Creatie, ontwikkeling en validatie van een experimenteel protocol om gepaarde alfa- en beta sequenties van de T-celreceptor te verkrijgen uit FFPE-weefsel. 01/01/2024 - 31/12/2024

Abstract

T-cellen zijn niet alleen cruciale actoren in onze verdediging tegen microben, maar spelen ook een belangrijke rol bij de bescherming tegen kanker. T-cellen herkennen hun doelwitten via de T-celreceptor (TCR), welke bestaat uit een TCRa en TCRb keten. Er is aangetoond dat het TCR-repertoire tegen/in kankerweefsel het vermogen heeft om te voorspellen welke kankerpatiënten zullen reageren op therapie met checkpointremmers, waardoor het concept wordt ondersteund dat het weefselspecifieke TCR-repertoire moet worden beschouwd als een stratificatiebiomarker. Het decoderen van het gepaarde TCRab-repertoire uit het routinematig verkregen FFPE-weefsel vereist de ontwikkeling van een nieuwe single-cell workflow-methode die FFPE-weefsel-gepaarde TCRab-sequencing mogelijk maakt. Dit zou mogelijk een revolutie betekenen, niet alleen op het gebied van oncologie, maar ook op het gebied van auto-immuniteitsziekten, waarbij schadelijke T-cellen in aangetaste weefsels kunnen worden aangetroffen. In dit project zullen we een experimenteel protocol creëren, ontwikkelen en valideren om gepaarde TCRabgegevens uit FFPE-weefsel te verkrijgen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Modelleren hoe reeds bestaande TCR-klonen de door vaccins geïnduceerde T-celreacties beïnvloeden (CELLULO-EPI-BASE). 01/12/2023 - 31/05/2025

Abstract

Er wordt steeds meer erkend dat T-cellen cruciale actoren zijn in de ontwikkeling van door vaccins geïnduceerde immuunreacties. Via hun T-celreceptor (TCR) op hun celoppervlak kunnen T-cellen antigenen herkennen die afkomstig zijn van pathogenen of vaccins. De sterkte van de interactie tussen de TCR's en de vaccinantigenen zal de T-celdynamiek na vaccinatie sturen. In dit project zullen we de TCR-repertoires analyseren van deelnemers uit drie verschillende vaccinatiecohorten vóór en na vaccinatie. We zullen een computationeel hulpmiddel ontwikkelen (dat later zal worden omgezet in een softwarepakket) waarmee we nauwkeurig kunnen voorspellen, alleen op basis van de basis-TCR-gegevens, welke gevaccineerden na vaccinatie een robuuste immuunrespons zullen ontwikkelen. Dit instrument heeft het potentieel om een belangrijke impact te hebben op verschillende aspecten en actoren van de vaccinologie, variërend van de vaccinindustrie tot onderzoekers op het gebied van de volksgezondheid.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

RAPTOR: een nieuw multi-view integrerend framework om de belangrijkste kenmerken van T-cel immunologie te identificeren. 01/11/2023 - 31/10/2025

Abstract

De kluwen aan complexe componenten van het immuunsysteem vormt een obstakel om de interacties die onze immuunrespons bepalen volledig te begrijpen. De oplossing ligt waarschijnlijk in een systematisch ontwerp dat unieke en gedeelde biomarkers kan bovenbrengen. Maar, tot hiertoe is het potentieel van volledig geïntegreerde immunologische gegevens grotendeels onbenut gebleven. Door gebruik te maken van een ongekend grote cohort, willen we deze kloof overbruggen en een framework bouwen voor een multi-view integratie van biologische gegevens met een focus op T-cellen. De 'views' van elke cohort worden gecombineerd in een latente ruimte. We zullen individuen groeperen op basis van gevonden patronen, eerder gepubliceerde biomarkers valideren, groepsparameters deconvolueren en responsfenotypering uitvoeren. Vervolgens zullen we de T-cel receptor component toevoegen door middel van een innovatieve integratie die focust op de celgedreven respons. De T-celanalyse zal worden geïnformeerd door de gevonden kenmerken en geleid door epitoop- en ziektespecificiteit. Ze zal worden samengesteld over een longitudinale dimensie wat de ontwikkeling van de verschillende modules van het framework zal sturen. Dit nieuwe framework heeft een groot potentieel voor multidisciplinaire toepassingen binnen bio-informatica, biomedische en farmaceutische bedrijven. Specifiek verwachten we dat het een paradigmaverschuiving kan teweegbrengen naar het ontwerpen van meer geïnformeerde holistische therapieën.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Immunoinformatica voor vernieuwende diagnostiek in Lyme arthritis: zijn T-cellen de sleutel? 01/11/2023 - 31/10/2025

Abstract

De huidige serologische testmethoden die worden de ziekte van Lyme (LD) te diagnosticeren zijn ernstig ontoereikend: hun sensitiviteit (25–50%) en specificiteit is te laag voor vroege LD diagnose, en ze kunnen geen actieve van een oude infectie onderscheiden in ernstige late ziektestadia zoals Lyme arthritis (LA). In tegenstelling tot Borrelia-specifieke antilichamen blijkt dat T-cellen sneller en consistenter gerekruteerd worden in LD. Bovendien spelen verschillende T cel subsets een sleutelrol in het verdere ziekteverloop en de ontwikkeling van auto-immuun gedreven vormen van LA. Met dit FWO-SB-project zullen we het potentieel van deze T-cellen als alternatieve diagnosestrategie onderzoeken. Voortbouwend op de recente ontwikkelingen in single-cell immuunprofilering zal dit project een nieuwe methodologie waarin het T-cel-fenotype en zijn specificiteit geïntegreerd worden. Zo kunnen we het immuunsysteem gedetailleerd in kaart brengen bij patiënten met acute en autoimmuun-gedreven Lyme, en deze contextualiseren in een vergelijkende analyse met verscheidene verschillende vormen van chronische auto-immuun arthritis. Deze methodologie stelt ons in staat om deze complexe data te distilleren to klinisch relevante inzichten en zeer specifieke biomerkers. Dit is een cruciale stap in het inlossen van de diagnostische nood bij Lyme, en in het ontrafelen van de ongrijpbare pathogenese van auto-immuun-gedreven LA.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Mathematische en Experimentele Immunologie. 01/10/2023 - 30/09/2028

Abstract

T-cellen zijn witte bloedcellen die worden aangemaakt na blootstelling aan ziekteverwekkers, hetzij na natuurlijke infectie of vaccinatie. Er bestaan verschillende fenotypes van T-cellen en er wordt aangenomen dat deze zich functioneel anders gedragen. T-cellen herkennen specifieke epitopen van pathogenen via zogenaamde T-celreceptoren (TCR) die zich op het T-celmembraan bevinden. Het is momenteel nog niet bekend hoe T-cellen differentiëren op TCR-niveau. Tijdens dit vijfjarige onderzoeksplan zullen we zeer innovatieve wiskundige en computationele modellen ontwikkelen om te simuleren hoe unieke T-cellen, vertegenwoordigd door hun TCR's, tegen pathogenen evolueren als een functie van verschillende relevante variabelen en verstoringen. We zullen eerst het nieuwe ERC-cellulo-epidemiologische paradigma verder ontwikkelen door unieke cellulaire immuunresponsen tegen pathogenen op populatieniveau te combineren met wiskundige modellering, waardoor unieke en anderszins niet verkrijgbare multidimensionale T-celprofielen worden gegenereerd. Dit wiskundig model op populatieniveau zal een agent-gebaseerd model zijn, maar de T-celdynamiek na verstoring (natuurlijke infectie of vaccinatie) zal worden gemodelleerd via verschillende modelleringsstrategieën, waaronder op gewone differentiaalvergelijkingen (ODE) gebaseerde modellering. Ons agent-gebaseerde populatiemodel zal worden geparametriseerd en aangepast aan de hand van interne cross-sectionele T-celgegevens tegen een brede reeks pathogenen van meer dan 400 individuen (opnieuw bemonsterd na 1 jaar). Modellering van de primaire en secundaire T-celresponsvorm zal gebaseerd zijn op unieke interne gegevens van personen met bekende eerste infecties met Chikungunya (natuurlijke infectie) of gele koorts (vaccinatie) en longitudinale gegevens van personen die opnieuw zijn blootgesteld aan waterpokken (natuurlijke infectie). , hepatitis B-oppervlakteantigeen (vaccinatie), mazelen (vaccinatie) en poliovirus (vaccinatie). T-celfenotypering zal worden bereikt via multiparametrische flowcytometrie en geavanceerde single cell sequencing-technologie. Het overkoepelende unieke en innovatieve doel van mijn toekomstige onderzoeksplan is het ontwikkelen van een holistisch in silico T-celdynamiekmodel om te kwantificeren hoe T-celdifferentiatie en dynamiek optreden na verstoring (dus ofwel na natuurlijke blootstelling ofwel na vaccinatie). Dit zal worden bereikt door het combineren van unieke (longitudinale) T-cel (receptor) reacties tegen verschillende pathogenen na infectie en/of vaccinatie met behulp van computationele en wiskundige modellen om de multidimensionale cellulaire profielen over leeftijd en tijd te verenigen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Evaluatie van in vitro en in silico methoden voor analyse van het T-cel antwoord om de ontwikkeling van vaccins te ondersteunen, met een mRNA-gebaseerd vaccin tegen rabiës als proof-of-concept. 01/01/2023 - 31/12/2024

Abstract

Het traditionele proces om vaccins te ontwerpen en te ontwikkelen werd door de COVID-19 pandemie drastisch door elkaar geschud, met de doorbraak van mRNA-gebaseerde vaccins en het inkorten van de tijdslijnen voor ontwikkeling en goedkeuring van nieuwe vaccins van 10-15 jaar naar pakweg 1-1.5 jaar. Deze revolutie heeft als gevolg dat er een grote focus is ontstaan op verdere innovatie doorheen het vaccin ontwikkelingsproces, in het bijzonder voor ziekten met een hoge medische nood. Een goed voorbeeld hiervan is hondsdolheid (rabiës, veroorzaakt door een lyssavirus), dat nog steeds wereldwijd een hoge mortaliteit heeft. Hoewel er veilige en werkzame vaccins tegen hondsdolheid bestaan zijn deze doorgaans te duur en onvoldoende beschikbaar in regio's waar het risico op een beet met een geïnfecteerd dier het hoogst is. mRNA technologie biedt een mogelijkheid om vaccins op een goedkopere manier te produceren door het productieproces lokaal in lage- en middeninkomenslanden uit te voeren, bovendien met hoge flexibiliteit om het vaccin continu aan te passen en de beschermingsgraad te verhogen. Nieuwe in silico evaluatiemethoden die het T-cel antwoord analyseren kunnen toegevoegde waarde bieden door het immuun antwoord tegen rabiës vaccins gedetailleerd in kaart te brengen. Het objectief van dit project is om te onderzoeken of een analyse van het T-cel receptor repertoire kan gebruikt worden om het ontwerp van vaccins te verbeteren en de ontwikkeling te versnellen, met een rabiës mRNA vaccin als proof-of-concept. Hierbij zullen in vitro analyses (UAntwerpen) gecombineerd worden met in silico immuno-informatica technieken (ImmuneWatch) om een inzicht te krijgen in het T cel antwoord tegen een aantal experimentele rabiës mRNA vaccin constructen in ontwikkeling (Quantoom). Dit project is een publiek-private samenwerking om nieuwe methoden in vaccinologie te exploreren en toekomstige samenwerkingen tussen de project partners voor te bereiden.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Infrastructuur voor diverse toepassingen van het sorteren en isoleren van individuele cellen met behulp van microfluidics. 01/06/2022 - 31/05/2024

Abstract

Deze aanvraag heeft als doel de aankoop van nieuwe basisinfrastructuur, een toestel voor het sorteren en isoleren van individuele cellen met behulp van microfluidics. Het toestel is inzetbaar voor heel diverse toepassingen in cellijn ontwikkeling, monoklonale antistof ontwikkeling, iPSC kloneren, single cell omics, het isoleren van zeldzame cellen, microbiologie, virologie, immunologie en microbiële biotechnologie. Het toestel het werkt op lage druk, is gemakkelijk op te zetten en laat toe om vlot over te schakelen tussen verschillende toepassingen, zowel met als zonder infectieuze agentia.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Immunologische controle van Varicella zoster virus (VZV)-geïnfecteerde iPSC-afgeleide hersenmodellen door steady-state en immuungecompromiteerde astrocyten en microglia. 01/01/2021 - 31/12/2024

Abstract

Varicella zoster virus (VZV) behoort tot de familie van de herpesvirussen en is een alomtegenwoordig humaan pathogeen. Bij kinderen en volwassenen kunnen varicella-gerelateerde complicaties leiden tot hospitalisatie. Terwijl bij kinderen directe neurologische complicaties kunnen optreden na primaire infectie (varicella), zijn vasculitis en neurologische complicaties bij volwassenen niet ongewoon na re-activatie van latent VZV (herpes zoster). Met deze link tussen VZV en neuropathologie is het onvermijdelijk dat het immuunsysteem van het centraal zenuwstelsel (CZS) op de proef gesteld wordt door VZV. Echter, tot op heden is er weinig kennis over hoe astrocyten en microglia zich gedragen in contact met VZV. In dit project zullen we deze vraag beantwoorden gebruikmakende van een reeds opgezet humaan in vitro model van axonale infectie van humane geïnduceerde pluripotente stamcel (hiPSC)-afgeleide CZS neuronen met fluorescente VZV-reporterstammen. Eerst onderzoeken we hoe hiPSC-afgeleide astrocyten en microglia de processen van VZV-infectie, latentie en re-activatie beïnvloeden. Vervolgens zullen we met iPSC modellen afgeleid van VZV-patiënten met mutaties in POLRIII nagaan of immuungecompromiteerde astrocyten en/of microglia neuronale VZV infectie kunnen controleren. Deze studies zullen helpen immuunresponsen tegen VZV in het CZS beter te begrijpen, en – na het beëindigen van dit project – nieuwe strategieën te ontwikkelen om VZV verspreiding in het CZS te voorkomen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Celluloepidemiologie: een nieuw paradigma voor het modelleren van T-cell responsen op populatieniveau (CELLULO-EPI) 01/03/2020 - 28/02/2025

Abstract

Celluloepidemiology is a term invented to describe an interdisciplinary approach combining unique cellular immune responses against pathogens on a population level with mathematical modeling, thereby generating unique and otherwise not obtainable multidimensional T-cell profiles. CELLULO-EPI will develop and use such a highly innovative model to simulate how T-cells against pathogens evolve in a synthetic population as a function of age, gender, time since infection and other relevant variables. This model will be parameterized and fitted by cross sectional T-cell data against a wide set of pathogens from 500 individuals (sampled again after 1 year), unique data from individuals with known first infections with dengue and measles and longitudinal data from individuals re-exposed to chickenpox and parvovirus B19. The insights of CELLULO-EPI will be pivotal for public health. One important example: Varicella-zoster virus (VZV) causes chickenpox but also shingles after VZV reactivation. Vaccination can prevent chickenpox, but the predicted increase in shingles incidence has blocked chickenpox vaccination in many EU-countries. Indeed, re-exposure to chickenpox is hypothesized to protect against shingles through boosting of T-cells. Unfortunately, none of the available epidemiological or immunological tools allow for adequate validation of the boosting hypothesis. However, CELLULO-EPI will be able to solve this persisting VZV vaccination dilemma. Furthermore, CELLULO-EPI will also redefine infectious disease epidemiology, for example by allowing us to back-calculate the time since last exposure.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Identificatie van het T cel receptor (TCR) repertoire dat aanwezig is in patienten met langdurige gewrichtspijnen tijdens chronische chikungunya virus ziekte. 01/01/2023 - 30/09/2023

Abstract

Chikungunya virus (CHIKV) is een heropflakkerend pathogeen voor de mens en heeft de laatste 10 jaar een snelle wereldwijde verspreiding gezien. Het is de meest wijdverspreide vertegenwoordiger van een groep door muggen overgedragen, arthritis veroorzakende, virussen die in de helft van de patiënten een chronische gewrichtspijn veroorzaakt lang na de initiële infectie. De chronische pijn wordt veroorzaakt door een langdurige ontsteking en wordt vergeleken met rheumatoïde arthritis. Tot op heden zijn de veroorzakende antigenen of de rol voor verschillende T cellen in de ziekte nog niet geïdentificeerd. Door gebruik te maken van next-gen sequenering in het perifeer bloed van chikungunya patienten die wel of niet chronische pijnen ontwikkelen zullen we de T cell receptor (TCR) patronen die enkel voorkomen bij chronische CHIKV identificeren. Deze data zullen de basis vormen voor de verdere studie van de rol van verschillende T cellen in het ontstaan van de ziekte, het identificeren van het verantwoordelijke antigen(en) en zal mogelijks belangrijke biomerkers identificeren om de ziekte te voorspellen en op te volgen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Immunoinformatica voor vernieuwende diagnostiek in Lyme arthritis: zijn T-cellen de sleutel? 01/11/2022 - 31/10/2023

Abstract

De huidige serologische testmethoden die worden gebruikt om diagnose van de ziekte van Lyme (LD) te onderbouwen zijn ernstig ontoereikend: hun sensitiviteit (25–50%) en specificiteit is te laag in vroege LD, en ze kunnen geen actieve van een oude infectie onderscheiden in ernstige late stadia zoals Lyme arthritis (LA). In tegenstelling tot Borrelia-specifieke antilichamen blijkt dat T cellen consistenter en sneller gerekruteerd worden in LD. Verder spelen verschillende T cel subsets een belangrijke rol in het verdere ziekteverloop en de ontwikkeling van postinfectieuze (auto-immuun gedreven) LA. Met dit project zullen we het potentieel van deze T cellen als alternatieve diagnosestrategie onderzoeken. Voortbouwend op de recente ontwikkelingen in single-cell immuunprofilering zal dit project een nieuw kader opleveren om in ongeëvenaard detail ziekte-geassocieerde T-cel signaturen in kaart te brengen. Hiervoor integreren we het T cel fenotype met zijn receptor specificiteit. Voorts vervullen we de behoefte voor efficiënte analysemethoden van zulk complexe data: we ontwikkelen een vernieuwende immunoinformatica workflow die ons in staat stelt om klinisch relevante inzichten en zeer specifieke biomerkers te distilleren. Het toepassen van deze methodologie bij verschillende vormen van LD, LA en andere relevante vormen van auto-immuun arthritis stelt ons in staat om de enorme diagnostische nood in te lossen, en de ongrijpbare mechanismen achter postinfectieuze LA te ontrafelen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Voorspellen en modelleren van vaccinatie geïnduceerde immuunresponsen door de ontwikkeling van geadvanceerde computationele modellen voor immunosequencing data. 04/07/2022 - 31/12/2022

Abstract

Hoge doorvoer sequenering laat toe het menselijk immuunsysteem te karakteriseren, maar de data die daaruit voortkomt kan niet zomaar vertaald worden naar klinische inzichten. We hebben daarom artificiële intelligentie modellen ontwikkeld die T-cel receptor (TCR)- en gen-expressie data kunnen vertalen naar bruikbare inzichten over de immuunstatus van een individu. Zo hebben we het eerste online platvorm ontwikkeld om de epitopen van TCRs te voorspellen. We hebben de waarde hiervan aangetoond voor het voorspellen en modelleren van vaccinatie geïnduceerde immuunresponsen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Ontwikkeling en validatie van een bona fide iPSC afgeleid humaan neuronaal infectiemodel voor evaluatie van antivirale middelen gericht tegen neurotrope virale infecties. 01/05/2022 - 30/04/2023

Abstract

Neurotrope virale infecties blijven een grote bron van ziekte met bijhorende economische kost. Dergelijke neurotrope infecties worden het frequentst veroorzaakt door herpesvirussen, arbovirussen en enterovirussen en leiden vaak tot ernstige neurologische schade met een ongunstige klinische afloop. De zoektocht naar interventies om deze infecties te voorkomen en/of te behandelen is echter moeilijk en uitdagend. De voornaamste reden hiervoor is de aard van de doelwitcellen, neuronen, die niet-hernieuwbaar zijn en drastisch verschillen van andere cellen (of cellijnen). Screening van nieuwe antivirale middelen via het klassieke onderzoek met cellijnen is niet geschikt voor virussen die neuronen infecteren. Gespecialiseerde, bona fide, neuronale cultuursystemen van humane origine zijn daarvoor noodzakelijk. In dit project zullen we gespecialiseerde neuronale cultuurmodellen ontwikkelen die gericht zijn op een hogere throughput screening van antivirale middelen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Celluloepidemiologie: genereren en modelleren van SARS-COV-2 specifieke T-cel responsen op populatieniveau met als doel interventies in de gezondheidszorg te verbeteren. 01/11/2020 - 31/10/2021

Abstract

Wiskundige simulatiemodellen zijn onmisbaar geworden voor voorspellingen en het bestuderen van de effectiviteit van interventiestrategien zoals lockdowns en screeningen tijdens de SARS-CoV-2 pandemie. Het schatten van belangrijke grootheden maakt gebruik van de serologische afdruk van een infectie op het individu. Echter, al is dit een functie van het type assay, werden antilichamen tegen SARS-CoV-2 frequent niet gevonden in jonge en/of asymptomatische individuen en verdwenen deze na een korte periode, vooral bij asymptomatische individuen. Daarentegen zijn T-cellen in verschillende situaties gevonden, ook in afwezigheid van antilichamen, gaande van convalescente asymptomatische tot milde SARS-CoV-2 patiënten en hun huisgenoten. Dit suggereert dat T-cellen sensitiever kunnen zijn dan antilichamen om een oudere SARS-CoV-2 infectie aan te tonen. In dit project zullen we op populatieniveau SARS-CoV-2 specifieke Tcel en serologische data verzamelen voor verschillende cohortes waaronder 300 individuen (en 200 huisgenoten) die > 3 maanden geleden covid-19 hebben gehad, 100 huisartsen, 100 ziekenhuis medewerkers, 500 random geselecteerde individuen en 75 precovid- tijdperk stalen. Deze data zullen gebruikt worden in simulatiemodellen en zullen leiden tot een herbeoordeling van verschillende epidemiologische schattingen zoals die van de groepsimmuniteit en het reproductiegetal R. Dit zal op significante wijze covid-19 gerelateerde interventies in de gezondheidszorg beïnvloeden.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Diagnose door middel van gesorteerde immuunrepertoires (DiagnoSIR) 20/10/2020 - 19/07/2021

Abstract

Diagnostische laboratoriumtests voor infectieziekten zijn nog steeds gebaseerd op gerichte testmethoden (Ag-detectie, PCR, ELISA, agglutinatie, ELISPOT, enz.). Snelle evoluties in sequentietoepassingen kunnen onze diagnostische algoritmen echter binnenkort drastisch veranderen. Metagenomische sequenering is bijvoorbeeld een ongericht diagnostisch hulpmiddel voor directe (in theorie elke) detectie van infectieuze pathogenen zonder veronderstellingen over de veroorzaker. Acute infectieuze pathogenen verdwijnen echter snel van het geïnfecteerde individu (waardoor diagnostische methoden op basis van directe detectie van pathogenen mislukken) maar laten wel een immuunafdruk achter (B- en T-cellen). Met dit project, willen we aantonen dat sequenering van het immuunrepertoire (een nieuwe techniek dat high-throughput mapping van variabele domeinen van B- en T-celreceptoren mogelijk maakt) gericht op recent geactiveerde immuuncellen een indirect, niet-gericht diagnostisch instrument is voor de detectie van acute infectieuze pathogenen. Deze methode zou een mogelijk ​​alternatief zijn voor de huidige indirecte gerichte assays (serologie en T-celassays). Om dit concept te bewijzen, zullen we recent verzamelde acute COVID-19-patiëntstalen gebruiken.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

T Cell receptor sequence mining platform MinTR. 01/04/2019 - 31/03/2020

Abstract

Het T-cell repertoire is een sleutelspeler in het adaptieve immuunsysteem en is dus belangrijk bij verdediging tegen infectie ziekten, bij het ontwikkelen van vaccins, bij auto-immuun aandoeningen en bij oncologische immuuntherapieën. T-cell receptor sequencing laat toe het ganse repertoire te karakteriseren in een enkel experiment, maar de data die daaruit voortkomt kan niet zomaar vertaald worden in een medische actie. Met artificiële intelligentie modellen kunnen we T-cel receptor sequencing data vertalen naar een bruikbaar inzicht in de immuunstatus van een individu.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Een studie over de betekenis van de T-cell receptor diversiteit en AT-rijk DNA detectie door gliale cellen in het controlleren van neurologische varicella-zoster virus infecties. 01/10/2018 - 30/09/2023

Abstract

Varicella-zoster virus (VZV) veroorzaakt windpokken in kinderen, waarna het latent aanwezig blijft in neurale ganglia. VZV kan reactiveren en op deze manier herpes zoster (gordelroos, zona) veroorzaken. In deze studie zullen we genetische risicofactoren voor windpokken en herpes zoster verder onderzoeken. We zullen nagaan of mutaties in de DNA-sensor RNA polymerase III in immuuncellen van het zenuwstelsel een verminderde bescherming tegen VZV tijdens windpokken veroorzaken. Om dit te onderzoeken zullen we bloedcellen van de patiënt omvormen tot stamcellen en vervolgens tot zenuwcellen (en immuuncellen), welke we dan kunnen infecteren met VZV. We zullen tevens nagaan of de capaciteit van zgn. T-cellen om VZV te herkennen verschillend is tussen gordelroospatiënten en gezonde individuen. Hiervoor zullen we wederom gebruik maken van stamcellen om neuronen te genereren.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Een studie over het belang van AT-DNA detectie en autofagie in het voorkomen van neurologische complicaties van windpokken. 01/10/2018 - 30/09/2022

Abstract

Varicella-zoster virus (VZV) veroorzaakt windpokken in kinderen, waarna VZV latent aanwezig blijft in neurale ganglia. VZV kan encefalitis of cerebellitis veroorzaken tijdens de acute en subacute fases van windpokken. Na genezing van windpokken kan VZV reactiveren en herpes zoster veroorzaken. Daarnaast is het momenteel ook duidelijk dat VZV reactivatie kan leiden tot beroertes in kinderen. De pathofysiologie van al deze VZV complicaties in het centraal zenuwstelsel is tot op heden slechts in beperkte mate bekend. Het is onze intentie om in dit project onze kennis van twee factoren die mogelijk een genetische predispositie voor de ontwikkeling van neurologische complicaties van windpokken veroorzaken te vergroten. Onderzoek uit ons lab heeft eerder aangetoond dat mutaties in RNA polymerase III (POL III) een defect veroorzaakten in de VZV detectie (via AT-DNA "herkenning") in bloedcellen en vervolgens een verminderde controle van VZV proliferatie tot gevolg hadden. In dit project zullen we eerst trachten aan te tonen dat na primaire VZV infectie gliale cellen, dit zijn immuunresponsieve cellen in het centraal zenuwstelsel, VZV kunnen herkennen en vervolgens beschermende cytokines kunnen produceren. Bovendien zullen we onderzoeken of mutaties in de AT-DNA sensor POL III in kinderen met encefalitis, cerebellitis of beroerte/vasculitis door windpokken tot een afwijkende herkenning van VZV leiden, en vervolgens dan ook tot een toegenomen proliferatie van VZV in centrale neuronen leiden. We zullen dit doen door geïnduceerde pluripotente stamcellen (iPSC) van patiënten en controles te differentiëren naar neuronen en gliale cellen, en deze vervolgens te infecteren met VZV. Dit zal leiden tot de simultane analyse van de VZV dynamiek in neuronen en cytokine productie door gliale cellen. Zowel onze labo's als die van anderen hebben aangetoond dat autofagie, een cellulair proces dat mee verantwoordelijk is voor eiwitverwerking, mogelijk van belang is voor de VZV dynamiek in cellen aangezien inhibitie van autofagie zorgde voor verminderde VZV proliferatie. In dit project wensen we deze pathofysiologische route verder te bestuderen door op experimentele wijze autofagie te inhiberen in neuronen afkomstig van iPSC van gezonde donoren en vervolgens dan ook de VZV dynamiek te meten. Daarnaast hebben we vastgesteld dat 3/9 cerebellitis patiënten een mutatie hadden in TBC19DB, een gen dat geassocieerd is met autofagie. In een eerste exploratie zullen we a.d.h.v. monocyten van deze patiënten en controles nagaan of autofagie door deze mutatie veranderd is en of dit een invloed heeft op VZV proliferatie.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Een interdisciplinaire studie waarbij we de rol van HLA genen en T-cel diversiteit als risicofactoren voor herpes zoster bestuderen. 01/01/2018 - 31/12/2021

Abstract

Een interdisciplinaire studie waarbij we de rol van HLA genen en T-cel diversiteit als risicofactoren voor herpes zoster bestuderen. Chickenpox is a consequence of primary infection of varicella-zoster virus (VZV). Afterwards, VZV remains latent in neural ganglia until symptomatic reactivation called herpes zoster (HZ, shingles). In this project, we will first develop a novel computational framework that will allow us to estimate the probability that a pathogen-derived antigen is adequately recognised by the major histocompatibility complexes (MHC) encoded by HLA genes. Antigen bounding by MHC molecules is a necessary step prior to recognition (and further management) of infected cells. Next, we will obtain HLA data from 150 HZ patients and 150 matched controls. This will allow us to estimate whether and which HLA A/B/C genes are enriched or depleted in HZ patients. Our computational framework will allow us to estimate which VZV proteins are most likely of importance in controlling VZV. We will assess whether the HLA data is readily translated into the diversity of the T-cell receptor (TCR) against VZV, and against which of the most important VZV proteins. Finally, we will differentiate blood-derived inducible pluripotent stem cells (iPSC) into neuronal cells, infect these neuronal cells with VZV and study whether depletion of VZV-specific T-cells affects VZV proliferation, thereby confirming our earlier obtained HLA-TCR predictions.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Efficiënte vaccinontwikkelilng met immuno-inormatica en immuno-sequenering. 01/01/2018 - 31/10/2020

Abstract

Vaccins worden gebruikt om het immuunsysteem te stimuleren in de verdediging tegen pathogenen en kanker. Een belangrijke stap in het ontwikkelen van nieuwe vaccins is een grootschalig klinisch onderzoek naar de werkzaamheid en veiligheid van het vaccin door het volgen van de veranderingen in antilichaamconcentraties en immuuncelpopulaties na het toedienen van het vaccin. Dit is vaak een omvangrijk en kostelijk proces, met een hoog percentage mislukkingen. Dit project heeft tot doel een computationeel raamwerk te ontwikkelen voor gebruik binnen vaccin klinische studies dat het ontwikkelingsproces efficiënter, sneller en nauwkeuriger moet maken. Dit raamwerk is gebaseerd op de nieuwe immunologische en moleculaire inzichten die zijn opgedaan door de komst van immuno-sequencing en immuno-informatica technologieën, en het bouwt verder op een succesvolle samenwerking tussen immunologen en data wetenschappers.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

De kwantitatieve analyse van varicella0zoster virusinfectie: van epidemiologie tot immunologie. 11/03/2016 - 31/12/2016

Abstract

Windpokken wordt veroorzaakt door het varicella-zoster virus (VZV). Na genezing van windpokken blijft VZV stil aanwezig in zenuwcellen. Wanneer de afweer (immuniteit) tegen VZV gedaald is (bvb. t.g.v. veroudering) kan VZV terug actief worden. Wanneer dit gebeurt kan gordelroos (ook wel zona genoemd) optreden. De hypothese bestaat nu dat blootstelling aan windpokken de immuniteit tegen VZV een boost kan geven en hierdoor zou de kans op gordelroos verlaagd kunnen worden. Dit betekent dan ook dat windpokkenvaccinatie in de maatschappij het aantal gordelroosgevallen zou doen toenemen omdat er dan minder kansen voor boosting zouden zijn. Deze thesis had als doel de effecten van boosting te onderzoeken en de implicaties hiervan op VZV-gerelateerde vaccinaties in kaart te brengen. In hoofdstuk 1 hebben we een samenvatting gemaakt van de beschikbare onderzoeken m.b.t. VZV-boosting. We zijn tot de conclusie gekomen dat VZV-boosting bestaat, maar dat de sterkte en de duur niet voldoende gedocumenteerd zijn geweest. In hoofdstukken 2 en 3 hebben we aangetoond dat een chronische infectie met een ander virus, nl. cytomegalovirus, een risico vormt voor het ontwikkelen van gordelroos. In hoofdstuk 4 tonen we aan dat gordelroospatiënten tevens ook meer registraties hebben van koortsblaasjes en gewone infecties. Bovenstaande drie hoofdstukken suggereren risicogroepen die we met een gerichte vaccinatie tegen gordelroos zouden kunnen vaccineren. In hoofdstuk 5 hebben we vastgesteld dat ernstige neurologische verwikkelingen t.g.v. windpokken een genetische basis bij de patiënt kunnen hebben. Dit kan van belang zijn indien veralgemeende vaccinatie tegen windpokken toch niet zou geïmplementeerd worden en waarbij we dan gericht kinderen zouden vaccineren tegen windpokken. In hoofdstuk 6 hebben we aangetoond dat kinderartsen, die een verhoogde blootstelling aan windpokken hebben, een significant hogere cellulaire immuniteit hebben tegen VZV. Dit toont aan dat VZV-boosting bestaat. In hoofdstuk 7 hebben we de VZV-specifieke antilichamen dynamiek tijdens gordelroos gemodelleerd a.d.h.v. een wiskundig model. Hierdoor hebben we kunnen vaststellen dat VZV-boosting ook op "endogene" wijze optreedt en dat dit in geval van antilichamen zorgt voor een toename van nieuwe antilichamen producerende cellen gedurende zo'n 28 dagen. In hoofdstuk 8 hebben we een groep grootouders die blootgesteld zijn geweest aan windpokken tot een jaar opgevolgd. We hebben vastgesteld dat hun VZV-specifieke cellulaire immuniteit op piekmomenten hoger was dan die van controle deelnemers, maar dat een jaar na blootstelling er nog amper een verschil te merken was. Deze studie toont dus aan dat exogene boosting bestaat, doch dat de duur in de tijd beperkt is. Vervolgens hebben we aangetoond dat gordelroospatiënten misschien niet zozeer een absoluut tekort hebben aan VZV-specifieke cellulaire immuniteit, maar dat hun breedte van herkenningsvermogen van cellulaire cellen voor VZV kleiner kan zijn. In hoofdstuk 9 hebben we aangetoond dat contactpatronen tussen patiënten met windpokken en anderen beter beschreven worden door empirisch bepaalde contactpatronen dan a.d.h.v. de oudere methoden. In hoofdstuk 10 hebben we een individu-gebaseerd populatiemodel gemaakt waarbij we het cellulair immuniteitsniveau gericht tegen VZV voor elk individu gesimuleerd hebben m.b.v. bestaande data. Hierdoor hebben we kunnen voorspellen dat de duurtijd van exogene boosting wellicht beperkt is tot twee jaar. Deze thesis heeft m.b.v. verschillende onderzoekstechnieken aangetoond dat exogene boosting bestaat, doch dat het effect wellicht niet langer duurt dan twee jaar na blootstelling.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

    Project type(s)

    • Onderzoeksproject

    Ontwikkeling van immunoinformatica tools voor het opstellen van epitoop herkenningsregels door T-cellen. 01/02/2016 - 31/01/2020

    Abstract

    Herpesvirussen zijn alom aanwezig in onze samenleving en liggen aan de oorsprong van een aantal veelvoorkomende ziekten zoals koortsblaasjes (Herpes simplex) en waterpokken (Varicella). Alle acht humaan infecterende herpesvirussen presenteren klinisch relevante ziektebeelden en bij minstens vijf van deze virussen ligt de seroprevalentie bij de algemene bevolking rond 90%. Niet alle individuen zijn echter even vatbaar voor dezelfde virale pathogenen. Sommige individuen ondergaan een asymptomatische infectie, terwijl anderen ernstige complicaties vertonen. Zo kunnen de meestal onschuldige waterpokken levensbedreigend zijn in een klein percentage van de geïnfecteerde individuen. Hoewel het zeer waarschijnlijk is dat deze verschillen in individuele ziektesusceptibiliteit deels hun oorsprong vinden in de diversiteit binnen het humaan immuunsysteem, blijven deze tot op heden grotendeels onbekend. Een van de belangrijkste stappen in de activatie van het adaptieve immuunsysteem is de presentatie van virale epitopen, gewoonlijk peptiden (p), door het majeur histocompatibiliteitscomplex (MHC) en de daaropvolgende herkenning van dit complex door een T-cel receptor (TCR). Er bestaan vele allelische varianten van de genen die coderen voor de MHC-genen, elks met een eigen karakteristieke specificiteit om bepaalde immunogene (virale) peptiden te herkennen. Deze variatie is een van de onderliggende factoren die leiden tot verschillen in ziektesusceptibiliteit. Voorgaand onderzoek heeft uitgewezen dat het mogelijk is om op basis van machine learning algoritmes modellen te creëren die op een accurate manier de bindingsaffiniteit tussen de MHC-moleculen en peptiden kunnen voorspellen. De resulterende modellen laten toe om de bindingsaffiniteit te voorspellen tussen bijna alle MHC-allelen en een arbitrair peptide. Echter, de herkenning van virale peptiden door de MHC-moleculen zijn slechts een deel van het verhaal, aangezien elk individu ook een uniek repertoire aan T-cellen bezit dat wordt gekenmerkt door een enorme diversiteit. Deze enorme diversiteit speelt ook een belangrijke factor bij het tot stand komen van individuele immuunreacties en de verschillen hiertussen. In tegendeel tot MHC-peptidemodellen bestaan er echter zeer weinig TCR-herkenningsmodellen en worden de bestaande modellen geplaagd door een gelimiteerde toepasbaarheid en accuraatheid. Het opzet van dit project omvat dan ook de ontwikkeling, evaluatie en toepassing van state-of-the-art computationele methoden die ons moeten toelaten om complexe MHC-p-TCR interactiedata te interpreteren en de patronen te ontdekken binnen dit systeem. Binnen deze opzet zal het modelleren van de moleculaire interactie tussen het MHC-complex, de antigenspecifieke TCR en het peptide-antigen zelf een van de belangrijkste focuspunten vormen. Deze modellen en methoden moeten uiteindelijk resulteren in het opstellen van enkele computationele tools die in staat zijn om gepersonaliseerde immuunreacties op herpesvirussen te voorspellen.

    Onderzoeker(s)

    Onderzoeksgroep(en)

    Project type(s)

    • Onderzoeksproject

    Genetische susceptibiliteit van de gastheer voor neurologische complicaties t.g.v. windpokken. 01/01/2016 - 31/12/2018

    Abstract

    Whole-exome sequencing zal gebruikt worden om genetische risicofactoren te ontdekken voor de ontwikkeling van neurologische complicaties t.g.v. windpokken. 20 patiënten zullen gerekruteerd worden in België. Resultaten zullen geanalyseerd worden a.d.h.v. een statistisch algoritme. Daarnaast zullen geselecteerde mutaties gecontroleerd worden a.d.h.v. functionele testen.

    Onderzoeker(s)

    Onderzoeksgroep(en)

      Project type(s)

      • Onderzoeksproject

      Studie over de epidemiologische impact van het varicella-zoster virus, de validiteit van de exogene boosting hypothese en de eventuele implicaties voor volksgezondheid. 17/11/2015 - 31/12/2016

      Abstract

      Windpokken wordt veroorzaakt door het varicella-zoster virus (VZV). Na genezing van windpokken blijft VZV stil aanwezig in zenuwcellen. Wanneer de afweer (immuniteit) tegen VZV gedaald is (bvb. t.g.v. veroudering) kan VZV terug actief worden. Wanneer dit gebeurt kan gordelroos (ook wel zona genoemd) optreden. De hypothese bestaat nu dat blootstelling aan windpokken de immuniteit tegen VZV een boost kan geven en hierdoor zou de kans op gordelroos verlaagd kunnen worden. Dit betekent dan ook dat windpokkenvaccinatie in de maatschappij het aantal gordelroosgevallen zou doen toenemen omdat er dan minder kansen voor boosting zouden zijn. Deze thesis had als doel de effecten van boosting te onderzoeken en de implicaties hiervan op VZV-gerelateerde vaccinaties in kaart te brengen. In hoofdstuk 1 hebben we een samenvatting gemaakt van de beschikbare onderzoeken m.b.t. VZV-boosting. We zijn tot de conclusie gekomen dat VZV-boosting bestaat, maar dat de sterkte en de duur niet voldoende gedocumenteerd zijn geweest. In hoofdstukken 2 en 3 hebben we aangetoond dat een chronische infectie met een ander virus, nl. cytomegalovirus, een risico vormt voor het ontwikkelen van gordelroos. In hoofdstuk 4 tonen we aan dat gordelroospatiënten tevens ook meer registraties hebben van koortsblaasjes en gewone infecties. Bovenstaande drie hoofdstukken suggereren risicogroepen die we met een gerichte vaccinatie tegen gordelroos zouden kunnen vaccineren. In hoofdstuk 5 hebben we vastgesteld dat ernstige neurologische verwikkelingen t.g.v. windpokken een genetische basis bij de patiënt kunnen hebben. Dit kan van belang zijn indien veralgemeende vaccinatie tegen windpokken toch niet zou geïmplementeerd worden en waarbij we dan gericht kinderen zouden vaccineren tegen windpokken. In hoofdstuk 6 hebben we aangetoond dat kinderartsen, die een verhoogde blootstelling aan windpokken hebben, een significant hogere cellulaire immuniteit hebben tegen VZV. Dit toont aan dat VZV-boosting bestaat. In hoofdstuk 7 hebben we de VZV-specifieke antilichamen dynamiek tijdens gordelroos gemodelleerd a.d.h.v. een wiskundig model. Hierdoor hebben we kunnen vaststellen dat VZV-boosting ook op "endogene" wijze optreedt en dat dit in geval van antilichamen zorgt voor een toename van nieuwe antilichamen producerende cellen gedurende zo'n 28 dagen. In hoofdstuk 8 hebben we een groep grootouders die blootgesteld zijn geweest aan windpokken tot een jaar opgevolgd. We hebben vastgesteld dat hun VZV-specifieke cellulaire immuniteit op piekmomenten hoger was dan die van controle deelnemers, maar dat een jaar na blootstelling er nog amper een verschil te merken was. Deze studie toont dus aan dat exogene boosting bestaat, doch dat de duur in de tijd beperkt is. Vervolgens hebben we aangetoond dat gordelroospatiënten misschien niet zozeer een absoluut tekort hebben aan VZV-specifieke cellulaire immuniteit, maar dat hun breedte van herkenningsvermogen van cellulaire cellen voor VZV kleiner kan zijn. In hoofdstuk 9 hebben we aangetoond dat contactpatronen tussen patiënten met windpokken en anderen beter beschreven worden door empirisch bepaalde contactpatronen dan a.d.h.v. de oudere methoden. In hoofdstuk 10 hebben we een individu-gebaseerd populatiemodel gemaakt waarbij we het cellulair immuniteitsniveau gericht tegen VZV voor elk individu gesimuleerd hebben m.b.v. bestaande data. Hierdoor hebben we kunnen voorspellen dat de duurtijd van exogene boosting wellicht beperkt is tot twee jaar. Deze thesis heeft m.b.v. verschillende onderzoekstechnieken aangetoond dat exogene boosting bestaat, doch dat het effect wellicht niet langer duurt dan twee jaar na blootstelling.

      Onderzoeker(s)

      Onderzoeksgroep(en)

        Project type(s)

        • Onderzoeksproject

        Onderscheiden van bacteriële en virale oorzaken van hersenvliesontsteking d.m.v. de expressie van genen. 01/07/2015 - 30/06/2017

        Abstract

        WE VERONDERSTELLEN DAT VIRALE EN BACTERIËLE MENINGITISINFECTIES ANDERE EN VERSCHILLENDE GENEN ACTIVEREN IN HET LICHAAM. DIT KAN GEANALYSEERD WORDEN DOOR DE EXPRESSIE VAN ALLE GENEN TE BEPALEN (BLOEDSTALEN: BRON VAN RNA) EN ZO EEN SPECIFIEK GENEXPRESSIEPROFIEL OP TE STELLEN VOOR ELK TYPE MENINGITIS EN INDIEN MOGELIJK OOK PATHOGEEN-SPECIFIEK. IN EERDERE STUDIES IS REEDS AANGETOOND DAT GENEXPRESSIEPROFIELEN VERSCHILLENDE INFECTIES KUNNEN ONDERSCHEIDEN. IN DEZE STUDIE LIGT DE FOCUS OP DE MENINGITISINFECTIE MET IN EERSTE INSTANTIE DE 3 MEEST VOORKOMENDE PATHOGENEN. DE RESULTERENDE GENEXPRESSIEPROFIELEN GEVEN ONS MEER INFORMATIE OVER DE SPECIFIEKE IMMUUNRESPONS EN VORMT DE BASIS VOOR EEN VERNIEUWDE DIAGNOSTIEK. WANT DE HUIDIGE DIAGNOSTIEK VOOR MENINGITIS VERLOOPT TRAAG EN KAN ONVOLDOENDE SPECIFIEK ZIJN. HET IS EVENEENS MOGELIJK DAT HET DIAGNOSTISCH BELANGRIJK CEREBROSPINAAL VOCHT NIET KAN WORDEN AFGENOMEN. WIJ FOCUSSEN ONS DUS ENKEL OP BLOED ALS STARTMATERIAAL EN WERKEN ENKEL MET DE ALTIJD MEETBARE WAARDE: GENEXPRESSIE INCLUSIEF DE IMMUUNRESPONS.

        Onderzoeker(s)

        Onderzoeksgroep(en)

          Project type(s)

          • Onderzoeksproject

          Een kwantitatieve analyse van varicella-zoster virus infectie: van immunologie tot epidemiologie. 01/10/2013 - 31/07/2015

          Abstract

          Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.

          Onderzoeker(s)

          Onderzoeksgroep(en)

            Project type(s)

            • Onderzoeksproject

            Identificatie van genetische factoren die leiden tot neurologische complicaties van waterpokken. 31/01/2013 - 30/10/2015

            Abstract

            Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds ESPID. UA levert aan ESPID de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.

            Onderzoeker(s)

            Onderzoeksgroep(en)

              Project type(s)

              • Onderzoeksproject

              De kwantitatieve analyse van de varicella-zoster-virus infectie: van epidemiologie tot immunologie. 15/11/2011 - 31/12/2012

              Abstract

              Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit.

              Onderzoeker(s)

              Onderzoeksgroep(en)

                Project type(s)

                • Onderzoeksproject

                Een kwantitatieve analyse van varicella-zoster virus infectie: van immunologie tot epidemiologie. 01/10/2011 - 30/09/2013

                Abstract

                Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.

                Onderzoeker(s)

                Onderzoeksgroep(en)

                  Project type(s)

                  • Onderzoeksproject