Bij een examen kan de persoonlijke mening van de beoordelaar de score beïnvloeden. Wat de ene beoordelaar goed rekent, is bij een andere beoordelaar fout. Ook gebeurt het vaak dat de eerste examens nauwkeuriger gecorrigeerd worden dan de andere. Bovendien loopt de docent het risico dat hij of zij na een zeer goed antwoord van een student, het volgende werk onderwaardeert (of net het omgekeerde). Om examens zo objectief mogelijk te beoordelen is het daarom aan te raden om de correctie zoveel mogelijk te standaardiseren. Dit kan onder meer door:

  • Gebruik te maken van beoordelingslijsten:
    Hierin kunt u duidelijk omschrijven wat en hoeveel punten elk onderdeel van een vraag oplevert en voor welke fouten eventueel punten worden afgetrokken . Wanneer er meerdere beoordelaars eenzelfde examen beoordelen, is het belangrijk dat het gebruik van deze beoordelingslijsten afgestemd wordt
  • Examens te verwisselen van volgorde z odat niet telkens dezelfde studenten na elkaar komen.
  • Examens vraag per vraag na te kijken
  • Examens te anonimiseren
  • Bij twijfelgevallen een examen(vraag) door meerdere beoordelaars te laten nakijken

Meer weten?

Van Petegem, P. (Red.) (2010). Praktijkboek Activerend Hoger Onderwijs. Tielt: LannooCampus.

  • Deel 4: Toetsing

Dochy, F., Heylen, L., & Van de Mosselaer, H. (2002). Assessment in onderwijs (hoofdstuk 3). Utrecht: Lemma BV.

Van Berkel, H. & Bax, A. (2002). Toetsen in het hoger onderwijs (hoofdstuk 3). Houten/Zaventem: Bohn Stafleu Van Loghum.

Van Petegem, P., & Vanhoof, J. (2002). Evaluatie op de testbank. Mechelen: Wolters-Plantijn 

 

(Onderwijstip juni 2010)