Onderzoeksgroep

Expertise

Musculoskeletale revalidatie. Nekpijn, tinnitus, duizeligheid, hoofdpijn, cervicogene hoofdpijn, spanningshoofdpijn en migraine. Cervicale sensorimotoriek Systematische review

Onderzoek naar samenhang tussen TMD en tinnitus en naar werkingsmechanismen voor therapie. 01/10/2020 - 30/09/2021

Abstract

Tinnitus, of oorsuizen, is een fantoomsensatie waarbij geluid wordt waargenomen in afwezigheid van een interne of externe bron. Het komt voor bij 10-15% van de volwassenen. Subjectieve tinnitus, beïnvloed door het somatosensorische systeem, wordt somatosensorische tinnitus genoemd. Bij dit subtype kan de tinnitus worden beïnvloed door veranderde somatosensorische input van het kauwsysteem of van de cervicale wervelkolom. Onze onderzoeksgroep kon aantonen dat niet-invasieve behandeling van de cervicale wervelkolom en van het kauwsysteem kan leiden tot verbetering van tinnitusklachten (Michiels, Van de Heyning, Truijen, Hallemans, & De Hertogh, 2016; Van der Wal et al., 2020). Informatie over de onderliggende werkingsmechanismen van deze behandelingen ontbreekt echter. Dit is belangrijk omdat het licht kan werpen op de pathofysiologie van tinnitus. In een recent uitgevoerde mediatieanalyse ontdekten we dat een verbetering van de temporomandibulaire stoornis (TMD) 35% van het waargenomen behandelingseffect kon verklaren bij patiënten met somatische tinnitus toegeschreven aan TMD (van der Wal et al., Submitted). TMD is echter een overkoepelende term en verdere uitwerking van de bijdrage van verschillende componenten van TMD aan tinnitus is nodig. Van bijzonder belang zijn de onderliggende neurofysiologische werkingsmechanismen. Ook het meten van een verandering in TMD in de loop van de tijd kan verbeterd worden. Het huidige project wordt gefinancierd met de resterende middelen van een FWO TBM-project en zal worden gebruikt om aanvullende financiering aan te vragen. Referenties Michiels, S., Van de Heyning, P., Truijen, S., Hallemans, A., & De Hertogh, W. (2016). Does multi-modal cervical physical therapy improve tinnitus in patients with cervicogenic somatic tinnitus? Man Ther, 26, 125-131. doi:10.1016/j.math.2016.08.005 Van der Wal, A., Michiels, S., Van de Heyning, P., Braem, M., Visscher, C., Topsakal, V., . . . De Hertogh, W. (2020). Treatment of Somatosensory Tinnitus: A Randomized Controlled Trial Studying the Effect of Orofacial Treatment as Part of a Multidisciplinary Program. J Clin Med, 9(3). doi:10.3390/jcm9030705 van der Wal, A., van de Heyning, P., Gilles, A., Jacquemin, L., Topsakal, V., Van Rompaey, V., . . . de Hertogh, W. (Submitted). Is a reduction of somatic tinnitus severity mediated by an improvement in temporomandibular disorder? Hearing Research.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Voorbereiding voor een fMRI studie naar het ontrafelen van de mechanismen ven somatische tinnitus: Hoe kan cervicale somatosensorische afferentie verstoord worden op een MRI compatibele manier? 01/07/2020 - 31/12/2021

Abstract

Tinnitus of oorsuizen is de perceptie van geluid wanneer geen interne of externe bron voor dit geluid aanwezig is. Het komt voor bij 10-15% van de volwassenen. In sommige gevallen wordt de tinnitus veroorzaakt of veranderd door veranderingen in somatosensorische input vanuit de nek, cervicogene somatische tinnitus genoemd (CST). We weten momenteel dat behandeling van de aanwezige nek disfuncties een positieve invloed kan hebben op de tinnitus klachten, maar het is niet duidelijk waarom de ene patiënt met tinnitus verergering van zijn klachten ervaart op het moment dat hij een episode van nekpijn doormaakt en de andere niet. Daarom bereiden we momenteel een grote fMRI studie voor, die de hersenactiviteit zal registreren tijdens het onvrijwillig verstoren van de somatosensorische afferentie door middel van vibratie, bij patiënten met CST, patiënten met andere vormen van tinnitus en patiënten met nekklachten zonder tinnitus. Om voor dit grote project financiering te krijgen, moet echter nog uitgezocht worden welke trillingsfrequentie en lokatie het best geschikt is om een zo groot mogelijke verstoring van de somatosensorische afferentie te krijgen, wat we met deze STIMPRO willen verwezenlijken. Het doel van het STIMPRO project is daarom: Nagaan welke vibratie locatie en frequentie de somatosensorische afferentie het meest verstoort, zodat we deze gegevens kunnen gebruiken in onze toekomstige aanvraag voor financiering van het grotere fMRI project.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Het effect van de conservatieve behandeling van temporomandibulaire dysfuncties op somatische tinnitus 01/10/2016 - 30/09/2020

Abstract

Met dit project wordt beoogd om de kwaliteit van zorg te verbeteren voor patienten met tinnitus die toegeschreven kan worden aan Temporomandibulaire Dysfunctie (TMD). Dit door het effect te bepalen van de behandeling van TMD op tinnitus. Vervolgens door na te gaan welke factoren bijdragen tot dit effect (medierende factoren) en door na te gaan welke factoren kunnen voorspellen wie een gunstig of ongunstig effect van de therapie zal ondervinden (prognostische indicatoren). Deze bevindingen zullen van belang zijn voor huisartsen, NKO specialisten, audiologen, tandartsen en kinesitherapeuten, aangezien zij allen in contact komen met patienten die lijden aan tinnitus.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Scapula positionering en 3D beweging bij proefpersonen met en zonder nekpijn/ 01/07/2016 - 31/12/2017

Abstract

Nek pijn is één van de meest voorkomende musculoskeletale klachten, met een punt prevalentie tussen 10% en 22%. De lifetime prevalentie wordt geschat op 67% tot 71%, waarmee aangetoond wordt dat ongeveer twee-derde van de bevolking een episode van nekpijn zal ervaren in hun leven. Verschillende wijzigingen in scapulo-thoracale spieractiviteit werden reeds gerapporteerd bij patiënten met nekklachten. Tevens is er klinisch bewijs van een gewijzigde scapula positionering en bewegingspatroon tijdens een elevatie taak van de schouder bij patiënten met nekklachten in vergelijking met gezonde proefpersonen. Echter, in de literatuur ontbreekt er duidelijk een grondige analyse van deze associatie tussen scapulaire bewegingen en nek pijn. Deze inzichten zouden nochtans een fundament kunnen betekenen voor een aangepaste therapie en/of preventie bij patiënten met nek pijn. Dit alles leidt tot de volgende onderzoeksvragen: hebben patiënten met nek pijn een gewijzigde scapulaire positie en/of bewegingspatroon?; en welke variabelen hebben een invloed op deze scapula-positionering bij de patiënten met nek pijn? Om deze onderzoeksvragen te beantwoorden, worden patiënten met graad II nek pijn volgens de Classification of The Bone and Joint Task Force on Neck Pain en een gematchte groep gezonde proefpersonen geïncludeerd. Pijn en functioneren wordt geëvalueerd met een visueel analoge schaap, de Neck Disability Index, de Neck Bournemouth Vragenlijst en een mobiliteitsmeting van de cervicale wervelkolom (CROM). Aansluitend wordt de scapulaire beweging en positionering geregistreerd met de Polhemus 3SPACE FASTRAK, zodat de scapulaire posterieure/anterieure tilt (X-as), scapulaire opwaartse/neerwaartse rotatie (Y-as) en externe/interne rotatie (Z-as) geregistreerd kunnen worden.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject