Onderzoeksgroep

Expertise

Onderzoek naar de ontwikkeling van de hedendaagse podiumkunsten en naar de representatie van het lichaam. Belangrijkste interesse gebied is het postdramatische theater, m. n. studie van theatervormen die loskomen van de dramatekst. Belangrijkste casus is daarbij het theateroeuvre van Jan Fabre. Naast het theaterwerk staat ook het creatieproces centraal: wat is de status van het regieboek? Hoe verlopen de repetities? Hoe worden de acteurs voorbereid? Wat is de achterliggende acteermethode?

Taal in beweging: kinetische tekstualiteit in de hedendaagse podiumkunsten. 01/11/2019 - 31/10/2023

Abstract

Van oudsher spelen tekst en taal een prominente rol binnen theaterstukken. De voornaamste functie van tekst was vooral 'mimesis', wat verwijst naar hoe tekst de werkelijkheid kan evoceren. Met behulp van taal kunnen acteurs immers allerlei soorten personages of verhalen doen ontstaan. Recent zijn er evenwel tal van opvoeringen binnen theater, performance, en dans waarin tekst niet wordt ingezet omwille van mimesis, maar met oog op kinesis. Deze teksten imiteren niet langer de werkelijkheid, maar brengen beweging voort, omdat dansers en performers de tekst op een opmerkelijk ritmische manier uitspreken, en omdat hun lichamen mee bewegen op het ritme van de tekst. Dit project zal de eerste, grondige studie van deze recente tendens bieden door na te gaan hoe hedendaagse theater-, performance- en dansartiesten de interactie tussen tekst en beweging herdenken. Gangbare kaders binnen academisch onderzoek naar de podiumkunsten zijn namelijk niet langer toepasbaar op deze groeiende praktijk. De toegenomen interesse in wat dit project benoemt als 'kinetische tekstualiteit' vereist een nieuw perspectief op de relatie tussen taal en beweging om zo de onderliggende esthetische strategieën en de koppeling van text en beweging inzichtelijk te maken.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Bewegende taal: een onderzoek naar het kinetisch potentieel van de theatertekst. 01/10/2018 - 31/10/2019

Abstract

Binnen het onderzoek 'Bewegende taal: een onderzoek naar het kinetisch potentieel van de theatertekst' wordt nagegaan hoe de dwingende aanwezigheid van tekstualiteit bij sommige makers op de hedendaagse scène een nieuw soort theatraliteit constitueert. Het gebruik van tekst in voorstellingen van onder meer Mette Edvardsen, Jan Lauwers en Abke Haring is in grote mate bepaald door de dansesthetiek, en daarom ver verwijderd van het traditionele teksttheater. Tekst wordt niet louter gebruikt als de woorden van een personage (mimetisch), noch wordt tekst uitsluitend ingezet omwille van haar materiële kwaliteit binnen het geheel aan theatrale elementen. Bovenstaande makers zetten haar op een nadrukkelijke manier in, op een manier die nog moeilijk te vatten is binnen gebruikelijke theoretische opvattingen of denkkaders omtrent tekst. Omwille van dit bijzondere statuut van tekstualiteit, is het noodzakelijk om ook de theoretisering van tekstualiteit te verbreden en het te verbinden met concepten van performancestudies, zoals 'embodiment', 'presence' en 'spatiality', concepten die minder gebruikelijk zijn in gangbare theoretische bespiegelingen over tekstualiteit. Dit onderzoek vertrekt vanuit die noodzaak en stelt de hypothese voorop dat tekst een kinetische dimensie krijgt toebedeeld. Een 'kinetisch' denkkader omtrent tekst zal toelaten om haar aanwezigheid op een meer lichamelijke en ruimtelijke manier te benaderen en om op die manier hedendaagse vormen van teksttheater accurater te vatten. Het onderzoek is daarom zowel praktisch als theoretisch van aard: aan de hand van een geselecteerd corpus zal gepoogd worden traditionele (theoretische) opvattingen te herdenken en te herdefiniëren om te kaderen hoe tekstualiteit zich in hedendaags teksttheater 'beweegt' doorheen de performatieve dynamiek.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Creatieprocessen en dynamiek van samenwerkingsverbanden in de podiumkunsten (ARGOS) 01/09/2018 - 15/05/2021

Abstract

Het ARGOS-project wil de voorwaarden creëren voor een nieuwe kennisuitwisseling op het gebied van podiumkunsten. Het is gebaseerd op een originele samenwerking tussen theatrale onderzoekers, kunstenaars, studenten, culturele bemiddelaars en toeschouwers. Al deze deelnemers zullen worden verzameld in gemeenschappen om Europese creatieve processen te observeren in vijf gebieden: België, Frankrijk, Italië, Griekenland en Portugal. De mobiliteit van deze aldus gevormde gemeenschappen zal het mogelijk maken om interculturele en interprofessionele dialoog te ervaren en de vaardigheden en capaciteiten van elke deelnemer te versterken. Tijdens de 30 maanden van het ARGOS-project implementeren de academische, artistieke en culturele partners vijf experimenten die elk een plaats en een andere rol geven aan deze gemeenschappen. Dat gebeurt volgens twee modaliteiten: creatieprocessen zullen zowel live worden gevolgd in gedeelde aanwezigheid van kunstenaars en observatoren; alsook digitaal en vanop afstand via een streaming- en live-verbinding. Met deze twee manieren van aanwezigheid testen gemeenschappen verschillende observatievormen: geïntegreerde observatie met Teatro O Bando (Portugal), waarbij de kijkers betrokken zijn bij het delen van een plaats en een tijd en een gemeenschap; de participerende observatie met Chiara Guidi van de Societas Rafaello Sanzio (Italië en Griekenland), waarbij de kijkers rechtstreeks reageren op het creatieve proces; virtuele observatie met het Nationaal Theater van Bretagne (Frankrijk), waar de kijkers zijn uitgerust met virtual reality-koptelefoons en de repetities in onderdompeling beleven; de creatieve observatie met Au bout du plongeoir (Frankrijk), waarbij de kijkers beslag leggen op de materialen en documenten die het artistieke team gebruikt om zich een transmediaal verhaal van hun ervaring voor te stellen; interculturele observatie met Moussem (België en Libanon), waar kijkers worden aangemoedigd om de diversiteit van hun culturele wortels in perceptuele praktijk te ervaren.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Een schouwtoneel voor de wereld: naar een inclusieve theaterervaring. 01/10/2017 - 30/09/2020

Abstract

Dit project is erop gericht te onderzoeken hoe de theaterervaring toegankelijk kan gemaakt worden voor blinden en slechtzienden door middel van audiodesscriptie (AD), een specifieke vorm van de audiovisuele vertaling (AV) die visuele informatie vertaalt in verbale informatie. De bestaande modellen van audiodescriptie zijn er vooral op gericht om het verhaal van een film of toneelvoorstelling te kunnen volgen, ze zijn met andere woorden vooral narratologisch geïnspireerd. Vele aspecten van een theatervoorstelling zoals de sfeer, de esthetiek, de fysieke invulling van een rol, de belichting, de kostumering, het gebruik van videoprojecties e.d. komen daarin te weinig aan bod. Terwijl juist deze elementen essentieel zijn voor een globale theaterervaring. Op basis van een corpus van voorstellingen van Toneelhuis en NTGent zal een nieuw model van AD ontwikkeld worden waarin ook deze aspecten van intermedialiteit vertaald kunnen worden voor deze doelgroep. Daartoe worden de intenties van het creatieproces betrokken in de opmaak van de AD.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Creatieprocessen in de podiumkunsten. Naar een integratief model van genetische studie in theater en dans. 01/04/2017 - 31/12/2017

Abstract

Voorbereiding van een project onderzoekt de creatieve processen van een uitgelezen keuze van Europese theatermakers en chorografen, waarbij we ons toeleggen op de analyse van de procedures, media en methoden die zij inzetten tijdens de creaties. Via een diepgravende studie van de verschillende stadia in het artistiek creatieproces en het ontwikkelen van geëigende methodes hiervoor, zal dit onderzoek leiden tot een integratief model voor genetisch onderzoek in de podiumkunsten. In tegenstelling tot literatuurwetenschap die al een hele bloeiende traditie heeft opgebouwd in de genetische studie van literaire teksten (ook gekend als 'genetic criticism'), ontbreekt binnen de theater- en danswetenschap een methode voor genetisch onderzoek die afgestemd is op de eigenheid van deze kunstdisciplines. Anders dan genetische studie binnen de literatuurwetenschap die zich fundamenteel richt op de studie van het tot stand komen van een manuscript en dus verschillende tekstversies bestudeert, dient de genetische studie van theater en dans rekening te houden met tekst- en scriptversies én levende processen waarin acteurs en dansers betrokken zijn, repetitieprocessen, belichaamde kennis en allerhande contextfactoren die mee het eindresultaat zullen beïnvloeden. Dit vergt uiteraard heel eigen onderzoeksmethodes. Dit project zal de fundamenten leggen voor de genetische studie van theater en dans door zich toe te leggen op de belangrijkste sleutelfactoren in het creatieve proces: documentatie, training, repetitie, voorstelling en context. Deze verschillende lagen in het creatieproces zullen onderzocht worden via een integratieve en interdisciplinaire methodiek die de bakens zal verzetten in het genetisch onderzoek in theater en dans.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

De krijger van de schoonheid. Hoe meetbaar is de kwaliteit van beweging van de performer in het werk van Jan Fabre? 01/01/2016 - 31/12/2017

Abstract

Het doel van dit project is de ontwikkeling van een score-instrument ter evaluatie van de kwaliteit van beweging. Het instrument zal uitgetest worden door experten uit het artistieke circuit met een verschillende achtergrond en toegepast op performers van Troubleyn en novice-performers van het Conservatorium Antwerpen. Door, naast met videobeelden, ook te werken met 3D reconstructiebeelden van video-opnames, kunnen we het aspect beweging extraheren van de context tijdens een performing act. Op die manier kunnen experten, los van de identiteit van de performer, evalueren of de kwaliteit van de beweging verschilt tussen novice en ervaren performers.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Audio Descriptie in het theater: een voorbereidend onderzoek 01/07/2015 - 31/12/2016

Abstract

Deze baanbrekende studie naar audiodescriptie (AD) van theater voor blinden en slechtzienden, in samenwerking met 2 Vlaamse topgezelschappen, biedt fundamenteel inzicht in de uitdagingen voor AD van postdrama en de toepasbaarheid ervan voor andere genres en nationale contexten. Het legt de basis voor verder doctoraatsonderzoek, ook op Europees niveau, en draagt bij tot het verbeteren van de theaterervaring van de blind en slechtziende AD doelgroep.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Onderzoek rond het theateroeuvre van Jan Fabre. 01/10/2014 - 30/09/2015

Abstract

In deze sabbatsaanvraag wil ik twee projecten realiseren die verbonden zijn met mijn onderzoek naar de theatermaker Jan Fabre. Jan Fabre is een internationaal sterk gewaardeerd kunstenaar die inmiddels een oeuvre van bijna 40 jaar gecreëerd heeft.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

A body of Knowledge: naar een pedagogie van de performancerichtlijnen van Jan Fabre. 01/03/2014 - 28/02/2015

Abstract

Algemene doelstelling: Doorheen de jaren ontwikkelde de theaterregisseur Jan Fabre een trainingsmethode om zijn performers voor te bereiden voor de scene en om de kwaliteit van hun 'performance' te verbeteren. In een eerdere fase (laboratorium) is er reeds wetenschappelijk onderzoek gevoerd naar deze trainingsmethode. Met dit project a body of knowledge, wil men Fabre's acteermethode op een medisch verantwoorde, duurzame en effectieve manier dissemineren via een pedagogische tool. Deze tool zorgt er ook voor dat de methode wordt los geweekt van de fysieke aanwezigheid van de auteur en dus ook bereikbaar is voor een breder publiek. Het project stelt zich als doel om een pedagogische tool te ontwikkelen die de trainingsmethode van Jan Fabre capteert en in kaart brengt en de acteurs helpt om de methode beter te begrijpen en efficiënter aan te leren.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

De didaskalische verbeelding: Hedendaagse regieboeken als genetische documenten van het artistieke werkproces. 01/01/2013 - 31/12/2016

Abstract

Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Onderzoek naar optimalisering van de expressiekracht van acteurs/dansers aan de hand van de methode van Biologisch Acteren. 01/01/2013 - 31/12/2014

Abstract

Dit onderzoeksproject heft als doelstelling de expressiekracht van acteurs/dansers te optimaliseren. Dat gebeurt aan de hand van de trainingsmethode van de gerenommeerde Vlaamse kunstenaar Jan Fabre die gebaseerd is op een combinatie van innerlijke beleving en fysieke belasting. Deze gecombineerde vorm wordt 'biologisch acteren' genoemd. Dit gaat gepaard met een sterke inzet van de lichamelijke capaciteiten van de acteurs, en is te beschouwen als een lichamelijke stress. Deze methode wordt in dit project verder verfijnd en geparametriseerd aan de hand van het meten van stress via "Heart rate variability" (HRV), een maat uit de fysiologie die de hoeveelheid reserve van het sympatisch/parasympathisch systeem weergeeft bij stressbelasting. Daarnaast wordt ook de expressiekracht gemeten via neurologische meting van een testpubliek.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Proeflijst "theater erfgoed" in het kader van een Topstukkendecreet 13/12/2011 - 01/09/2012

Abstract

Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Kunsten en Erfgoed. UA levert aan Kunsten en Erfgoed de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Yes we canon! Een discoursanalyse van canondebatten in het na-oorlogse theater in Vlaanderen (1945-2010). 01/10/2011 - 31/12/2012

Abstract

Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Repertoire als inzet. Een discoursanalyse van de definitiestrijd rond repertoire in het Vlaamse theaterlandschap van 1945 tot nu. 01/10/2010 - 30/09/2011

Abstract

Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Massaspel in Vlaanderen 1909-1955: opvoering, legitimeringspraktijk en impact van een sociotheatraal genre. 01/01/2008 - 31/12/2011

Abstract

Het project wenst een omvangrijke leemte in de Vlaamse theatergeschiedenis op te vullen. Het genre dat afwisselend wordt aangeduid als openluchttheater, massaspel of spreekkoor (naargelang aard en omvang) zal worden bestudeerd onder zijn drie voornaamste aspecten: (1) de evoluties die opvoeringen en speelteksten doormaakten; (2) het kritische vertoog dat ter ondersteuning van de theatrale praktijk werd ingezet; (3) de sociopolitieke impact.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Het zwijgen van de opera. Een inleidend onderzoek naar de betekenis van de performatieve wending in de esthetica voor de uitvoeringspraktijk van de opera. 01/01/2008 - 31/12/2009

Abstract

Dit onderzoek stelt de vraag naar de relevantie van de "performatieve wending" in de esthetica voor de opera. In een theoretisch luik wordt de centrale terminologie kritisch belicht. In een historisch-esthetisch luik wordt op basis van de receptie van Pelléas et Mélisande in het muziektheater, nagegaan hoe een opera-historische ontwikkeling van betekenis is geweest voor deze wending. Een praktijkgericht luik onderzoekt de relevantie van de wending voor de hedendaagse opera-opvoering.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Naar een methodiek van de hedendaagse performer. 01/01/2007 - 31/12/2008

Abstract

Dit project wil onderzoek verrichten naar de ontwikkeling van een methodologie voor het acteren binnen het interdisciplinaire gebied van de podiumkunsten. Dit gebeurt d.m.v. veldonderzoek, literatuuronderzoek en de creatie van een workshop. Dit onderzoek moet toelaten een nauwkeuriger zicht te krijgen op de vaardigheden van dit nieuwe type performer wat op zijn beurt ook innoverend kan werken op het kunstonderwijs en het inzicht van de theaterwetenschap.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

De bevuiling van de verbeelding. Obscene en morbide theatraliteit in het theater van de late twintigste eeuw. 01/10/2004 - 30/09/2006

Abstract

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Lichaamsbeelden in de hedendaagse Belgische podiumkunsten. 15/10/2002 - 14/10/2003

Abstract

Het onderzoeksproject heeft als doelstelling de analyse van de verschillende manieren waarop lichamelijkheid in het recente Belgische theater wordt ingezet. Meer specifiek richt het onderzoek zich op de breuklijn van het visuele theater van de jaren '80 waarin het lichaam als een gesloten formele en visuele gestalte wordt opgevoerd naar meer hedendaagse vormen van lichamelijkheid. Verschillende vormen van hedendaagse lichaamsrepresentaties -het heterogene, zwakke, terminale, verbonden, tussenin, zelfs obsolete lichaam- zullen worden onderzocht m.b.t. het Belgische theater. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van allerhande innovatieve theorieën en geëigende methodologie die een nieuw licht kunnen werpen op concepten als hybriditeit, 'terminale' identiteit, artificialiteit, etc. Zij helpen inzicht te krijgen op de complexe rol en functie van de 'opvoering' (performing) in de hedendaagse cultuur - dat brede veld waarin we voortdurend nieuwe strategieën en articulatiemogelijkheden bedenken voor het actuele lichaam. Aangezien het Belgische theater erg actief en creatief voortdurend nieuwe lichaamsbeelden creëert, kan het helpen inzicht te verwerven in deze erg actuele materie.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

De bevuiling van de verbeelding. Obscene en morbide theatraliteit in het theater van de late twintigste eeuw. 01/10/2002 - 30/09/2004

Abstract

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Sabattical BOF/SFO UIA : Theaterhistorisch onderzoek gericht op de periode 1945-2000. 01/10/2002 - 30/06/2003

Abstract

Dit onderzoek is gericht op het in kaart brengen van de ontwikkeling van het Vlaamse theater in de tweede helft van de twintigste eeuw. Met name onderzoekt het de behoefte, de functie, de aard, de waarden , de structuur en de evolutie van het Vlaamse theatersysteem. Daartoe combineert het een veldanalytische benadering (Bourdieu) met een opvoeringsanalytische methode (Van den Dries).

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

    Project type(s)

    • Onderzoeksproject

    Het klankbeeld in de theatrale ruimte. Een onderzoek naar geluidsdramaturgie in de hedendaagse podiumkunsten. 01/01/2002 - 31/12/2003

    Abstract

    De vraag wordt gesteld naar de dramaturgische functie van het geluidsontwerp in de hedendaagse podiumkunsten. In de recente theaterdramaturgie worden lichaamsbeelden gekoppeld aan klankbeelden. Daarom moeten de mechanismen worden geanalyseerd, die verantwoordelijk zijn voor deze koppeling van concepten. Aan de hand van de elektro-akoestische geluidstheorie wordt nagegaan of technische parameters en mechanismen vertaalbaar zijn in dramaturgische principes, en vice versa.

    Onderzoeker(s)

    Onderzoeksgroep(en)

    Project type(s)

    • Onderzoeksproject

    Het messianisme en zijn transformaties in het theater. Een vergelijkend onderzoek naar de betekenis van mythe en religieuze beeldvorming in het Vlaamse toneel. 01/10/2001 - 30/09/2004

    Abstract

    Het is bekend dat de scharnierpunten van de internationale theatergeschiedenis worden gemarkeerd door omwentelingen in de omgang met christelijke mythen (klassieke tragedie, barokke treurspel, romantisch drama). De begrippen ÔsubjectiviteitÕ en Ômythische ordeÕ vormen ook in het zogenaamde postmetafysische tijdperk de polen waarrond zich de reflectie van kunst beweegt. Met name het Vlaamse theater in de twintigste eeuw kan geduid worden in termen van het religieuze. Een historisch parallel, die toalaat de appropriatie van de christelijke mythevorming te onderzoeken ten aanzien van twee kernperioden, is in dat opzicht verhelderend. De eerste periode loopt van 1965 tot 1975 en onderscheidt zich door de betrachtingen van een avant-garde die inzichten als die van Artaud, Grotowski en Brecht articuleert in termen van authenticiteit en ontvoogding. De tweede periode loopt van 1985 tot heden en biedt in eerste instantie interessante aanknopingspunten in het werk van Alain Platel, Jan Decorte, Erik De Volder en Filip Vanluchene. De algemene hypothese hieromtrent luidt dat de eerste periode een antithetische houding ten aanzien van de christelijke mythe tentoonspreidt, terwijl de tweede in de mythe precies de onhoudbaarheid reflecteert van het antithetische denkschema als zodanig. Het recente theater geeft met andere woorden de onhoudbaarheid aan van binaire opposities door te wijzen op de structurele ambivalentie van elk idealisme.

    Onderzoeker(s)

    Onderzoeksgroep(en)

    Project type(s)

    • Onderzoeksproject

    Theatrale en alledaagse lichaamsbeelden in de podiumkunsten van de twintigste eeuw : een onderzoek naar de verbindingen tussen cultuuranalyse en de artistieke representatie van het banale. 01/10/2001 - 13/04/2003

    Abstract

    Onderzoek naar de representatie van het banale/alledaagse lichaam in de podiumkunsten, aan de hand van uit de sociologie, cultuurfilosofie en cultural studies afkomstige invalshoeken op het alledaagse en de theatraliteit die daarin verweven zit. Doel: komen tot een begrippenkader dat de complexe en historische transformatie van het alledaags-theatrale naar het theatraal-alledaagse kan beschrijven. Corpus: case studies uit de 20e-eeuwse avant-garde, met nadruk op Jan Lauwers, Jan Fabre, Alain Platel en Meg Stuart.

    Onderzoeker(s)

    Onderzoeksgroep(en)

      Project type(s)

      • Onderzoeksproject

      Naar een integraal provinciaal dansbeleid. 01/01/2001 - 31/12/2002

      Abstract

      Uitgangspunt: Deficiëntie van het bestaande Antwerpse dansveld. Er zijn heel wat dansinitiatieven actief in Antwerpen, maar er zijn geen onderlinge samenwerkingsverbanden. Doel: Het veld van dansorganisaties in Antwerpen in kaart brengen en hun onderlinge verschillen en gehanteerde modi van samenwerking bestuderen aan de hand van grondige veldstudie en contacten met het veld. Daaruit kunnen dan voorstellen ontwikkeld worden die de synergieën tussen de verschillende spelers kunnen organiseren en optimaliseren, en die beleidsmatig door de provincie ondersteund kunnen worden. Werkwijze: Literatuuronderzoek, functieanalyse van alle actoren in het veld, analyse van het provinciaal beleid, formulering van beleidsvoorstellen.

      Onderzoeker(s)

      Onderzoeksgroep(en)

        Project type(s)

        • Onderzoeksproject

        Theatrale en alledaagse lichaamsbeelden in de podiumkunsten van de twintigste eeuw : een onderzoek naar de verbindingen tussen cultuuranalyse en de artistieke representatie van het banale. 01/10/1999 - 30/09/2001

        Abstract

        Onderzoek naar de representatie van het banale/alledaagse lichaam in de podiumkunsten, aan de hand van uit de sociologie, cultuurfilosofie en cultural studies afkomstige invalshoeken op het alledaagse en de theatraliteit die daarin verweven zit. Doel: komen tot een begrippenkader dat de complexe en historische transformatie van het alledaags-theatrale naar het theatraal-alledaagse kan beschrijven. Corpus: case studies uit de 20e-eeuwse avant-garde, met nadruk op Jan Lauwers, Jan Fabre, Alain Platel en Meg Stuart.

        Onderzoeker(s)

        Onderzoeksgroep(en)

          Project type(s)

          • Onderzoeksproject

          Autoriteitspatronen in de hedendaagse kinder- en jeugdliteratuur. Een studie vanuit een historisch perspectief naar de evolutie van de anti-autoritaire opvoedingsidealen. 01/01/1999 - 31/12/2000

          Abstract

          De jaren zestig en de belangrijke maatschappelijke verschuivingen die ermee gepaard gingen, hebben de Nederlandstalige en Duitstalige kinder- en jeugdliteratuur inhoudelijk aanzienlijk beïnvloed. Tot aan deze grote omwenteling is het moraliserende en behoudsgezinde kinder- en jeugdboek perfect als autoriteitsinstantie in het opvoedingsapparaat ingeschakeld. Vanaf het contestatietijdperk staat kinder- en jeugdliteratuur in het teken van emancipatie van het kind tot mondig, volwaardig, kritisch denkend maatschappijlid. Het project zal onderzoeken of deze algemene opvatting niet hoeft genuanceerd te worden en zal argumenteren dat de breuk niet zo absoluut mag worden gezien. Het project zal ook nagaan op welke manier deze socio-pedagogische (r)evolutie haar neerslag vindt en geïnspireerd wordt door een nieuwe anti-autoritaire , anti-moraliserende en maatschappijbetrokken kinder- en jeugdliteratuur. Voor de jaren negentig wordt de vraag gesteld of er bij het uittekenen van autoriteitspatronen in kinder- en jeugdliteratuur net als in de recente pedagogische ontwikkelingen sprake is van een nieuwe oriëntatie, weg van het anti-autoritaire vrije opvoedingsideaal.

          Onderzoeker(s)

          Onderzoeksgroep(en)

            Project type(s)

            • Onderzoeksproject

            Theater in de spiegel van de nieuwe media : de representatie van het lichaam. Een studie van de theatrale tekenleer op basis van de postmoderne mediatheorie. 01/10/1998 - 30/09/2000

            Abstract

            In het tijdperk van de electronische beeldverwerking komen de traditionele representatiepatronen van kunst op de helling te staan. Dit project wil een theoretisch apparaat ontwikkelen dat deze paradigma-wissel in de artistieke en receptieve context van het theater in kaart brengt. In het kader van de actuele semiotiek worden de theatertekst, de scene en het theatrale lichaam in relatie gebracht tot de postmoderne mediatheorie.

            Onderzoeker(s)

            Onderzoeksgroep(en)

              Project type(s)

              • Onderzoeksproject

              Een ideologisch, esthetische studie naar de ontwikkeling en de betekenis van het politieke theater van de jaren 80 en 90 in Vlaanderen, met case studies over het werk van J. Lauwers, J. Decorte, Stan en A. Platel. 01/10/1998 - 30/09/2000

              Abstract

              Deze studie onderzoekt het maatschappijkritische vermogen van het Vlaamse zogenaamde 'politieke' theater in een historisch perspectief. Hoe verhoudt het hedendaagse kritische theater zich tegenover de oorspronkelijke Agit propstroming van Brecht en Piscator? Vanuit de poststructuralistische filosofie (Foucault, Baudrillard, Derrida) wordt een methodologisch kader ontworpen dat het kritische gehalte van elke generatie moet toetsen. Case studies van het werk van STAN en Jan Decorte moeten de evolutie van het politieke theater de laatste vijftien jaar verhelderen. De hypothese is dat politiek theater nu niet meer even vastomlijnd gedefinieerd kan worden.

              Onderzoeker(s)

              Onderzoeksgroep(en)

                Project type(s)

                • Onderzoeksproject

                Vloertaal. Onderzoek naar de kenmerken van postmoderne theaterprocessen in Vlaanderen en Nederland. Ontwikkeling van een instrumentarium ter analyse van een nieuw type theatertaal. 01/01/1998 - 31/12/2001

                Abstract

                Analyse van de poètica van postmoderne theatermakers door middel van een analyse van de communicatieprocessen bij de productie- en repetitieprocessen van postmoderne theatervoorstellingen en vergelijking van deze resultaten met de kenmerken van de voorstellingen zelf, van de kritieken erop en van het theoretisch discours. Het onderzoek is erop gericht het analytisch instrumentarium voor postmoderne theatervoorstellingen te verbeteren.

                Onderzoeker(s)

                Onderzoeksgroep(en)

                  Project type(s)

                  • Onderzoeksproject

                  Jan Fabre : de presentatie van het lichaam in een internationale context. 01/01/1998 - 31/12/1999

                  Abstract

                  Doel van het onderzoek is Fabres werk plaatsen in een multidisciplinaire en internationale context. De focus ligt op een centrale betekenisdrager in zijn werk: de representatie van het lichaam. Het onderzoek heeft een interdisciplinair karakter: de figuratie van het lichaam wordt bestudeerd op het kruispunt van scenische en beeldende kunst, van taal en televisuele media. De representatie van het lichaam wordt ook gekaderd in een breder socio-cultureel veld: m.n. de vraagstelling hoe het lichaam in de door (nieuwe) media geregeerde communica-tieve ruimte wordt gehanteerd.

                  Onderzoeker(s)

                  Onderzoeksgroep(en)

                    Project type(s)

                    • Onderzoeksproject

                    De kinder- en jeugdliteratuur. 01/01/1998 - 31/12/1998

                    Abstract

                    Deze cursus biedt een algemene inleiding op verschillende aspecten van de jeugdliteratuur en de jeugdliteratuurwetenschap en ' kritiek, die tegenwoordig een steeds belangrijkere rol spelen in het literaire wezen. De lezingenreeks wordt georganiseerd in samenwerking met het Nationaal Centrum voor Jeugdliteratuur (NCJ ' Antwerpen) en wordt verzorgd door externe specialisten uit het kinder- en jeugdboekenlandschap in Vlaanderen en Nederland. Een historisch en thematisch overzicht van de ontwikkeling van de kinder- en jeugdliteratuur(wetenschap) biedt de gastcolleges, die focussen op de recente evoluties, een inhoudelijk kader, en analyseert de relatie tussen pedagogische overtuigingen, socio-historische context, filosofische stromingen en de produktie en waardering van een bepaalde kinder- en jeugdliteratuur. Het literaire aanbod waarover een kind anno 2000 beschikt, wordt "chronologisch" behandeld. Zijn we de prentenboeken en boeken voor jonge kinderen ontgroeid, kijken we concreet naar het recente boekenaanbod voor kinderen van zes tot twaalf, voor pubers en adolescenten van twaalf tot achttien. Naast verworvenheden uit de literaire theorie reiken andere disciplines als pedagogie, antropologie, filosofie of ontwikkelingspsychologie interessante parameters aan voor de analyse van deze literatuur. Colleges over het uitgeven en recenseren van kinderliteratuur, over didactisch werken met jeugdliteratuur of over interactief filosoferen aan de hand van jeugdliteratuur staan eveneens op het programma.

                    Onderzoeker(s)

                    Onderzoeksgroep(en)

                      Project type(s)

                      • Onderzoeksproject

                      Het lichaam op de post-moderne scène. 01/01/1997 - 31/12/1997

                      Abstract

                      In het onderzoek staat de reflectie over het lichaam als een ideologisch teken-systeem centraal. De figuratie van het lichaam in diverse kunstdisciplines wordt gekaderd in een breder sociocultureel veld : m.n. de vraagstelling hoe het lichaam in een door (nieuwe) media geregeerde communicatieve ruimte wordt gehanteerd. Het onderzoek wil ook een aantal internationaal erkende Vlaamse kunstenaars in de context van deze denkstroming plaatsen.

                      Onderzoeker(s)

                      Onderzoeksgroep(en)

                        Project type(s)

                        • Onderzoeksproject

                        Van agitprop naar kritisch drama. Een studie vanuit een historisch perspectief naar de ontwikkeling en betekenis van het politieke theater van de jaren 80 en 90 in Vlaanderen, met case studies van het werk van D Decorte en Stam. 01/10/1996 - 30/09/1998

                        Abstract

                        Deze studie onderzoekt het maatschappijkritische vermogen van het Vlaamse zogenaamde 'politieke' theater in een historisch perspectief. Hoe verhoudt het hedendaagse kritische theater zich tegenover de oorspronkelijke Agit propstroming van Brecht en Piscator? Vanuit de poststructuralistische filosofie (Foucault, Baudrillard, Derrida) wordt een methodologisch kader ontworpen dat het kritische gehalte van elke generatie moet toetsen. Case studies van het werk van STAN en Jan Decorte moeten de evolutie van het politieke theater de laatste vijftien jaar verhelderen. De hypothese is dat politiek theater nu niet meer even vastomlijnd gedefinieerd kan worden.

                        Onderzoeker(s)

                        Onderzoeksgroep(en)

                          Project type(s)

                          • Onderzoeksproject

                          Theater in de spiegel van de nieuwe media. Een studie van de theatrale tekenleer op de fundamenten van de postmoderne mediatheorie. 01/10/1996 - 30/09/1998

                          Abstract

                          In het tijdperk van de electronische beeldverwerking komen de traditionele representatiepatronen van kunst op de helling te staan. Dit project wil een theoretisch apparaat ontwikkelen dat deze paradigma-wissel in de artistieke en receptieve context van het theater in kaart brengt. In het kader van de actuele semiotiek worden de theatertekst, de scene en het theatrale lichaam in relatie gebracht tot de postmoderne mediatheorie.

                          Onderzoeker(s)

                          Onderzoeksgroep(en)

                            Project type(s)

                            • Onderzoeksproject

                            De acteerpedagogiek van Dora Van der Groen. 01/01/1996 - 31/12/1996

                            Abstract

                            Dora Van der Groen neemt binnenkort afscheid van het Conservatorium Antwerpen waar ze gedurende 20 jaar verantwoordelijk was voor de toneelopleiding. Onder haar impuls werd een nieuwe generatie acteurs gevormd die het theater in Vlaanderen en Nederland grondig beinvloed heeft. Dit onderzoeksproject is erop gericht haar 'lessen voor acteurs' op te tekenen en uit te geven zodat ze beschikbaar worden voor een ruimere kring.

                            Onderzoeker(s)

                            Onderzoeksgroep(en)

                              Project type(s)

                              • Onderzoeksproject