Opleiding

Micro-credential: Studium generale: onderzoek in de levenswetenschappen

Lesinhoud

De doelstelling van dit vak is om kennis te maken met het biomedisch beroepenveld.

De doelstelling zal bereikt worden aan de hand van een lezingencyclus met 10 gastsprekers/onderzoekers die zoveel mogelijk het onderzoek binnen de verschillende afstudeerrichtingen van de biomedische wetenschappen vertegenwoordigen. De gastdocenten zullen gekozen worden op hun vaardigheden om hun onderzoek op een toegankelijke en aantrekkelijke manier voor te stellen.

Tijdens de lezingen krijgen de studenten mogelijks (meerkeuze) vragen aangeboden door de gastspreker. Deze worden in groep beantwoord door opsteken van gekleurde kaartjes, soms na (her)overleg onderling. Er wordt verwacht om de gastspreker ook te bevragen teneinde alle door de spreker gebruikte bewoordingen te begrijpen voor het einde van de les. Er wordt verwacht de impact van het onderzoek en indien relevant de bijdrage in humane geneeskunde af te toetsen. Dit alles zal in wisselwerking met de vakverantwoordelijke gebeuren.

In een volgende stap wordt een duidelijk omschreven biomedische wetenschappelijke vraagstelling besproken die nauw verband houdt met één van de lezingen . De student zal de nodige informatie dienen te vergaren via elektronische zoekplatformen en rapporteren op welke wijze deze informatie werd bekomen. De laatste stap in het proces is het verwoorden van de antwoorden en deze op elektronische wijze posten. Bij dit alles wordt uitvoerig gebruik gemaakt van het elektronische leerplatform "BlackBoard".


Leerdoelen

In deze micro-credential staan de volgende leerdoelen centraal.

1. De deelnemer verwerft via de lezingen kennis met betrekking tot het biomedisch beroepenveld (met de nadruk op onderzoek) en de mogelijke afstudeerrichtingen van biomedische wetenschappen.

2. De deelnemer is na elke lezing in staat te verwoorden waar het onderzoek van de gastspreker(ster) om draait: wat het ruimer kader is van dit onderzoek (discipline), wat de concrete doelstellingen zijn, met welke technieken die doelstelling bereikt wordt, waar de gastspreker(ster) vandaan komt en wat zijn achtergrond is en de samenstelling van zijn groep, wat de toepasbaarheid is van dit onderzoek en tot slot hoe dit bijdraagt tot de humane geneeskunde.

3. De deelnemer kan na de volledige lezingencyclus verwoorden (aan de hand van voorbeelden) waar en hoe afgestudeerden van de biomedische wetenschappen kunnen bijdragen in het onderzoek.

4. De deelnemer leert kritisch nadenken, en durft te participeren in een wetenschappelijke discussie door op een bondige manier vragen te formuleren t.a.v. de gastspreker.

5. De deelnemer kan schriftelijk rapporteren met integratie van verwerkte spreadsheet-data, word processing en grafische input.

6. De deelnemer kan data verwerken (basis formules) in spreadsheets, gegevens voorstellen in overzichtelijke tabellen/grafieken.

7. De deelnemer kan zelfstandig met behulp van zoekmachines via het internet de nodige informatie verzamelen om een beperkt en omschreven probleem te bestuderen en mogelijke oplossingen te formuleren.

Evaluatie

Examen:

• Schriftelijk zonder mondelinge toelichting

• Gesloten boek

• Open vragen

Permanente evaluatie:

• Opdrachten

Zelfgestuurde evaluatie:

• Self-assessment

• Peer-assessment


Evaluatiecriteria
Het schriftelijk examen zonder mondelinge toelichting omvat vragen over een vooraf gemelde selectie van lezingen.

Het eindresultaat wordt bekomen als het gewogen gemiddelde van de verschillende toetsonderdelen:

1) Beoordeling examen (75 %): korte open vragen over de lezingen

2) Beoordeling van het groepswerk (25 %): De groepsopdracht wordt als groepswerk geëvalueerd (ahv antwoordmodel) en gecorrigeerd naar een individuele score via de 'peer-assessment' scores: de score voor het groepswerk wordt gecorrigeerd naar een score voor elke individuele student binnen de groep. Hierbij wordt de volgende ECHO-werkwijze gevolgd: het individueel cijfer = groepscijfer x individuele wegingsfactor bekomen uit het peer-assessment.

Om te kunnen slagen dient de student zowel aan dit examen deel te nemen, alsook de opdracht (in groep) te maken en in te leveren, evenals de peer-assessments uit te voeren.

Studenten dienen hun rechten en plichten te kennen zoals geformuleerd door het Onderwijs- en Examenreglement (OER). Meerbepaald wil ik verwijzen naar de paragrafen:

Begrippen ‘fraude’ en ‘plagiaat’;
Beslissingen op het gebied van fraude en plagiaat.

Praktisch

Deelnemers aan de micro-credential sluiten aan bij de groep reguliere studenten.

Contactmomenten:

• Hoorcolleges

• Seminarie/werkcollege

Eigen werk:

• Opdracht in groep

Agenda van de lessen/werkcolleges zal beschikbaar zijn op BB.