Het vaststellen van een Correlate of Protection (CoP) voor Respiratoir Syncytieel Virus (RSV): focus op het F-eiwit en zuigelingen. 01/11/2023 - 31/10/2025

Abstract

Verscheidene RSV-vaccins, vaak gebaseerd op het recombinante fusie-eiwit (F) dat in de prefusie conformatie is gestabiliseerd, bevinden zich in een vergevorderd stadium van klinische ontwikkeling. Deze vaccins zijn gericht op ouderen en zwangere vrouwen, hoewel de behoefte het grootst is bij kinderen. RSV prefusie F lijkt niet te resulteren in voldoende beschermende RSV-immuniteit bij kinderen, en dat een Correlate of Protection (CoP) mogelijks anders is dan bij volwassenen. Het bepalen van een CoP voor kinderen blijkt zeer uitdagend en er zijn veel inconsistente resultaten gerapporteerd. Ik zal een uitgebreide studie doen om het antilichaamrepertoire van zwangere vrouwen, pasgeborenen en jonge kinderen tot 16 maanden, o.a. m.b.v. een uitgebreid panel van RSV F-specifieke monoklonale antilichamen, te analyseren. Ook zullen verschillen in de processing van RSV F in primaire epitheelcellen van kinderen en volwassenen (WD-PNECs) worden onderzocht door het virus te karakteriseren met aandacht voor de structuur van het F-eiwit en de aanwezigheid van epitopen. Antilichaamrepertoires en viruskenmerken zullen worden gecorreleerd met het begin en de ernst van RSV-infectie bij kinderen. Finaal zullen monoklonale antilichamen worden ontwikkeld m.b.v. subtractieve immunisatie om epitopen te targetten die correleren met een beschermende CoP bij kinderen. Dit ondersteunt het doel om een CoP bij kinderen te vinden en zal helpen om de ontwikkeling van vaccins bij kinderen te versnellen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

ESPID - Klein onderzoeksproject 17/10/2023 - 31/12/2024

Abstract

Kinkhoest is een besmettelijke luchtweginfectie die vooral kinderen onder de leeftijd van één jaar treft. De huidig beschikbare vaccins kunnen pas vanaf de leeftijd van 6 weken worden toegediend waardoor zuigelingen in de eerste levensweken niet beschermd zijn tegen kinkhoest. Om dit vatbaarheidsvenster voor infectie bij zuigelingen te sluiten werd kinkhoestvaccinatie tijdens de zwangerschap in verschillende landen wereldwijd geïmplementeerd. Kinkhoestvaccinatie tijdens de zwangerschap zorgt voor een stijging in ziekte-specifieke antistoffen bij de zwangere vrouwen die doorheen de placenta van moeder naar kind worden getransporteerd. Naast antilichamen spelen ook cellulair gemedieerde immuunreacties zoals cytokines spelen een belangrijke rol bij het opruimen van infecties in het lichaam . Echter, er is slechts een beperkte hoeveelheid onderzoek uitgevoerd die bekijkt of deze cytokines ook langs de placenta van moeder naar kind worden getransporteerd. De huidige studie onderzoekt daarom het cytokinetransport van moeder naar kind doorheen de placenta tijdens de zwangerschap na kinkhoestvaccinatie tijdens de zwangerschap. Cytokineniveaus zullen gemeten worden met de Meso-Scale Discovery technologie in maternale en navelstengbloedstalen bij de bevalling. Deze studie zal meer inzicht verwerven in de immunobiologie van vaccinatie tijdens de zwangerschap.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Vaccineerbare aandoeningen bij zwangere en lacterende vrouwen. 01/01/2023 - 31/12/2026

Abstract

Door de vatbaarheid van zwangere vrouwen, foetussen en zuigelingen voor infectieziekten kreeg maternale vaccinatie meer aandacht. Echter, het optimale tijdspunt voor vaccinatie tijdens de zwangerschap is nog ongekend. Bovendien zijn er veranderingen in de immuunfunctie tijdens de zwangerschap als het vaccin op een ander moment wordt gegeven wat een invloed kan hebben op de immuunrespons en de kinetiek van antistoffen opgewekt door vaccinatie tijdens de zwangerschap in bloed en moedermelk. Aangezien er verschillende aanbevelingen voor maternale vaccinatie geïmplementeerd zijn, rijst de vraag of het toedienen van meerdere vaccins tijdens de zwangerschap of in de postpartum periode een impact kan hebben op de immuunrespons en mogelijks interactie kan veroorzaken in de kinetiek van antistoffen die door verschillende vaccins worden opgewekt. Binnen dit project willen we het optimale tijdspunt voor vaccinatie tijdens de zwangerschap bepalen alsook de kinetiek en mogelijke interactie van antistoffen opgewekt door verschillende vaccins bestuderen. Hiervoor zullen we een kader ontwerpen waarin we statistische methodes combineren met mathematische modellen voor infectieziekten. Zo kunnen we het ontwerp en de analyse van studies over maternale vaccinatie verbeteren. De focus binnen dit project zal liggen op kinkhoest en COVID-19, maar resultaten zullen ook toegepast kunnen worden op andere infectieziekten waarvoor vaccins kunnen toegediend worden tijdens de zwangerschap of lactatie.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Het optimale tijdspunt voor vaccinatie tijdens de zwangerschap: een multidimensionele mechanistische aanpak voor het meten van immuunresponsen in zwangere vrouwen. 01/01/2021 - 31/12/2024

Abstract

Vaccinatie tijdens de zwangerschap kreeg in de laatste jaren veel aandacht door zijn doeltreffendheid om zuigelingen te beschermen tegen infectieziekten. Echter, de optimale ontwikkeling van deze vaccinatiestrategie is gelimiteerd door de beperkte kennis omtrent immuunresponsen na vaccinatie bij zwangere vrouwen. Het immuunsysteem ondergaat tijdens de zwangerschap dynamische veranderingen die een invloed kunnen hebben op de vaccinrespons wanneer men vaccineert in een verschillend zwangerschapstrimester. Binnen dit project zullen we daarom het effect van vaccineren op een verschillend moment in de zwangerschap op zowel de cellulaire als de antistof-afhankelijke immuniteit (titers, subklasse, functionaliteit, glycosylatie) in bloed onderzoeken. Daarnaast zullen we ook kijken naar het effect van deze timing op de moleculaire basis van het transport van maternale antistoffen doorheen de placenta. Ook zal er een "proof of concept" model ontwikkeld worden dat de impact van de timing van maternale vaccinatie op moedermelk meet door de bepaling van kwantitatieve en kwalitatieve eigenschappen van antistoffen in moedermelk. Daarnaast zal er een in-vitro M-cel model gevalideerd worden dat enkele aspecten van de beschermende rol van moedermelk kan evalueren. In dit project ligt de focus op kinkhoest, maar de resultaten van dit project kunnen later gebruikt worden bij de ontwikkeling van andere vaccins die toegediend kunnen worden tijdens de zwangerschap (GBS, RSV, CMV, SARS-CoV-2…).

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Ontwikkeling en validatie van een "in vitro microfold" cel model om de rol van antistoffen in moedermelk in de bescherming van de pasgeborene tegen kinkhoest te onderzoeken. 01/04/2023 - 31/03/2024

Abstract

Kinkhoest is een infectie van de bovenste luchtwegen die vooral een ernstig ziekteverloop kent bij zuigelingen die nog te jong zijn om al beschermd te zijn door de momenteel beschikbare vaccins tegen kinkhoest. Om deze zuigelingen beter te beschermen implementeerden een verschillende landen wereldwijd kinkhoestvaccinatie tijdens de zwangerschap. Vaccinatie met een tetanus, difterie, acellulair kinkhoest vaccin verhoogt de titer van kinkhoest-specifieke antistoffen bij zwangere vrouwen, die vervolgens via transplacentair transport en borstvoeding worden overgedragen op de pasgeborene en passieve bescherming bieden aan de zuigeling in de eerste kwetsbare weken na de geboorte. Beperkt onderzoek geeft aan dat deze antistoffen in moedermelk zorgen voor lokale mucosale immuniteit in de darmen en de luchtwegen, maar of zij daadwerkelijk doorheen de mucosa getransporteerd kunnen worden en mogelijk systemische bescherming bieden tegen de ziekte, is momenteel niet onderzocht. Het voorgestelde project beoogt de ontwikkeling en validatie van een in vitro microfold (M)-cel model dat de darmwand van zuigelingen nabootst, om het transport van secretoire IgA (sIgA) antistoffen in moedermelk vanuit de darm- en luchtwegen naar de bloedcirculatie van de pasgeborene te onderzoeken. Daartoe zullen Caco-2 cellen en Raji cellen op een transwell gekweekt worden om M-cellen te vormen; de vorming van M-cellen zal worden onderzocht met confocale microscopie. Om het model te valideren zullen totaal sIgA antistoftiters in een beperkt aantal moedermelkstalen worden gemeten met behulp van ELISA voor en na diffusie doorheen het model. Na validatie zullen de totaal en kinkhoest-specifieke sIgA-antistoftiters in moedermelkstalen op grotere schaal worden gemeten om het mucosaal transport van antistoffen doorheen de gastrointestinale en respiratoire tract te bepalen. Dit model zou een doeltreffend en goedkoop instrument kunnen zijn dat bijdraagt tot het onderzoek naar het effect van vaccinatie tijdens de zwangerschap op de bescherming via borstvoeding. Het project zou ook de basis kunnen vormen voor meer onderzoek in dit gebied in de context van andere belangrijke immunoglobulinen en andere infectieziekten waarvoor tijdens de zwangerschap vaccins kunnen worden toegediend.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Onderzoek om vertrouwen in vaccinatie tijdens de zwangerschap te verhogen door digitale communicatie interventies 23/09/2021 - 28/02/2022

Abstract

Aangezien zwangere vrouwen, foetussen en pasgeboren kinderen meer vatbaar zijn voor morbiditeit en mortaliteit gerelateerd aan infectieziekten, is het enorm belangrijk om de barrières geassocieerd met toedienen van vaccinaties tijdens de zwangerschap in kaart te brengen. Op die manier kan terughoudendheid ten opzichte van vaccine verlaagt worden en kan de vaccinatiegraad in zwangere vrouwen, vrouwen van vruchtbare leeftijd en vrouwen die borstvoeding geven verhoogd worden. Om de verschillende aspecten van communicatie via sociale media en de impact hiervan op vertrouwen ten opzichte van vaccins en de vaccinatiegraad in zwangere vrouwen, vrouwen van vruchtbare leeftijd en vrouwen die borstvoeding te bestuderen werd een multidisciplinaire groep van experten van de Universiteit Antwerpen samengesteld. Er werden 5 onderzoeksdoelstellingen geformuleerd: - Het bestuderen van de impact van de COVID-19 pandemie en de verhoogde sociale media communicatie en zoekgedrag via sociale media op attitude en vertrouwen ten aanzien van maternale vaccins - Ontwikkelen van een luister- en monitoringtool voor sociale media, specifiek voor maternale vaccinaties, die kan bijdragen tot het creëren van een systeemmap met sociale media data die beïnvloedende factoren identificeert die "vaccine hesitancy" over de tijd kunnen monitoren. - Het identificeren van de connectie tussen beïnvloedende factoren via "systemic thinking" om de dynamiek tussen factoren te detecteren die kunnen leiden tot een verhoging van het vertrouwen in vaccins. - Experimentele evaluatie van de impact van mogelijk sociale media communicatiestrategieën op gedrag tov maternale vaccinatie. - Vergelijking van beïnvloedende factoren tussen verschillende landen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

COVID-19 vaccinatie in zwangere en lacterende vrouwen in België (PREGCOVAC.BE). 15/02/2021 - 31/12/2022

Abstract

Vrouwen willen of moeten vaak gevaccineerd worden tijdens de zwangerschap of borstvoeding. Dit kan gebeuren in het kader van een reis, een boostervaccinatie of een heersende epidemie. Bovendien wordt vaccinatie tijdens de zwangerschap beschouwd als een valide methode om de pasgeborene immunologisch te beschermen. De uitsluiting van zwangere en borstvoedende vrouwen uit klinische vaccinonderzoeken betekent echter dat het vaak lang duurt vooraleer voldoende effectiviteits- en veiligheidsgegevens beschikbaar zijn. Dit informatiegebrek dwingt hen om ongeÎnformeerde beslissingen te nemen over hun eigen gezondheid en de gezondheid van hun kind. In deze prosepctieve, multicohort, observationele studie streven we ernaar de veiligheid en immunogeniciteit van COVID19-vaccinatie tijdens zwangerschap en borstvoeding te evalueren. Deelnemers kunnen vrij kiezen om zich te laten vaccineren wanneer ze worden uitgenodigd door de overheid. Zowel mRNA- als adenovector-vaccins worden geaccepteerd. Om de immuunrespons na vaccinatie te evalueren, zullen stalen (bloed, moedermelk, nasopharyngeale swabs) worden afgenomen op verschillende tijdspunten voor en na COVID-19 vaccinatie.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Opsporing en opvolging van SARS-Cov-2 infecties in zwangere vrouwen en neonaten 01/07/2020 - 31/12/2021

Abstract

De huidige pandemie beheerst het leven van ons allemaal. Zoals bij alle infectieziekten, zijn sommige bevolkingsgroepen meer vatbaar voor een ernstig verloop van de ziekte. In de huidige pandemie zijn het vooral de ouderen onder ons en de immunologisch minder sterke mensen die ernstiger ziek worden. Zwangere vrouwen en hun pasgeborenen worden traditioneel ook beschouwd als immunologisch meer kwetsbare groepen voor infectieziekten, door hun andere weerbaarheid tegen infecties in vergelijking met de algemene bevolking. Er is bijzonder weinig gekend over het nieuwe virus en onderzoekers en gezondheidswerkers zijn dan ook bezorgd over de effecten van de ziekte bij zwangere vrouwen en hun pasgeborenen. Dit project geeft ons de unieke kans om de impact van de huidige pandemie in deze kwetsbare groep van de populatie te onderzoeken. De belangrijkste doelstelling van dit project is om de impact van de SARS-CoV-2 pandemie op zwangere vrouwen en hun pasgeborenen/zuigelingen te bekijken. Dit zal gedaan worden door de graad van transmissie, de algemene en mentale gezondheidstoestand, de immuniteit en de klinische gevolgen van een klinisch verdachte of laboratorium geconfirmeerde COVID- 19 infectie tijdens de zwangerschap op zwangere vrouwen en neonaten te onderzoeken. Data zullen worden verzameld via online vragenlijsten die tweewekelijks naar zwangere vrouwen zullen worden gestuurd en dit tot 8 weken na de bevalling. Dit zal ons toelaten om de mogelijke gevolgen van COVID- 19 infecties tijdens de zwangerschap te monitorren en om te kijken naar mogelijke negatieve gevolgen van deze infecties voor zowel zwangere vrouwen, foetussen als zuigelingen. Twaalf maanden na de bevalling zullen vrouwen opnieuw gecontacteerd worden om de mogelijke langetermijnsgevolgen van een COVID-19 infectie tijdens de zwangerschap op kinderen in kaart te brengen. Zwangere vrouwen die deelnemen aan deze studie zullen ook gevraagd worden om een maternaal bloedstaal en een navelstrengbloedstaal tijdens de bevalling af te staan om op die manier de prevalentie van SARS-CoV-2 specifieke antistoffen in zwangere vrouwen en pasgeborenen te bepalen alsook het transplacentair transport van SARS-CoV-2 antistofeen van moeder naar kind tijdens de zwangerschap te meten. Resultaten van dit project zullen gebruikt worden om evidence-based aanbevelingen te doen omtrent preventie, behandeling en vaccinatie voor COVID-19 in zwangere vrouwen en neonaten. Ook zal dit project informatie opleveren voor beleidsmakers en experten in de preventieve gezondheidszorg omtrent management van zwangere vrouwen en neoanten tijdens deze pandemie.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Opsporing en opvolging van SARS-CoV-2 infecties in zwangere vrouwen en neonaten. 01/06/2020 - 31/05/2021

Abstract

De huidige pandemie beheerst het leven van ons allemaal. Zoals bij alle infectieziekten, zijn sommige bevolkingsgroepen meer vatbaar voor een ernstig verloop van de ziekte. In de huidige pandemie zijn het vooral de ouderen onder ons en de immunologisch minder sterke mensen die ernstiger ziek worden. Zwangere vrouwen en hun pasgeborenen worden traditioneel ook beschouwd als immunologisch meer kwetsbare groepen voor infectieziekten, door hun andere weerbaarheid tegen infecties in vergelijking met de algemene bevolking. Er is bijzonder weinig gekend over het nieuwe virus en onderzoekers en gezondheidswerkers zijn dan ook bezorgd over de effecten van de ziekte bij zwangere vrouwen en hun pasgeborenen. Dit project geeft ons de unieke kans om de impact van de huidige pandemie in deze kwetsbare groep van de populatie te onderzoeken. De belangrijkste doelstelling van dit project is om de impact van de SARS-CoV-2 pandemie op zwangere vrouwen en hun pasgeborenen/zuigelingen te bekijken. Dit zal gedaan worden door de graad van transmissie, de algemene en mentale gezondheidstoestand, de immuniteit en de klinische gevolgen van een klinisch verdachte of laboratorium geconfirmeerde COVID- 19 infectie tijdens de zwangerschap op zwangere vrouwen en neonaten te onderzoeken. Data zullen worden verzameld via online vragenlijsten die tweewekelijks naar zwangere vrouwen zullen worden gestuurd en dit tot 8 weken na de bevalling. Dit zal ons toelaten om de mogelijke gevolgen van COVID- 19 infecties tijdens de zwangerschap te monitorren en om te kijken naar mogelijke negatieve gevolgen van deze infecties voor zowel zwangere vrouwen, foetussen als zuigelingen. Twaalf maanden na de bevalling zullen vrouwen opnieuw gecontacteerd worden om de mogelijke langetermijnsgevolgen van een COVID-19 infectie tijdens de zwangerschap op kinderen in kaart te brengen. Zwangere vrouwen die deelnemen aan deze studie zullen ook gevraagd worden om een maternaal bloedstaal en een navelstrengbloedstaal tijdens de bevalling af te staan om op die manier de prevalentie van SARS-CoV-2 specifieke antistoffen in zwangere vrouwen en pasgeborenen te bepalen alsook het transplacentair transport van SARS-CoV-2 antistofeen van moeder naar kind tijdens de zwangerschap te meten. Resultaten van dit project zullen gebruikt worden om evidence-based aanbevelingen te doen omtrent preventie, behandeling en vaccinatie voor COVID-19 in zwangere vrouwen en neonaten. Ook zal dit project informatie opleveren voor beleidsmakers en experten in de preventieve gezondheidszorg omtrent management van zwangere vrouwen en neoanten tijdens deze pandemie.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Studie over de vaccinatiegraad in Vlaanderen. 11/05/2020 - 28/02/2022

Abstract

De twintigste eeuw werd gekenmerkt door de controle, en in sommige gevallen eliminatie of eradicatie, van een reeks levensbedreigende infectieziekten. Vaccinatieprogramma's hebben hier in belangrijke mate toe bijgedragen, en zo een zeer grote impact gehad op de globale morbiditeit en mortaliteit in de bevolking. Toch blijven wereldwijd infectieziekten de hoofdoorzaak van overlijden bij kinderen en komen nog steeds epidemieën voor van infectieziekten waartegen gevaccineerd wordt. Zelfs in geïndustrialiseerde landen met een relatief hoge vaccinatiegraad zijn "outbreaks" van sommige infectieziekten geen uitzondering. De recente toename van mazelen in België toont ons dat de controle, de eliminatie en zeker de eradicatie van infectieziekten een zeer hoge vaccinatiegraad vereisen in de algemene bevolking. Om dit te bereiken en in stand te houden is een blijvende inspanning van de overheid en van de vaccinerende instanties (inclusief de individuele vaccinatoren) noodzakelijk. Door het optimaliseren van de vaccinatiegraad wenst de Vlaamse overheid niet alleen de individuele bescherming te verhogen, maar ook via inenting van groepen en cohorten de verspreiding van een reeks infectieziekten in de bevolking stop te zetten door de ontwikkeling van groepsimmuniteit. Het Agentschap schreef in december 2019 een nieuwe overheidsopdracht uit voor een uitgebreide meting van de vaccinatiegraad bij verschillende groepen die gedefinieerd werden in de gezondheidsdoelstellingen Vaccinatie van de Vlaamse Gemeenschap. Hierbij wordt niet alleen gevraagd om aandacht te besteden aan de vaccinatiegraad van baby's, adolescenten, zwangere vrouwen en gezondheidswerkers, maar bij uitbreiding ook griepvaccinatie bij risicopersonen, 65-plussers en kinkhoestvaccinatie van personeel werkend met kleine kinderen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Kinkhoestvaccinatie tijdens de zwangerschap: lange termijn effecten op kinderen en zwangere vrouwen. 01/04/2019 - 30/03/2020

Abstract

Ondanks de introductie van succesvolle universele kinkhoestvaccinatieprogramma's, blijft deze ziekte een belangrijk probleem voor de volksgezondheid en is ze momenteel een van de meest voorkomende vaccineerbare aandoeningen in de wereld. De hoogte incidentie en ziektelast kan men terugvinden in kinderen onder de leeftijd van 1 jaar, die nog te jong zijn om volledig beschermd te zijn door de beschikbare vaccins en vaccinatieschema's. Om deze zuigelingen beter te beschermen werd maternale kinkhoestvaccinatie geïntroduceerd in een aantal landen, waaronder België. Wetenschappelijke evidentie omtrent verschillende aspecten van deze vaccinatiestrategie is sterk toegenomen tijdens de laatste jaren. Echter, sommige aspecten van deze vaccinatiestrategie zoals de langetermijn effecten van de strategie op het immuunsysteem van de kinderen en het aanbevolen tijdsvenster tussen opeenvolgende kinkhoestbevattende vaccinaties in zwnagere vrouwen is nog nooit onderzocht. Om deze openstaande vragen te beantwoorden zullen wij kijken naar de humorale immuunrespons in kinderen van moeders gevaccineerd met een kinkhoestbevattend vaccin tijdens de zwangerschap vergeleken met kinderen van ongevaccineerde moeders en dit voor en na een boosterdosis van een tetravalent acellulair kinkhoestbevattend vaccin in het eerste jaar van de lagere school. Ook zullen we naar de antistofconcentraties in bloedstalen van moeders bij de bevalling en in navelstrengbloed kijken wanneer zij verschillende kinderen na elkaar krijgen. De resultaten van de laboratoriumtesten uitgevoerd op deze bloedstalen zullen in een mathematisch model worden gestoken om zo de kinetiek van antilichamen in kinderen te beschrijven in aan-en afwezigheid van maternale antistoffen en om een aanbeveling te kunnen maken omtrent het aanbevolen tijdsvenster tussen opeenvolgende boosterdosissen in vrouwen om voldoende antistoffen te hebben bij een volgende bevalling. Het huidige voorstel zal bijdragen tot het verder scherpstellen van aanbevelingen omtrent maternale vaccinatie en bestaande boosteraanbevelingen in kinderen wanneer hun moeder tijdens de zwangerschap werd gevaccineerd.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Kinkhoestvaccinatie tijdens de zwangerschap: langetermijneffecten op de immuniteit van kinderen voor en na toediening van een vijfde dosis van een kinkhoest bevattend vaccin. 01/01/2019 - 31/12/2021

Abstract

Ondanks de beschikbaarheid van succesvolle universele kinkhoestvaccinatieprogramma's blijft de ziekte een belangrijk probleem voor de volksgezondheid en is ze momenteel een van de meest voorkomende vaccineerbare aandoeningen wereldwijd. De hoogste incidentie en ziektelast ten gevolge van kinkhoest wordt gezien in kinderen onder de leeftijd van 1 jaar, die nog te jong zijn om volledig beschermd te zijn door de huidig beschikbare vaccins en vaccinatieschema's. Kinkhoestvaccinatie tijdens de zwangerschap werd tijdens de laatste jaren geïmplementeerd in een aantal landen. Wetenschappelijke evidentie omtrent deze strategie is exponentieel toegenomen tijdens de laatste jaren. Interferentie van maternale kinkhoestvaccinatie met de humorale immuunrespons van het kind na primo- en boostervaccinatie in het tweede levensjaar werd reeds aangetoond. Echter, kennis over verscheidene andere aspecten van de strategie, zoals de langetermijneffecten van de strategie op de immuunrespons van kinderen later in het leven, is ongekend. Daarom zullen we in dit project kijken naar zowel de humorale als cellulaire immuunrespons en de functionaliteit van antistoffen voor en na een tweede boostervaccinatie met een tetravalent acellulair kinkhoestbevattend vaccin in kinderen. Dit zal bekeken worden in kinderen van moeders die gevaccineerd werden met een kinkhoestbevattend vaccin tijdens de zwangerschap vergeleken met kinderen van moeders die niet gevaccineerd werden tijdens de zwangerschap. De resultaten van deze studie zullen geanalyseerd worden met behulp van een mathematisch model om op die manier de kinetiek van antistoffen te bekijken in aan- en afwezigheid van vaccin-geïnduceerde maternale antistoffen. De resultaten van dit project zullen het verfijnen van de huidige boosteraanbevelingen na maternale vaccinatie mogelijk maken.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Vaccinatie tijdens de zwangerschap: ontrafelen van de basisprincipes. 01/10/2018 - 30/09/2021

Abstract

Ondanks de beschikbaarheid van succesvolle universele kinkhoestvaccinatieprogramma's blijft de ziekte wereldwijd een belangrijk probleem voor de volksgezondheid. Kinkhoest is momenteel een van de meest voorkomende vaccineerbare aandoeningen in de wereld. De hoogste incidentie wordt gezien in kinderen jonger dan 1 jaar, die nog te jong zijn om volledig beschermd te zijn door de huidig beschikbare vaccins en vaccinatieprogramma's. Om deze jonge kinderen beter te beschermen zijn alternatieve vaccinatiestrategieën zoals vaccinatie tijdens de zwangerschap noodzakelijk. De laatste jaren werd kinkhoestvaccinatie tijdens de zwangerschap als strategie geïntroduceerd in een stijgend aantal landen en is er veel informatie beschikbaar geworden rond de wetenschappelijke achtergrond voor verschillende aspecten van deze vaccinatiestrategie. Echter, kennis omtrent verschillende andere belangrijke aspecten van deze vaccinatiestrategie ontbreekt momenteel nog. Daarom is het doel van dit onderzoeksproject om de basisprincipes achter (kinkhoest)vaccinatie tijdens de zwangerschap te ontrafelen. Om dit te bereiken zijn er 8 verschillende onderzoeksvragen geformuleerd in dit onderzoeksproject die elk naar een andere immunologisch aspect van deze vaccinatiestrategie kijken. Wij zijn ervan overtuigd dat de resultaten van dit onderzoeksproject niet alleen ondersteunend zullen zijn voor de huidige aanbevelingen rond kinkhoestvaccinatie tijdens de zwangerschap, maar dat de resultaten ons ook zullen helpen om de immunologische mechanismen die zullen worden gebruikt in nieuwe vaccins die tijdens de zwangerschap kunnen worden gebruikt zoals GBS, RSV, CMV, Zika... beter te begrijpen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject