Lieve Heyvaert is een oud-studente van de Universiteit Antwerpen en bracht in de periode 1975-1978 heel wat uurtjes door op de universitaire parochie. Dankzij haar weten we hoe de letters van 'zomaar een dak' op de gevel van de Prinsstraat 32 terecht zijn gekomen:

Hoe onze gevel zomaar een dak werd

"De hechte ploeg die toen werkzaam was in de Prinsstraat bestond uit een bende naïeve idealisten die de geest van de jaren 60 nog wat in zich droegen. Meer bepaald ging het om Karel Van Thillo (UFSIA), Mon Van Hoof (RUCA) en Marcel Van Lommel (UIA).

Ze zochten al een tijdje naar een geschikte naam voor het gebouw waar het Open veld, de bovenzaal van de pastorale dienst, was gevestigd – de benedenverdieping was in die tijd nog een garage – toen ze zich lieten inspireren door Zomaar een dak boven wat hoofden, een kerklied van Huub Oosterhuis.

Achteraf gezien was die inspiratiebron niet meer dan logisch, want op zaterdagavond zongen we dat nummer steevast uit volle borst en later was het ook vaak te horen als we in de keuken van Open veld de afwas deden. En zo kwam van het één het ander; ons huis zou Zomaar een dak heten."

Zomaar een dak boven wat hoofden

"Zomaar een dak boven wat hoofden, deur die naar stilte openstaat.
Muren van huid, ramen als ogen, speurend naar hoop en dageraad.
Huis dat een levend lichaam wordt als wij er binnengaan
om recht voor God te staan.

Woorden van ver, vallende sterren, vonken verleden hier gezaaid.
Namen voor Hem, dromen, signalen, diep uit de wereld aangewaaid.
Monden van aarde horen en zien, onthouden, spreken voort,
Gods vrij en lichtend woord.

Tafel van Eén, brood om te weten dat wij elkaar gegeven zijn.
Wonder van God, mensen in vrede, oud en vergeten nieuw geheim.
Breken en delen, zijn wat niet kan, doen wat ondenkbaar is,
dood en verrijzenis."

(Huub Oosterhuis)

Niet zomaar wat bouwkundig erfgoed

Lees er alles over op de website van de Inventaris van het onroerend erfgoed.