Onderzoeksgroep

Expertise

Mijn expertisegebied richt zich op de geschiedenis van de premoderne islamitische wereld. Meer in het bijzonder behandelt mijn onderzoek de geschiedenis van de contacten tussen Egypte, Syrië, Turkije, Irak en Iran tijdens de 13e tot 16e eeuw. Ik bestudeer hoe en waarom die uitwisselingen plaatsvonden, en op welke basis. Ik baseer mijn onderzoek op Arabische bronnen (uit de Mamluk-periode), evenals Perzische bronnen (post-Mongoolse periode). Ik breid deze studie nu ook uit naar zowel het westelijke als het oostelijke deel van de islamitische wereld, met inbegrip van de Maghreb en India. Een ander deel van mijn onderzoek richt zich ook op de kwestie van religieuze bescherming in de Hijaz (heilige steden van de islam) tijdens het bewind van het Mamluk-sultanaat.

Sabbatsverlof 2025-2026 (M. Dekkiche). 01/10/2025 - 30/09/2026

Abstract

Sinds mijn aanstelling als docent (2014) en later als hoofddocent (2019) aan de vakgroep Geschiedenis van de Universiteit van Antwerpen, heb ik mijn onderzoek naar de geschiedenis van de premoderne Islamitische Diplomatie consequent en succesvol ontwikkeld door een groter aantal en variëteit van regio's, actoren en bronnen te incorporeren. Maar misschien nog belangrijker is dat mijn onderzoek steeds duidelijker grensverleggend werd, waarbij fundamentele vragen werden gesteld over de aard en functie van diplomatie in de middeleeuwse islamwereld. Mijn laatste project, gefinancierd door EOS, DiplomatiCon, is het perfecte voorbeeld. Thematisch geïnspireerd door de Nieuwe Diplomatieke Geschiedenis en methodologisch door de Geconnecteerde Geschiedenis, heeft DIPLOMATICON als doel om het volledige scala aan actoren, agenten en ruimtes die betrokken waren bij het diplomatieke proces, evenals de uitgebreide netwerken die zij doorheen de gehele Middellandse Zee hebben opgebouwd, te onthullen. Deze netwerken ondersteunden het hele systeem ondanks politieke veranderingen en religieuze hervormingen. Door dit te doen, herstelt het de gescheiden historiografieën van onze verschillende casestudies (Mamluk, Italiaans, Aragonese) om de kunstmatige grenzen die door nationaal geïnspireerde geschiedenissen zijn gecreëerd, te verwijderen. Tijdens mijn sabbatical wil ik dit onderzoek verder ontwikkelen in twee richtingen, met name door (1) de concretisering van mijn eigen onderzoek naar Mamluk Diplomatie als onderdeel van het DiplomatiCon-project (met publicatiedoelen: collectief en individueel monografie); en (2) de initiatie van twee nieuwe onderzoekslijnen over Islamitische diplomatieke agenten in het Christendom en de rol van het pausdom in Christelijke-Islamitische contacten buiten de Kruistochten. Een onderzoeksverblijf van 8 maanden in Rome is daarom cruciaal voor een diepgaande verkenning van het Vaticaanse Apostolische Archief en de Bibliotheek.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Diplomatieke praktijken en actoren in het post-Almohad Islamitische Westen (13e-14e eeuw): tussen kruisende blikken en verweven geschiedenissen. 15/07/2025 - 14/07/2026

Abstract

Diplomatieke studies hebben de afgelopen decennia een aanzienlijke ontwikkeling doorgemaakt, met een groeiende interesse van wetenschappers voor middeleeuwse samenlevingen buiten Europa, met name in de islamitische wereld. In dit laatste geval, hoewel de Almohaden en Mamelukken uitgebreid zijn bestudeerd, blijven de Berberse machten (Hafsiden, Mariniden, ʿAbdelwadīden) die de Almohaden opvolgden in het islamitische Westen onderbelicht. Deze studie probeert deze leemte te vullen binnen een gefragmenteerde historiografie die vaak wordt beïnvloed door analytische vooroordelen. Een overheersende benadering gericht op "relaties" geeft prioriteit aan uitwisselingen tussen de Kroon van Aragón en de Maghreb, waardoor de post-Almohaden staten als marginaal worden afgeschilderd en hun diplomatie wordt gereduceerd tot economische interacties. Zelfs recente studies, hoewel ze hun focus hebben verbreed, blijven christelijke relaties als belangrijkste analysekader beschouwen. Een andere vertekening, de segmentatie van actoren, oorspronkelijk beïnvloed door nationalistische perspectieven, blijft onderzoek naar post-Almohaden diplomatie vormgeven, waardoor een allesomvattende analyse wordt verhinderd door elke macht afzonderlijk te bestuderen en documentaire uitdagingen te creëren. Dit project richt zich op deze historiografische lacunes door de diplomatie van de post-Almohaden Maghreb-staten gezamenlijk te bestuderen — de Hafsiden van Ifriqiya (1228–1574), de Mariniden van Fez (1244–1465) en de ʿAbdelwadīden van Tlemcen (1235–1556) — vanaf hun breuk met de Almohaden heerschappij in de 13e eeuw tot het einde van de 14e eeuw, binnen het specifieke islamitische Westen dat al-Andalus en de Maghreb omvat. Door een synchrone en thematische benadering te hanteren — met inbegrip van historische antropologie, literatuur, prosopografie en codicologie — streeft dit onderzoek ernaar de beperkingen van een diachrone benadering, die vaak wordt gehinderd door documentaire hiaten, te overstijgen. Ondanks hun rivaliteiten deelden de Hafsiden, ʿAbdelwadīden en Mariniden diplomatieke praktijken die werden beïnvloed door Almohadische tradities en de Andalusische erfenis. Maghribijnse kroniekschrijvers benadrukken overeenkomsten in onderhandelingen, ambassadeursselectie, diplomatieke geschenken en poëzie. Hun administraties, met name op het gebied van kanselarij (kitāba) en financiën, werden gedomineerd door een Andalusische elite, wat politieke en culturele uitwisselingen bevorderde. Deze factoren hebben geleid tot een verbonden benadering om historiografische vooroordelen en nationalistische beperkingen te overstijgen. Gezien de beperkingen van bronnen moet het onderzoek prioriteit geven aan diplomatieke interacties binnen het islamitische Westen, aangezien er weinig gegevens zijn over christelijke uitwisselingen. Ons onderzoek is gebaseerd op diplomatieke brieven, verdragen, kronieken, literaire bloemlezingen en reisverslagen. Om de dynamiek van onderhandelingen buiten officiële documenten te analyseren, maken we gebruik van Hafsid-, ʿAbdelwadīd- en Marinidische kronieken, met erkenning van hun partijdige vooroordelen binnen een benadering van verbonden geschiedenis. Diplomatieke activiteiten hebben ook een theoretische basis, ondersteund door encyclopedische werken, administratieve en jurisprudentiele verhandelingen. Daarnaast bieden biografische woordenboeken cruciale inzichten in diplomatiek personeel. Onze studie integreert verbonden geschiedenis en een synchrone benadering, terwijl het gebruikmaakt van meerdere thematische schalen om documentatie-uitdagingen aan te pakken en gefragmenteerde bronnen te verzoenen. Deze methodologische diversiteit maximaliseert beschikbare gegevens, waardoor nieuwe onderzoeksperspectieven op diplomatieke activiteiten worden geopend.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Een geconnecteerde geschiedenis van middeleeuwse mediterrane diplomatie: het Mamlukken sultanaat, Italië en de Kroon van Aragon (14e-15e eeuw) (Diplomaticon). 01/01/2022 - 31/12/2025

Abstract

Het Middellandse Zeegebied wordt in de literatuur traditioneel beschouwd als een grens tussen twee werelden: Noord en Zuid; Christelijk en Islamitisch. Deze interpretatie kreeg met name vorm onder invloed van nationale geschiedschrijving, waarin doorgaans doelbewust net de verschillen – en grenzen – tussen regio's worden benadrukt. DIPLOMATICON gaat voorbij aan deze ongenuanceerde visie op het Middellandse Zeegebied door een vernieuwende diplomatieke studie van deze regio in de (late) middeleeuwen, die recht zal doen aan de voortdurende interactie en uitwisselingen over geografische, culturele en religieuze grenzen heen. Geïnspireerd door de aanpak en methodologische vernieuwing gebracht door de New Diplomatic History en Connected History, focust het project op de drie belangrijkste actoren in de regio in de 14de en 15de eeuw: het Sultanaat van de Mamlukken in Cairo, en de Italiaanse staten en het vorstendom Aragon. DIPLOMATICON zal het traditionele paradigma rond politieke en culturele tegenstellingen tussen Islamietische en christelijke regio's nuanceren en corrigeren, door nadrukkelijk te focussen op de onderlinge contacten en interactie, die ook via informele diplomatieke betrekkingen plaatsvonden. Deze benaderingswijze zal toelaten om alle actoren en agenten die betrokken waren bij laatmiddeleeuwse diplomatieke processen en culturele transfers in deze regio voor het voetlicht te plaatsen, net als de enorme en wijdverspreide netwerken die zij opbouwden .

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

(In)formele diplomatieke netwerken en staatslegitimatie in de premoderne islamitische wereld: Mahmud Gawan (Bahmani vizier, 1463-1481) en de internationale maatschappij. 01/10/2020 - 30/09/2022

Abstract

Hoewel het reeds lang erkend is dat de premoderne islamitische wereld (tot circa 1500) na de val van de Abbasiden (1258) verbonden was via handelsroutes, culturele connecties en eenzelfde religie, heerst er nog steeds een narratief van politieke fragmentatie in academisch onderzoek. Dit project veronderstelt dat er ook gedeelde politieke gebruiken waren, het meest zichtbaar in de diplomatie, waardoor er een "internationale samenleving" ontstond. Hiervoor bouwt het op recent onderzoek in de politieke geschiedenis en in de "new diplomatic history" waarin de focus verlegd werd van veroveringen en het staatshoofd, naar een interesse in staatsvorming, legitimiteit en de rol van een uitgebreider scala van politieke en diplomatieke actoren. Hoewel het bekend is dat beschermheerschap van bepaalde personen een gangbare tactiek was van het hof om zijn prestige te verhogen en aanspraak op de macht te laten gelden, is het onvoldoende bestudeerd hoe de netwerken van deze personen bijdroegen in de zoektocht naar staatslegitimiteit. Dit project onderzoekt bijgevolg de connectie tussen diplomatie, legitimiteit en (in)formele netwerken in de premoderne islamitische wereld. Dit doet het concreet aan de hand van een analyse van diplomatieke brieven in het Perzisch en het Arabisch van Maḥmūd Gāwān, de Bahmanī (in de Deccan, Zuid-Azië) vizier van 1463 tot 1481, en hoe die legitimiteit dienden uit te dragen via diplomatie.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Hoe de Oriënt te construeren? Adellijke reisverhalen uit Europa en de representatie van de wereld van de Islam in de late middeleeuwen. 01/10/2019 - 30/09/2023

Abstract

Landen van mirakels en wonderen, van specerijen en ongebreidelde rijkdom. De "Oriënt" heeft voortdurend de middeleeuwse geest geprikkeld en gefascineerd. Het succes van reizigers als Marco Polo en anderen heeft in grote mate bijgedragen tot deze fascinatie. Maar tegelijk werd de "Oriënt" ook beschouwd als bedreigend. Het was het land van de religieuze vijand, het was het land van de Islam. Een binaire en antagonistische visie was het resultaat. De Oriënt werd vereenzelvigd met de er heersende religie, maar tegelijk werden, Ottomanen en bij uitbreiding alle Moslims vanaf de late vijftiende eeuw ook meer en meer als "barbaars" omschreven (en het Christelijke Europa als "beschaafd"). Het onderzoek heeft de voorbije decennia vooral aandacht besteed aan de visies op de Islam van clerici en intellectuelen, veelal ten koste van die van andere groepen in de samenleving. Maar veel andere Europeanen hebben ook hun visies op de Islam beschreven, en vaak zelfs, indien ze zelf de reis naar het Midden-Oosten hadden ondernomen, op basis van persoonlijke observatie. Een rigide analyse van deze teksten (en van de contexten waarin ze tot stand kwamen) ontbreekt echter nog altijd. Met name de representatie van de Islamitische andere in reisverhalen geschreven door of gemaakt op bevel van edelen biedt interessante perspectieven. Edelen stonden vaak dicht bij vorsten, die in deze periode steeds machtiger werden en ze koesterden bij uitstek militaire identiteiten, die hen op de voorgrond brachten bij de uitwerking van de opnieuw opkomende kruisvaartinitiatieven. Hun narratieven hebben dus een diepe impact nagelaten op de manieren waarop Europa omging met de Islamitische andere. Dit project wil de reisverhalen van laatmiddeleeuwse edelen onder de loep nemen in drie heel verschillende politieke constellaties en zo hun potentiële invloed in kaart brengen op latere ontwikkelingen van Europese discoursen over de Islam.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

(In)formele diplomatieke netwerken en staatslegitimatie in de premoderne islamitische wereld: Mahmud Gawan (Bahmani vizier, 1463-1481) en de internationale maatschappij. 01/10/2018 - 30/09/2020

Abstract

Hoewel het reeds lang erkend is dat de premoderne islamitische wereld (tot circa 1500) na de val van de Abbasiden (1258) verbonden was via handelsroutes, culturele connecties en eenzelfde religie, heerst er nog steeds een narratief van politieke fragmentatie in academisch onderzoek. Dit project veronderstelt dat er ook gedeelde politieke gebruiken waren, het meest zichtbaar in de diplomatie, waardoor er een "internationale samenleving" ontstond. Hiervoor bouwt het op recent onderzoek in de politieke geschiedenis en in de "new diplomatic history" waarin de focus verlegd werd van veroveringen en het staatshoofd, naar een interesse in staatsvorming, legitimiteit en de rol van een uitgebreider scala van politieke en diplomatieke actoren. Hoewel het bekend is dat beschermheerschap van bepaalde personen een gangbare tactiek was van het hof om zijn prestige te verhogen en aanspraak op de macht te laten gelden, is het onvoldoende bestudeerd hoe de netwerken van deze personen bijdroegen in de zoektocht naar staatslegitimiteit. Dit project onderzoekt bijgevolg de connectie tussen diplomatie, legitimiteit en (in)formele netwerken in de premoderne islamitische wereld. Dit doet het concreet aan de hand van een analyse van diplomatieke brieven in het Perzisch en het Arabisch van Maḥmūd Gāwān, de Bahmanī (in de Deccan, Zuid-Azië) vizier van 1463 tot 1481, en hoe die legitimiteit dienden uit te dragen via diplomatie.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Vredevolle ontmoetingen in premoderne Islam. Theorie en praktijk van de diplomatie onder de Mamluke Sultanaat(1250-1517). 01/01/2017 - 31/12/2020

Abstract

In tegenstelling tot de algemene aanname van een "oude" wereld gedomineerd door oorlogen, onderzoekt dit project hoe een internationale maatschappij ontstond in de premoderne Islamitische wereld, gedomineerd door wederzijdse erkenning tussen heersers die de vrede wilden bewaren en hun voorrechten behouden. Diplomatie werd de norm en werd gefaciliteerd door de ontwikkeling van een dynamische reeks voorschriften, erkend door alle deelnemers.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Vredevolle ontmoetingen in premoderne Islam. Theorie en praktijk van de diplomatie onder de Mamluke Sultanaat (1250-1517). 01/10/2016 - 30/09/2018

Abstract

In tegenstelling tot de algemene aanname van een "oude" wereld gedomineerd door oorlogen, onderzoekt dit project hoe een internationale maatschappij ontstond in de premoderne Islamitische wereld, gedomineerd door wederzijdse erkenning tussen heersers die de vrede wilden bewaren en hun voorrechten behouden. Diplomatie werd de norm en werd gefaciliteerd door de ontwikkeling van een dynamische reeks voorschriften, erkend door alle deelnemers.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Bewaren van de vrede in premoderne Islam. Theorie en praktijk van de diplomatie onder de Mamluke Sultanaat (1250-1517) 01/02/2015 - 31/12/2015

Abstract

In tegenstelling tot de algemene aanname van een "oude" wereld gedomineerd door oorlogen, onderzoekt dit project hoe een internationale maatschappij ontstond in de premoderne Islamitische wereld, gedomineerd door wederzijdse erkenning tussen heersers die de vrede wilden bewaren en hun voorrechten behouden. Diplomatie werd de norm en werd gefaciliteerd door de ontwikkeling van een dynamische reeks voorschriften, erkend door alle deelnemers.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderzoeksproject