Geen brein, geen pijn

“De pijn zal wel tussen haar oren zitten.” Een verklaring die veel mensen aan pijn geven wanneer men hiervoor geen oorzaak kan vinden. In deze verklaring zit echter meer waarheid dan men denkt. 


Pijn als alarmsignaal 

Wanneer ons lichaam een gevaar detecteert, worden er verschillende processen in gang gezet om onszelf te beschermen. De ervaring van pijn is een voorbeeld van zo een beschermingsreactie. Deze zal er namelijk voor zorgen dat je je hand wegtrekt bij het vastnemen van een te warme kookpot of een cactus, zodat dat je je vingers niet (verder) verwondt.1, 2 Maar wat ziet het lichaam als gevaar en wat niet? 

 


Het brein controleert pijn 


Het is ons zenuwstelsel en in het bijzonder ons brein die deze mate van gevaar zal evalueren. Hiervoor maakt het gebruik van héél veel informatie. Dit gaat over ‘zintuiglijke informatie’, ook wel sensorische prikkels genoemd, afkomstig van eender waar uit ons lichaam (bv. de warmteprikkels ter hoogte van de hand), maar ook informatie over hoe we ons op dat moment voelen (bv. droevig, angstig) en onze gedachten over pijn (bv. er is iets heel ernstig mis met mijn lichaam). Het brein wikt en weegt al deze informatie om te beslissen of de ervaring van pijn nodig is ter bescherming van het lichaam.3, 4 

 

Pijn = biopsychosociaal 


De ervaring van pijn wordt dus niet alleen bepaald door de prikkeling van weefsels zoals spieren of gewrichten (biologische factoren), maar ook door hoe iemand zichzelf voelt en denkt over pijn (psychologische factoren), als door de persoonlijke omgeving en hoe men zich daarin gesteund voelt (sociale factoren).5 Dit verklaart ook waarom de ervaring van pijn niet altijd gelijk is aan de mate van weefselschade, maar ook dat weefselschade niet altijd zal leiden tot pijn. Een voetballer die net een belangrijk doelpunt heeft gemaakt en vol vreugde wordt besprongen door de rest van zijn voetballende vrienden, zien we hierna nooit met pijn van het veld gaan. Wanneer hetzelfde aantal personen een willekeurig iemand op straat zouden bespringen, is de kans echter wél heel groot dat de persoon onderaan de menselijke toren met pijn wordt afgevoerd. Een mooi voorbeeld van hoe de psychosociale context een belangrijke invloed kan hebben op de ervaring van pijn. 

 

Pijnlijke gedachten of emoties 


Hoewel een biopsychosociale aanpak overbodig lijkt in het geval van pijn waarbij een duidelijke link is met weefselschade (bv. in je vinger snijden), kunnen dramatische gedachten rond de oorzaak van de pijn of het gevoel niet ondersteund te worden door de omgeving, van groot belang zijn in het versterken en/of onderhouden van de pijn (bv. blijvende pijn na een verkeersongeluk).6 In sommige gevallen kan het brein inderdaad op basis van alle biopsychosociale informatie beslissen dat er toch nog gevaar is, ook al is er geen weefselschade (meer) aanwezig. Het brein reageert in dit geval over-beschermend waardoor pijn aanwezig kan blijven zonder weefselschade.1 

 

Pijn zit tussen de oren 

Aangezien onze hersenen dus het belangrijkste beslissingsorgaan zijn bij de ervaring van pijn, zit pijn letterlijk gezien dus wel degelijk tussen de oren. Máár, dit wil absoluut niet zeggen dat pijn zonder duidelijke weefselschade niet echt is of niet meer kan worden behandeld. Diepgaande biopsychosociale kennis en het begrijpen van de pijn speelt zowel bij onderzoekers, als bij patiënten en therapeuten een belangrijke rol in het winnen van de strijd tegen pijn.7 

 



Een brein met honger naar meer?  

Onderstaande alvast een aantal interessante links om pijn nog beter te begrijpen! 

https://www.retrainpain.org/nederlands 

https://www.youtube.com/watch?v=zSwIi0osE4U 

 

Lore Dams 


Kinesitherapeut, manueel therapeut en doctoraatsonderzoeker aan de Universiteit Antwerpen (MOVANT) en de KU Leuven. Haar onderzoek richt zich op de evaluatie, preventie en behandeling van pijn en gevoelsstoornissen tijdens en na de behandeling van borstkanker.  


2021 MOVANTresearch  

 

Referenties 

1. Butler DS, Moseley LG. Explain Pain. South Australia: Noigroup Publications; 2003 

2. van Wilgen CP, Nijs J. Pijneducatie: een praktische handleiding voor (para)medici. Houten: Bohn Stafleu van Loghum; 2010. 

3. Nijs J DKM, Beckwée D, Vaes P. The Neurophysiology of Pain and, Pain PMM, Musculoskeletal Nf, Physiotherapists. In: Jull G MA, Falla D, Lewis, J, McCarthy C, Sterling M, editors. Grieve's Modern Musculoskeletal Physiotherapy. 4th edition. UK: Elsevier Health Sciences; 2015. p. 8-18. 2015. 

4. 7, The Anatomy and Physiology of Pain. In: Institute of Medicine (US) Committee on Pain D, and Chronic Illness Behavior; Osterweis M, Kleinman A, Mechanic D, editor. Pain and Disability: Clinical, Behavioral, and Public Policy Perspectives. Washington (DC): National Academies Press (US); 1987. 

5. Loeser JD. Perspectives on Pain. In: Turner P, Padgham C, Hedges A, editors. Clinical Pharmacology & Therapeutics: Proceedings of Plenary Lectures Symposia and Therapeutic Sessions of the First World Conference on Clinical Pharmacology & Therapeutics London, UK, 3–9 August 1980. London: Palgrave Macmillan UK; 1980. p. 313-6. 

6. Lin I, Wiles L, Waller R, Goucke R, Nagree Y, Gibberd M, et al. What does best practice care for musculoskeletal pain look like? Eleven consistent recommendations from high-quality clinical practice guidelines: systematic review. Br J Sports Med. 2020;54(2):79-86. 

7. Ng W, Slater H, Starcevich C, Wright A, Mitchell T, Beales D. Barriers and enablers influencing healthcare professionals' adoption of a biopsychosocial approach to musculoskeletal pain: A systematic review and qualitative evidence synthesis. Pain. 2021. 


Afbeeldingen: “Siren” created by Ralf Schmitzer, “Human” created by ibrandify, “point” created by Alina Oleynik, “Support group” created by Stephen Plaster, “Brain” created by Samuel Dion-Girardeau afkomstig van Noun Project