1. UAntwerpen als community

UAntwerpen is een organisch geheel van meerdere community’s, onderling verenigd door een gedeelde reputatie en ambitie. Het is een gemeenschap van eigen ideeën en meningen, die elkaar, al dan niet in confrontatie, versterken. We zijn dus een community, van denkers en doeners die samen mee de toekomst bepalen. Jouw stem doet ertoe.

We communiceren als community om:

  • de diversiteit en verscheidenheid te valoriseren en te verbinden;
  • interactie te stimuleren;
  • het resultaat naar buiten te brengen;
  • de community te doen groeien.

Onze community is opgebouwd als een branded house: elke stem binnen de community telt, elke stem heeft een eigen stemgeluid, maar het overkoepelend opzet is de moederstem maximaal te versterken.

2. Wie spreekt er?

Omdat elke stem belangrijk is, is onze huisstijlstrategie opgebouwd rond één simpele vraag: ‘Wie spreekt er?’. We ontwaren drie sprekers: de moederstem, de dochter- en de zusterstem.

2.1. De moeder spreekt

2.1.1. De moederstem

UAntwerpen neemt hier het woord als instelling en spreekt ofwel alle leden van de interne community (studenten, medewerkers), ofwel een breed extern publiek toe. De moeder communiceert in een heldere taal en met een duidelijk grafisch profiel.

We horen en zien de moederstem bijvoorbeeld in de media en in alle imago- of wervingscampagnes naar nieuwe studenten. Hier zijn er geen afwijkingen wat betreft kleuren, bladspiegel, typografie.

De moederstem is doorgaans aan zet in volgende contexten:

  • website en intranet
  • imagocampagnes
  • wervingscampagnes
  • brochures
  • infodagen
  • corporate socialmediakanalen
  • corporate stationary
  • algemene nieuwsbrieven en PowerPoints
  • persberichten

2.1.2. De moederstem met kleuraccent

Een moeder heeft vele taken. Soms is het nodig dat er een nuance wordt aangebracht in haar stem. De moeder is nog steeds aan het woord, maar ze richt zich tot een bepaalde doelgroep. Elke faculteit heeft immers een eigenheid waardoor je bepaalde accenten kan leggen in tekst of kleur om de juiste doelgroep aan te trekken. We kunnen op die manier een kleine nuance aanbrengen in onze communicatie (met behulp van de faculteitskleur en taal).

De meeste communicatie op dit niveau is naar toekomstige studenten (opleidingspagina’s, wervingscampagnes op niveau van de faculteiten). Zij zijn nog niet bekend met het begrip faculteiten, maar de kleuraccenten geven ons wel de mogelijkheid om grafische verschillen in te bouwen die alles overzichtelijker maken. Ook in taalgebruik is nuance aangewezen.

De meeste communicatie op dit niveau is naar toekomstige studenten (opleidingspagina’s, wervingscampagnes op niveau van de faculteiten). Zij zijn nog niet bekend met het begrip faculteiten, maar de kleuraccenten geven ons wel de mogelijkheid om grafische verschillen in te bouwen die alles overzichtelijker maken. Ook in taalgebruik is nuance aangewezen.

2.1.3. De moederstem met grafisch accent

In veel gevallen richt de moederstem zich tot een welomlijnde doelgroep: studenten, onderzoekers, personeelsleden... en volstaat het moederlogo. Soms is de moeder aan zet, maar zijn die doelgroepen minder afgebakend en is de opdracht van de communicatie belangrijker. Om deze opdracht extra in de verf te zetten, kan je met een grafisch accent communiceren.

Ook hier is het de moeder die spreekt (100% UAntwerpen), maar de stem heeft een bepaalde eigenheid nodig om sneller herkenbaar te zijn.

Deze grafische accenten lopen niet gelijk met de structuur van onze universiteit. Niet elk departement of elke dienst krijgt automatisch een eigen identiteit. Wanneer een bepaalde groep/entiteit een opdracht heeft, die afwijkt van de basisopdracht van de universiteit, is er de optie voor een grafisch accent.

Enkele voorbeelden:

  • Het Universiteitsfonds heeft een zeer diverse doelgroep (van bedrijven tot individuen met sympathie voor onze universiteit). Het is haar taak om die doelgroep warm te maken voor het vrijmaken van fondsen.
  • Wanneer het Stip (Studenteninformatiepunt) de studenten die nood hebben aan studiebegeleiding wil bereiken, is de doelgroep divers verdeeld over alle faculteiten. Voor die taak is een meer specifieke stem nodig.

​​2.2. De dochters en kleindochters spreken

Een faculteit, instituut, vak- en onderzoeksgroep neemt zelf het woord en richt zich tot de eigen community. We onderscheiden dochters- en kleindochters. 

  • Faculteiten (dochter)
    • Departementen (kleindochter)
    • Onderzoeksgroepen erkend door het Departement Onderzoek (kleindochter)
    • Centra en instituten (kleindochter)
  • Interfacultaire onderzoeksgroepen (dochter)
  • Consortia: Centre of Excellence of IOF-consortia (dochter)
    • Onderzoeksgroepen erkend door het Departement Onderzoek (kleindochter)
  • Centra en instituten universiteitsbreed (dochter)

De entiteit die aan het woord is, signeert de communicatie met haar logo. 

Er kan slechts één logo gebruikt worden; maak een keuze uit het dochterlogo of logo van de kleindochter. Een faculteitslogo kan niet samen met het departementslogo gebruikt worden. Hetzelfde geldt voor de onderzoeksgroepen en hun overkoepelend consortium: als het excellentieconsortium aan het woord is, plaatsen we enkel dat logo. Het gebruik van meerdere logo’s is exclusief voorbehouden voor partnerships of sponsorships.

ls twee dochters of kleindochters die niet binnen dezelfde hiërarchie vallen een event organiseren, mogen beide logo’s getoond worden. Hier gaat het om een samenwerking, een partnership, en heeft het niets te maken met de interne structuur. Beperk het aantal partnerlogo’s tot twee of drie, anders wordt het te druk. Bij meer partners kies je beter voor het moederniveau, zo blijft het overzichtelijk voor de (externe) ontvanger. Ook in een internationale context is het universiteitslogo vaak relevanter.

2.3. De zus spreekt

Er zijn twee zussen: er zijn sponsors of partners, en er is de powered by-formule.

2.3.1. Sponsor/partner

Bij samenwerkingen met externe partners treedt UAntwerpen op als partner of sponsor. UAntwerpen spreekt dus niet alleen, maar samen, al dan niet in een hiërarchisch verband (hoofdsponsor of gelijkwaardige sponsor).

Partnerships op dochter- of kleindochterniveau zijn mogelijk, maar partnerlogo’s moeten gelijkwaardig zijn. Bijvoorbeeld: als een onderzoeksgroep samenwerkt met een onderzoeksgroep van een andere universiteit, gebruiken we ofwel de universiteitslogo’s, ofwel de desbetreffende logo’s van de onderzoeksgroepen. We combineren geen logo van een onderzoeksgroep met een universitair logo.

2.3.1.1. Sponsor

Wanneer we sponsor zijn, gebruiken we ons tweekleurige sponsorlogo. Dit logo is een variant op het moederlogo: witte tekst op een blauwe achtergrond, waardoor het logo meer contrast heeft, en dus meer opvalt. Dat is dan ook de belangrijkste taak van dit logo: opvallen tussen de andere sponsors.
We ijveren er ook voor om bij sponsorships onze andere huisstijlprincipes (lettertype, bladspiegel, kleurschema’s) maximaal te gebruiken.

Download het sponsorlogo.

Voorbeeld: Dag van de Wetenschap

2.3.1.2. Partner

Als we medeorganisator zijn, voegen we ons monochrome logo (wit of zwart met transparante U) toe, op dezelfde manier als de andere sponsor. Andere huisstijlprincipes toepassen zal hier moeilijker zijn, al mag het altijd. Het logo mag hier afwijken van kleur, maar dan moet dit bij de andere partners ook het geval zijn. De gelijkwaardigheid van de logo’s is hier belangrijk en dat moet ook visueel duidelijk zijn.

Download het partnerlogo.

Voorbeeld: Associatie Universiteit en Hogescholen Antwerpen

2.3.2. Powered by

Externe partners en samenwerkingsverbanden zijn zeer belangrijk voor een universiteit. Ze geven ons zuurstof, helpen om te reflecteren en zijn ook belangrijk voor fondsenwerving.

Onze universiteit is constant op zoek naar verschillende samenwerkingsvormen met het bedrijfsleven, de industrie, maar ook het middenveld. Soms heeft zo’n samenwerkingsverband nood aan een nieuwe entiteit, die zeer nauw verbonden is aan de universiteit, maar toch op zichzelf staat. Er is een duidelijk verband met de universiteit, maar de zelfstandigheid van het project primeert. De nood voor een eigen logo is essentieel, waardoor een dochterformule te beperkend is, maar de link met de universiteit moet ook visueel zichtbaar zijn.

Momenteel worden er voor drie domeinen Powered By logo’s voorzien:

  • Valorisatiedomeinen: UAntwerpen zet hard in op samenwerking met het bedrijfsleven en heeft drie Valorisatiedomeinen ontwikkeld. De domeinen ‘Blue App’ en ‘Vaccinopolis’ zijn entiteiten op zich maar bevinden zich volledig binnen de UAntwerpen-omgeving. Omwille van de zelfstandigheid van de projecten en de nauwe samenwerking met het bedrijfsleven wordt er binnen de merkarchitectuur een ‘Powered by’ logo voorzien. Sub-projecten binnen Vaccinopolis en Blue App krijgen geen eigen logo omdat er overkoepelend een Powered By logo is voorzien. 
Het domein ‘the Beacon’ is een vzw waarin UAntwerpen participeert. Om die reden is er voor The Beacon geen Powered By logo.  
Indien er binnen de valorisatiedomeinen nieuwe initiatieven worden ontwikkeld bekijken RIVA en ADMCOM of er voor het initiatief een Powered By logo wordt aangemaakt.
  • Spin-offs: (volledig binnen UAntwerpen) Spin-offs die volledig zijn opgezet binnen UAntwerpen zijn een grote uitzondering. Op dit moment is er enkel een logo voor zien voor ‘Footbal college’.  Indien er een nieuwe spin-off wordt opgericht die aan dit criteria voldoet, overleggen RIVA en ADMCOM over het ontwikkelen van het Powered By logo.
  • VZW’s: UAntwerpen biedt financiële steun aan de VZW’s USOS en USAB. Powered By-logo is hiervoor voorzien. Richtlijnen aanmaken logo  Zowel het logo van de entiteit als het logo van UAntwerpen worden samengebracht in één logo. Beide logo’s hebben een eigen identiteit, maar ze geven duidelijk aan dat ze van dezelfde familie zijn.We gebruiken de vorm, font en kleur van het moederlogo maar het wordt wel een nieuw logo.​

Opblouw van het logo

Het Powered by logo is zo ontwikkeld dat het perfect in de bestaande huisstijl van UAntwerpen past. Het moet passen bij de stijl (kleurgebruik, fonts,...) maar het heeft ook de vorm van het moederlogo waardoor het makkelijk in de bestaande templates en bladspiegel kan ingepast worden. Volgens dezelfde richtlijnen als het moederlogo.

Bij het ontwikkelen van het extra label zijn er wel enkele beperkingen waarmee rekening gehouden moet worden. 

  • gebruik minstens 1 hoofdkleur uit het UAntwerpen pallet 
  • de kleuren moeten bij de UAntwerpen-kleuren passen 
  • het logo is onscheidbaar dus tekst kan niet zonder afbeelding en omgekeerd.