Onderzoeksgroep

Expertise

Grondwettelijk recht : rechten en vrijheden, federale instellingen, staatshervorming, rechtsbescherming, meerlagige rechtsorde

Taalrechten, –beleid en praktijk in meertalige samenlevingen: beantwoordt het juridisch kader aan de noden en bezorgdheden van personen behorend tot taalminderheden en van het bestuur? 01/02/2019 - 31/07/2019

Abstract

Verschillende domeinen waar taal-gerelateerde uitdagingen worden gegenereerd door taaldiversiteit hebben reeds ruime aandacht hebben gekregen in de wetenschappelijke literatuur. Studies over contacten tussen het bestuur en anderstaligen1 binnen de hedendaagse taaldiversiteit zijn echter eerder beperkt, ondanks dat verscheidene bronnen erop wijzen dat de bestaande taalwetgeving als moeilijk te implementeren wordt ervaren in de praktijk. Het belang van de gebruikte taal in deze administratieve contacten mag niet onderschat worden, gezien de invloed die taal heeft op de toegang van particulieren tot de administratieve dienstverlening en aldus op het genot van verschillende (subjectieve) rechten, alsook op het functioneren van administratieve diensten. Het doel van dit onderzoek is om een empirisch inzicht te bieden tot dit minder bestudeerd domein, alvast wat betreft de recente literatuur. Dit onderzoeksproject bekijkt de bestaande praktijken en geformuleerde noden aangaande de betrekkingen tussen anderstaligen en lokale administratieve diensten. Het beoogt om vanuit het perspectief van de betrokkenen – de administratieve diensten en de anderstaligen – te bekijken hoe ze omgaan met taaldiversiteit en welke spanning ontstaat tussen de relevante regelgeving en de praktijk. Binnen dit onderzoeksproject wordt focust op de Sorben en de Turkssprekende personen in Duitsland alsook de Franstaligen en Turkssprekende personen in België. Deze selectie omvat zowel (mogelijke) 'oude' als 'nieuwe' minderheden, welke momenteel een verschillende rechtsbescherming genieten. Duitsland heeft het "Kaderverdrag ter bescherming van de nationale minderheden" namelijk geratificeerd en erkent de Sorben als minderheid, doch 'Turkse personen'2 niet. Dit terwijl België het Kaderverdrag niet heeft geratificeerd, gegeven de moeilijkheden bij het definiëren van het concept nationale minderheid in de Belgische context alsook met de juridische verplichtingen gegeneerd door het verdrag. Dit onderzoek richt zich op verschillende administratieve diensten, die werden geselecteerd op basis van criteria, zoals de initiatiefnemer van het contact, de urgentie van het contact en de aanwezigheid van een bepaalde doelgroep. Dit leidde tot de volgende selectie van administratieve diensten: communicatie bij noodsituaties en rampen, de burgerlijke stand, diensten bevoegd voor de ophaling van huisvuil, ombudsdiensten en sociale diensten. De selectie van gemeenten, waar het onderzoek gevoerd werd, is gebaseerd op de aanwezigheid van personen behorend tot de geselecteerde groepen, voorgaande taalincidenten en het taalbeleid van lokale overheden.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Grondwettelijke beginselen over de uitbesteding van wetgevende bevoegdheid aan niet-democratisch gelegitimeerde actoren in Europese staten 01/10/2017 - 14/03/2019

Abstract

Wie anders dan de wetgever moet wetten maken? En toch schuift elke wetgever in Europa enige bevoegdheid om wetten te maken door naar andere actoren. Traditioneel werd de wetgevende bevoegdheid overgedragen aan de uitvoerende macht. Recenter ontvangen ook openbare instellingen en private actoren uitbestede, wetgevende bevoegdheden. Waar de uitvoerende macht nog steeds gecontroleerd wordt door kiezers of de parlementaire vertegenwoordiging van kiezers, geldt dit niet – of in mindere mate - voor deze 'niet-politiek verantwoordelijke actoren'. Welke mechanismen bestaan er om in te grijpen wanneer wetgevende macht op een te verregaande manier wordt overgedragen? Hoe controleren we die wetgevende niet-politiek verantwoordelijke actoren? Europese grondwetten blijven doorgaans het antwoord verschuldigd op deze fundamentele vragen. Daarom tasten beleidsmakers, politici en juridische rechtsbeoefenaars in het duister omtrent de juridische duurzaamheid en de uiterste grenzen van wetgevende uitbesteding aan niet-politiek verantwoordelijke actoren. Het onderzoek tracht eerst om, vanuit bestaande verdragen, grondwetten en wetten, constitutionele beginselen af te leiden die de grenzen vastleggen voor wetgevers om wetgevende bevoegdheden over te dragen. Ten tweede stelt het onderzoek minimale juridische waarborgen vast waaraan de normen, die deze niet-politiek verantwoordelijke actoren uitvaardigen, tegemoet dienen te komen. Uiteindelijk stelt rechtsvergelijking tussen België, Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk ons in de mogelijkheid om een beter zicht te krijgen op deze cruciale praktijk in moderne regelgeving.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

De grondwettelijke beginselen voor de uitbesteding van wetgevende macht aan niet-democratisch gelegitimeerde actoren in Europese staten. 01/10/2015 - 30/09/2017

Abstract

Wie anders dan de wetgever moet wetten maken? En toch schuift elke wetgever in Europa enige bevoegdheid om wetten te maken door naar andere actoren. Traditioneel werd de wetgevende bevoegdheid overgedragen aan de uitvoerende macht. Recenter ontvangen ook openbare instellingen en private actoren uitbestede, wetgevende bevoegdheden. Waar de uitvoerende macht nog steeds gecontroleerd wordt door kiezers of de parlementaire vertegenwoordiging van kiezers, geldt dit niet – of in mindere mate - voor deze 'niet-politiek verantwoordelijke actoren'. Welke mechanismen bestaan er om in te grijpen wanneer wetgevende macht op een te verregaande manier wordt overgedragen? Hoe controleren we die wetgevende niet-politiek verantwoordelijke actoren? Europese grondwetten blijven doorgaans het antwoord verschuldigd op deze fundamentele vragen. Daarom tasten beleidsmakers, politici en juridische rechtsbeoefenaars in het duister omtrent de juridische duurzaamheid en de uiterste grenzen van wetgevende uitbesteding aan niet-politiek verantwoordelijke actoren. Het onderzoek tracht eerst om, vanuit bestaande verdragen, grondwetten en wetten, constitutionele beginselen af te leiden die de grenzen vastleggen voor wetgevers om wetgevende bevoegdheden over te dragen. Ten tweede stelt het onderzoek minimale juridische waarborgen vast waaraan de normen, die deze niet-politiek verantwoordelijke actoren uitvaardigen, tegemoet dienen te komen. Uiteindelijk stelt rechtsvergelijking tussen België, Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk ons in de mogelijkheid om een beter zicht te krijgen op deze cruciale praktijk in moderne regelgeving.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Het Grondwettelijk Hof gekneld tussen zijn rol als hoeder van consensusdemocratie en deliberatieve verwachtingen. 01/01/2013 - 31/12/2016

Abstract

Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

De bevoegheidsverdeling in het Belgisch federaal bestel: van "exclusieve" naar "coöperatieve" uitoefening van de bevoegdheden? 01/01/2008 - 31/12/2011

Abstract

Het onderzoek zal vier luiken hebben: 1. In de eerste plaats zal worden nagegaan welke basisbeginselen er thans daadwerkelijk aan de bevoegdheidsverdeling in het Belgisch federaal bestel ten grondslag liggen. Daartoe zullen de arresten van het Arbitragehof en de adviezen van de Raad van State, afdeling Wetgeving, systematisch worden ontleed. Vooral de vraag naar de mate waarin het exclusiviteitsbeginsel al dan niet dient te worden gerelativeerd, staat centraal. 2. In een tweede deel zal worden onderzocht in welke mate de ontwikkeling die zich in België voltrekt, kan worden verklaard tegen de achtergrond van de begrippen "coöperatieve federale staat" en "multilevel governance". In dit deel zal een beperkte en strikt functionele rechtsvergelijking plaats vinden naar fenomenen van niet-exclusieve bevoegdheidsuitoefening in andere federale staten en zullen anderzijds ook inzichten uit de wetgevingsleer over "mulit-level-governance" in federaal verband, worden gepresenteerd. 3. In een derde deel zal worden nagegaan -aan de hand van de (schaarse) Europese rechtspraak en aan de hand van de interne omzetting van Europese richtlijnen in het nationaal recht - of ook het Europees recht de ontwikkeling kan verklaren. 4. Tenslotte zal worden onderzocht of het noodzakelijk en/of wenselijk is om de bevoegdheidsverdelende regels uit de Grondwet en de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, o.m. deze inzake het coöperatief federalisme, verder te verfijnen met het oog op een coherente uitoefening van de bevoegdheden.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Studieopdracht uitvoering artikel 35 grondwet. 01/12/2007 - 01/09/2008

Abstract

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Leerstoel Discriminatierecht. 01/09/2007 - 31/08/2009

Abstract

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

De bevoegdheidsverdeling in het Belgisch federaal bestel: van "exclusieve" naar "coöperatieve" uitoefening van de bevoegdheden? 01/07/2007 - 31/12/2011

Abstract

Het project betreft een onderzoek naar de beginselen van bevoegdheidsverdeling die thans in het Belgisch federaal bestel gelden. Het beoogt deze beginselen op te sporen door een analyse van de rechtspraak van het Arbitragehof en de adviezen van de Raad van State. Het beoogt deze beginselen te duiden in het licht van de theorie over de "coöperatieve federale staat". Het strekt er ook toe na te gaan of ze in overeenstemming zijn met het Europees recht.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Steunpunt Buitenlands Beleid, Toerisme en Recreatie (2007-2011). 01/01/2007 - 31/12/2011

Abstract

Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

De bescherming van grondrechten tegen schendingen door de regelgever in convergerende nationale en Europese rechtsordes. 01/01/2007 - 31/12/2010

Abstract

Het project beoogt een rechtsvergelijkende analyse te maken van de verhoudingen van rechtscolleges op nationaal en Europees niveau inzake de bescherming van grondrechten tegen optreden of nalaten van de materiële wetgever. Zowel nationale verhoudingen als de interactie van het Hof van Justitie met de nationale rechter komen daarbij aan bod. De Europese dimensie speelt hierbij een bijzondere rol. Om te verzekeren dat het gemeenschaprecht volledig effect kan sorteren, moeten lidstaten hun rechtssysteem organiseren op dergelijke wijze dat elke bepaling van nationaal recht die strijdt met gemeenschapsrecht opzij kan worden gezet. In het domein van de mensenrechten moeten nationale rechters dus de rechtsbescherming waarin is voorzien in de nationale rechtsorde combineren met de verplichtingen die voortvloeien uit het Europees Gemeenschapsrecht, waarbij ze tevens moeten rekening houden met het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, dat minimum vereisten stelt inzake het niveau van rechtsbescherming. Nagegaan wordt op welke wijze knelpunten kunnen worden opgelost binnen het kader van het huidige systeem van rechtsbescherming. Vervolgens wordt onderzocht op welke wijze het huidige systeem van rechtsbescherming eventueel kan worden hervormd om te komen tot een efficiënte en coherente vorm van rechtsbescherming binnen een redelijke termijn.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Powers of national Parliaments to require governments and other executive bodies to produce documents in their posession, in particular reports and minutes related to internal administrative enquiries. 01/10/1998 - 31/10/1998

Abstract

Vergelijkende studie van het recht van de lidstaten van de Europese Gemeenschap over het onderwerp: ' Powers of national Parliaments to require governments and other executive bodies to produce documents in their posession, in particular reports and minutes related to internal administrative enquiries.'

Onderzoeker(s)

  • Promotor: Velaers Jan
  • Co-promotor: Rimanque Karel
  • Co-promotor: Van den Broeck Bob

Onderzoeksgroep(en)

    Project type(s)

    • Onderzoeksproject

    Opstellen van een document over welke rol de Raad van Europa kan spelen in een aantal Belgische institutionele dossiers. 01/05/1998 - 30/09/1998

    Abstract

    Onderzoeker(s)

    Onderzoeksgroep(en)

      Project type(s)

      • Onderzoeksproject

      Onderzoek naar de mogelijkheden om binnen de bestaande wetgeving vertegenwoordigers van ondemocratische partijen te weren uit de afvaardiging van de inrichtende overheid in culturele organisaties, in gemeentelijke en in OCMW-instellingen. 01/05/1998 - 30/06/1998

      Abstract

      Onderzoeker(s)

      Onderzoeksgroep(en)

        Project type(s)

        • Onderzoeksproject

        Rechtsvergelijkend onderzoek naar justitiële structuren en beleid in federale staten. 01/01/1998 - 30/04/1998

        Abstract

        -opmaak van een rechtsvergelijkende inventaris van de bevoegdheden van de deelstaten op het vlak van justitie in relevante federale staten.//..- onderzoek naar de mogelijkheden van defederalisering van onderdelen van de justitie in het Belgisch staatsverband, met bijzondere aandacht voor Brussel//..- onderzoek van specifieke punten, met name de bevoegdheid voor de pro-deo-vergoedingen, de mogelijke splitsing van het gerechtelijk arrondissement Brussel, de bevoegdhedi voor de taalwetgeving in gerechtszaken.

        Onderzoeker(s)

        Onderzoeksgroep(en)

          Project type(s)

          • Onderzoeksproject

          Het begrip armoede in het recht 01/10/1997 - 31/10/1999

          Abstract

          De invloed van recent sociaal-economisch onderzoek op wetgeving en rechtspraak. Receptie van groeiende aandacht armoedeproblematiek in het recht via wettelijke definities en open rechtsnormen.

          Onderzoeker(s)

          Onderzoeksgroep(en)

            Project type(s)

            • Onderzoeksproject

            De adviezen van de Raad van State in constitutionele aangelegenheden. 01/01/1995 - 31/12/1996

            Abstract

            Alhoewel de verplichting het advies te vragen van de Raad van State reeds in 1946 in de wet op de Raad van State werd ingevoerd, is er in ons land nog nooit enig systematisch onderzoek verricht naar de adviespraktijk. Met name is nooit onderzocht in welke mate de door de Raad van State uitgebrachte adviezen worden gevolgd. Dit onderzoek wil een bemlangrijk aspect van de problematiek in kaart brengen, mat name de adviezen van de Raad van State in constitutionele aangelegenheden.

            Onderzoeker(s)

            Onderzoeksgroep(en)

              Project type(s)

              • Onderzoeksproject

              Het begrip vluchteling in de Conventie van Geneve en de interpretatie ervan in de rechtspraak in meerdere Europese en Noordamerikaanse landen. 30/09/1992 - 29/09/1995

              Abstract

              Na analyse en vergelijking van de rechtspraak in Belgie, Canada, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannie, Italie, Nederland, Oostenrijk, Spanje, de Verenigde Staten en Zwitserland, zullen voorstellen voor de harmonisatie van de interpretatie van het begrip vluchteling zoals gedefinieerd in het verdrag van Geneve van 28 juli 1951 worden geformuleerd.

              Onderzoeker(s)

              Onderzoeksgroep(en)

                Project type(s)

                • Onderzoeksproject