Voor een dierproef kan starten, wordt die ter evaluatie en goedkeuring voorgelegd aan de Ethische Commissie Dierproeven.

De Universiteit Antwerpen weegt het belang van dierproeven voor onderzoek of onderwijs af tegen het effect op de betrokken proefdieren. De Ethische Commissie Dierproeven (ECD) voert deze overweging op een degelijke en uniforme wijze uit. De commissie onderwerpt elk voorstel aan een ethische en wetenschappelijke analyse. Bij deze analyse weegt de commissie de beoogde resultaten van het onderzoek af tegenover het gebruikte aantal dieren, de diersoort en het effect op het dierenwelzijn.

Daarbij volgt de ECD het zogenaamde 3V-principe (vervangen, verminderen, en verfijnen van dierproeven). De ECD sluit hiermee aan bij de bezorgdheden van de publieke opinie en de vereisten van de wetgever. 

In de Ethische Commissie Dierproeven zetelen interne en externe leden met expertise op het vlak van ethiek, alternatieve methoden voor dierproeven, dierengezondheid en -welzijn, en op het vlak van onderzoekstechnieken, proefopzet en statistische analyse.