Onderzoeksgroep

Expertise

Training en advies verstrekken op gebied van infectie ziekten, tropische geneeskunde, reisgeneeskunde en HIV infectie en assistentie bij het opstellen van nationale therapie richtlijnen in deze domeinen.

Vermindering van onchocerciasis-geassocieerde morbiditeit bij kinderen. 01/11/2022 - 14/11/2025

Abstract

Onchocerciasis, veroorzaakt door de worm Onchocerca volvulus, is nog steeds endemisch in Kameroen ondanks jaren gemeenschapsgerichte behandeling met ivermectine (CDTI). Suboptimale, en enkel jaarlijkse CDTI veroorzaakte een hoge prevalentie van onchocerciasis-geassocieerde huid-, oog- en neurologische ziekten. Kinderen die met O. volvulus geïnfecteerd zijn op de leeftijd van 5-12 jaar, lopen een verhoogd risico op het ontwikkelen van onchocerciasis-geassocieerde epilepsie (OAE). Daarenboven, veroorzaakt onchocerciasis tijdens de zwangerschap "parasiet tolerantie" bij de pasgeborene en het risico dat het kind een O. volvulus-infectie ontwikkelt met een hoog aantal wormen, wat kan leiden tot onchocerciasis-geassocieerde morbiditeit. Als hypothese stellen we dat onchocerciasis tijdens de zwangerschap een negatief effect heeft op de neuro-cognitieve ontwikkeling van het kind. We zullen dit onderzoeken door borst voedende moeders te rekruteren met en zonder onchocerciasis blootstelling tijdens de zwangerschap, en door de neuro-cognitieve evolutie van hun kinderen op de leeftijd van 12 en 24 maanden te evalueren. We zullen ook een ivermectine distributiestrategie in scholen (boven de jaarlijkse CDTI) evalueren die er moet voor zorgen dat 5-12-jarigen elke zes maanden ivermectine innemen, zodat ze worm- en ziektevrij zouden zijn. Door dit project beogen we interventies te ontwikkelen om het intellectuele kapitaal van kinderen in onchocerciasis-endemische gebieden te beschermen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Project om nieuwe onchocerciasis diagnostische testen te evalueren in het veld 01/06/2022 - 31/05/2025

Abstract

Objectieven 1. Evalueer onchocerciasis RDT's in ontwikkeling. 2. Verzamel, analyseer en bewaar bloedmonsters van individuen in endemische gebieden voor onchocerciasis. Activiteiten Onchocerciasis resulteert in ernstige jeuk, blindheid en een slechte sociaaleconomische ontwikkeling. Het is bedoeld voor eliminatie door 2030 door de WHO. De huidige diagnostiek voor onchocerciasis, waaronder de huidknipmicroscopie, Ov16 ELISA en Ov16 RDT, zijn beperkt in hun gevoeligheden. Verbeterde versies van de Ov16 RDT zijn in ontwikkeling en moeten worden geëvalueerd om hun diagnostische prestaties te beoordelen. Het verplaatsen van deze tests langs de ontwikkelingspijplijn zal de diagnostische behoeften voor onchocerciasis aanzienlijk vergroten en bijdragen aan de eliminatie ervan. We stellen voor om de ontwikkeling van deze tests vooruit te helpen en ze te evalueren aan de hand van de huidige tools door: • Opzetten van een diagnostische biorepository voor onchocerciasis. De beschikbaarheid van een opslagplaats voor goed gekarakteriseerde monsters blijft een uitdaging voor de ontwikkeling en evaluatie van nieuwe diagnostiek voor onchocerciasis • Coördinatie met bestaande productontwikkelingspartners om tools in ontwikkeling te evalueren. Deze vroege coördinatie tussen partners en evaluatie zal helpen bij het identificeren van de beste tool om verder te komen in de ontwikkelingspijplijn.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Stoppen van de ziektelast veroorzaakt door onchocerciasis-geassocieerde epilepsie. 01/01/2022 - 31/12/2025

Abstract

Er is groeiend epidemiologisch bewijs dat onchocercose ("rivier blindheid") epilepsie kan veroorzaken (OAE), een belangrijk niet erkend volksgezondheidsprobleem in Afrika. Het oorzakelijk mechanisme van OAE is nog steeds niet gekend. De Onchocerca volvulus, noch zijn endosymbiont Wolbachia, lijken de hersenen te kunnen binnendringen. Jaarlijkse "community directed treatment with ivermectine" (CDTI), reduceert de incidentie van OAE slechts weinig. Daarom zullen we 1] In onchocercose endemisch gebieden in Cameroon onderzoeken of een door de bevolking georganizeerde "Slash en Clear " vector controle methode gecombineerd met CDTI de incidentie van OAE meer kan verminderen dan enkel CDTI; 2] Onderzoeken of producten uitgescheiden door O. volvulus de bloed-hersenbarrière kunnen doordringen door het proteoom profiel van cerebrospinaal vocht van kinderen met OAE te vergelijken met dat van verschillende stadia van de worm; 3] Onderzoeken of de O. volvulus geinfecteerde zwarte vliegen een neurotroop virus zou kunnen overdragen dat OAE veroorzaakt, door het testen van vliegen met PCR testen voor de detectie van potentiele OAE specifiece virale sequenties geidentificieerd in een metagenomische case control studie. Onze bevindingen zullen context specifieke aanbevelingen doen betreffende een complementaire manier om de onchocercose eliminatie te versnellen en leiden tot nieuwe inzichten om de ziektelast en stigma geassocieerd met "rivier epilepsie" te verminderen

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Het in kaart brengen van de psycho-sociale gevolgen en het toepassen van preventieve maatregelen bij de controle van Covd-19: een serie van opeenvolgende surveys 21/01/2021 - 20/01/2024

Abstract

Het doel van dit project is het uitvoeren van een reeks onderzoeken naar psychosociale en gedragsreacties en naleving van beperkende maatregelen ter voorkoming en bestrijding van Covid-19 en het opstellen van aanbevelingen aan regeringen voor verder beheer van crisisbeheer in landen en herstelplannen. De leerdoelen zijn: 1. Om de psychosociale belasting en coping-capaciteiten, het risico om de ziekten op te lopen en het therapietrouwgedrag te beschrijven, de huidige maatregelen aanbevolen door regeringen en gedurende de eerste 6 maanden na implementatie 2. De determinanten beschrijven van de naleving van de maatregelen aanbevolen door overheden (baseline covariaten en tijdsvariërende covariaten) 3. Om de algehele effectiviteit te beoordelen van de naleving van de maatregelen die door regeringen worden aanbevolen met betrekking tot de incidentie van ernstige Covid-19-ziekte 4. Om de meest effectieve maatregel (of combinatie van maatregelen) te identificeren om de incidentie van ernstige Covid-19-ziekte en NCD-risico en NCD-beheer tijdens post-covid-19-epidemie te verminderen. 5. Beoordeel kennis, begrip en aanvaardbaarheid met betrekking tot het covid-19-vaccin 6. Psychosociale, stress-, prestatie- en andere effecten van covid-19-epidemieën tijdens, tussen en na pandemieën van elke golf onder verschillende steekproeven, zoals gezondheidswerkers.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Doeltreffende informatie-uitwisseling en zorggerichtheid in telefonische Covid-19 contactopsporing. Een toegepast sociolinguïstisch en conversatie-analytisch optimalisatie-onderzoek naar interactionele dynamiek en pragmatisch bewustzijn. 01/11/2020 - 31/10/2021

Abstract

In antwoord op urgente problemen rond Covid-19 contact tracing (terughoudendheid bij verstrekken informatie, gebrek aan zorggerichtheid, het script domineert), beoogt dit project een analyse en optimalisering van de telefonische contact tracing gecoördineerd door het Vlaams Agentschap Zorg & Gezondheid. Er zijn 4 objectieven: (i) diagnose van de interactie in 3 cycli van dataverzameling en -analyse (miv. 1 cyclus over gesprekken in andere talen dan het Nederlands); (ii) aanbevelingen voor de praktijk, de ontwikkeling van trainingsmateriaal en een pakket voor recrutering, (iii) een piloottoepassing gevolgd door een effectiviteitsmeting, en (iv) een bredere publieke consensus over het belang van contact tracing (maatschappelijke impact). Het project schuift zich in een toegepaste, interactioneel sociolinguïstische en conversatie-analytische traditie van wetenschappelijk onderzoek naar medische interacties en interviews-in-instituties over gevoelige onderwerpen. Het project vult een leemte in (i) fundamentele kennis over de talig-interactionele dynamiek van contact tracing gesprekken als een specifiek institutioneel gesprekstype en (ii) toegepaste kennis gericht op taakgerichte efficiëntie en adequaat pragmatisch bewustzijn bij contactopspoorders als aspecten van professionele reflectie. Dit project over een kerncommunicatieve opdracht bij het indijken van de Covid-19 pandemie, steunt op een hechte samenwerking tussen relevante taalkundige, medische en ethische expertise.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Afrikaans network hoe onchocerciasis geassocieerde epilepsie te voorkomen en te behandelen 01/01/2019 - 31/08/2022

Abstract

Onlangs verzamelde het consortium dat bij dit project betrokken was, sterk klinisch en epidemiologisch bewijs dat het nodding syndroom één van de klinische presentaties is van onchocerciasis (rivierblindheid) -gerelateerde epilepsie (OAE) en dat deze vorm van epilepsie te voorkomen is door het versterken van programma's voor de eliminatie van onchocerciasis. Ondanks dit bewijs is er nog steeds weinig bewustzijn over het belangrijke probleem voor de volksgezondheid veroorzaakt door OAE en een volledig gebrek aan interventies om het probleem aan te pakken. Acht Afrikaanse partners van de Democratische Republiek Congo, Oeganda en Tanzania, allen met complementaire OAE-expertise, zullen bij het project worden betrokken. Door hun onderzoekscapaciteit te vergroten en door meerlandenstudies hopen we de resterende OAE-onderzoeksvragen op te lossen. Bovendien willen we door onze krachten te bundelen, waaronder de organisatie van een internationale workshop over OAE, OAE op de internationale ontwikkelingsagenda zetten. Dit project zal het OAE-bewustzijn verhogen onder getroffen gemeenschappen, lokale gezondheidswerkers, gezondheidsbeleidsmakers en hopelijk financiers om gepaste acties uit te voeren.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Multi-disciplinaire aanpak om epilepsie veroorzaakt door onchocercose te bestrijden in Mahenge, Morogoro regio in Tanzania 01/01/2018 - 31/08/2022

Abstract

Ondanks het gebruik van ivermectine (IVM) eenmaal per jaar voor de beheersing van onchocerciasis (oncho) (= rivierblindheid) in Mahenge Tanzania, blijft de prevalentie van oncho en epilepsie hoog. Er is toenemend bewijs dat epilepsie een complicatie van oncho is en dat de behandeling van oncho niet alleen blindheid kan elimineren, maar ook epilepsie kan verminderen. Ons voorgestelde project heeft tot doel: 1) de multidisciplinaire onderzoekscapaciteit voor de preventie van oncho en epilepsie in Tanzania te versterken. We zullen een oncho-geassocieerde epilepsie (OAE) -onderzoeksgroep opzetten om een master- en een PhD-student te ondersteunen bij de ontwikkeling van onderzoeksprotocollen gericht op OAE in de Mahenge-regio; 2) de prevalentie van oncho en de incidentie van epilepsie in het Mahenge-gebied verminderen door: a) een bewakingssysteem op te zetten voor een vroege diagnose van epilepsie; b) versterking en implementatie van een effectieve gemeenschapsverdeling van IVM; 3) Evidence-based richtlijnen invoeren om OAE te behandelen door lokale gezondheidswerkers op te leiden; 4) een programma ontwikkelen om epilepsie-geassocieerd stigma en discriminatie in de gemeenschap te verminderen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Ontwikkeling van een plan om het lijden ten gevolge van nodding syndroom en onchocerciasis geassocieerde epilepsie te verminderen (NSstop) 01/09/2017 - 28/02/2019

Abstract

Het ontwikkelen van een strategie om onchocerciasis geassocieerde epilepsie (OAE) te voorkomen en te behandelen. Deze strategie zal ontwikkeld worden tijdens een international OAE workshop en zal vervolgens uitgetest en geevalueerd worden in 2 Afrikaanse landen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Knikkebol ziekte: transdisciplinair onderzoek om de oorzaak te ontdekken en om rivier epilepsie te voorkomen (NSETHIO). 01/10/2015 - 30/11/2021

Abstract

Knikkebol ziekte is een neurologische aandoening die kinderen van 5 tot 15 jaar aantast in Zuid Soedan, Uganda en Tanzania. Sinds 1950, toed de ziekte ziekte voor het eerst werd beschreven werd de oorzaak ervan nog niet gevonden. Het is een vorm van atonische epilepsie waarbij het hoofd knikkebolt vaak gevolgt door tonisch clonische convulsies, mentale achterlijkheid en vertraagde groei. In de gebieden waar de ziekte voorkomt is het een belangrijk problem van volksgezondheid met belangrijke socio-economische consequenties. Na een exploratieve missie in Zuid Soedan, Uganda, en de Democratische Republiek Congo (DRC) hebben wij de hypothese voorgesteld dat de ziekte wordt veroorzaakt door een pathogen die wordt overgedragen door de Zwarte vlieg (Simuliidae). We stellen ook dat dezelfde aandoening ook voorkomt in andere onchocerciasis endemische gebieden zoals bv in de Mbam valley in Kameroen en in de Province Orientale in de DRC.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Réduire l'épilepsie des rivières en République Démocratique du Congo. 01/04/2015 - 31/12/2016

Abstract

Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLIR. UA levert aan VLIR de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

    Project type(s)

    • Onderzoeksproject

    De epidemiologie, etiologie en consequenties van de knikkebol ziekte in Zuid Soedan 01/01/2015 - 31/12/2017

    Abstract

    Achtergrond: De Knikkebolziekte (KZ) is een levensbedreigend neurologische aandoening, dat momenteel voorkomt bij een toenemend aantal kinderen tussen 5 en 15 jaar in Zuid-Soedan, Oeganda en Zuid Tanzania. KZ wordt gekenmerkt door knikkebollende bewegingen vaak gevolgd door andere soort aanvallen, ontwikkelingsstoornissen en groeiachterstand teruggang. In de getroffen gebieden, wordt KZ s een steeds belangrijker volksgezondheidsprobleem met hoge morbiditeit en mortaliteit met ernstig sociaaleconomische gevolgen. Ondanks grondig onderzoek in een beperkt aantal Oegandese kinderen blijft de etiologie en pathogenese van KZ onbekend. Afgezien van de vragen over de etiologie blijven vragen over de ziekte-incidentie, prevalentie en de lange termijn evolutie ook nog open. Voorgestelde studie: er wordt voorgesteld om een geïntegreerd programma uit te voeren die een patiënt-controle-onderzoek combineert met een gedetailleerde beschrijvende studie door een gefaseerde aanpak. In de eerste fase wordt een pathogeen ontdekkingsprogramma uitgevoerd op een beperkt aantal KZ patiënten en een controlegroep met behulp van de modernste laatste generatie sequencing en microarray gebaseerde methoden op stalen die zijn verkregen uit kinderen en 'black flies'. De focus van de tweede studiefase zal gedeeltelijk afhangen het resultaat van de eerste fase: indien mogelijke pathogenen worden gevonden zal de focus in de tweede fase zal worden op verdere identificatie van deze pathogenen. Als geen pathogenen wordt geïdentificeerd , zullen gedetailleerde beschrijvende etiologiestudies worden opgestart met een patiënt-controle-ontwerp en alle mogelijke ethologiën onderzocht die reeds beschreven zijn. Ongeacht de uitkomst van fase 1, zal in de tweede fase een surveillance studie worden opgestart voor alle KZ gevallen gevallen in de vier meest getroffen provincies van Zuid-Soedan, naast een lange termijn opvolging van de geselecteerde groep van KZ gevallen en hun controles. Dit 3 jaar-programma zal worden uitgevoerd in nauwe samenwerking met Zuid-Soedanese, Nederlandse en Belgische KZ en pediatrische onderzoeksdeskundigen en zal worden gebouwd op bestaande KZ-onderzoek en KZ ondersteuningsactiviteiten al aanwezig in Zuid-Soedan. Verwacht resultaat: er is een aanzienlijke kans dat de ware etiologie en de risicofactoren voor KZ zal worden geïdentificeerd en dat de KZ-epidemiologie in Zuid-Soedan zal worden verduidelijkt met betrekking tot de incidentie, prevalentie en ziekte progressie. Bovendien zal de studie een platform creëren voor behandelingsinterventiestudies en de lokale gezondheidsinstanties informeren hoe ze hun ziektepreventie en beheersstrategieën kunnen verbeteren.

    Onderzoeker(s)

    Onderzoeksgroep(en)

      Project type(s)

      • Onderzoeksproject

      Onderzoek naar de geografische verspreiding, de gastheer, de ziektelast, optimale diagnose en behandeling van Emmonsia hoerikwaggiana infecties. 01/01/2014 - 31/12/2017

      Abstract

      Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.

      Onderzoeker(s)

      Onderzoeksgroep(en)

        Project type(s)

        • Onderzoeksproject

        Monitoren en managen van patienten met HIV in Afrika. 01/10/2011 - 13/01/2014

        Abstract

        Binnen dit project wordt de management van patienten met HIV in Zuid Afrika bestudeerd. Specifiek wordt gekeken naar de waarde van het monitoren van gewicht/bmi en de gevolgen van overgewicht en alcoholgebruik in patienten met HIV. Interventies worden getest om overgewicht en alcoholgebruik te reduceren.

        Onderzoeker(s)

        Onderzoeksgroep(en)

          Project type(s)

          • Onderzoeksproject

          Openbare gezondheidsinterventies. 01/07/2011 - 23/09/2012

          Abstract

          Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Erasmus Mundus. UA levert aan Erasmus Mundus de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.

          Onderzoeker(s)

          Onderzoeksgroep(en)

            Project type(s)

            • Onderzoeksproject

            Aanwezigheid van antibiotica-resistente pathogene bacteriën in de omgeving en de humane comensale flora: is er een verband met ziekte? 01/10/2010 - 09/05/2013

            Abstract

            Het hoofddoel van deze studie is een beschrijving te geven van antibiotica-resistente klinisch relevante bacteriën (ARB) in de omgeving en de humane commensale flora in Gauteng/Zuid-Afrika. Bovendien zal de genetische verwantschap van deze ARB worden bestudeerd om de mechanismen van verspreiding van ARB in de bevolking te begrijpen.

            Onderzoeker(s)

            Onderzoeksgroep(en)

              Project type(s)

              • Onderzoeksproject

              Fase 1 partnerprogramma (2010-2014) voor institutionele samenwerking tussen de Universiteit van Limpopo (Republiek Zuid-Afrika) en de Vlaamse universiteiten. 01/01/2010 - 31/12/2014

              Abstract

              Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLIR. UA levert aan VLIR de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.

              Onderzoeker(s)

              Onderzoeksgroep(en)

                Project type(s)

                • Onderzoeksproject

                Een multicentrum fase III trial in Afrika om de WHO tweedelijns behandelstrategieën en een gesimplifieerde onderhoudstherapie betreffende HIV-geïnfecteerde patiënten te evalueren. 01/10/2009 - 30/09/2011

                Abstract

                Het betreft een multicentrum fase III studie waarbij de door WHO aanbevolen tweedelijns behandelstrategieen betreffende HIV-geinfecteerde volwassen patienten in Afrika (emtricitabine-tenofovir-proteaseremmer of abacavir-didanosine-proteaseremmer) wordt geevalueerd, en een gesimplifieerde onderhoudstherapie (lopinavir monotherapie) wordt beoordeeld op non-inferieuriteit ten opzichte van voortzetting van ingezette therapie. In de substudie zal met name gekeken worden naar cardiovasculaire bijwerkingen bij abacavir gebruik, therapietrouw van patiënten voor de voorgeschreven therapie en resistentiepatronen bij falen van zowel eerste- als tweedelijnstherapie.

                Onderzoeker(s)

                Onderzoeksgroep(en)

                  Project type(s)

                  • Onderzoeksproject

                  IRIS: Pathogenese, klinische en volksgezondheid aspecten. 01/10/2008 - 14/03/2012

                  Abstract

                  De pathogenese, de klinische manifestaties en de volksgezondheidsaspecten van het Immuun Reactivation Inflammatory Syndrome (IRIS) zullen onderzocht worden. In Oeganda en Ethiopië zal onderzocht worden hoe frequent sputum negatieve longtuberculosepatiënten ten gevolge van IRIS, sputum positief kunnen worden en wat de effecten van IRIS zijn op de gezondheidsdiensten en de therapietrouw van de patiënt.

                  Onderzoeker(s)

                  Onderzoeksgroep(en)

                    Project type(s)

                    • Onderzoeksproject

                    Uitvoering van de pre-partner programma (2008-2009) voor institutionele universitaire samenwerking. 01/10/2008 - 31/03/2010

                    Abstract

                    Onderzoeker(s)

                    Onderzoeksgroep(en)

                      Project type(s)

                      • Onderzoeksproject

                      Onderzoek naar een complicatie van antivirale therapie bij personen geïnfecteerd met HIV en tuberculose. Immunologisch, bacteriologisch en klinisch onderzoek. 01/03/2008 - 28/02/2009

                      Abstract

                      Gelieve aan te vullen a.u.b

                      Onderzoeker(s)

                      Onderzoeksgroep(en)

                        Project type(s)

                        • Onderzoeksproject

                        Antiretrovirale therapie: therapietrouw bij volwassenen in ontwikkelingslanden. 01/10/2007 - 30/09/2011

                        Abstract

                        Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLIR. UA levert aan VLIR de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.

                        Onderzoeker(s)

                        Onderzoeksgroep(en)

                          Project type(s)

                          • Onderzoeksproject

                          Capaciteitsopbouw in klinisch onderzoek bij infectieziekten. 01/06/2007 - 31/05/2012

                          Abstract

                          Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLIR. UA levert aan VLIR de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.

                          Onderzoeker(s)

                          Onderzoeksgroep(en)

                            Project type(s)

                            • Onderzoeksproject

                            Augmenter l'accès aux antirétroviraux (ARV) et améliorer le suivi de ce traitement en République Démocratique du Congo. 30/05/2007 - 30/05/2009

                            Abstract

                            Améliorer le suivi des patients sous traitement ARV en développant une méthode de suivi standardisée des patients sous ARV dans toute la RDC; améliorer l'accès aux ARV en RDC ; renforcer l'expertise des chercheurs de l'UNIKIN et de I'ESP dans l'utilisation des ARV et de la recherche opérationnelle concernant l'accès et la distribution des ARV en DRC.

                            Onderzoeker(s)

                            Onderzoeksgroep(en)

                              Project type(s)

                              • Onderzoeksproject

                              Congo - Etude cohorte de patients traités par les antirétroviraux à Kinshasa RD Congo. 09/08/2004 - 31/12/2004

                              Abstract

                              Onderzoeker(s)

                              Onderzoeksgroep(en)

                                Project type(s)

                                • Onderzoeksproject

                                Opwekken van cellulaire immuniteit tegen de regulatorische genproducten Tat en Rev als strategie voor eradicatie van HIV. 01/01/2003 - 31/12/2006

                                Abstract

                                Bij HIV-seropositieve personen zonder ziekteprogressie is er een sterke HIV-specifieke CD4+ en CD8+ T-celimmuniteit. Anderzijds worden bij personen met een progressief ziekteverloop ook HIV-specifieke CD8+ cytotoxische T-lymfocyten (CTL) aangetoond, maar deze cellen blijken functioneel deficiënt. Dit suggereert dat het kwalitatief verbeteren en versterken van T celresponsen gericht tegen HIV het ziekteverloop gunstig zou kunnen beïnvloeden. De huidige schema's van `highly active anti-retroviral therapy' (HAART) onderdrukken virale replicatie, maar er is geen volledige viruseradicatie. Bovendien vermindert HAART de anti-HIV CTL respons en ziet men geen complete reconstitutie van HIV-specifieke CD4+ T-helpercellen. Het opwekken van een sterke cellulaire immuunrespons gericht tegen de regulatorische HIV virus eiwitten Tat en Rev zou van bijzonder belang kunnen zijn voor de viruseliminatie. Het hoofddoel van dit project is dan ook de ex vivo sensitisatie van T cellen van HAART patiënten via het opladen van autologe monocyt-afgeleide dendritische cellen (Mo-DC) met het mRNA coderend voor de regulatorische Tat en Rev eiwitten alleen of in combinatie met het structurele Gag eiwit. Hierbij zijn we niet alleen geïnteresseerd in de inductie van CD8+ HIV-specifieke CTL, maar ook in de specifieke conditionering van DCs voor de activatie van CD4+ T helpercellen die de anti-HIV CTL respons in de hand kunnen werken of versterken. Ruime ervaring werd reeds opgedaan met het in vitro kweken van dendritische cellen, alsook met de electroporatie transfectietechniek die gebruikt zal worden voor het opladen van de bekomen dendritische cellen met HIV-1 mRNA. In dit project willen we dan ook aantonen dat het opwekken en/of versterken van een cellulaire immuunrespons tegen de vroeg tot expressie komende HIV eiwitten Tat en Rev een sleutelrol speelt in de ontwikkeling van een HIV immunotherapie.

                                Onderzoeker(s)

                                Onderzoeksgroep(en)

                                  Project type(s)

                                  • Onderzoeksproject

                                  Beschrijving van het klinisch spectrum van Schistosoma mansoni pathologie en de definitie van een voorspellingsindex voor pathologie. 01/03/1997 - 28/02/1999

                                  Abstract

                                  Een 1 jaar durende op ziekenhuis gebaseerde observatiestudie zal uitgevoerd worden bij Senegalese patiënten, die zich aanbieden in het Sint Louis Ziekenhuis in Richard Toll, een voor S. mansoni endemische regio. In deze populatie zullen de klinische manifestaties, die geassocieerd zijn aan S. mansoni infectie, beschreven worden. Een case control studie zal uitgevoerd worden, waarbij asymptomatische en ernstig zieke personen met S, mansoni infectie zullen worden vergeleken. Deze studie zal gebruikt worden om risico factoren te bepalen ter ontwikkeling van een ernstige vorm van S. mansoni infectie.

                                  Onderzoeker(s)

                                  Onderzoeksgroep(en)

                                    Project type(s)

                                    • Onderzoeksproject