Onderzoeksgroep

Expertise

Geschiedenis van de filosofie: negentiende-eeuwse Duitse filosofie, met bijzondere aandacht voor Hegel, de jonghegelianen en de jonge Marx. Cultuurfilosofische thema's: secularisatie, onttovering, filosofie van de politieke mythe. Geschiedenis en kritiek van de metafysica.

Betekenis en moreel zelfbegrip: een verdediging van interpretatieve meta-ethiek. 01/01/2024 - 31/12/2027

Abstract

Dit project reflecteert op een belangrijke intuïtie in het wereldwijde morele protest tegen de Russische invasie in Oekraïne: de intuïtie van objectieve morele waarheid. Het project vertrekt van de constatering dat de moraalfilosofie een zeker wantrouwen heeft aangewakkerd ten aanzien van deze intuïtie, omdat de meeste ethici zeer sceptisch zijn over de metafysische status van objectieve morele oordelen. Via de ontwikkeling van een "interpretatieve metaethiek" wordt duidelijk hoe een hermeneutische benadering een vernieuwende bijdrage levert aan dit debat: (1) door morele oordelen primair hermeneutisch te begrijpen als interpretaties van betekenis, interpretaties die op een fundamentele manier bepalen wie we zijn en (2) door moraliteit te situeren in de historische en culturele context van de moderniteit. Concreet betekent dit het uitwerken van het idee van interpretatieve metaethiek door voort te bouwen op inzichten van Charles Taylor, omdat Taylor als geen ander de verbinding maakt tussen ethiek, hermeneutiek, moreel realisme en cultuurfilosofie. Daarmee wordt de inzet van dit project duidelijk: het ontwikkelen van een nieuwe, meer omvattende ethische theorie van moreel zelfbegrip op basis van hermeneutische inzichten. Het gewicht van die inzet kan nauwelijks worden onderschat: het gaat om niet minder dan het opheffen van het geijkte onderscheid tussen normatieve ethiek en metaethiek, met relevante implicaties voor het cultuurfilosofische debat over de moderne identiteit.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Een herwaardering van menselijk handelen in een meer-dan-menselijke wereld. Naar een nieuw materialistische antropologie. 01/11/2023 - 31/10/2025

Abstract

Hoe moeten we de materiële wereld opvatten als de bron van normativiteit, interconnectiviteit en waarde? Hoe vergroot de erkenning dat niet-menselijke entiteiten agency hebben onze ethische motivatie? Hoe moeten we de menselijke agent opvatten wanneer haar uitzonderlijke status zoveel schade heeft aangericht? Deze vragen staan centraal in nieuw materialistische theorieën, maar worden op paradoxale wijze beantwoord in relatie tot een impliciet en zwak antropologisch kader. De paradox schuilt in (1) een ethische dimensie die wordt binnengebracht door een ontologische herwaardering van de werkelijkheid, waarbij de menselijke agent wordt afgezworen als een superieure agent, maar tegelijkertijd wordt aangesproken als het wezen dat een specifieke houding ten opzichte van de materiële wereld moet innemen; (2) de manier waarop deze menselijke agent uiteindelijk wordt aangesproken om adequater te reageren op kwesties in het ethisch-politieke domein: via een beperkte reeks capaciteiten die haaks staan op de normatieve aantrekkingskracht van de ethisch-politieke kwesties die nieuw-materialisten juist nastreven. Dit project pakt deze dubbele paradox aan en overwint ze door een sterk antropologisch kader te ontwikkelen dat meer in overeenstemming is met de eigen theoretische verbintenissen van het nieuw materialisme en daardoor zijn normatieve streven mogelijk ook kan versterken. Dit kader wordt omschreven als een nieuw materialistische antropologie.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

De herwilding van het moderne leven. Een genealogische beoordeling van een tegencultuur. 01/11/2021 - 31/10/2025

Abstract

Rewilding of herwilding won recent aan populariteit als een modewoord in natuurbehoud, ecologische filosofie en activisme, alsook in nieuwe subculturen die streven naar een rewilding van het menselijke leven. Deze vorm van rewilding heeft tot doel om de mens opnieuw te verbinden met een 'wilde' natuur en manifesteert zich vaak als een tegencultuur van de moderniteit. Waar rewilding door academici vooral benaderd wordt als een ecologische praktijk en ideologie, is het fenomeen tot op heden niet grondig onderzocht als een (tegen)culturele beweging en visie voor het moderne leven. Dit onderzoeksproject beoogt die leemte in te vullen en benadert rewilding als een moderne tegencultuur. Via een genealogisch onderzoek zoekt het naar een gemeenschappelijke dynamiek van moderniteitskritiek onder de diverse manifestaties van rewilding. Twee tradities in het bijzonder kunnen deze cultuurkritische dynamiek verhelderen: de opvatting van het Dionysische in de romantische literatuur en Nietzsches filosofie, en het discours over betovering dat zich ontwikkelde in reactie op Webers onttoveringstheorie. Het opsporen van deze kritische invloeden in de ontstaansgeschiedenis van rewilding schept de mogelijkheid voor een gefundeerde analyse van de filosofische iraties en implicaties van de rewilding-visie. Deze analyse focust niet alleen op de theoretische relevantie van rewilding als een moderne tegencultuur, maar ook op haar praktische potentieel tot culturele transformatie.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Naar een object-georiënteerde-antropologie. Een herwaardering van menselijk handelen in nieuw materialistische ethiek. 01/11/2022 - 31/10/2023

Abstract

Op welke manier moeten we de materiële wereld opvatten als een bron van normativiteit, interconnectiviteit en waarde? Hoe vergroot een opvatting die aan niet-menselijke entiteiten agency toekent een ethische positie met motiverende kracht? Hoe moeten we de menselijke agent opvatten wanneer haar uitzonderlijke status zoveel schade heeft aangericht? Deze vragen staan centraal in een nieuw materialistische ethiek, maar worden op paradoxale wijze beantwoord in verhouding tot een impliciet antropologisch kader. De paradox komt voort uit (1) een ethische dimensie van een ontologische herwaardering van de werkelijkheid, waarbij de mens zowel wordt verbannen uit zijn superieure positie maar tegelijkertijd wordt aangesproken als het wezen dat een specifieke houding moet aannemen ten opzichte van de materiële wereld; (2) de manier waarop deze ethische dimensie wordt verantwoord, namelijk via een zuiver subjectivistisch begrip van ethiek. Nemen we beide punten samen, dan kunnen we een dubbele paradox in de nieuw materialistische ethiek onderscheiden. Hoewel de weerlegging van de exclusieve status van de mens het onderliggende motief is van elk nieuw materialistisch denken, adresseert dit project deze paradox door een object-georiënteerde-antropologie te formuleren als een hermeneutisch kader om deze theoretische moeilijkheden te bestrijden en de normatieve kracht te versterken die zo centraal staan in nieuw materialistische ontologische narratieven.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Trots als een politieke emotie. Een filosofische analyse van trots en de politiek van erkenning voorbij de grenzen van de identiteitspolitiek. 01/10/2018 - 30/09/2022

Abstract

Dit project wil de politieke betekenis van trots onderzoeken. Sinds enkele jaren is er in de politieke filosofie een toenemende belangstelling voor de rol van emoties in de politiek. Maar terwijl sterke emoties zoals woede, angst, ressentiment, verontwaardiging, liefde en medeleven veel aandacht hebben gekregen in recente debatten, blijven de inspanningen om trots als een politieke emotie te onderzoeken relatief schaars. Het huidige project tracht die tekortkoming weg te werken. Het zal beschrijven waarin het kenmerkende politieke potentieel van trots gelegen is en verdedigen waarom het belangrijk is om trots in de politiek ernstig te nemen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Identificatie van de auteurs van de anonieme artikelen in Bruno Bauers Allgemeine Literatur-Zeitung. NLP onderzoeksresultaten als versterking van stilistische, inhoudelijke en contextuele analyses 01/04/2016 - 31/03/2017

Abstract

De Allgemeine Literatur-Zeitung (ALZ) was een tijdschrift onder redactie van Bruno Bauer dat tussen december 1843 en oktober 1844 werd uitgegeven. Met zijn filosofische essays en artikelen, uitvoerige boekbesprekingen, correspondentie en kortverhalen wou het tijdschrift voornamelijk een forum bieden voor de nieuwste ontwikkelingen in de Duitse filosofie. Meer bepaald werd de ALZ het medium voor een specifieke stroming van de jonghegeliaanse filosofie, want Bruno Bauer was op dat ogenblik een van de coryfeeën van de jonghegeliaanse beweging en drukte zijn stempel op het nieuwe tijdschrift. Ondanks zijn belangrijke rol in de transformatie van de Duitse filosofie tijdens de jaren 1830-1848 werd er tot vandaag weinig onderzoek verricht naar het tijdschrift. Het project wil hier verandering in brengen door bij te dragen aan een wetenschappelijk verantwoorde heruitgave van de ALZ. De ALZ bevat 31 anonieme artikelen. Dat betekent dat in de oorspronkelijke uitgave van de ALZ het authentieke auteurschap van ongeveer de helft van de artikelen niet werd onthuld. De eerste doelstelling van dit project is om in de nieuwe uitgave bij elk van deze artikelen uitvoerige annotaties op te stellen die ofwel de toewijzing van een artikel aan een auteur ondersteunen ofwel verdedigen waarom er geen auteur met grote zekerheid toe te wijzen valt. De specifieke uitdaging is om bestaande en nieuwe analyses van stilistische, inhoudelijke en contextuele aard te versterken met onderzoeksresultaten van natural language processing. De tweede doelstelling van het project is om een nieuwe en grondig gefundeerde interpretatie te ontwikkelen van de filosofische rol en betekenis van de ALZ.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject