Onderzoeksgroep
Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Expertise
Vorming en exploitatie van survey-gegevens inzake de ontwikkeling van sociale indicatoren, het gebruik van simulatie-modellen, de interpretatie van sociaal-economische data in temporeel en internationaal vergelijkend perspectief.
Vlaamse deelname aan de "Survey of Health, Ageing and Retirement in Europe" (SHARE).
Abstract
De vergrijzing blijft een bijzonder grote uitdaging voor onze maatschappij. Het ESFRI-project SHARE creëert en onderhoudt een dataset van hoge kwaliteit die onderzoekers en beleidsmakers de mogelijkheid biedt om de vergrijzing op een gedetailleerde en multidisciplinaire wijze te bestuderen. SHARE is uniek doordat het crossnationaal vergelijkbare, longitudinale microgegevens verzamelt over de gezondheid, sociaaleconomische status en sociale en familiale netwerken van meer dan 123.000 vijftigplussers, verspreid over 28 landen. De SHARE database is cruciaal voor empirisch academisch onderzoek naar vergrijzing en wordt door vele disciplines gebruikt, zoals economie, gezondheidsstudies, sociologie, en demografie. Ook voor belangrijke beleidsvraagstukken biedt SHARE een unieke bron van informatie, bijvoorbeeld met betrekking tot vervroegde uittreding uit de arbeidsmarkt, actief ouder worden, en langdurige zorg.Onderzoeker(s)
- Promotor: Decancq Koen
- Co-promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Goedemé Tim
- Co-promotor: Mortelmans Dimitri
Onderzoeksgroep(en)
Individuele Welvaartsanalyse gebaseerd op Behavioural Economics (IWABE).
Abstract
Economen evalueren sociaal en economisch beleid op basis van hun impact op het individuele welzijn van de leden van de samenleving. Een dergelijke meting hangt grotendeels af van de aanname dat individuen zich gedragen volgens standaard (dat wil zeggen transitieve en volledige) voorkeuren. Gemotiveerd door het overweldigende empirische bewijs uit de psychologie en gedragseconomie dat individueel gedrag vaak inconsistent lijkt met standaard voorkeuren, ontwikkelen we methodologische hulpmiddelen voor het analyseren van individuele welvaart in de aanwezigheid van dergelijke inconsistenties in het gedrag van agenten. Hiervoor zullen we een tussenliggende benadering verkennen die ligt tussen de agnostische benadering (dat wil zeggen robuuste conclusies zonder specifieke verklaring voor de inconsistenties) en de modelbenadering (dat wil zeggen een analyse op basis van een specifiek model dat niet standaard voorkeuren uitlegt). Voor het empirische gedeelte zullen we uitgebreid gebruik maken van de nieuwe en grotendeels onontgonnen MEqIN-dataset die werd verzameld door de PI's van dit project. Met deze dataset kunnen verschillende methoden voor het meten van welzijn worden vergeleken en kan gedetailleerde informatie over alle volwassenen van de geselecteerde huishoudens worden weergegeven. In de toepassingen zullen we onze aandacht beperken tot vier belangrijke dimensies van welzijn: gezondheid, materieel welzijn, werkstatus en de gezinssituatie. In dit opzicht zullen we ook opnieuw contact opnemen met de onderzochte huishoudens om extra gegevens te verzamelen met betrekking tot onze onderzoeksvragen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Decancq Koen
- Co-promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Social Progress in Europe: putting new and old paradigms to the test.
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Toegang tot sociale bescherming voor werknemers en zelfstandigen in België.
Abstract
In dit onderzoek wordt een vergelijkende analyse gemaakt van de toegang tot sociale bescherming voor werknemers en zelfstandigen te België, in het licht van de aanbeveling van de Raad van 8 november 2019 met betrekking tot de toegang tot sociale bescherming voor werknemers en zelfstandigen (2019/C 387/01). Bijzondere aandacht wordt besteed aan de gelijkenissen en verschillen inzake formele dekking, effectieve dekking, adequaatheid van de prestaties en transparantie van de betrokken regelingen van sociale zekerheid. Er worden concrete beleidsaanbevelingen geformuleerd om te kunnen verhelpen aan problematisch bevonden verschillen in behandeling op de voormelde vlakken.Onderzoeker(s)
- Promotor: Louckx Freek
- Co-promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Zorgt de middenklasse voor meer armoede? Een empirisch en vergelijkend onderzoek naar de middenklassevertekening in de sociale uitgaven en de gevolgen voor herverdeling in 20 landen, 1985-2013.
Abstract
Welvaartsstaten die effectief zijn in het terugdringen van armoede hebben hoge niveaus van sociale uitgaven. Toch kunnen veranderingen in sociale uitgaven de veranderingen in de uitkomsten van armoede niet verklaren. De ongelijkheden namen bijna overal toe en dat gold ook voor de sociale uitgaven, maar in veel landen werden de sociale uitgaven minder effectief om de armoede op afstand te houden. Waarom zijn de sociale uitgaven in sommige landen minder pro-arm geworden, maar niet in andere? De centrale hypothese van dit onderzoeksproject is dat veranderingen in armoedesultaten in OESO-landen te verklaren zijn door veranderingen in de middenklasse-bias in sociale uitgaven. Verwacht wordt dat landen waar een groter deel van de sociale uitgaven ten goede komt aan de middenklasse, een afname zagen in de herverdeling van verzorgingsstaten. Hoewel de invloed van de middenklasse op herverdeling centraal staat in de welvaartstheorie, wordt deze dimensie steevast genegeerd in recente pogingen om de uitkomsten van armoede te verklaren. Daarom zal ik (1) empirisch veranderingen in de middenklasse-vooroordelen in sociale uitgaven in verschillende landen en in de loop van de tijd beoordelen; (2) schatten in hoeverre dit verband houdt met uiteenlopende trends in herverdeling van de welvaartsstaat en armoedecijfers; en (3) drie potentiële mechanismen testen waarmee de invloed van de middenklasse op sociale uitgaven wordt uitgeoefend, afgeleid van de belangrijkste theorieën over de herverdeling van verzorgingsstaten. Het resultaat zal naar verwachting ons begrip van de mechanismen die ten grondslag liggen aan de herverdeling van de verzorgingsstaat verder bevorderen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Mandaathouder: Van Lancker Wim
Onderzoeksgroep(en)
Is een tewerkstellingsbeleid voor het verminderen van kinderarmoede bij kinderen met een handicap de juiste strategie? Empirische verkenningen van kinderarmoede, handicap tijdens de kinderjaren en de werk-zorg balans in Vlaanderen.
Abstract
Beleidsantwoorden om kinderarmoede te bestrijden verwijzen vaak naar het sociale investeringsparadigma. De belangrijkste pijler van dit paradigma is het investeren in menselijk kapitaal, dat mensen de nodige vaardigheden geeft om kansen op de arbeidsmarkt zelf te grijpen in plaats van afhankelijk te zijn van passieve uitkeringen die hen beschermen tegen armoede. Meer specifiek zijn beleid en strategieën om kinderarmoede te verhelpen gericht op de arbeidsintegratie van de ouders om zo het gezinsinkomen te verhogen terwijl tegelijkertijd geïnvesteerd wordt in het toekomstig potentieel van de jonge kinderen om lange termijn verliezen in menselijk en economisch kapitaal te voorkomen. We focussen in dit onderzoeksproject op de gehandicapte kinderen, een groep van kinderen voor wie armoedebestrijding via de arbeidsparticipatie van ouders op het eerste gezicht problematisch is. De belangrijkste doelstelling van het onderzoeksproject is om (1) het verband tussen handicap tijdens de kinderjaren, kinderarmoede en werkintensiteit van het huishouden te onderzoeken; en (2) de wijzen waarop de instrumenten van het sociale beleid een impact hebben op de werk-zorg strategieën van ouders met gehandicapte kinderen te identificeren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Van Lancker Wim
- Co-promotor: Vandenbroucke Frank
- Mandaathouder: Vinck Julie
Onderzoeksgroep(en)
De welvaartstaat tot uw dienst? Naar een beter begrip van de impact van publieke goederen en diensten op armoede in Europa.
Abstract
Ongeveer de helft van de sociale uitgaven in Europese welvaartsstaten wordt besteed aan de inrichting van publieke goederen en diensten. Ontegensprekelijk leveren deze goederen en diensten een belangrijke bijdrage aan de levensstandaard van huishoudens. Toch slagen de huidige armoedemaatstaven er niet in om deze bijdrage van publieke goederen en diensten op een accurate manier in rekening te brengen. Dit onderzoeksproject wil een bijdrage leveren aan de kennis en meting van armoede in welvaartsstaten door een nieuwe methode te ontwikkelen die een beeld geeft van de impact van publieke goederen en diensten op armoede. Dit gebeurt in vier onderzoeksfasen. In de eerste fase zal er een overzicht worden geschetst van de betaalbaarheid en toegankelijkheid van publieke diensten in Europese lidstaten. In de tweede fase, wordt het effect van publieke goederen en diensten en kosten compenserende maatregelen op de noodzakelijke uitgaven van huishoudens geschat. Dit wordt gedaan aan de hand van de referentiebudgetten methode die op een cross-nationaal vergelijkbare manier tracht te berekenen wat gezinnen minimaal nodig hebben voor volwaardige sociale participatie. Op deze manier zullen er voor zes Europese landen nieuwe armoedegrenzen worden berekend die rekening houden met de noden en kosten van specifieke gezinstypes. In de derde fase wordt de informatie uit de normatieve referentiebudgetten gecombineerd met informatie over de reële uitgaven van gezinnen aan de hand van huishoudbudget data. Zo kunnen de nieuwe armoededrempels veralgemeend worden naar de hele bevolking. In de laatste fase wordt aan de hand van een representatieve inkomenssurvey armoede op een alternatieve manier in kaart gebracht, gebruik makend van de armoede grenzen ontwikkeld in de vorige fase.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Goedemé Tim
- Mandaathouder: Penne Tess
Onderzoeksgroep(en)
Continentale convergentie in het sociale trilemma? Een empirisch onderzoek naar het evenwicht tussen werkgelegenheid, adequate inkomensvoorziening en fiscale terughoudendheid in de 50 Verenigde Staten en de uitgebreide Europese Unie
Abstract
Structurele veranderingen in de wereldeconomie en verschuivende politiek-institutionele omstandigheden hebben het vermogen van Amerikaanse en Europese welvaartsstaten om een evenwicht te vinden tussen de afweging van voldoende inkomen voor iedereen, een hoog werkgelegenheidsniveau en budgettaire beperkingen steeds meer in de weg gestaan. Hoewel vergelijkende verzorgingsstaatliteratuur historisch drie verschillende benaderingen (Noords, Continentaal Europees en Liberaal / 'Werkvoorwaardelijk') heeft geïdentificeerd om deze drieledige afweging of 'sociaal trilemma' in evenwicht te brengen, daagt dit onderzoeksproject de blijvende legitimiteit van deze typologische uitdagingen uit. onderscheidingen. Gezien de achteruitgang van de sociale verdieping, de toenemende wending naar activering, en institutionele goedkeuring van de 'sociale investeringsstrategie' onder de 28 EU-lidstaten, evenals de recente verschillen op staatsniveau tussen sociaal en arbeidsmarktbeleid van de 50 Verenigde Staten , deze studie veronderstelt dat het conceptuele onderscheid tussen Amerikaanse en Europese benaderingen van het sociale trilemma vervaagd is. Dit project gebruikt beleidsindicatoren om de structuur en de nettowaarde van inkomensbescherming in de EU en de Amerikaanse staten te beoordelen vanaf het midden van de jaren negentig tot heden, en ook de economische en politiek-institutionele drijfveren voor veranderingen in de aanpak van staten van het sociale drieluik uiteen te halen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Van Lancker Wim
- Mandaathouder: Parolin Zachary
Onderzoeksgroep(en)
Hoe kan het EU recht bijdragen tot de beleidsdoelstelling van de Europese Unie inzake de strijd tegen armoede en sociale uitsluiting?
Abstract
De strijd tegen armoede en sociale uitsluiting is een beleidsdoelstelling die hoog op de politieke agenda staat van de Europese instellingen. Dit komt onder meer tot uiting in beleidsinitiatieven zoals Europa 2020 en is ook ondersteund door bepalingen in de EU-Verdragen en het EU-Handvest van de Grondrechten. Deze beleidsinitiatieven en deze juridische bepalingen hebben evenwel geen directe invloed op juridische aanspraken voor financiële en andere ondersteuning van personen die met armoede en sociale uitsluiting geconfronteerd worden. Hieruit blijkt een ambiguïteit tussen de Europese beleidsdoelstelling om armoede en sociale uitsluiting te bestrijden enerzijds en de zeer bescheiden en marginale omzetting van deze doelstelling in juridische bindende instrumenten van Unierecht anderzijds. De belangrijkste doelstelling van dit onderzoek is om na te gaan hoe deze ambiguïteit kan worden opgeheven en hoe EU juridische instrumenten kunnen worden verbeterd of ontwikkeld om hen beter te doen bijdragen tot de realisering van deze beleidsdoestellingen. Meer in het bijzonder zal dit onderzoek nagaan welke rol van de EU-Verdragsbepalingen, de algemene beginselen van het Unierecht en de grondrechten kunnen spelen in de strijd tegen armoede. Het onderzoek zal verder een kritische analyse uitvoeren van de invloed van bestaande EU juridische instrumenten op armoede en sociale uitsluiting. Vervolgens zal dit onderzoek voorstellen uitwerken over hoe de nu bestaande instrumenten van Unierecht beter afgestemd zou kunnen worden op deze beleidsdoelstellingen en hoe nieuwe Europese juridische instrumenten in de strijd tegen armoede en sociale uitsluiting kunnen worden ontwikkeld.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verschueren Herwig
- Co-promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Werkende armen en veranderingen in werk, inkomen, en de gezinssamenstelling (IPSWICH).
Abstract
Het IPSWICH-project tracht te begrijpen hoe institutionele en beleidsfactoren, in relatie tot onderliggende arbeidsmarkt- en huishouddynamieken, armoede onder werkenden genereren in België. Het houdt rekening met de relatie tussen armoede bij werkenden enerzijds en werklozen anderzijds, en onderzoekt welke beleidshervormingen kunnen bijdragen aan het verminderen van de huidige armoede en het voorkomen van verdere stijgingen. Sleutelfactoren in de analyses zijn lonen, werktijden en contracten, werkintensiteit van huishoudens, sociale bescherming, productiviteit, discriminatie en loononderhandelingsmacht.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Is een tewerkstellingsbeleid voor het verminderen van kinderarmoede bij kinderen met een handicap de juiste strategie? Empirische verkenningen van kinderarmoede, handicap tijdens de kinderjaren en de werk-zorg balans in Vlaanderen.
Abstract
Beleidsantwoorden om kinderarmoede te bestrijden verwijzen vaak naar het sociale investeringsparadigma. De belangrijkste pijler van dit paradigma is het investeren in menselijk kapitaal, dat mensen de nodige vaardigheden geeft om kansen op de arbeidsmarkt zelf te grijpen in plaats van afhankelijk te zijn van passieve uitkeringen die hen beschermen tegen armoede. Meer specifiek zijn beleid en strategieën om kinderarmoede te verhelpen gericht op de arbeidsintegratie van de ouders om zo het gezinsinkomen te verhogen terwijl tegelijkertijd geïnvesteerd wordt in het toekomstig potentieel van de jonge kinderen om lange termijn verliezen in menselijk en economisch kapitaal te voorkomen. We focussen in dit onderzoeksproject op de gehandicapte kinderen, een groep van kinderen voor wie armoedebestrijding via de arbeidsparticipatie van ouders op het eerste gezicht problematisch is. De belangrijkste doelstelling van het onderzoeksproject is om (1) het verband tussen handicap tijdens de kinderjaren, kinderarmoede en werkintensiteit van het huishouden te onderzoeken; en (2) de wijzen waarop de instrumenten van het sociale beleid een impact hebben op de werk-zorg strategieën van ouders met gehandicapte kinderen te identificeren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Van Lancker Wim
- Mandaathouder: Vinck Julie
Onderzoeksgroep(en)
De welvaartsstaat tot uw dienst? Naar een beter begrip van de impact van publieke goederen en diensten op armoede in Europa.
Abstract
Ongeveer de helft van de sociale uitgaven in Europese welvaartsstaten wordt besteed aan de inrichting van publieke goederen en diensten. Ontegensprekelijk leveren deze goederen en diensten een belangrijke bijdrage aan de levensstandaard van huishoudens. Toch slagen de huidige armoedemaatstaven er niet in om deze bijdrage van publieke goederen en diensten op een accurate manier in rekening te brengen. Dit onderzoeksproject wil een bijdrage leveren aan de kennis en meting van armoede in welvaartsstaten door een nieuwe methode te ontwikkelen die een beeld geeft van de impact van publieke goederen en diensten op armoede. Dit gebeurt in vier onderzoeksfasen. In de eerste fase zal er een overzicht worden geschetst van de betaalbaarheid en toegankelijkheid van publieke diensten in Europese lidstaten. In de tweede fase, wordt het effect van publieke goederen en diensten en kosten compenserende maatregelen op de noodzakelijke uitgaven van huishoudens geschat. Dit wordt gedaan aan de hand van de referentiebudgetten methode die op een cross-nationaal vergelijkbare manier tracht te berekenen wat gezinnen minimaal nodig hebben voor volwaardige sociale participatie. Op deze manier zullen er voor zes Europese landen nieuwe armoedegrenzen worden berekend die rekening houden met de noden en kosten van specifieke gezinstypes. In de derde fase wordt de informatie uit de normatieve referentiebudgetten gecombineerd met informatie over de reële uitgaven van gezinnen aan de hand van huishoudbudget data. Zo kunnen de nieuwe armoededrempels veralgemeend worden naar de hele bevolking. In de laatste fase wordt aan de hand van een representatieve inkomenssurvey armoede op een alternatieve manier in kaart gebracht, gebruik makend van de armoede grenzen ontwikkeld in de vorige fase.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Goedemé Tim
- Mandaathouder: Penne Tess
Onderzoeksgroep(en)
Verzoening van de ecologische en sociale doelen in de transitie naar een koolstofarme maatschappij (SUSPENS).
Abstract
Zowel op Belgisch als op Europees niveau wordt de overgang naar een koolstofarme samenleving beschouwd als een belangrijk beleidsvraagstuk. In dit project situeren we ons in het kader van duurzame ontwikkeling om bij te dragen aan het debat over de wijze waarop de overgang naar een koolstofarme samenleving kan worden bereikt samen met de verzoening van ecologische en sociale doelstellingen. Zoals blijkt uit studies voor andere landen, creëren de traditionele beleidsinstrumenten vaak trade-offs tussen de verschillende doelen van duurzame ontwikkeling. De aanpak van deze trade-offs - evenals hun vertaling in de ongelijkheid tussen sociaal-economische groepen - vereist een grondige kennis van het verband tussen inkomen, consumptie en uitstoot van broeikasgassen op het niveau van de huishoudens. Daarom onderzoeken we in dit project de onderlinge verbanden en ongelijkheden die werken op huishoudniveau. We onderzoeken hoe het beleid sociale en ecologische doelstellingen kan verzoenen in de transitie naar een koolstofarme samenleving.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verbist Gerlinde
- Co-promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Goedemé Tim
Onderzoeksgroep(en)
De paradox van de herverdeling, niet langer een paradox? Een empirisch onderzoek naar de rol van het beleidsontwerp in het reduceren van armoede in ontwikkelde welvaartsstaten.
Abstract
In dit werk worden de uitkomsten van het hedendaagse gezinsbeleid in Europese landen onderzocht in het kader van de sociale investeringsstaat. Twee vragen staan centraal: 1) Wie wordt beter van overheidsinvesteringen in het gezinsbeleid?; en 2) wat zijn hiervan de implicaties voor de doelstellingen van de overheidsinvesteringen in het gezinsbeleid? Daarbij ligt de focus op drie beleidsinstrumenten: kinderopvang, ouderschapsverlof en kinderbijslagen. De resultaten tonen dat er een Mattheuseffect schuilt in het gebruik van kinderopvang en ouderschapsverlof, maar niet noodzakelijk in de kinderbijslag.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Mandaathouder: Van Lancker Wim
Onderzoeksgroep(en)
(Sociale verschillen in) arbeidsmarktpositie en arbeidsmarkttrajecten van (ex-) kankerpatiënten in België: een grootschalige, longitudinale analyse gebaseerd op administratieve databestanden.
Abstract
Dit onderzoeksproject heeft twee doelstellingen. Ten eerste beschrijven we de arbeidsmarktpositie van kankerpatiënten in België bij de diagnose, de arbeidsmarkttrajecten na de diagnose, en het gebruik van maatregelen om de arbeidsreïntegratie te bevorderen. We besteden speciale aandacht aan eventuele verschillen volgens de sociale status (beroep, inkomen, opleiding) van de (ex-) patiënten. Ten tweede ontwikkelen we een verklarend model voor werkhervatting na kanker: we gaan op zoek naar factoren die de kans op (her-) tewerkstelling na kanker beïnvloeden, met bijzondere aandacht voor mogelijke verschillen naargelang de sociale status van de patiënt.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Promotor: Goedemé Tim
- Co-promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Lefevere Eva
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Discretionaire vrijheid en werkvereisten in de bijstandspraktijk in Europa.
Abstract
Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Cuypers Daniël
- Co-promotor: Goos Peter
- Co-promotor: Van Mechelen Natascha
Onderzoeksgroep(en)
SHARE België, Golf 6 (SHARE-W6).
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de federale overheid. UA levert aan de federale overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Het meten en mobiliseren van vermogen voor een samenhangende, inclusieve en eerlijke samenleving (CRESUS).
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de federale overheid. UA levert aan de federale overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Marx Ive
- Co-promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Decancq Koen
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Het meten van equivalente inkomens: de uitvoering van maatregelen voor individueel welzijn op basis van Belgische data (MEQIN) .
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de federale overheid. UA levert aan de federale overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Decancq Koen
Onderzoeksgroep(en)
Gemeenschappelijke patronen van inkomen en ongelijkheid in rijkdom, oorzaken en gevolgen.
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds NBB. UA levert aan NBB de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Marx Ive
- Co-promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Gegevens evaluatie schattingen Eurostat inzake EU2020 target en aanbevelingen inzake methodologie en data voor inschatting variatieschattingen gebruikers.
Abstract
De opdrachtgever vraagt om de door Eurostat gehanteerde methodologie te evalueren en om het effect op de variantieschattingen na te gaan van het gebruik van additionele gegevens inzake steekproefdesign aangeleverd door de FOD Economie.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Goedemé Tim
Onderzoeksgroep(en)
Inclusieve groei onderzoeksinfrastructuurdiffusie (InGRID).
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Sociale Staat van Vlaanderen 2013 - De inkomenspositie van éénoudergezinnen in Vlaanderen.
Abstract
In dit project bekijken we in eerste instantie de inkomenspositie van eenoudergezinnen op een beschrijvende wijze. We gaan na wat de inkomenspositie s en op welke wijze deze relatief wijzigt na levensloopgebeurtenissen zoals echtscheiding of verweduwing. Een tweede deel van het hoofdstuk heeft aandacht voor het armoederisico van eenoudergezinnen. Daarbij wordt zowel een Vlaams (descriptief) perspectief gehanteerd als een internationaal comparatief. Tot slot belichten we de rol van het beleid in het aanpakken van de moeilijke situatie van eenoudergezinnen. We focussen daarbij op twee domeinen: kinderopvang en kinderbijslag.Onderzoeker(s)
- Promotor: Mortelmans Dimitri
- Co-promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Armoedebestrijding in Europa: het sociaal beleid en innovatie (IMPROVE).
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Goedemé Tim
Onderzoeksgroep(en)
Vlaamse deelname aan het ESFRI-project SHARE.
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Herculesstichting. UA levert aan de Herculesstichting de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Decancq Koen
- Co-promotor: Mortelmans Dimitri
- Co-promotor: Van den Bosch Karel
Onderzoeksgroep(en)
Steunpunt VLAS (2012-2015).
Abstract
Vlaams Armoedesteunpunt (VLAS). Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Tweede netwerk voor de analyse van EU-SILC (NET-SILC2).
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds CEPS/INSTEAD. UA levert aan CEPS/INSTEAD de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Het leefloon en alternatieven voor SPI-vrijstelling van bestaansmiddelen: vervolgproject.
Abstract
Het project bouwt voort op eerder onderzoek naar knelpunten in de huidige SPI-vrijstelling van bestaansmiddelen voor leefloongerechtigden. Uitgaande van de vaststellingen uit vorig onderzoek zal in dit project verder op zoek gegaan worden naar knelpunten in de SPI-vrijstelling en naar zinvolle alternatieven.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Van Mechelen Natascha
Onderzoeksgroep(en)
De herverdelende werking van de innovatieve welvaartsstaat: een vergelijkende studie van Zweden, Nederland en België.
Abstract
Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Ghysels Joris
Onderzoeksgroep(en)
Organisatie en coördinatie van een netwerk voor de Europese coördinatie van de socialezekerheidsstelsels binnen de Europese Unie.
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds UGent. UA levert aan UGent de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Wat verklaart socio-economische ongelijkheden in gezondheidsgedrag? Vaccinatie van kinderen.
Abstract
Dit project gaat op zoek naar verklaringen voor socio-economische ongelijkheden in gezondheidsgedrag, meerbepaald in het vaccinatiegedrag van ouders met betrekking tot hun kinderen. Ter illustratie: in 2005 kreeg in kansarme gezinnen in Vlaanderen 1 kind op 5 minstens 1 van de aanbevolen dosissen van het gecombineerd zuigelingenvaccin1 niet binnen de aanbevolen leeftijdsrange toegediend. In niet-kansarme gezinnen ging het om 1 kind op 10 (Testelmans et al., 2006). Gelijkaardige ongelijkheden worden ook stelselmatig voor ander gezondheidsgedrag vastgesteld (Bury, 2005), maar de onderliggende mechanismen zijn onduidelijk. We combineren empirische (administratieve en enquête-) gegevens met gerandomiseerde experimenten om het relatief belang van de door ons naar voren geschoven mechanismen te meten en te kwantificeren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Promotor: Van den Bosch Karel
- Co-promotor: Van Damme Pierre
- Mandaathouder: Lefevere Eva
Onderzoeksgroep(en)
Lakmoestest voor de social investeringsstaat. De impact van het Nederlands en Belgisch beleid op armoede en sociale ongelijkheid.
Abstract
Verschillende Europese welvaartstaten hebben zich gedurende de laatste twee decennia 'heruitgevonden' als 'sociale investeringsstaten' (Giddens, 1998): waar vroeger de meeste aandacht ging naar 'passieve' inkomensbescherming, ligt voortaan de nadruk op participatie in de arbeidsmarkt en investeringen in menselijk talent. Dit onderzoek poogt de relatie te onderzoeken tussen de sociale investeringsstaat en armoede/inkomensongelijkheid. Ondanks het feit dat vele beleidsdocumenten een 'natuurlijke symbiose' veronderstellingen tussen werkgelegenheidsgroei en armoede, suggereren sommige onderzoeken dat deze relatie in realiteit veel complexer is. Om de centrale onderzoeksvraag te beantwoorden, zullen de effecten van het Nederlands en Belgisch sociaal beleid worden onderzocht. Nederland en België kunnen beschouwd worden als 'most similar cases': beide landen zijn vergelijkbare open transiteconomieën, maar verschillen op het vlak van hun brede beleidsoriëntatie. Terwijl Nederland het nieuwe beleidsparadigma grotendeels omarmde, worden de beleidsevoluties in België eerder aanzien als 'incrementeel'. Het project bestaat concreet uit drie delen. Allereerst zal de evolutie van de inkomensarmoede en inkomensongelijkheid in kaart gebracht worden voor beide landen en dat voor een relatief lange periode. Vervolgens zal een nauwkeurige studie gemaakt worden van de voornaamste beleidsevoluties in beide landen. Finaal zal er gepoogd worden om beide bevindingen aan elkaar te koppelen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Van den Bosch Karel
- Mandaathouder: Pintelon Olivier
Onderzoeksgroep(en)
Om de balans in de nieuwe welvaartstaat: een dynamische stelselvergelijking in vijf landen uit de kopgroep in Europa en hun prestaties op het vlak van oude en nieuwe sociale risico's.
Abstract
Het doel van dit onderzoeksproject is tweeledig. Ten eerste moet het meer inzicht bieden in de relatie tussen de omslag naar de investeringsstaat enerzijds en de evolutie van armoede en ongelijkheden anderzijds. Een tweede doel van dit project bestaat erin te achterhalen of en waarom het ene land op het vlak van uitkomsten (in termen van armoede en sociale ongelijkheid) mogelijk succesvoller is geweest dan het andere.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Welvaart, inkomensverdeling en armoede in Vlaanderen in internationaal perspectief.
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van den Bosch Karel
- Co-promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Marx Ive
Onderzoeksgroep(en)
Groeiende effecten van ongelijkheid (GINI).
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Marx Ive
- Co-promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
FLEMOSI: Een instrument voor ex ante evaluatie van sociaal-economisch beleid in Vlaanderen.
Abstract
In het FLEMOSI ("FLEmish MOdels of SImulation") project werken vijf internationale partners nauw samen om geavanceerde simulatiemodellen te bouwen. We starten vanuit het Europese EUROMOD-model en breiden dit model uit met specifieke Vlaamse competenties. Deze modellen worden gebruikt om de effecten van beleidswijzigingen in kaart te brengen, voordat ze omgezet worden in de praktijk.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verbist Gerlinde
- Co-promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
CONVERGE - Convergeren Europese welvaartstaten naar een uniform Europees sociaal model?
Abstract
De algemene doelstelling van dit project is de analyse van zowel latente als intentionele convergentie- en coördinatiemechanismen op vlak van sociaal beleid in de Europese sfeer, meer bepaald zoals deze het Belgische sociale beleid beïnvloeden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Marx Ive
- Co-promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Onderzoek naar de betekenis van het solidariteitsbeginsel in het Europees recht.
Abstract
Het solidariteitsbeginsel krijgt gaande weg meer en meer betekenis in het Europees recht. Dit blijkt op de eerste plaats uit de reeds bestaande Europese verdragen en de versterking van het solidariteitsbeginsel door het Verdrag van Lissabon en het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie. Dit blijkt tevens uit de meest recente evolutie van de rechtspraak van het Hof van Justitie bij de toepassing van onderdelen van het gemeenschapsrecht zoals het Europees burgerschap, de interne markt en het mededingingsrecht. De bedoeling van het onderzoek is te analyseren waar en op welke manier het Europees recht inhoud geeft aan het solidariteitsbeginsel. De resultaten van dit onderzoek zullen geplaatst worden naast de invulling die aan dit begrip wordt gegeven in de Europese Open Methode van Coördinatie en in het sociaal recht en beleid van lidstaten. Hieruit zouden dan besluiten moeten kunnen getrokken worden m.b.t. de vraag of er in deze Europese context een coherentie invulling en visie bestaat op het solidariteitsbeginsel.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verschueren Herwig
- Co-promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Van den Bossche Anne-Marie
Onderzoeksgroep(en)
Arbeidsongeschiktheid en vervroegde uittrede in Vlaanderen.
Abstract
Het onderzoek wil nagaan op welke manier arbeidsongeschiktheid past binnen de vervroegde uittredestelsels in Vlaanderen en hoe deze situatie zich verhoudt ten opzichte van andere welvaartsregimes. We gaan in het onderzoek op zoek naar substitutie-effecten tussen stelsels van vervroegde uittrede en willen verklaringen bieden voor vervroegde uittrede mechanismen in Vlaanderen. We zullen hiervoor factoren als gezondheid, demografische evolutie en werkgeverskenmerken analyseren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Vademecum van gemeenschappelijke EU-indicatoren in het kader van de open coördinatiemethode voor sociale bescherming en sociale integratie.
Abstract
Dit project draagt bij tot de activiteiten van de Sub-Group Indicatoren (ISG) van het Directoraat Generaal Werkgelegenheid, Sociale Zaken en Gelijke Kansen van de Europese Commissie. In het kader van dit project wordt een vademecum ontwikkeld dat de werkzaamheden van de ISG samenvat, zowel met betrekking tot methodologische vraagstukken als in haar politieke dimensie. Het eindrapport omvat vooreerst; een aantal horizontale hoofdstukken met betrekking tot de ontwikkeling en het gebruik van sociale indicatoren in het kader van de Open Coordinatiemethode voor Sociale Bescherming en Sociale Insluiting; ten tweede fiches voor elke indicator waarover een akkoord werd bereikt of die wordt besproken; ten derde een webapplicatie die deze fiches omvat.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Van den Bosch Karel
Onderzoeksgroep(en)
Oost-Europese welvaartsregimes in Sociaal Europa. Een vergelijking van de architectuur en sociale adequaatheid van de inkomensbescherming voor ouderen in drie Oost-Europese landen.
Abstract
Dit project handelt over de ontwikkeling en de sociale doelmatigheid van de Oost-Europese welvaartsregimes in het kader van 'Sociaal Europa'. Meer in het bijzonder wordt op de inkomenspositie van ouderen gefocust. Aan de hand van verschillende kwantitatieve technieken wordt de impact geschat van verschillen tussen landen en verschillen binnen landen doorheen de tijd met betrekking tot sociaal beleid op de inter-en intragenerationele inkomensongelijkheid. In het bijzonder wordt het belang onderzocht van verschillen in 'inkomenspakketten' (publieke en private pensioenen, compensatie van de uitgaven voor gezondheid en huisvesting, inkomen uit arbeid) voor de adequaatheid van de inkomens. Op deze manier draagt dit project bij tot een beter begrip van de impact van het sociaal beleid op ongelijkheid en armoede en wordt er een bijdrage geleverd aan de literatuur over de evolutie van welvaartsregimes.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Mandaathouder: Goedemé Tim
Onderzoeksgroep(en)
De crisis en de heroriëntatie van de Europese welvaartstaten sedert de jaren '70: welke gevolgen voor inkomensverdeling, financiële behoeftigheid en sociale uitsluiting.
Abstract
In het onderzoek wordt vooral aandacht besteed aan de uitdagingen waarmee de welvaartsstaat geconfronteerd wordt met name door de volgende ontwikkelingen: de vergrijzing en het toenemend belang van Europa en globalisering meer algemeen. Het onderzoek is gestructureerd rond 8 inhoudelijke en 2 methodologische domeinen : 1. armoede en inkomensverdeling 2. beleid inzake sociale zekerheid en fiscaliteit 3. Europees sociaal beleid 4. vergrijzing 5. gezin 6. arbeid 7. gezondheid 8. onderwijs 9. simulatiemodellen om beleid te evalueren 10. data en indicatorenOnderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Breda Jef
Onderzoeksgroep(en)
Het Europees sociaal model: componenten, duurzaamheid en instrumenten ter bestrijding van sociale uitsluiting in Europa.
Abstract
Het onderzoek valt uiteen in twee centrale delen. In het eerste deel wordt gezocht naar de mogelijke kenmerken van een Europees sociaal model. Bestaat er een set van gemeenschappelijke kenmerken, en zo ja, hoe verhoudt die zich ten opzichte van de verschilpunten? Daarvoor wordt de structuur, de werking en resultaten in termen van doelmatigheid van de Europese sociale markteconomieën vergeleken met sociale markteconomieën elders in de wereld. De analyse wordt gebaseerd op sociaaleconomische data op micro- en macroniveau (LIS, ECHP (EU-SILC), ESSPROS en OECD data), aangevuld met een studie van de zeer omvangrijke literatuur ter zake. De empirische data zullen worden geanalyseerd vanuit een multidisciplinair kader in de traditie van de sociale beleidswetenschap: de samenhang en diversiteit van sociale arrangementen (input) worden beschreven, en in verband gebracht met beleidsvoering (throughput) en met de uitkomsten van het beleid in termen van sociale doelmatigheid (output). Het tweede deel van het onderzoek gaat na of een Europees sociaal model moet worden versterkt, en, zo ja, hoe dat moet gebeuren. Hiervoor wordt, ten eerste, gekeken naar het gemeenschappelijk instrument van de structuurfondsen. De analyse richt zich op de geldstromen, hun opzet, omvang en doelmatigheid. Vervolgens wordt de minimuminko- mensgarantie van de verschillende lidstaten onder de loep genomen, meer bepaald vanuit de vraag over welke mogelijkheden, zowel in principe als in politieke en economische realiteit, Europa beschikt om de nationale systemen van minimuminkomensbescherming te verbeteren. Ten slotte, wordt op basis van simulaties de impact van verschillende toekomstscenario's vergeleken. Dit gebeurt vanuit dezelfde interdisciplinaire invalshoek als in het eerste deel.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Mandaathouder: Rottiers Stijn
Onderzoeksgroep(en)
Steunpunt Gelijkekansenbeleid (2007-2011).
Abstract
Het steunpunt wil de Vlaamse overheid wetenschappeiijk ondersteunen op het vlak van gelijke kansen. Dit gebeurt door op een geïntegreerde manier multidisciplinaire expertise en onderzoekspotentieel te ontwikkelen en ter beschikking stellen. Tevens wii het steunpunt de gegevens, de analyses en onderzoeksresultaten gestructureerd en gericht ontsluiten naar de doelgroepen, andere actoren en het brede publiek.Onderzoeker(s)
- Promotor: Meier Petra
- Promotor: Van Steenberge Josse
- Co-promotor: Breda Jef
- Co-promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Cuypers Daniël
- Co-promotor: Jacobs Therese
- Co-promotor: Meier Petra
- Co-promotor: Mortelmans Dimitri
- Co-promotor: Nonneman Walter
Onderzoeksgroep(en)
Sociale cohesie-indicatoren voor de Vlaamse regio. De ontwikkeling van uitgebreide sociale cohesie indicatoren op lokaal niveau in Vlaanderen.
Abstract
Het strategische doel van dit project is de ontwikkeling van beleidsinstrumenten, in het bijzonder de ontwikkeling van sociale indicatoren voor Vlaanderen. De grote hoeveelheid Vlaams statistisch materiaal op het gebied van criminaliteit, onveiligheidsgevoelens, inkomen, sociale participatie e.d. is niet eerder samengebracht in een coherente dataset, die ter beschikking staat van een brede groep sociale actoren. In dit project wordt een dergelijke dataset samengesteld door een team van Vlaamse experten; elk met een uitgebreide ervaring in hun vakgebied (criminaliteit, sociale zekerheid, sociale participatie en lokale uitgaven) In de tweede fase van dit project wordt additionele data verzameld door middel va neen survey onder de Vlaamse bevolking, waarbij theoretisch relevante subgroepen oververtegenwoordigd worden. De keuze van deze subgroepen gebeurt op basis van de resultaten van het eerste projectdeel.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
De determinanten van zorgstrategieën bij laaggeschoolde vrouwen: een kwestie van geld of preferenties ?
Abstract
Eén van de meest opvallende tendensen van de afgelopen decennia is ongetwijfeld de massale intrede van vrouwen op de arbeidsmarkt en de daaraan gekoppelde verschuiving van het kostwinnersgezin naar het tweeverdienergezin. Anderzijds lijkt de de overgang naar een tweeverdienerssamenleving aan laaggeschoolde vrouwen te zijn voorbijgegaan: zij blijven massaal in de inactiviteit of belanden in de werkloosheid. Dit heeft belangrijke socio-economische implicaties: niet alleen hebben eenverdienergezinnen een sterk verhoogd armoede ¿ risico, dit effect wordt nog versterkt doordat laaggeschoolde vrouwen vaak samenleven met een laaggeschoolde partner met een laag verdienpotentieel. Bovendien is precies de tewerkstelling van laaggeschoolde vrouwen erg belangrijk in het kader van de Europese werkgelegenheidsstrategie: in een vergrijzende samenleving is een verhoging van de tewerkstellingsgraad noodzakelijk om de sociale zekerheid betaalbaar te houden. Het voorgestelde onderzoek wil nagaan waarom het Belgische combinatiebeleid niet gewerkt heeft voor laaggeschoolde vrouwen. Verschillende hypothesen zullen getoetst worden. Zo lijkt het aannemelijk dat financiële beperkingen het zwaarst doorwegen bij vrouwen met geringe kwalificaties. Anderzijds is het niet uitgesloten dat lager opgeleide vrouwen andere voorkeuren ontwikkeld hebben ten aanzien van de combinatie arbeid en gezin. Een derde hypothese luidt dat deze vrouwen een zwaardere gezinslast hebben: niet alleen numeriek , maar ook door een cumulatie van problemen op gezinsniveau. Het is mogelijk dat deze gezinnen naast problemen van lage scholing en een laag inkomen, verhoudingswijs vaker te maken krijgen met 'kwetsbare' kinderen met diverse problemen zoals leermoeilijkheden, gedrags-en emotionele problemen, mentale en fysieke handicaps.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Ghysels Joris
Onderzoeksgroep(en)
Antwerk! Het Antwerps plan om de jeugdwerkloosheid aan te pakken.
Oost-Europese welvaartsregimes in Sociaal Europa. Een vergelijking van de architectuur en sociale adequaatheid van de inkomensbescherming voor ouderen in drie Oost-Europese landen.
Abstract
Dit project zal handelen over het uitzicht, het ontstaan, de ontwikkeling en de sociale doelmatigheid van de Oost-Europese welvaartsregimes in het kader van 'Sociaal Europa'. Op basis van de typologie van Deacon en een analyse van de sociale indicatoren, zullen drie Oost-Europese landen worden geselecteerd die significant van elkaar verschillen. Omdat het niet mogelijk is om in een tijdsbestek van 4 jaar de gehele samenhang tussen markt, gezin en sociale bescherming (d.i. het welvaartsregime) te bestuderen, zal het onderzoek gefocust worden op de inkomensbescherming van ouderen in ruime zin, met als belangrijkste elementen: de sociaal-economische architectuur van de inkomstenbronnen van ouderen (publieke, private, semi-collectieve en collectieve pensioenen, de compensatie van uitgaven voor gezondheid en huisvesting; inkomen uit arbeid) en het resultaat (de outcomes) hiervan in termen van enerzijds inter- en intragenerationele inkomensongelijkheid en anderzijds armoede bij ouderen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Mandaathouder: Goedemé Tim
Onderzoeksgroep(en)
De welvaartsevolutie van de bodembescherming in België en de ons omringende landen.
Abstract
De minimumuitkeringen in de Belgische sociale zekerheid zijn vandaag via de gezondheidsindex automatisch gekoppeld aan de evolutie van de prijzen. Begin 2004 besliste de Belgische regering om vanaf 2007 deze uitkeringen elke twee jaar ook aan te passen aan de welvaartsevolutie. In dit onderzoek gaan we na in hoeverre de sociale minima in de ons omringende landen de welvaartsgroei volgen, en welke mechanismen hiervoor ingezet worden. Wat kan het beleid in deze landen ons leren inzake welvaartsvaste sociale uitkeringen? Welke regelingen zijn mogelijk, en wat zijn hun voor- en nadelen? Het onderzoek valt uiteen in drie luiken. We starten met een actualisatie van de evolutie van de Belgische sociale minima. We gaan na in hoeverre het Belgische beleid koopkracht- en welvaartsvaste minima garandeert. Daarna vergelijken we deze evolutie met de koopkracht- en welvaartsontwikkelingen van de sociale minima in de ons omringende landen. In een Iaatste luik onderzoeken we het recente beleid dat deze landen voeren ten aanzien van de sociale uitkeringen, en met name de mechanismen die ze hanteren om de minima op regelmatige tijdstippen aan te passen aan de koopkracht- of de welvaartsevolutie.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Onderzoeksexcellentiecentrum SOCIO.
Abstract
In het onderzoek wordt vooral aandacht besteed aan de uitdagingen waarmee de welvaartsstaat geconfronteerd wordt met name door de volgende ontwikkelingen: de vergrijzing en het toenemend belang van Europa en globalisering meer algemeen. Het onderzoek is gestructureerd rond 8 inhoudelijke en 2 methodologische domeinen : 1. armoede en inkomensverdeling 2. beleid inzake sociale zekerheid en fiscaliteit 3. Europees sociaal beleid 4. vergrijzing 5. gezin 6. arbeid 7. gezondheid 8. onderwijs 9. simulatiemodellen om beleid te evalueren 10. data en indicatorenOnderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Breda Jef
Onderzoeksgroep(en)
Het Europees sociaal model: componenten, duurzaamheid en instrumenten ter bestrijding van sociale uitsluiting in Europa.
Abstract
Het onderzoek valt uiteen in twee centrale delen. In het eerste deel wordt gezocht naar de mogelijke kenmerken van een Europees sociaal model. Bestaat er een set van gemeenschappelijke kenmerken, en zo ja, hoe verhoudt die zich ten opzichte van de verschilpunten? Daarvoor wordt de analyse gericht op de structuur, werking en resultaten in termen van doelmatigheid v8rl de Europese sociale markteconomieën vergeleken met sociale markteconomieën elders in de wereld. De analyse wordt gebaseerd op sociaaleconomische data op micro- en macroniveau (LIS, ECHP (EU-SILC), ESSPROS en OECD data), aangevuld met een studie van de zeer omvangrijke literatuur ter zake. De empirische data zullen worden geanalyseerd vanuit een multidisciplinair kader in de traditie van de sociale beleidswetenschap: de samenhang en diversiteit van sociale arrangementen (input) worden beschreven, en in verband gebracht met beleidsvoering (throughput) en met de uitkomsten van het beleid in termen van sociale doelmatigheid (output). Het tweede deel van het onderzoek gaat na of een Europees sociaal model moet worden versterkt, en, zo ja, hoe dat moet gebeuren. Hiervoor wordt, ten eerste, gekeken naar het gemeenschappelijk instrument van de structuurfondsen. De analyse richt zich op de geldstromen, hun opzet, omvang en doelmatigheid. Vervolgens wordt de minimuminko- mensgarantie van de verschillende lidstaten onder de loep genomen, meer bepaald vanuit de vraag over welke mogelijkheden, zowel in principe als in politieke en economische realiteit, Europa beschikt om de nationale systemen van minimuminkomensbescherming te verbeteren. Ten slotte, wordt op basis van simulaties de impact van verschil- lende toekomstscenario's vergeleken. Dit gebeurt vanuit dezelfde interdisciplinaire invalshoek als in het eerste deel.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Mandaathouder: Rottiers Stijn
Onderzoeksgroep(en)
Economische verandering, levenskwaliteit en sociale cohesie (EQUALSOC).
Abstract
Equalsoc is een netwerk gefinancierd door de Europese Commissie onder het 6de Kaderprogramma. Het netwerk bestaat uit 13 Europese onderzoekscentra waarvan de Commissie heeft geoordeeld heeft dat ze bijzonder niveau van academische expertise op vlak van sociale ongelijkheid en cohesie hebben opgebouwd. Het netwerk wil vergelijkend onderzoek stimuleren op vlakken zoals tewerkstelling en arbeidsmarkt, inkomensverdeling en mobiliteit, onderwijs en sociale mobiliteit, gezin en sociale netwerken, culturele differentiatie en sociaal kapitaal.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: De Lathouwer Lieve
- Co-promotor: Ghysels Joris
- Co-promotor: Marx Ive
- Co-promotor: Van den Bosch Karel
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Valorisatie van de microsimulatie van de sociale bescherming.
Abstract
In het project AG/01/086 werd in opdracht van FOD Sociale Zekerheid door drie universitaire equipes een microsimulatiemodel ontwikkeld waarmee beleidshervormingen in de sfeer van de sociale zekerheid gesimuleerd kunnen worden op geanonimiseerde maar individuele gegevens. Dit model laat in principe toe een zeer gedetailleerd beeld te schetsen van de verdelingsimpact van maatregelen in 6 beleidsdomeinen: de sociale zekerheidsbijdragen, de werkloosheidsvergoedingen, de ziekte en invaliditeitsuitkeringen, de gezinsbijslagen, de pensioenen en de personenbelasting. Het vernieuwende (voor Belgie) en distinctieve karakter van dit model Iigt in het onderliggende databestand dat opgebouwd werd uit administratieve gegevens. De levering van de aangevraagde administratieve gegevens gebeurde in verschillende fazen. [-lierdoor was het onmogelijk om binnen de looptijd van bet project AG/01/086 alle modules met hetzelfde niveau van detail uit te werken. Vooral de module rond pensioenen bleef hierdoor onderontwikkeld. Doelstelling 1 van bet nieuwe project bestaat er in bet model up te daten, uit te breiden en te verfijnen met bijkomende gegevens, Na deze uitbreiding kan bet model gebruikt worden om de verwachtingen met betrekking tot de financiele houdbaarheid van bet sociaal zekerheidssysteem te toetsen. Bij de verdere uitbouw van bet microsimulatiemodel zal bijzondere aandacht besteed worden aan de mogelijkheid beleidsondersteunende informatie te verschaffen met betrekking tot de maatregelen opgenomen in bet wetsontwerp van 13 juli 2005 'houdende een structureel aanpassingsmecbanisme aan de welvaart van plafonds en inkomensdrempels alsook de sociale uitkeringen. (KvV Doc5l 1948/001). Doelstelling 2 van bet nieuwe project bestaat er in om bet model te situeren in een Europees/internationaal perspectief. Meer bepaald zal een overzicht gemaakt worden van andere microsimulatiemodellen met betrekking tot sociale bescberming in de Europese Unie en zal aangegeven worden hoe bet model kan gebruikt worden om bet l3elgische Nationale Actie Plan ter bevordering van de Sociale Insluiting (NAP/SI) te beoordelen en aldus bij te dragen tot bet Sociale lnsluitingsProces binnen de EU. Doelstelling 3 van bet project bestaat uit bet modelleren van gedragsreacties. Er zal aandacht besteed worden aan bet modelleren van de pensioneringsbeslissing en van beslissingen om al dan niet te participeren in de arbeidsmarkt. Bij bet modelleren van de pensioneringsbeslissing zal getracht worden om de verschillende mogelijke uitstapregelingen, die resulteren in een uitstap uit de arbeidsmarkt voorafgaand aan de opruststelling, zoals werkloosheid, tijdskrediet, invalid iteit, te onderscheiden. Doelstelling 4 van bet project bestaat uit bet beschrijven van een procedure die moet toegepast worden bij een update van bet model, wanneer meer recente administratieve gegevens beschikbaar worden. Doelstelling 5 van bet project, tenslotte, bestaat er in om onderricht te verstrekken aan de potentiele gebruikers van bet model.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Vergrijzing in Vlaanderen.
Abstract
Een van de belangrijkste sociale uitdagingen voor Vlaanderen en Europa is aankomende veroudering van de bevolking. In dit kader stellen zich drie grote beleidsproblemen: I) de manier waarop de lasten van de vergrijzing verdeeld worden tussen generaties en binnen generaties onderling; ii) de uitbouw van een betaalbare en hoogstaande zorgvoorziening die voor iedereen toegankelijk is; iii) het optimaliseren van de deelname van ouderen aan het economische, sociale, politieke en culturele leven zodat de kennis, ervaring en vaardigheden van de ouderen nuttig ingezet kunnen worden. Bij al deze uitdagingen is het Vlaamse beleidsniveau betrokken. Vlaanderen kan met een planmatige aanpak op het gebied van ouderzorg, arbeidsbeleid, belastingen, huisvesting, onderwijs en socio-cultureelbeleid een belangrijke en noodzakelijke bijdrage leveren aan de uitdagingen waarvoor de vergrijzingsproblematiek ons stelt. Voor het ontwikkelen van een dergelijke strategie zijn goede beleidsinstrumenten onontbeerlijk. Dit project staat in voor de ontwikkeling van dit beleidsinstrument dat uit de volgende delen bestaat: -Het ontwikkelen van een longitudinaal databestand voor Vlaanderen met gegevens over inkomen, levensomstandigheden, gezondheid en zorgbehoeften van de ganse bevolking in het algemeen en de ouderen in het bijzonder. -Het ontwikkelen van een dynamisch micro-simulatiemodel voor Vlaanderen dat meting van beleidshervormingen toestaat. -Het meten van trends in intra- en intergenerationele verdeling van inkomen en rijkdom in Vlaanderen. -Het maken van een projectie van de gezonde levensverwachting. -Het meten van economische gevolgen van de vergrijzing in Vlaanderen. -In kaart brengen van trends in formele en informele zorgnetwerken. -Parameters van Vlaams zorgbeleid in Europees vergelijkend perspectief plaatsen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Van den Bosch Karel
Onderzoeksgroep(en)
Studie naar de stand van zaken in het onderzoek naar veroudering in België.
Sociaal federalisme in België en in Europa.
Abstract
Het onderzoek zal handelen over de vraag naar het meest optimale territoriale niveau waarop sociale herverdeling via sociale zekerheid en fiscaliteit moet georganiseerd worden, in België, in andere federale staten en in Europa. Deze vraagstelling zal op empirische wijze worden benaderd middels een internationaal en intertemporeel vergelijkend onderzoek naar de werking, de determinanten en de uitkomsten (in termen van sociale doelmatigheid) van verschillende territoriale omschrijvingen van sociale herverdeling. Er zal gebruik gemaakt worden van sociaal-economische survey gegevens en ambtelijke statistieken.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: De Lathouwer Lieve
- Co-promotor: Marx Ive
- Co-promotor: Van den Bosch Karel
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Hoe komen gezinnen rond? Een piloot-actieonderzoek naar de bestaansmiddelen en overlevingsstrategieën van gezinnen met lage inkomens.
Abstract
In dit piloot aktie onderzoek worden ongeveer 50 gezinnen een half jaar gevolgd door studenten, om aldus een grondig beeld te krijgen van hun bestaansmiddelen en overlevingsstrategieën. Hiermee legt dit onderzoek een verbinding tussen grootschalig kwantitatief en kleinschalig kwalitatief onderzoek op dit terrein. Tevens wordt nagegaan in hoeverre er sprake is van non-take-up van sociale uitkeringen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Van den Bosch Karel
Onderzoeksgroep(en)
Levenslang leren en de terugkeer van volwassenen naar het hoger onderwijs.
Abstract
De moderne arbeidsmarkt vraagt een grote flexibiliteit. Werknemers dienen hun kennis en vaardigheden permanent te ontwikkelen. Een belangrijke beleidspiste is het faciliteren van deelname aan het hoger onderwijs van volwassenen. Dit VIONA-onderzoek wil met een explorerende studie bijdragen tot betere inzichten en kennis op dit domein, toegespitst op Vlaanderen. In eerste instantie wordt de participatie van volwassenen aan het hoger onderwijs op basis van de administratieve Databank Tertiair Onderwijs onderzocht. In een explorerende survey peilen we vervolgens naar het profiel, de motivaties, de barrières en de ervaringen van de volwassenen in het hoger onderwijs en de gevolgen voor hun beroepsloopbaan. Tevens worden een aantal instellingen van het hoger onderwijs bevraagd over de geleverde inspanningen op het vlak van levenslang leren, de moeilijkheden die ze hierbij ondervinden, de middelen die worden ingezet, enz. Tenslotte brengen we de instrumenten in kaart die de intrede of terugkeer van volwassenen naar het hoger onderwijs in Vlaanderen ondersteunen.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Lathouwer Lieve
- Co-promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
De Nationale Actieplannen voor sociale insluiting 2001-2003 en 2003-2005. Een inhoudelijke interpretatie van de resultaten van de indicatoren in functie van de vooropgezette doelstellingen en acties.
Zorg als nieuw sociaal risico.
Abstract
In dit project willen wij empirisch onderzoeken hoe - vertrekkende van een hoge afhankelijkheidsgraad (en derhalve kost) van de sociale zekerheid, lage arbeidsparticipatiegraden (vooral onder laaggeschoolden) en een relatief hoog niveau van (netto) minimumlonen - de publieke en private markt van zorgverlening (voor kinderen) kan uitgebreid worden, binnen de budgettaire beperkingen en mits handhaving (en verbetering) van de minimuminkomens uit arbeid en sociale zekerheid.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Survey on Health, Aging and Retirement (SHARE).
Abstract
Ouderen vormen één van de snelst groeiende bevolkingsgroepen in Europa. Ook zijn er de laatste decennia grote veranderingen opgetreden in de levensstijl en behoeften van ouderen. Doel van dit project is te onderzoeken hoe factoren als gezondheid, economische welvaart, en sociale contacten met familieleden en anderen van invloed zijn op het welzijn van ouderen. SHARE is uniek, daar het het eerste internationale enquête-onderzoek is, waarin informatie verzameld wordt op al deze terreinen: gezondheid en gezondheidszorg, economische positie en sociale contacten en sociaal netwerk. Dit project behelst de dataverzameling en 'validering voor Belgie en Vlaanderen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Breda Jef
- Co-promotor: Mortelmans Dimitri
Onderzoeksgroep(en)
Solidariteit en subsidiariteit in Europa : over minimumbescherming en sociale rechtvaardigheid.
Abstract
In dit project zal de aandacht uitgaan naar één belangrijk aspect van de sociale politiek, namelijk de waarborging aan alle burgers van een adequate minimuminkomensbescherming. Het instrumentarium dat de lidstaten daarvoor ter beschikking hebben, omvat de minimumlonen, de minima in de sociale verzekeringen en de sociale minima in de sociale bijstand. Eerst zal een sociaalfilosofisch kader over interstatelijke solidariteit worden opgebouwd. Dit theoretische kader moet een scherp inzicht geven in het debat over sociale rechtvaardigheid, de welvaartsstaat en solidariteit tussen volkeren. Vervolgens wordt het theoretische kader toegepast op de Europese situatie. Hier zal de spanning tussen `sociale rechtvaardigheid als theorie' en `sociale rechtvaardigheid als praxis' centraal staan. In een tweede deel wordt de politiek in de verschillende lidstaten m.b.t. de minimuminkomensbescherming geïnventariseerd en beoordeeld. De beoordeling zal gebeuren aan de hand van de doelmatigheidsvraag, namelijk de mate waarin de verschillende beleidsinstrumenten erin slagen om de omvang van de financiële armoede terug te dringen. Het is bekend dat de armoederisico's erg ongelijk verdeeld zijn over de lidstaten, zoals blijkt uit het niveau van relatieve armoede in Portugal en Griekenland (21%) tegenover dat van Zweden (9%) (EC, 2003). Vraag is in hoeverre deze verschillen verklaard kunnen worden vanuit onderscheiden systemen van minimuminkomenswaarborging. In een derde deel komt de vraag aan bod of het opstellen van gemeenschappelijke Europese minimumstandaarden ter ondersteuning van de actuele convergentiestrategie d.m.v. de OMC, ten eerste, mogelijk, nodig en wenselijk is en, ten tweede, een grotere interstatelijke solidariteit zou vereisen. Deze vragen naar haalbaarheid en wenselijkheid zullen empirisch benaderd worden d.m.v. simulatieoefeningen. Daarbij zullen de gevolgen van verschillende scenario's van gemeenschappelijke afspraken inzake minimuminkomensgarantie worden berekend op het vlak van betaalbaarheid en op het vlak van sociale doelmatigheid, in de onderscheiden lidstaten en naar Europa als geheel. Deze simulaties zullen uitgevoerd worden op basis van de SILC-gegevensbestanden, die thans door EUROSTAT voor alle lidstaten worden aangemaakt. Deze vraagstelling sluit aan bij het debat uit de jaren `90 dat toen leidde tot een Europese aanbeveling voor een minimuminkomensgarantie in alle lidstaten (CCE, 1993; cf. Deleeck, 1991: 119-154).Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Mandaathouder: Rottiers Stijn
Onderzoeksgroep(en)
Student in de 21ste eeuw. Wegen naar alternatieve studiefinanciering voor het hoger onderwijs.
The link between policy inputs and well-being outcomes.
Abstract
The general objective of this study is to gain insight into the relationship between social policy packages and social inclusion. This objective will be achieved by the development of synthetic input indicators and by linking those indicators with outcome indicators of social inclusion. These synthetic input indicators will be about social policy packages and not just about particular welfare state arrangements.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Van den Bosch Karel
Onderzoeksgroep(en)
Zorgdragen voor kinderen.
Knelpunten en evoluties in het woonbeleid in Vlaanderen.
De "grenzen" van de Nationale Welvaartstaat ? De sociaalrechtelijke positie van migrantenvrouwen.
Abstract
Het onderzoek heeft betrekking op de vraag naar de grenzen van de nationale welvaartstaten in het kader van migratie, en meer bepaald vrouwelijke migratie. De rechtsvraag betreft de wijze waarop de welvaartstaat de toekenning van sociale rechten aan verschillende types niet-EU migranten al dan niet beperkt of garandeert. De vraag verwijst naar de uitdaging die internationale migratie stelt aan de organisatie en conceptuele grenzen van de nationale welvaartstaten. Meer specifiek ga ik na hoe de feitelijke situatie van vrouwelijke migranten bepaald wordt door de gender-neutrale migratie- en sociale wetgeving, en in welke mate het toepasselijke recht afhankelijkheid en armoede creëert of verergert.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Steenberge Josse
- Co-promotor: Cantillon Bea
- Mandaathouder: Mussche Ninke
Onderzoeksgroep(en)
Assistentie bij de imputatie van de European Union Statistics on Income and Living Conditions (EU-SILC-enquête)-voorbereidende fase.
Abstract
Het is de bedoeling om, in samenwerking met de betrokken personen binnen de Algemene Directie Statistiek en Economische informatie, de op het CSB ontwikkelde modellen aan te passen aan SILC 2003 en bij de genoemde directie de nodige methodes te introduceren voor de imputatie van non-response op inkomensvragen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Van den Bosch Karel
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Wetenschappelijk rapport over "instrumenten van sociaal beleid: Europa versus de Verenigde Staten".
Abstract
Het gaat om een opdracht tot het redigeren van een rapport waarin de vergelijking wordt gemaakt tussen het Europees en Amerikaans sociaal beleid van het voorbije decennium. Het is de bedoeling de belangrijkste verschillen en overeenkomsten in kaart te brengen, zowel algemeen als op specifieke domeinen, waarbij de aandacht vooral uitgaat naar het beleid inzake armoede en sociale uitsluiting, maar ook naar pensioenen en gezondheidszorg. Er zal ook worden onderzocht hoe de Europese ervaring (open coördinatie) kan worden toegepast in de Amerikaanse context, en omgekeerd.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Zorg als nieuw sociaal risico: een onderzoek naar de mogelijkheden om het kostwinnersmodel om te buigen naar een zorgondersteunend beleid voor gezinnen met kinderen.
Abstract
In dit project willen wij empirisch onderzoeken hoe - vertrekkende van een hoge afhankelijkheidsgraad (en derhalve kost) van de sociale zekerheid, lage arbeidsparticipatiegraden (vooral onder laaggeschoolden) en een relatief hoog niveau van (netto) minimumlonen - de publieke en private markt van zorgverlening (voor kinderen) kan uitgebreid worden, binnen de budgettaire beperkingen en mits handhaving (en verbetering) van de minimuminkomens uit arbeid en sociale zekerheidOnderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Breda Jef
- Co-promotor: Meulemans Herman
- Co-promotor: Van Steenberge Josse
Onderzoeksgroep(en)
Microsimulatiemodel Sociale Zekerheid.
Inkomensongelijkheid en sociale segmentatie.
Abstract
Het voorgestelde onderzoek wil het problematisch karakter van inkomensongelijkheid in de huidige, postindustriële samenleving nagaan. De kernvraag daarbij is hoe de absolute en relatieve inkomenspositie zich vandaag verhoudt met sociale sigmentatie. Meer specifiek willen we achterhalen in welke mate inkomen en inkomensongelijkheid de algemene sociale ongelijkheid in de postindustriële samenleving bepaalt. De gevolgen van inkomen en inkomensverdeling voor een aantal maatschappelijke domeinen lijken vandaag immers minder éénduidig dan in het verleden. Enerzijds zijn er aanwijzingen dat het eens zo determinerend karakter van de inkomensvariabele is afgenomen terwijl er anderzijds indicaties zijn dat de relatieve inkomenspositie (dus ongelijkheid) nog steeds een cruciale factor is in het verklaren van sociale ongelijkheden op breed maatschappelijk vlak.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: De Lathouwer Lieve
- Co-promotor: Van den Bosch Karel
Onderzoeksgroep(en)
Databank Statistische Informatie inzake Sociale Inclusie.
Onderzoek naar de levensomstandigheden van eenoudergezinnen in België.
Internationaal vergelijkend onderzoek naar de mechanismen die in de andere lidstaten van de EU gebruikt worden om de sociale zekerheidsuitkeringen aan te passen aan de evolutie van de welvaart.
Abstract
Levering van diensten met als voorwerp een wetenschappelijk, internationaal vergelijkend onderzoek dat in kaart moet brengen welke mechanismen in de andere lidstaten van de EU gebruikt worden om de sociale zekerheidsuitkeringen aan te passen aan de evolutie van de welvaart, en dit voor een periode die niet vroeger begint dan in 1970, ten behoeve van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Medewerking aan het opstellen van een nieuwe SILC-vragenlijst (statistics on income and living conditions)
Vervoersgebruik en sociaal beleid.
Abstract
In dit project wordt de relatie onderzocht tussen vervoersgebruik en sociaal-economische ongelijkheid. De bestaande databanken (o.m. PSBH, Volkstelling) worden doorgelicht om een sociaal-economisch profiel van het mobiliteitsgebruik op te stellen. Met behulp van het microsimulatiemodel MISIM willen wij de gevolgend meten van beleidsmaatregelen op inkomensverdeling en armoede. De aandacht wordt toegespitst op effecten van beleidsalternatieven om openbaar vervoer aan te moedigen en om autogebruik te ontmoedigen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van den Bosch Karel
- Co-promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: De Lathouwer Lieve
Onderzoeksgroep(en)
Onderzoeksopdracht i.v.m. de gezinsdimensie van de Vlaamse fiscaliteit.
Abstract
Het betreft hier onderzoek naar de mate waarin de Vlaamse fiscaliteit de gezinsdimensie (zoals deze bestaat binnen de federale fiscaliteit) versterkt dan wel afzwakt en naar de mate waarin Vlaamse uitgaven ter ondersteuning van gezinnen complementair dan wel tegengesteld zijn aan de federale gezinspolitiek.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Doctoraatsopleiding in sociaal beleid en armoede-onderzoek in het kader van de actie Marie Curie (EU).
Abstract
Het onderzoek van het centrum voor Sociaal Beleid richt zich op vraagstukken van armoede, inkomensverdeling en de welvaartsstaat. Alnaargelang de interesse van de doctoraatsstudent kunnen onder mee volgende domeinen voorwerp zijn van onderzoek: 1. Studie van armoede en sociale zekerheid in in een internationale context om aldus een beter inzicht te verwerven in de mechanismen die de doelmatigheid van de sociale zekerheid, de tewerkstellingsprogramma's enz. bepalen. 2. Studie van de diplomatiek van armoede en bestaansonzekerheid via grootschalige socio-economische 'panel surveys'. 3. Ontwikkeling, validering en gebruik van alternatieve armoede-metingen. 4. Constructie, evaluatie en validering van vergelijkbare kwantitatieve sociale indicatoren; ontwikkeling van ijkpunten voor welzijn op basis van vergelijkende analyse. 5. Evaluatie van de effecten van voorstellen van belastingshervorming op de sociale zekerheid.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Steunpunt Gelijkekansenbeleid.
Abstract
Het steunpunt wil de Vlaamse overheid wetenschappelijk ondersteunen op het vlag van gelijke kansen. Dit gebeurt door op een geïntegreerde manier multidisciplinaire expertise en onderzoekspotentieel te ontwikkelen en ter beschikking stellen. Tevens wil het steunpunt de gegevens, de analyses en onderzoeksresultaten gestructureerd en gericht ontsluiten naar de doelgroepen, andere actoren en het brede publiek.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vranken Jan
- Co-promotor: Breda Jef
- Co-promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Cuypers Daniël
- Co-promotor: Tanghe Fernand
Onderzoeksgroep(en)
European Thematic Network on Indicators of Social Quality. (ENIQ)
Abstract
Het betreft hier een Europees netwerk gecoördineerd door de stichting European Centre for Social Quality (Amsterdam). Het wetenschappelijk doel bestaat erin om op basis van het wetenschappelijk werk van de participerende teams en andere Europese projecten die daarmee in verband staan, een index rond sociale kwaliteit op te bouwen die in alle lidstaten van de EU kan worden toegepast. Het netwerk omvat wetenschappelijke vertegenwoordigers uit nagenoeg alle Europese lidstaten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
De micro-middelenindicatoren voor de uitkeringen in de sociale zekerheid uitgebreid met standaardsimulaties voor het netto beschikbare gezinsinkomen - periode 1989-2000.
Abstract
Doel van de studie is longitudinale reeksen van middelindicatoren te leveren die een synthetische weergave beogen van de trends inzake de middelen die in de sociale zekerheid worden ingezet en die een permanente evaluatie toelaten van de (theoretische) doelmatigheid van de sociale uitkeringen in de armoedebestrijding. Daartoe dient een methodologie ontwikkeld te worden die jaarlijkse actualisering en internationale vergelijkbaarheid toelaat, zowel op macro- als micro-vlak.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Verzamelen en bewerken van gegevens op basis van de Europese Huishoudpanelstudie (ECHP) voor een set van 9 indicatoren (opdracht CSB)
Abstract
DDe opdrachtnemer zal op basis van de ECHP 1997 gegevens verzamelen en bewerken voor een set van een 9-tal indicatoren (nl. Risico op fin. armoede, volledige armoedekloof, inkomensongelijkheid, gezondheidsongelijkheid, armoede-intensiteit, huishoudens zonder kostwinner') (voor zover technisch mogelijk gedurende de contractperiode) en dit telkens voor Vlaanderen en Wallonië, voor de naburige landen en één of meerdere vergelijkbare landen t.o.v. Vlaanderen alsook het gemiddelde EU 3 (Nederland, Frankrijk en Duitsland) of het gemiddelde van de berekende landen, voor zover dit methodologisch zinvol is. Per indicator of set van samen horende indicatoren zal een fiche met metadata worden bezorgd met onder meer de beschrijving van de bron, de beheerder van de data, de beschikbaarheid, de bruikbaarheid op Europees niveau, de vraagformulering in de ECHP, de eventuele berekeningsmethode en commentaren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Bijdrage tot het onderzoeksproject "Welfare systems and the management of the economic risk of unemployment" vanuit België.
Abstract
Het betreft een opdracht, gefinancierd door het European University Institute te Firenze, voor medewerking aan het gezamenlijk onderzoeksproject 'Welfare systems and the management of economic risk of unemployment' voor het Robert Schuman Centre for Advanced Studies en het ISFOL (Rome). De opdracht bestaat in het schrijven van een bandrapport met betrekking tot dit thema.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Armoede in de Welvaartsstaat: de relatie tussen beleidsinspanningen en armoedeuitkomsten
Abstract
Het doel van dit project is de relatie te verhelderen tussen beleidsinspanningen binnen de welvaartsstaat (met name omvang van de sociale zekerheid en sociale bijstand) enerzijds en de omvang en samenstelling van de groep armen anderzijds. Naast een literatuurstudie behelst dit project het ontwerp van een exploratief model voor deze relatie, op basis van gegevens voor twee landen, nl. België en het VK,Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Wetenschappelijke ondersteuning van de conferentie "Social inclusion: making common EU objectives work".
Abstract
Het centrum voor Sociaal Beleid wordt belast met de wetenschappelijke en inhoudelijke ondersteuning van de bovenvermelde wetenschappelijke Conferentie op hoog niveau met als thema 'Social inclusion: making common EU objectives work'. Het centrum voor Sociaal Beleid zal meewerken aan het schrijven van een onderzoeksrapport dat deze conferentie zal onderbouwen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Billijkheid in de financiering van de medische zorg
Abstract
Dit project zal de sociale karakteristieken van het Belgische gezondheidszorgsysteem onderzoeken en bijdragen tot empirische evidentie op de drie domeinen: 1) Aanleveren van feitelijke informatie over het verband tussen inkomen en eigen bijdragen doorheen de tijd. In welke mate hebben remgeldverhogingen aanleiding gegeven tot een stijging van het aandeel in het gezinsinkomen en wat is de impact op armoede? 2) Analyse van de huidige impact van directe bepalingen voor gezondheidszorg op het huishouden. Welke individuen zijn meest kwetsbaar met betrekking tot directe betalingen voor medische zorg? Wat zijn de demografische en klinische karakteristieken van patiënten met betalingsmoeilijkheden? 3) Analyse van de (huidige) mate van horizontale en verticale billijkheid van de verschillende betalingsbronnen voor gezondheidszorg in België in internationaal vergelijkend perspectief.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Graeve Diana
- Co-promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Kan het stimuleren van laaggeschoolde dienstenarbeid bijdragen tot Europese jobgroei ?
Abstract
Het hoofddoel van het netwerk is het stimuleren van co-operatief onderzoek naar de wijze waarop tewerkstelling van laaggeschoolden kan worden bevorderd, daarbij de valkuil van werkende armen vermijdend.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Middelindicatoren van de uitkeringen in de sociale zekerheid 1950-2000
Abstract
Met dit onderzoek wil het CSB longitudinale reeksen van middelenindicatoren opstellen die een synthetische weergave beogen van de trends inzake de middelen die in de sociale zekerheid worden ingezet en die een permanente evaluatie zal toelaten van de (theoretische) doelmatigheid van de sociale uitkeringen in de armoedebestrijding. Er zal een methodologie worden ontwikkeld die jaarlijkse actualisering en internationale vergelijkbaarheid toelaat, zowel op macro- als op micro-vlak.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Onderzoek inzake de opmaak van een meervoudige armoede-index. Luik financiële aspecten
Abstract
Doel van dit project is het uitbouwen van een meetinstrument waarin de diverse aspecten van armoede worden gemeten en op welke basis een armoede-index wordt berekend. In dit luik worden de inkomensgebonden aspecten van armoede belicht.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
De methodologie van de inkomensmeting in sociaal-economische surveys. Een theoretische en empirische evaluatie
Abstract
Nationaal en internationaal worden verschillende inkomsensmetingen toegepast in sociaal-economische surveys. Weinig onderzoek is gebeurd inzake de betrouwbaarheid van de inkomensopgave en het effect van o.a. de referentieperiode (jaar, maand) en de concrete operationalisatie op de kwaliteit van de antwoorden en op het niveau van de inkomensdistributie en armoedecijfers. Nochthans laten de in België beschikbare gegevens vermoeden dat er aanzienlijke effecten kunnen zijn. Momenteel zijn voor België, in het kader van het CSB-panel end e Panel Study on Belgian Households, data beschikbaar om deze effecten te onderzoeken. Het betreft unieke data aangezien verschillende bevragingsmethoden bij dezelfde respondenten werden toegepast, waardoor een directe meting van de effecten mogelijk is. Het voorliggedne onderzoek voorziet in een inventarisatie van het bestaande onderzoek en een theoretisch-conceptuele uitklanring van de inkomensmeting. Het zwaartepunt van het onderzoek zal liggen bij de empirische evaluatie van diverse bevragingsmethoden. Het onderzoek wil op deze wijze een bijdrage leveren tot een verbetering van de kwaliteit en de (internationale) vergelijkbaarheid van inkomenscurves.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Van den Bosch Karel
Onderzoeksgroep(en)
Opstellen van een rapport rond het thema participatieverzekering
Abstract
Op welke manier zou men het concept 'participatieverzekering' binnen het Belgisch institutioneel kader kunnen concretiseren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Opmaken van een inventaris van experten en onderzoekers, ter voorbereiding van een colloqium over arbeid en niet-arbeid (iov Kon. Boudewijnstichting)
Abstract
Opmaken van een inventaris van experten en onderzoekers die een analyse zullen maken over 'visies over arbeid en niet-arbeid'. Er zal ook een voorafgaandelijk analytisch werk gebeuren over de thema's die het onderwerp 'arbeid en niet-arbeid' aangaan.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Modernisering en verbetering van sociale bescherming - de situatie in België
Abstract
Dit project bestaat uit twee delen://..Ten eerste, de Europese Commissie voorzien van gedetailleerde informatie betreffende alle taken van de sociale zekerheid in België en dit vanaf het begin van 1998//..Ten tweede, een korte, kritische analyse waarin een antal problemen en uitdagingen worden toegelicht, evenals het huidige politieke debat en de wetsvoorstellen die momenteel in België ter tafel liggen (in het bijzonder in de domeinen werkloosheid, bijstand, het pensioenstelsel, gezondheidsuitkeringen en gezondheidszorgen, stelsels die de combinatie van gezin en arbeid moeten bevorderen).Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Sociale bescherming, vervangingsratio's en arbeidsparticipatie: identificatie en vergelijking in het licht van de tewerkstellingsrichtlijnen van 1998
Abstract
ECHP-data van tien landen geven zicht op de inkomensbescherming die de verschillende werkloosheidsstelsels bieden (dekkingsgraad, gemiddelde uitkering, vervangingsratio). Er bestan grote verschillen naargelang het landen de kenmerken van de werkloze. Verder komen ook de huishoudens in hun geheel aan bod zen wordt de analyse herhaald voor vervroegd gepensioneerdenOnderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
European Community Household Panel
Abstract
In opdracht van Eurostat wordt in België, zoals in andere EU-lidstaten, sinds 1994 een sociaal-economische panelsurvey uitgevoerd. Deze survey wordt uitgevoerd door het Centrum voor Sociaal Beleid (UFSIA) en onderzoeksgroepen van UIA en Ulg. De survey peilt voornamelijk naar inkomen en tewerkstelling van private huishoudens.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Profiel van de sociale huurder en subjectieve beleving van de realisaties sociale huisvesting
Abstract
In dit onderzoeksvoorstel wordt een bevraging voorgesteld van een 1500-tal bewoners van een woning gebouwd door erkende huisvestings-maatschappijen, met een bijkomende oververtegenwoordiging van Antwerpen en Gent met een 300-tal respondenten. Vanuit inhoudelijke en kostprijsverlagende overwegingen worden in de bevraging de thema's 'profiel van de sociale huurder' en 'subjectieve beleving van de realisaties sociale huisvesting' aan elkaar gekoppeld. Bij het opstellen van de vragenlijst wordt de maximale vergelijkbaarheid over de tijd en met steekproefgegevens over de totale bevolking nagestraafd en maximale aansluiting bij vroegere en lopende onderzoeken ingebouwd. //..Wat de analyse betreft, wordt voorzien in een momentopname, een dymanische analyse op macroniveau en een dynamische analyse op microniveau.Onderzoeker(s)
- Co-promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
De werkloosheidsval in Vlaamse opleidings- en tewerkstellingsinitiatieven
Abstract
Sociale uitkeringen en (para)fiscale lasten hebben onmiskenbaar een invloed op de beslissing van gezinsleden om zich op de reguliere arbeidsmarkt aan te bieden. Vooral de samenhang tussen verschillende uitkeringen (werkloosheid, gezinsbijslagen, WIGW...) bepaalt daarbij sterk in welke mate er sprake is van een afhankelijkheidsval. De vraag stelt zich of het Vlaamse en het Federale beleid de overgang van uitkering naar tewerkstelling en/of naar opleiding belemmert. Dit project wil vnl. de financiële disincentives onderzoeken, d.w.z. de financiële gevolgen van de overgang uitkeringsafhanke-lijkheid naar werk of opleidingsprogramma's voor het gezin.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Het begrip armoede in het recht
Abstract
De invloed van recent sociaal-economisch onderzoek op wetgeving en rechtspraak. Receptie van groeiende aandacht armoedeproblematiek in het recht via wettelijke definities en open rechtsnormen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cuypers Daniël
- Co-promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Tanghe Fernand
- Co-promotor: Velaers Jan
- Co-promotor: Vranken Jan
Onderzoeksgroep(en)
The new social question
Abstract
Intellectueel staan voornoemde tekenen van ontwikkeling thans nog onafhankelijk van elkaar. De IUAP beoogt het samenbrengen van deze inzichten om te komen tot een coherent geheel van antwoorden op volgende vragen: In hoeverre is er een samenhang tussen de hierboven genoemde ontwikkelingen inzake de groeiende sociaal-economisvhe kloof tussen hoog- en laaggeschoolden , de grenzen aan de doelmatigheid van de sociale zekerheid? het ontstaan van nieuwe ideologische en politieke clivages het actueel gevoerdbeleid en de ontwikkeling van beleidsutopieën?//..In hoeverre verschilt de actuele sociale problematiek wezenlijk van het verleden en kan derhalve sprakr zijn van een 'nieuwe sociale kwestie'? Waarom staat het instrumentarium van de verzorgingsstaat machteloos t.o.v. de (nieuwe) maatschappelijke breuklijnen? Hoe kan de her-oriëntatie van de verzorgingsarrangementen gedacht worden? Welke rol kunnen nieuwe en oude sociale en politieke bewegingen spelen bij de re-oriëntatie van de verzorgingsstaat?Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Breda Jef
- Co-promotor: Van Steenberge Josse
- Co-promotor: Walgrave Stefaan
Onderzoeksgroep(en)
De nieuwe sociale kwestie.
Abstract
Omdat de huidige sociale zekerheid niet bij machte is om de sociale uitsluiting op te lossen, worden drie vragen aangepakt : (i) hoe moet de huidige sociale uitsluiting juridisch worden gedefinieerd (ii) hoe moet arbeid worden gedefinieerd (iii) hoe kunnen nieuwe sociale structuren de slachtoffers van uitsluiting vertegenwoordigen en begeleiden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Steenberge Josse
- Co-promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Walgrave Stefaan
Onderzoeksgroep(en)
Onderzoek naar de groeiende categorie van jonge bestaansminimumtrekkers
Abstract
De opdracht omvat: a. evaluatie van de openstelling van het bestaansminimum voor jongeren; b. inzicht verschaffen in de oorzaken van de toename van het aantal jonge bestaansminimumtrekkers; c. formuleren van mogelijke beleidsalternatieven m.b.t. het recht op bijstand en een minimuminkomen voor jongeren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: De Lathouwer Lieve
Onderzoeksgroep(en)
Het nieuwe sociale vraagstuk. Samenstelling van een documentatiemap.
Abstract
De opdracht bestaat er in een documentatiemap omtrent het nieuwe sociale vraagstuk en de mogelijke antwoorden op dit vraagstuk samen te stellen. Dit gebeurt in het kader van het programma Toekomstzorg en meer bepaald ten behoeve van 'The Millennium conference 1996'.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Marx Ive
Onderzoeksgroep(en)
Ontwikkeling van weegfactoren voor de Belgische bijdrage aan het European Community Household Panel
Abstract
In het kader van het European Community Household Panel ontwikkelt het CSB een statistische weegprocedure om de representativiteit van de gegevens te waarborgen. De weegfactoren worden ontwikkeld in overeenstemming met de vereisten van Eurostat.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
De netto-herverdelende werking van de sociale zekerheid.
Abstract
Tot op heden werd de doelmatigheid en de herverdelende werking van de sociale zekerheid enkel bestudeerd voor zover het de uitkeringszijde van het stelsel betrof. Recent ontwikkelde programmatuur maakt nu ook informatie omtrent de door gezinnen afgedragen sociale bijdragen beschikbaar. Het eerste deel van het project behelst bijgevolg het becijferen van de netto-doelmatigheidsimpact en de netto-herverdelende werking van de sociale zekerheid. In een tweede deel worden de empirische reultaten in de algemene context van de financieringsproblematiek geplaatst, inz. zal aansluiting gezocht worden bij de asymmetrie welke gegroeid is tussen uitkerings- en bijdragezijde van de sociale zekerheid.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
De inkomens- en welvaartsverdeling bij ouderen: extrapolaties en projecties
Abstract
In deze empirische bijdrage staat de vraag centraal naar de verdeling van de toenemende pensioenuitgaven, bij uiteenlopende beleidsscenario's en met inachtname van de impact van socio-demografische veranderingen op de inkomensverdeling. We onderzoeken de doelmatigheid van het huidige pensioenstelsel en mogelijke beleidsalternatieven, rekening houdend met de feitelijke evolutie van socio-demografische of -economische determinanten van de inkomens- en welvaartsverdeling (zoals de toenemende arbeidsmarktparticipatie van de vrouw).Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
De doelmatigheid van de bijstand tussen minimuminkomenswaarborg en integratie
Abstract
Uitgangspunt van dit onderzoek is dat in het sociaal beleid en in het beleid inzake armoedebestrijding de integratiegedachte steeds meer veld wint. Er is sprake van een verhuizing van passieve naar actieve sociale bijstand. Centraal in dit onderzoek staat dan ook de vraag naar de doelmatigheid van een bijstand 'tussen minimum inkomenswaarborg en integratie'. In hoeverre zijn uitkeringslogica en integratielogica te verzoenen in één stel van maatregelen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Tan Barbara
Onderzoeksgroep(en)
Vervangingsratio's bij werkloosheid voor België
Abstract
Netto-vervangingsratio's zullen gesimuleerd worden voor verschillende type-huishoudens (standaard-simulatie techniek). Het model integreert de bestaande regelgeving voor werkloosheidsuitkeringen, maar ook voor fiscale aftrekken, kinderbijslagen, subsidies voor kinderopvangkosten, regeling inzake woonlasten. Bovendien wordt ook rekening gehouden met de aanwezigheid van andere gezinsinkomsten (voor tweeverdieners). Aangezien deze studie deel uitmaakt van een internationaal project zullen de resultaten vergeleken worden met de gegevens voor 7 andere Europese landen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Socio-economische en culturele deprivatie. Een onderzoek naar de sociale kwetsbaarheid van jongeren.
Abstract
Onderwerp van het onderzoek is de paradox van de toenemende financiële bestaanszekerheid in de context van een algemeen klimaat van onbehagen en onzekerheid. Er zal bij jongeren worden gepeild naar hun vermogen om te gaan met een toenemende sociale en culturele complexiteit. Situationele factoren - cultureel zowel als structureel - kunnen een verklaring verschaffen voor een toenemende sociale deprivatie.Onderzoeker(s)
- Promotor: Dierickx Guido
- Co-promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Evaluatie van 20 jaar arbeidsherverdeling. Knelpunten voor het toekomstig te voeren beleid.
Abstract
Dit project onderzoekt de economische en sociale gevolgen van de herverdeling van de arbeid. We benaderen dit onderwerp vanuit drie invalshoeken: de globale verdeling van de arbeid, de verdeling van de arbeid in het gezin en de verdeling van de arbeid over de levenscyclus.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Constructie van niet-ambtelijke federale databanken: sociaal- economisch en demografisch panel
Abstract
Dit project is een co-operatieve inspanning gericht op de vergaring en de analyse van sociale en economische panel-data. Het Centrum voor Sociaal Beleid beheert de sociaal-economische module. Bijzondere aandacht gaat naar de verdeling van het inkomen en de welvaart, de oorzaken en sociale structuur van de armoede en de doelmatigheid van het sociaal beleid, de sociale zekerheid in het bijzonder.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Determinanten van de transferten in de Sociale Zekerheid
Abstract
Het project heeft als doelstelling de niet op basis van interpersonele solidariteit te verklaren, financiele transfers vast te leggen en hiervoor een methodologie te ontwikkelen. Binnen dit kader verricht het CSB onderzoek betreffende de kinderbijslag, de gezinsfiscaliteit en de financiele stromen op basis van de CSB-bestanden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Analyse en evaluatie van systemen van minimum-inkomen.
Abstract
Analyse van de impact van nationale systemen van minimum-inkomen. Evaluatie op basis van bestaande gegevens.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Relaties tussen de economische activiteiten van gezinnen en de modi operandi van de sociale zekerheid in Belgie.
Abstract
De doelstelling van het project is het becijferen op welke wijze de verschillende systemen van sociale zekerheid in elk van de Europese lidstaten een invloed hebben op het economisch gedrag van gezinnen. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de invloed van sociale zekerheid op de arbeidsparticipatie van vrouwen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
De gezinsdimensie in de sociale zekerheid: inventaris, kostprijs en verdelingseffecten
Abstract
Onderzoek naar de horizontale en verticale herverdelingseffecten van de gezinspolitieke maatregelen in de sfeer van de sociale zekerheid en fiscaliteit. Tevens worden alternatieve beleidsopties op deze terreinen bestudeerd.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Kinderbijslag in de Europese Gemeenschap.
Abstract
Eeen comparatieve studie over kinderbijslagen in de EG. Het onderzoek baseert zich op bijdragen van nationale informanten. Deze personen worden gevraagd 3 vragenlijsten in te vullen betreffende hun stelsel van kinderbijslagen en het belastingssysteem.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Beschrijving van nationale systemen van het minimuminkomen.
Abstract
Beschrijving van : - nationale systemen van het minimuminkomen; - actuele politieke situatie betreffende dit onderwerp; - evaluatie en analyse op basis van bestaande gegevens. De analyse van de impact van de verschillende nationale systemen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
IUAP: De sociale dynamiek van bestaanszekerheid, welzijn en gezinsstructuren.
Abstract
Het onderzoeksteam wil de aanwezige kennis en onderzoekservaring verdiepen omtrent de invloed van sociale, economische en beleidsmatige veranderingen op: - inkomen en bestaanszekerheid, - welzijn van gezinnen en hun leden, - sociale netwerken en sociaal-ruimtelijke inbedding. Bijzondere aandacht gaat naar de gevolgen van de (her)ordening van de levensloop door de toenemende verscheidenheid van gezinspraktijken.Onderzoeker(s)
- Promotor: Deleeck Herman
- Co-promotor: Breda Jef
- Co-promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
De sociale dynamiek van bestaanszekerheid, welzijn en gezinsstructuren.
Abstract
Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Meulemans Herman
- Co-promotor: Van Hove Erik
Onderzoeksgroep(en)
Medewerking aan een Europese panel-studie i.v.m. inkomen en de leefomstandigheden van huishoudens.
Abstract
Een gestandaardiseerde panel-studie moet uitmonden in een databank met vergelijkbare, dynamische gegevens voor alle E.G.-lidstaten. Het Centrum voor Sociaal Beleid zal zich daarbij toeleggen op de onderdelen 'armoede', 'minimum inkomensbescherming' en 'gelijke behandeling van man en vrouw'.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Leven beneden het socio-vitale minimum. Diepteonderzoek van de bestaansonzekerheid en validering van de armoedemeting.
Abstract
Het project is gericht op het verfijnen van de informatie omtrent: - de kenmerken en de leefomstandigheden van de bestaansonzekeren - de doelmatigheid van de sociale zekerheid en - de relaties met de hulpverleningsinstanties. De methode en resultaten van grootschalige inkomensbevragingen zullen aan een kritische evaluatie onderworpen worden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Deleeck Herman
- Co-promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Synthesestudie over het thema 'leefomstandigheden van kinderen'.
Abstract
De studie impliceert een analyse van gegevens die voorkomen in de bestanden van het Centrum voor Sociaal Beleid. De gegevens hebben betrekking op: - gezinsverband waarin kinderen leven - sociale milieu waarin kinderen leven - financiele situatie van huishoudens waarin kinderen leven.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Sociaal zekerheidsbeleid: financiele, sociale en demografische determinanten
Abstract
Het project beoogt een nieuwe impuls te geven aan de studie van de opzetmiddelen. Hierbij gaat zowel de aandacht naar de kwantitatieve als naar de kwalitatieve aspecten van het sociale zekerheidsbeleid.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Inkomensverdeling, socio-demografische veranderingen en bestaansonzekerheid.
Abstract
De onderzoeksvraag betreft de gevolgen van de socio-demografische ontwikkelingen (veroudering, toename van de beroepsactiviteit van vrouwen, toename van het aantal echtscheidingen, afname van de huwelijksbereidheid, toename van niet-huwelijkse samenlevingsverbanden) voor de inkomensverdeling, de bestaanszekerheid en voor de doelmatigheid van de sociale zekerheid.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Deleeck Herman