Abstract
Inclusief leiderschap (IL) vaak gezien als de sleutel tot inclusie en het benutten van diversiteit op de werkvloer. Toch wijzen sommige studies op onbedoelde effecten. Een onderbelicht risico is dat inclusieve leiders niet alle werknemers even gewaardeerd en inclusief laten voelen. Dit project onderzoekt hoe onbedoelde variabiliteit in inclusiepercepties als schakel fungeert in de relatie tussen IL en extra-rol gedrag (citizenship behavior), met mogelijk negatieve gevolgen. Dit wordt op drie niveaus onderzocht. Op individueel niveau hangt de invloed van IL af van de leider-werknemerrelatie. Voor sommigen versterkt het inclusie en stimuleert het positief gedrag, maar anderen voelen zich verplicht extra inspanningen te leveren, wat schadelijk kan zijn. Op interpersoonlijk niveau vergelijken werknemers hun inclusiepercepties met die van collega's. Wie zich minder betrokken voelt, kan zich terugtrekken, terwijl wie zich meer betrokken voelt, juist meer extra-rol gedrag vertoont—soms uit verplichting. Op teamniveau kunnen grote verschillen in inclusiepercepties samenwerking verzwakken en de groepsdynamiek ondermijnen. Deze multilevel effecten komen samen voor en spelen op elkaar in. Dit project toont dat als leiders er niet in slagen inclusie consequent te waarborgen, hun inclusieve gedrag paradoxaal genoeg meer kwaad dan goed doet. Daarmee daagt dit onderzoek de dominante positieve kijk op IL uit en biedt het inzichten om inclusie effectiever te beheren in diverse werkomgevingen.
Onderzoeker(s)
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)