Ieder jaar doen er heel wat vragen de ronde onder studenten. Hier vind je een overzicht van enkele vaak voorkomende uitspraken, struikelblokken, misvattingen of studentenmythes die je als eerstejaarsstudent zeker zal herkennen.

"Studeren is een talent. Dat heb je of niet."

Studeren kan je wel degelijk leren. Aan de universiteit gaat het er vaak anders aan toe dan in het middelbaar en dit is aanpassen. Je eerste jaar is zo voornamelijk een leerschool en een zoektocht naar de goede studiemethode, het leren omgaan met de vrijheid als student, het maken van een goede (examen)planning etc.

Dit zijn echter allemaal zaken waarin je geleidelijk aan beter zal worden. Studeren is dus vooral een leerproces, geen aangeboren talent. Doorheen je hele studieloopbaan zal je merken dat je iedere les en iedere examenperiode weer een betere student wordt.

"De les is niet verplicht. Ik bekijk het thuis wel."

Studenten die vaker de les bijwonen, hebben een hogere kans op slagen. De vrijheid van het leven als student is dan ook vaak een vergiftigd geschenk. Het kan verleidelijk zijn dat ene college op maandagochtend eens over te slaan en de leerstof thuis bij te werken. Dit is geen probleem zolang dit de uitzondering eerder dan de regel is.

Effectief naar de les gaan, i.p.v. les online te volgen, biedt bovendien ook heel wat voordelen. Zo kan je in contact treden met medestudenten en vragen stellen, krijg je meer structuur in je dag en kan je je aandacht trainen. Daartegenover staat het online les volgen, waarbij het verleidelijk is om voortdurend op de pauzeknop te drukken en alles wat de prof zegt op te schrijven, wat zeker niet de bedoeling is. Hoewel niet alle lessen verplichte aanwezigheid vereisen, geldt er voor sommige opleidingsonderdelen ook permanente evaluatie. Verder geven docenten/professoren tijdens de les vaak bijkomende informatie of voorbeelden die niet in de cursus staan en kunnen studenten vragen stellen voor, tijdens of na het college. Dat antwoord op die ene vraag van de student achter jou kan misschien net dat extra punt betekenen op je examen.

Probeer dus vanaf het begin van het academiejaar alle lessen bij te wonen en je zal je studieroutine snel genoeg onder de knie krijgen.

"Herexamens hebben, betekent falen."

Om succesvol af te studeren is het niet erg eens een herexamen te hebben.

De grote hoeveelheid leerstof is voor veel studenten een grote aanpassing. Dat is ook volledig normaal. Hoewel het demotiverend kan zijn om herexamens te hebben, is de tweede zittijd vooral een tweede kans om net dat puntje extra te halen wat je nodig had, of dat ene hoofdstuk wat grondiger in te studeren en geleidelijk aan te groeien als student. Het is dus niet onlogisch pas in september echt terug te kijken op het jaar en je resultaten onder de loep te nemen.

"Ik wil geen domme vragen stellen tijdens de les."

In een grote aula is voor veel studenten de drempel hoger om een vraag te stellen tijdens de les. Dit is volledig normaal en veel studenten ervaren dit ook zo.

Eender welke vraag die jij dus hebt over de cursus, zweeft ongetwijfeld ook rond in het hoofd van een groot aantal andere studenten. Je helpt hiermee niet enkel jezelf (door het antwoord van de professor zelf te verkrijgen) of je medestudenten (die net als jij misschien eerst niet durfden hun hand op te steken), maar zorgt er ook voor dat je de leerstof beter zal onthouden op het examen.

Indien je toch liever op de achtergrond blijft, kan je doorgaans gerust tijdens de pauze of na de les tot bij de professor komen om een vraag te stellen. Sommige professoren/assistenten staan jou ook via e-mail graag te woord. Je kan altijd even vragen of dat mogelijk is.

"Een goede student heeft geen vrije tijd."

Een goede student is een student die door middel van een goede planning voorbereid op het examen aankomt. Een goede planning laat echter ook ruimte voor vrije tijd. Iedere inspanning verdient immers ontspanning. Ook rust, pauzes, voldoende slaap en af en toe eens de boeken toe doen, horen bij het studentenleven. Je best doen, is dus zorgen voor een goede balans tussen al deze dingen. De vele (studentgeorganiseerde) ontspanningsinitiatieven aan de UAntwerpen kunnen hiervan getuigen. Maar laat de lege gangen tijdens de examenperiode ook een teken zijn dat je zonder enig studeerwerk voor grote verassingen zal komen te staan op het examen.

Voor meer informatie over studiemethoden of studieplanning kan je terecht bij de Dienst voor Studieadvies en Studentenbegeleiding.


"Samenvattingen delen, is tijd sparen."

Dikke boeken, complexe syllabi, mappen vol slides … Het kan overweldigend zijn waardoor ieder jaar weer studenten hun toevlucht zoeken in gedeelde of aangekochte samenvattingen. Wees hiermee echter voorzichtig. Samenvattingen van derden zijn vaak onvolledig, niet altijd up to date, of bevatten persoonlijke afkortingen en verwijzingen die ontcijferd moeten worden vooraleer echt gestudeerd kan worden. Eigen samenvattingen maken kan ook handig zijn voor sommigen, maar is dan weer zeer tijdrovend. Ook loop je het risico alles simpelweg over te schrijven zonder de leerstof echt actief te verwerken.

Hoewel iedere student zijn eigen studiemethode heeft, zijn schematische overzichten (in puntjes, met schema’s …) of een overzicht gebaseerd op de inhoudstafel van de cursus vaak betrouwbaarder en efficiënter.

Voor meer informatie over studiemethoden of studieplanning kan je terecht bij de Dienst voor Studieadvies en Studentenbegeleiding.

"Studeerpillen bevorderen de concentratie."

Vaak is het voor studenten even wennen om lange stukken tekst door te nemen of lange aaneensluitende periodes te studeren. De toevlucht zoeken naar zogenaamde studeerpillen of concentratiebevorderende supplementen is echter zelden een oplossing. Wees hiermee voorzichtig.

Hoewel sommige studenten voor medische redenen medicijnen voorgeschreven krijgen om de concentratie te bevorderen, laten zogenaamde studeerpillen vaak te wensen over. Het effect van deze pillen is vaak niet bewezen, sterk overdreven of beperkt zicht tot een placebo-effect. In sommige gevallen kunnen ook negatieve effecten optreden zoals hartkloppingen, duizelingen of slapeloosheid.

Wat wel werkt is een goede planning en voorbereiding, voldoende rust en pauzes tijdens het studeren, gezonde voeding of gewoon een koude douche ’s morgens.

Voor meer informatie over studiemethoden of studieplanning kan je terecht bij de Dienst voor Studieadvies en Studentenbegeleiding.

"Ik studeer beter onder stress."

Sommige studenten lijken beter te werken onder druk. Hoewel dit voor sommigen het geval kan zijn, is dit zeker niet voor iedereen zo. Probeer je opdrachten of het verwerken van de leerstof niet uit te stellen tot het laatste moment. Je weet nooit wat er kan gebeuren, dus plan ook een buffer in voor onvoorziene omstandigheden (herhaling, een hoofdstuk vergeten, printer defect, staking van het openbaar vervoer …).

Wie vanaf het begin van de lessen de leerstof bijhoudt en een realistische studieplanning kan bewaken, zal de stress van deadlines altijd te slim af zijn. Het zal je verbazen hoe goed je informatie absorbeert als er geen examen staat aan te komen!

Voor meer informatie over studiemethoden of studieplanning kan je terecht bij de Dienst voor Studiemethoden en Studentenbegeleiding.

"Ik geraak nooit door de leerstof. Ik doe het wel in tweede zit."

De hoeveelheid leerstof kan soms overweldigend lijken. Toch is het aangeraden ieder examen af te leggen in de eerste zittijd. Het is niet altijd vanzelfsprekend om accuraat in te schatten hoeveel tijd je nodig hebt om één opleidingsonderdeel te studeren. Tijdens het studeren kan het dan ook sneller gaan dan gedacht, en indien je alle lessen bijgewoond hebt, onthoud je reeds een aanzienlijk deel van de leerstof.

Indien je toch overweegt een opleidingsonderdeel in tweede zit op te nemen, ga dan zeker het examen inkijken. Hier leer je immers wat voor vragen je kan verwachten (open vragen, mondeling met toelichting, multiple choice …), leer je efficiënt antwoorden formuleren (in puntjes, essayvragen, bijvragen bij mondelinge examens …) en kan je wennen aan de nieuwe omstandigheden van een examen aan de universiteit (grote aula’s, examen op tijd …).

"Eén dag studeren is voor dit vak genoeg."

De tijd van één namiddag studeren zoals in het middelbaar, is spijtig genoeg voorbij. Voor de meeste opleidingsonderdelen aan de universiteit zal je minstens enkele dagen moeten uitrekenen. Dit lijkt veel, maar met een goede planning, voldoende voorbereiding en een gezonde dosis motivatie en doorzettingsvermogen, is iedere hoeveelheid leerstof haalbaar.

Begin op tijd, en je rekent best minstens één dag herhaling in per opleidingsonderdeel om zo voorbereid mogelijk op het examen aan te komen.

Voor meer informatie over studiemethoden of studieplanning kan je terecht bij de Dienst voor Studieadvies en Studentenbegeleiding.

"Waarom zou ik mijn examen inkijken als ik geslaagd ben?"

Studeren kan je leren, maar ook een examen afleggen is iets waarin je kan groeien. Door je examen in te kijken, ook al ben je geslaagd, krijg je een inzicht in die dingen waar je punten mee verloren hebt (bv. onvolledige of ongestructureerde antwoorden, twijfels bij meerkeuzevragen, foutjes bij praktische oefeningen …), maar kan je ook veel leren uit die dingen waarin je reeds goed bent. Zo kan je ook de volgende examens zelfzeker tegemoet.

De exameninkijkmomenten worden doorgaans aangekondigd op Blackboard door professoren of assistenten. Ook kan je hiervoor contact opnemen met de verantwoordelijke van het opleidingsonderdeel. Deze contactgegevens vind je per opleiding bij de cursusinformatie op www.uantwerpen.be

"Andere studenten zijn zoveel beter bezig dan ik."

Soms lijkt het alsof andere studenten de perfecte studiemethode beheersen, de ideale planning hebben of een bovenmenselijke studiediscipline aan de dag leggen.

Dat dit zo lijkt wil nog niet zeggen dat dit zo is. Spiegel je dus niet te veel aan anderen, maar ga actief op zoek naar jouw ideale studiemethode, jouw motivaties en jouw mogelijke valkuilen. Het is immers jouw traject en jouw naam bovenaan het diploma wat je uiteindelijk zal halen.

"Markeren is studeren."

Efficiënt studeren wil zeggen actief de leerstof verwerken. Een vol gemarkeerd handboek kan de indruk geven dat de student in kwestie gestudeerd heeft, maar indien de leerstof passief aangeduid of slechts oppervlakkig doorgenomen wordt, zal zelden veel informatie onthouden worden tot op het examen. Er is namelijk weinig tot geen bewijs dat het herlezen van informatie echt werkt om de informatie op te slagen. Herlezen is eerder passief; onze hersenen onthouden informatie beter als we er actiever mee omgaan.

Een actieve verwerking van de leerstof kan in de vorm van schematische samenvattingen, een verklarende begrippenlijst per hoofdstuk, een kopie van de inhoudstafel ter overzicht etc.

Voor meer informatie over studiemethoden of studieplanning kan je terecht bij de Dienst voor Studieadvies en Studentenbegeleiding.

"Tijdens de les noteren is nutteloos. Ik luister beter naar de prof."

Noteren tijdens de les is wel degelijk belangrijk. Het tijdens de les opschrijven van relevante informatie is namelijk al een eerste stap om ze te onthouden. Dit kan je best eerder schematisch of in puntjes doen, i.p.v. elk woord dat de docent zegt letterlijk op te schrijven in volzinnen.

Oefen dus op effectieve strategieën voor het maken van notities. Probeer de belangrijkste feiten te distilleren, informatie te ordenen, nuttige opsommingen te maken om de les samen te vatten etc. en bekijk je notities ook regelmatig. Zo geraak je vertrouwd met alles wat je al hebt opgeschreven.

"Als ik één les achterloop kan ik de volgende les ook niet bijwonen."

Wanneer je achter op schema zit, is het verleidelijk eerst de lessen die je gemist hebt in te halen. Indien je hier voldoende tijd voor hebt, is dat zeker aan te raden. Maar het gevaar bestaat ook dat je hierdoor in een sneeuwbaleffect terecht komt: de gemiste lessen stapelen zich op, waardoor je soms weken van het semester mist.

Hoewel de inhoud van lessen vaak op elkaar verder bouwt, wilt dit niet altijd zeggen dat je alle lessen in een chronologische volgorde moet volgen om mee te kunnen tijdens de les. Dikwijls werken professoren één hoofdstuk af per les. Dus ook al heb je de vorige les gemist, kan je de volgende les vaak toch perfect volgen. Hiervoor moet je niet altijd de inhoud van de vorige les al onder de knie hebben.

Indien je eens een les mist, is het dus aan te raden je gewoon vast te houden aan de rest van je planning. Wanneer je alles begint te verschuiven vergroot de kans dat de gemiste lessen zich opstapelen en alle lessen inhalen telkens moeilijker wordt.

"Tijdens de paasvakantie studeren, heeft geen nut want de examens zijn er nog lang niet."

Het tweede semester is anders georganiseerd dan het eerste semester. Dit kan een valkuil zijn voor eerstejaarsstudenten die nog volop in hun aanpassing zitten naar het hoger onderwijs. Het voordeel in het eerste semester is dat de blok direct aansluit bij de examens van januari. In het tweede semester is dit anders.

Het is een misvatting om te denken dat tijdens de paasvakantie studeren geen nut heeft. Belangrijk is om de leerstof die je tot dan gezien hebt te verwerken en in te studeren. Mede omdat het semester nog niet afgelopen is en er dus nog leerstof bijkomt die je voor de eerste keer zal moeten verwerken. Vaak zijn er in die periode ook nog deadlines van taken of groepswerken waaraan gewerkt moet worden. Deze combinatie met lessen vraagt een goede planning en organisatie. Het is dan een groot voordeel om met vertrouwen het tweede deel van het tweede semester in te gaan. Het lijkt dan alsof de leerstof tot de paasvakantie misschien ver weg zit naar examens toe. Het feit dat je dit al ééns bekeken hebt en in het beste geval eens gestudeerd hebt, loont echter enorm op lange termijn om de leerstof zo goed mogelijk vast te zetten (consolideren) en bevordert het inzichtelijk leren van je cursus.

"Ik maak geen planning, want ik houd me er toch niet aan."

Een studieplanning is een middel om meer grip te krijgen op je tijd. Door niet zomaar te beginnen, maar eerst even stil te staan bij wat je allemaal gaat doen en te bepalen wanneer je dit gaat doen, vergroot je de kans om je studiedoelen te bereiken. Bovendien biedt het maken van een planning ook heel wat rust. Je moet nl. niet alles onthouden wat je nog moet doen, omdat je het op papier hebt gezet. Zo kan je gebruik maken van zowel een korte termijnplanning (bv. een to-do lijst of een dag- of weekplanning), als een lange termijnplanning (bv. een semesterplanning of een examenplanning).

Let hierbij wel op dat het maken van een planning geen doel op zich is! Het is een middel dat je helpt bij het studeren. Het maken van een planning op zich is dus niet voldoende; je moet ze ook kunnen naleven. Het zou bijvoorbeeld kunnen dat de oorzaak van waarom je je planning niet kan naleven ligt in je planning zelf. Bij een planning die te vol, te vaag, of onrealistisch is, creëer je gemakkelijk achterstand, waardoor je sneller wilt opgeven. Het maken van een duidelijke, gestructureerde en realistische planning, zal je daarentegen alleen maar helpen bij je studies.

"Ik studeer beter wanneer ik kleine afleidingen heb."

Het zou kunnen dat je graag studeert met de televisie op de achtergrond aan, terwijl je af en toe je Instagram-feed bekijkt, je nagels knipt en een bestelling op Uber Eats overweegt, maar de reden waarom je dit leuk vindt, is juist omdat het je aandacht van de taak afhaalt. Multitasken en dus het proberen om meerdere taken tegelijk uit te voeren, kan je productiviteit zelfs met 40% verlagen.

Onderzoek wijst uit dat, in plaats van te multitasken, je beter kunt proberen je taken te verschuiven. Lees bijvoorbeeld een hoofdstuk, bekijk je notities en zet dan de televisie aan voor 10 minuten. Ga dan weer aan het werk voor een ander hoofdstuk of een paar oefenopgaven, voordat je het boek sluit en je Instagram feed onder de loep neemt. Doe één ding tegelijkertijd, doe het goed en ga dan verder.

"Ik moet een modeltraject volgen om een goede student te zijn."

Elke student zou wel graag op het modeltraject blijven. Dat is een mooi streefdoel, maar voor veel studenten is het toch niet de realiteit en dat is ook helemaal geen probleem! Soms haal je door een verkeerde studiemethode of door randomstandigheden ook in tweede zit enkele vakken niet, waardoor je die vakken het volgende jaar meeneemt. Het onderwijssysteem aan de universiteit is daar ook aan aangepast en biedt je dus ook de mogelijkheid om bijvoorbeeld vakken van je eerste en tweede bachelor tegelijk op te nemen. Je kan die vakken dan het komende jaar opnieuw proberen, terwijl je wel al verder gaat met enkele andere vakken, om zo toch jouw diploma te behalen.

Als je je in deze situatie bevindt en je niet goed weet welke vakken je best opneemt, kan je altijd contact opnemen met de studietrajectbegeleider van jouw faculteit.

"Je gebruikt maar 10% van je brein."

Deze laatste is wellicht geen studiemythe, maar ze kan wel aanvoelen als een geweldig excuus voor waarom studeren soms zo frustrerend kan zijn. Kon je al jouw ongebruikte hersenkracht maar aftappen!

Wel, dat kan, want eigenlijk doe je dat al. De idee dat we slechts een fractie van ons brein gebruiken werd in de 20ste eeuw het domein van heel wat zelfhulpboeken en advertenties. De neurologische realiteit is echter dat we vrijwel elk deel van onze hersenen gebruiken, en dat (het grootste deel van) de hersenen de hele tijd actief zijn. Dit is dus eigenlijk goed nieuws, want het betekent dat je onmiddellijk toegang hebt tot je ongebruikte mentale potentieel! Er is niet een of andere mysterieuze neurologische muur die je moet afbreken om je hele brein te gebruiken. Probeer je maar eens los te maken van een aantal oude mythes over studeren. Je zult verbaasd zijn over hoeveel je kan doen!