Belaagde eer? Adellijke kentekens en de transformatie van de sociale orde in de Habsburgse Nederlanden (1570-1650). 01/10/2018 - 31/05/2019

Abstract

De Opstand van de Nederlanden bracht ook de maatschappelijke verhoudingen aan het wankelen. Vanaf de late zestiende eeuw trachtte de vorstelijke reglementering op statusvertoon de gepercipieerde verwarring tussen adellijke en burgerlijke identiteiten te beteugelen. Deze wettelijke bepalingen gaven aan bepaalde externe tekens een exclusief adellijk statuut en beperkten zo hun aanwezigheid in de publieke ruimte. Vertrekkend van een dynamische wisselwerking tussen vorstelijk interventionisme en maatschappelijke drijfveren, richt dit project zich op het publieke gebruik en misbruik van dergelijke tekens -- gaande van het voeren van titels tot het aanmatigen van adellijke attributen in familiale gedenktekens. Het onderzoekt hoe deze usurpaties het onderscheid tussen edellieden en niet-edelen kunnen hebben beïnvloed. Voor het eerst zal dit project ook systematisch het potentieel van adellijke tekens nagaan om binnen een stedelijke context de grenzen tussen adel en niet-adel af te bakenen of integendeel te laten verschuiven. Case studies voor Antwerpen en Gent, waar de elites onder invloed van de Opstand wijzigden, zullen weinig gebruikte bronnen zoals verzamelingen van grafschriften en processtukken gebruiken. Daarnaast zal ook de loyale stad Namen zal als case bestudeerd worden. Ingaand tegen de traditionele visie waarin alle initiatief bij de overheid wordt gelegd, gaat dit project uit van de hypothese dat het sociale nut van 'adellijke tekens' tegemoetkwam aan de onzekerheid over vervagende verschillen in rang door wettelijke mogelijkheden te bieden om die distincties te heronderhandelen. Als dusdanig herdenkt dit project de vorming van adellijke identiteit en werpt het een nieuw licht op sociale verbeelding.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Een Tastbaar Verleden Hersteld. Antiquarische Mentaliteiten en de Zoektocht naar een Nieuwe Politieke Cultuur in de Habsburgse Nederlanden (1570-1648). 01/10/2015 - 30/09/2018

Abstract

In de tweede helft van de zestiende eeuw werd het historische bewustzijn van erudieten en (amateur) geleerden gekenmerkt door een groeiende aandacht voor visuele elementen. Ze wilden in toenemende mate zichtbare en tastbare bewijsstukken uit het eigen middeleeuwse verleden (her)ontdekken, documenteren en – indien mogelijk − reproduceren. Deze opmerkelijke paradigmaverschuiving vond in de zuidelijke Nederlanden plaats op het moment dat de opstand tegen het Habsburgse gezag in volle hevigheid losbarstte. Men ging op zoek naar nieuwe manieren om de dynastieke gemeenschap vorm te geven en de verschillende betrokkenen te verzoenen. Dit onderzoeksproject bestudeert de praktische gevolgen van die toenemende 'antiquarische' interesse in het tastbare verleden voor het articuleren van een nieuwe politieke cultuur (1570-1648). Was een selectieve en ambigue omgang met profane 'relicten' zowel een model als een instrument om de fundamenten van het intern verdeelde politieke lichaam te herdefiniëren? Door in het bijzonder het 'politieke' gebruik van materiële historische bewijsstukken te bestuderen wil het project een nieuw inzicht bieden in zowel de contestatie als herstel van het Habsburgse gezag. Het vertrekpunt is daarbij een gelaagde visie die vroegmodern antiquarianisme beschouwt als een mogelijke bemiddelaar tussen uiteenlopende belangengroepen (hof, aristocratie, stad etc.). Op die manier komt niet alleen de interactie tussen een geleerd milieu en populaire politiek beter in beeld. Het maakt ook een nieuwe interpretatie mogelijk van de visuele en materiële dimensie van de vroegmoderne politieke cultuur.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject