In 2020 lanceerde de universiteit een geactualiseerde visie op Global Engagement en Samenwerking met Afrika, Azië en Latijns-Amerika. Co-creatie van kennis door gelijkwaardige partnerschappen, inclusie en diversiteit worden naar voren geschoven als belangrijke strategieën om samen de mondiale ontwikkelingsdoelen aan te pakken. Op mandaat van de rector diende deze visietekst als uitgangspunt voor ruime, participatieve, instellingsbrede reflectie waarbij meer dan 150 academische partners, experts, studenten en medewerkers deelnamen aan verschillende werkgroepen, workshops en kennisplatforms. Dit intensieve feedback- en participatieproces van twee jaar heeft nu geresulteerd in het Strategisch kader voor Global Engagement 2022. Voortbouwend op onze traditie van samenwerking en solidariteit met het Zuiden is de focus verschoven van een benadering van ontwikkelingssamenwerking naar een benadering van wereldwijd engagement met geactualiseerde perspectieven op internationale partnerschappen, dekolonisatie en kritisch wereldburgerschap. Dit kader voegt een extra dimensie toe aan de bredere ambitie van een inclusieve, diverse en betrokken universiteit (zie Etnisch Cultureel Diversiteitsbeleid), terwijl de projecten van Global Minds dit proces ondersteunen.

Waarom wereldwijd engagement?

Het Strategisch kader is in de eerste plaats ingegeven door bezorgdheid om ons gedeelde huis, waar 'het leven zelf op het spel staat' (Achille Mbembe, 2021). We moeten verschuiven van een specifieke focus op armoede in het Zuiden naar een brede focus op de multidimensionale uitdagingen op het gebied van duurzaamheid en rechtvaardigheid waar de wereld momenteel voor staat. Hierdoor wordt elk land een ‘ontwikkelingsland’, waarbij geen enkel land nog kan beweren het universele en onbetwiste model voor de andere te zijn. De overweldigende en onderling verbonden systemische mondiale uitdagingen van ons huidige tijdperk vragen om onderling verbonden oplossingen en vereisen dat een brede waaier van academische en niet-academische kennis wordt gemobiliseerd om samen rechtvaardige en inclusieve veranderingstrajecten te creëren. Daarom moet het eurocentrische idee van ‘ontwikkelingssamenwerking’ worden vervangen door billijke multilaterale samenwerking en internationale solidariteit, vandaar Global Engagement.

Dekolonisatie?

Dekolonisatie is een centraal concept in het Strategisch kader, dat niet alleen slaat op het erkennen en rechtzetten van historisch onrecht, maar vooral ook op de bevordering van emancipatorische processen om paal en perk te stellen aan machtsonevenwicht, (epistemische) onrechtvaardigheid, ongelijkheid en vooroordelen die nog steeds voortbestaan in de samenleving, aan onze universiteit en aan universiteiten in het algemeen, en in onze eigen geest. Dekolonisatie als proces stimuleert open dialoog en reflectie binnen de academische gemeenschap en haar wereldwijde netwerken, waarbij kritische zelfreflectie en vragen over ongelijkheid en onrecht geworteld in macht niet geschuwd worden. Dit proces is nodig om de internationale samenwerking nieuw leven in te blazen.

‘Dekolonisatie is de rede zelf bevrijden van kolonisatie’ – Sabelo Ndlovu-Gatsheni

Ondanks de complexiteit en soms de betwisting ervan is dekolonisatie een absolute voorwaarde voor een inclusieve, rechtvaardige, billijke en wereldwijd verbonden universiteit (Voor meer informatie, klik hier). Dit proces vereist inspanningen van ons allemaal (zonder ons te verliezen in de schuldvraag of schuldgevoel), waarbij we allemaal moedig en ambitieus moeten zijn binnen verschillende universitaire domeinen, gaande van (1) onderwijs en (2) onderzoek tot (3) internationale partnerschappen. Houd er wel rekening mee dat de hierna beschreven acties slechts voorbeelden zijn. Dit is zeker geen volledige lijst die tot in detail uitgewerkt is.

(1) Onderwijs en leerplan

Doel: streven naar inclusieve vaardigheden en attitudes op het gebied van wereldburgerschap, waarbij naast interculturele vaardigheden ook kwesties rond machtsverhoudingen, onrechtvaardigheid en privilege aan bod komen. Om te functioneren als ethische pioniers moeten we in staat zijn onrechtvaardigheid en ongelijkheid in de wereld te analyseren, terwijl we ons bewust zijn van onze onvermijdelijke positionaliteit en de mogelijke ongelijke verantwoordelijkheid op het vlak van co-creatie en solidariteit.

  • Bespreek de realiteit, de gevolgen en manieren om kolonialisme en kolonialiteit te doorbreken binnen het curriculum, zowel in bestaande opleidingen als in nieuwe op zichzelf staande opleidingen. Let erop om geen eurocentrische kennis te gaan veralgemenen en wees bedacht op de specifieke situering van alle kennis en de toepassing ervan. Erken en promoot diverse kennisbronnen, zonder wetenschappelijke normen los te laten.

  • Binnen een actieve pluralistische universiteit is de filosofie niet om een ​​nieuwe dekoloniale canon op te leggen, maar om open discussies en intense kennisontmoetingen te hebben en multiperspectiviteit en interdisciplinariteit te bevorderen, voortbouwend op het bestaande beleid rond inclusieve leerplannen. Creëer kansen, wederzijds respect en veilige ruimtes voor ‘minderheidsgroepen’ binnen de universitaire gemeenschappen.

  • Neem antiracisme actief op als een centrale pijler van dekolonisatie en kritisch wereldburgerschap.

  • Nodig meer (gast)docenten uit, breid het aanbod van internationale auteurs uit en ondersteun mobiliteit in twee richtingen. Zorg voor internationale klassen (zowel digitaal als fysiek) die het curriculum verder kunnen internationaliseren en die intensieve uitwisselingen en wederzijds leren stimuleren tussen studenten en docenten afkomstig uit verschillende regio’s.

  • Bevorder inclusief wereldburgerschap door middel van (extra)curriculaire mobiliteit naar en diepgaande blootstelling aan het Zuiden.

  • Verbeter waar nodig pedagogische methoden die discussies en kritische uitwisseling tussen docent en student voeden, creëer veilige ruimtes die intervisie mogelijk maken en maak onze universiteit tot een open huis voor iedereen.

  • Stimuleer discussies van onderaf en intervisie onder docenten over onderwijsvernieuwing in dit perspectief, met respect voor academische vrijheid en actief pluralisme.

(2) Onderzoek en maatschappelijk bereik

Doel: een brede waaier van (academische en niet-academische) kennis en belanghebbenden mobiliseren en de internationale onderzoekssamenwerking verder verdiepen om onderling verbonden systemische mondiale uitdagingen aan te pakken.

  • Kritische vragen stellen bij het maatschappelijk pad en de ontwikkelingstrajecten binnen onderzoeksaannames en het algemene voordeel van het onderzoek zelf om wereldwijde uitdagingen aan te pakken, en daarbij erkennen dat deze vragen complex zijn en dat er geen pasklaar antwoord op is.

  • Behoefte aan sensibilisering van onderaf rond kritische reflectie en zelfreflectie over de positionaliteit, machtsverhoudingen en waarden van onderzoekers. Onderzoek over wat precies? Voor en met wie? Duiding van onderwerpen en benaderingen?

  • Behoefte aan meer bewuste en gevarieerde strategieën voor maatschappelijk bereik.

  • Bescherm veilige ruimtes voor gezamenlijke reflectie.

  • Onderzoek de mogelijkheid om vragen over Global Engagement op te nemen in Ethics Reviews, in de eerste plaats als stimulans voor onderzoekers tot zelfreflectie.

(3) Wereldwijde partnerschappen

Doel: de traditie van intense samenwerking met academici en partnerinstellingen van UAntwerpen en AUHA in het Zuiden voortzetten en verdiepen; strategieën voor maatschappelijk bereik uitwerken om onze gedeelde, overweldigende, onderling verbonden systeemcrisis aan te pakken; en machtsverhoudingen in balans brengen voor betere academische samenwerking rond kwesties gerelateerd aan zowel het Zuiden als het Noorden.

  • De universiteit moet een inclusieve instelling zijn die gelijkheid, samenwerking, onderlinge afhankelijkheid, wederkerigheid en empowerment stimuleert om de belangrijkste problemen van onze moderne tijd doeltreffender aan te pakken.

  • In onze samenwerking met het Zuiden moeten we komen tot zelfreflectie en internationale solidariteit, waarbij begrip nodig is voor de onvermijdelijke ongelijke voorwaarden van academische samenwerking. We moeten ons engageren om de gevolgen van zowel historische als huidige vormen van machtsonevenwicht recht te trekken.

  • Bewustmaking en (zelf)reflectie over evenwichtige samenwerkingsverbanden aan UAntwerpen en AUHA stimuleren.

  • Afstappen van de binaire kijk op problemen in het Noorden en problemen in het Zuiden.

  • Als eerste oefening willen we wetenschappers uit het Zuiden uitnodigen om onderzoeksprojecten in het Noorden voor te stellen en uit te voeren.

Toekomstperspectieven

Het Strategisch kader heeft een ondersteunende rol als katalysator om kwesties op de universitaire agenda te plaatsen en kritische discussie te bevorderen tussen departementen, faculteiten, personeel en studenten rond Global Engagement in het algemeen en de relaties van UAntwerpen met het Zuiden in het bijzonder. Het is niet bedoeld als een rigoureus te volgen stappenplan. Dat laatste zou juist indruisen tegen de kernprincipes van openheid, dialoog, multiperspectiviteit en voortdurende kritische reflectie.

Het doel voor de volgende vijf jaar is om op een geleidelijke, communicatieve manier te blijven leren, reflecteren en vooral samen acties te ontwikkelen met respect voor academische en niet-academische vrijheid, zonder dat daarbij dogma’s worden opgelegd. Het Strategisch kader is tot stand gekomen via een intens democratisch proces en de Werkgroep Global Engagement kijkt er nu naar uit om dit participatieve proces voort te zetten. We nodigen iedereen uit om deel te nemen aan dit belangrijke, interessante en noodzakelijke proces en we zetten ons in voor kritisch onderzoek en zelfreflectie voor de toekomst van de wereld en onze universiteit.