Het aanpassingsvermogen van kleine zoogdieren aan nieuw gevormde habitaten in gefragmenteerd tropisch regenwoud: ecologische en genetische achtergronden. 01/10/2008 - 30/09/2010

Abstract

Een eerste vereiste zal zijn om de kleine zoogdierfauna van de gewijzigde gebieden rond Kisangani grondig taxonomisch te beschrijven. De regenwoudfauna bevat een aantal cryptische of zelfs nog niet beschreven vormen. Een gedetailleerde taxonomische studie van de kleine zoogdieren in de antropogene gebieden en een vergelijking met de oorspronkelijke fauna moet dan ook toelaten om uit te maken welke exact de soorten zijn die zich met succes hebben kunnen handhaven onder de gewijzigde biotoopsomstandigheden. De tweede doelstelling is om de dynamiek, demografie en life-history eigenschappen te vergelijken van de populaties in de antropogene gebieden met de conspecifieke populaties in het regenwoud. Dit werk zal gebaseerd zijn op vangst-hervangststudies. De derde doelstelling is om van de beschreven soorten de genetische structuur na te gaan en opnieuw te vergelijkingen met die van dezelfde soorten in het regenwoud. Hierbij zal gekeken worden naar de genetische variatie op populatieniveau binnen het regenwoud en de secundaire graslanden, de structurering van de populatie, het voorkomen van eiland- of foundereffecten, de uitwisseling van genetisch materiaal met naburige populaties in oorspronkelijke en antropogene biotopen met daarbij de vraag in hoeverre de populaties in de savannes autonoom functioneren, dan wel telkens terug aangevuld worden uit omgevende regenwoudpopulaties.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Het aanpassingsvermogen van kleine zoogdieren aan nieuw gevormde habitaten in gefragmenteerd tropisch regenwoud: ecologische en genetische achtergronden. 01/10/2006 - 30/09/2008

Abstract

Een eerste vereiste zal zijn om de kleine zoogdierfauna van de gewijzigde gebieden rond Kisangani grondig taxonomisch te beschrijven. De regenwoudfauna bevat een aantal cryptische of zelfs nog niet beschreven vormen. Een gedetailleerde taxonomische studie van de kleine zoogdieren in de antropogene gebieden en een vergelijking met de oorspronkelijke fauna moet dan ook toelaten om uit te maken welke exact de soorten zijn die zich met succes hebben kunnen handhaven onder de gewijzigde biotoopsomstandigheden. De tweede doelstelling is om de dynamiek, demografie en life-history eigenschappen te vergelijken van de populaties in de antropogene gebieden met de conspecifieke populaties in het regenwoud. Dit werk zal gebaseerd zijn op vangst-hervangststudies. De derde doelstelling is om van de beschreven soorten de genetische structuur na te gaan en opnieuw te vergelijkingen met die van dezelfde soorten in het regenwoud. Hierbij zal gekeken worden naar de genetische variatie op populatieniveau binnen het regenwoud en de secundaire graslanden, de structurering van de populatie, het voorkomen van eiland- of foundereffecten, de uitwisseling van genetisch materiaal met naburige populaties in oorspronkelijke en antropogene biotopen met daarbij de vraag in hoeverre de populaties in de savannes autonoom functioneren, dan wel telkens terug aangevuld worden uit omgevende regenwoudpopulaties.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Aanpassingsvermogen aan secundaire habitats: ecologische en populatiegenetische studie van het knaagdiergenus Praomys s.l. in gefragmenteerd regenwoud. 01/10/2005 - 30/09/2006

Abstract

De eerste doelstelling is het grondig taxonomisch beschrijven van de kleine zoogdierfauna van de gewijzigde gebieden rond Kisangani, aangezien de regenwoudfauna een aantal cryptische of zelfs nog niet beschreven vormen bevat, ook binnen Praomys (6). Zo kunnen we nagaan welke juist de soorten zijn die zich met succes hebben kunnen handhaven onder de gewijzigde biotoopomstandigheden. De tweede doelstelling is om van de beschreven soorten de genetische structuur na te gaan en deze te vergelijken met de genetische structuur van dezelfde soorten in het regenwoud. Vragen die daarbij gesteld zullen worden zijn het vergelijken van de genetische variatie op populatieniveau binnen het regenwoud en de savannes, de structurering van de populatie en het voorkomen van eiland- of foundereffecten (7). De derde doelstelling is de dynamiek, demografie en life-history eigenschappen van de Praomys-populaties in de antropogene gebieden te vergelijken met de conspecifieke populaties in het regenwoud, en voor wat betreft. het genus Mastomys ook met de zeer goed gedocumenteerde populaties in grasland in Oost-Afrika (5).

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject