Loodwitspeciatie: een technische marker om schilderijen en verflagen te dateren. 01/10/2021 - 30/09/2025

Abstract

Recente ontwikkelingen in chemische beeldvorming kunnen een doorbraak forceren in een van de belangrijkste uitdagingen voor schilderijenconservatie: de behandeling van hybride kunstwerken die erfgoedprofessionals confronteert met een complex amalgaam van originele en niet-originele lagen, geaccumuleerd tijdens verschillende interventies. Met name de recente introductie van macro X-stralen poeder diffractie beeldvorming (MA-XRPD) in het erfgoedveld maakt het nu mogelijk om subtypes van pigmenten te differentiëren met een ongekende chemische specificiteit, zonder dat het nodig is om het kunstwerk daarvoor te bemonsteren of te verplaatsen. Het vermogen om kristalfasen in kunstenaarsmaterialen te identificeren en te kwantificeren, maakt het voor het eerst mogelijk om de pigmenten van oude meesters op betrouwbare wijze te onderscheiden van hun equivalenten uit het industriële tijdperk, gebruikt door de (hyper-)restauratoren en vervalsers van de 19de-20ste eeuw. Binnen het assortiment aan pigmenten heeft loodwit het meeste potentieel om te fungeren als marker voor 'pigment anachronisme' en dit vanwege de alomtegenwoordigheid ervan. Loodwit vindt men immers in bijna alle verflagen van voor de Tweede Wereldoorlog. Daarenboven demonstreerden eerdere MA-XRPD-experimenten op schilderijen een duidelijke historische variatie in de massaverhouding van de verbindingen in loodwit, zijnde cerussiet (PbCO3), hydrocerussiet (2PbCO2.Pb (OH)2) en plumbonacriet (PbO.3PbCO3). Pb(OH)2). Deze variaties worden tentatief toegeschreven aan de geleidelijke verbetering van productiemethoden in de loop van de tijd. Hoewel de drastische omschakeling naar grootschalige industriële processen aan het einde van de 18de eeuw, een fundamentele impact op de chemische samenstelling van loodwit laten vermoeden, werden de productieprocessen en de kristallografische samenstelling van loodwit uit het industriële tijdperk nooit bestudeerd. Het discrimineren tussen origineel penseelwerk en jongere verfstreken op basis van de relatieve kristalfasesamenstelling van loodwit, wordt bijgevolg momenteel verhinderd door een gebrek aan betrouwbare informatie over de samenstelling van loodwit uit het industriële tijdperk (1750-1940). In de specifieke context van loodwit wordt de ontdekking en productie van CO2 in 1750 beschouwd als startdatum voor het industriële tijdperk, terwijl WO II de start van de vervanging van loodwit door titaanwit markeert. Daarom stellen we voor om de chemische signatuur van (modern) loodwit te definiëren door pigmentpoeders te analyseren die nauwkeurig werden gereproduceerd in een chemische laboratoriumomgeving, volgens de productieprocessen beschreven in historische tekstuele bronnen. Op deze manier zal de chemische vingerafdruk van de gereproduceerde loodwit subtypes dienen als ground truth voor de verwachte variatie in historische schilderijen. In de volgende stap wordt de representativiteit van deze vingerafdruk ingeschat door een relevante groep schilderijen uit het einde van de 18de tot het begin van de 20ste eeuw in museumcollecties te analyseren. Vervolgens wordt bepaald in welke mate MA-XRPD daadwerkelijk loodwit uit het industriële tijdperk chemisch kan contrasteren met traditioneel loodwit op echte, complexe schilderijen. Dit laatste gebeurt door in situ metingen op reeds goed bestudeerde 'hyperrestauraties'. Voorbeelden van de laatste zijn schilderijen uit de 15de eeuw met excessieve maar goed gedocumenteerde overschilderingen. In een laatste stap zal de meerwaarde van dit onderzoek gevaloriseerd worden tijdens de derde en laatste restauratiefase van Van Eycks' Lam Gods, die conservatoren confronteert met een bijzonder ingewikkeld, hybride en heterogeen verfsysteem.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject