van dit onderzoek is om de immunologische effecten te onderzoeken van kinkhoestvaccinatie tijdens de zwangerschap, op zowel zwangere vrouwen als hun kinderen. Verder wil het project het bewijs leveren dat deze strategie bescherming kan bieden aan beiden. De studie wordt uitgevoerd in 2 landen met verschillende epidemiologie, en verschillende vaccins worden gebruikt bij de zuigelingen (België en Vietnam).

          Onderzoeker(s)

          Onderzoeksgroep(en)

            Project type(s)

            • Onderzoeksproject

            Meten van kinkhoest specifieke IgA in de borstvoeding na kinkhoestvaccinatie tijdens de zwangerschap 01/02/2013 - 31/12/2013

            Abstract

            Borstvoeding beschermt jonge zuigelingen tegen infecties via specifieke immuunglobuline A (IgA). Jonge zuigelingen zijn erg vatbaar voor kinkhoest en zijn complicaties. Er is een vatbaarheidsvenster tussen het verlies van beperkte bescherming geboden door de moeder en eigen vaccinatie. Momenteel wordt kinkhoestvaccinatie tijdens de zwangerschap als mogelijkheid onderzocht om zuigelingen te beschermen. De onderzoeksvraag voor dit project is: beïnvloedt kinkhoestvaccinatie tijdens de zwangerschap de hoeveelheid IgA tegen kinkhoest in de borstvoeding? Een ELISA test voor kinkhoest is beschikbaar voor antistofbepalingen in serum. Het eerste doel van deze piloot studie is het valideren van deze test voor gebruik bij borstvoedingsstalen i.s.m. het Departement Farmacie (Prof De Meester, UA). In een tweede fase wordt de invloed van verschillende manipulaties van de stalen vergeleken. Tot slot wordt het totaal IgA en de hoeveelheid specifieke kinkhoest IgA antistoffen vergeleken in 40 borstvoedingsstalen van gevaccineerde vrouwen en 40 stalen van ongevaccineerde vrouwen. Deze piloot studie vormt de basis voor een grotere studie met analyse van borstvoedingsstalen op verschillende tijdstippen bij zuigelingen. Bovendien biedt dit onderzoek de mogelijkheid om een nieuwe postdoctorale onderzoekslijn te starten over de rol van borstvoeding in infectieziekten preventie en verhoogt het de kans op een post doc FWO mandaat in 2013.

            Onderzoeker(s)

            Onderzoeksgroep(en)

              Project type(s)

              • Onderzoeksproject

              Moederlijke Antilichamen tegen bof in een Cohorte van kinderen tot 1 jaar. 31/01/2010 - 30/11/2010

              Abstract

              Dit project onderzoekt de hoeveelheid en duur van aanwezigheid van maternele antistoffen tegen bof bij zuigelingen. De titer antistffen in vrouwen in de vruchtbare leeftijd is afhankelijk van hun vaccinatie toestand, het verdwijnen van de antistoffen over de tijd en het al dan niet bloot staan aan boosters met het wilde type virus. De titer maternele antisotffen bij de kinderen wordt vermoedelijk beinvloed door de titer bij de moeders.

              Onderzoeker(s)

              Onderzoeksgroep(en)

                Project type(s)

                • Onderzoeksproject