Abstract
Het Belgische sociale zekerheidsrecht beschermt personen die zorgarbeid verrichten binnen en buiten het gezin slechts indirect en in beperkte mate. Buiten het gezinsverband kan men deze zorgfuncties kwalificeren als `grijze statuten', daar zij meestal niet of beperkt bezoldigd zijn en geen of slechts beperkte rechten in de sociale zekerheid opleveren. De genoten bescherming in de sociale zekerheid voor zorgarbeid binnen en buiten het gezin, wordt verzekerd door het systeem van de afgeleide rechten. De afgeleide rechten staan in voor de sociale bescherming van personen die geen eigen sociale zekerheidsrecht op grond van agorale arbeid kunnen laten gelden; de rechten ontstaan via verwantschap met een arbeidende persoon. De afgeleide rechten hebben ongetwijfeld bijgedragen tot de doelmatigheid van de sociale zekerheid, doch het systeem komt om verschillende redenen onder druk te staan. Het systeem wordt ontoereikend, discriminatoir en anti-emancipatorisch geacht. Tevens zijn de afgeleide rechten aan kritiek onderhevig wegens hun meestal slechts indirecte dekking van onbetaalde of beperkt bezoldigde zorgarbeid.
Het project wil onderzoeken hoe en in welke mate de sociale zekerheid een ruimere notie van `arbeid' kan erkennen, door zorgarbeid rechtstreeks te vergoeden en de afgeleide rechten te individualiseren. Daarbij verdienen de grijze zorgstatuten speciale aandacht, daar zij reeds uitdrukking geven aan een reconstructie van zorgarbeid buiten het gezin, doch op onvoldoende sociale zekerheidsbescherming kunnen rekenen. Naast het Belgische sociale zekerheidssysteem wordt ook onderzoek ondernomen naar de sociale zekerheid in Nederland, Frankrijk, Zweden en de Verenigde Staten.
Onderzoeker(s)
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)