Onderzoeksgroep
Bevorderen van gepersonaliseerde geneeskunde bij prikkelbare-darmsyndroom: een geïntegreerde biomerkerbenadering voor patiëntfenotypering en therapie op maat.
Abstract
Het prikkelbaredarmsyndroom (PDS) is een chronische darmaandoening met buikpijn en veranderd stoelgangspatroon zonder organische afwijkingen. Door de hoge prevalentie, impact op levenskwaliteit en zorgkosten, vormt IBS een grote globale last. De complexe, multifactoriële etiologie verhindert een eenduidige therapie, waardoor behandeling nog steeds gebaseerd is op trial-and-error. Hiertoe passen wij een veelzijdige aanpak toe door het menselijk metaboloom in diverse matrices en de darmmicrobiota bij IBS diepgaand te onderzoeken. Met een metabole IBS-signatuur trachten we een multicomponent-biomarkerset te ontwikkelen bij patiënten met IBS, die gepersonaliseerde zorg mogelijk maakt. In het verleden toonden we al aan dat vluchtige organische componenten (VOC's) IBS-patiënten nauwkeurig onderscheiden van gezonde controles, maar de identiteit en origine van deze individuele VOCs blijven onduidelijk. Daarom analyseren we VOC's in uitgeademde lucht en in de headspace van feces en urine met geavanceerde GC-MS-analyses, om ze zo mechanistisch te kunnen koppelen aan IBS-specifieke pathways. Eerst identificeren we de VOC's die patiënten het best onderscheiden van gezonde controles. Daarna combineren we metabolomics en microbioom tot een uitgebreide biomarkerset, gekoppeld aan klinische gegevens. Ten slotte testen we in een klinische studie hoe een low-FODMAP-dieet deze biomarkerset beïnvloedt, om de dieetrespons bij IBS te voorspellen.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Schepper Heiko
- Co-promotor: De Winter Benedicte
- Co-promotor: Lamote Kevin
- Mandaathouder: Moonen Elias
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De rol van Mrgpr (Mas-related G protein-coupled receptor) bij de activatie van mestcellen in het prikkelbare darm syndroom.
Abstract
Prikkelbare darmsyndroom (PDS) is een zeer prevalente chronische darmaandoening die gekenmerkt wordt door abdominale pijn en een abnormaal stoelgangspatroon in afwezigheid van organische pathologie. Het exacte mechanisme dat verantwoordelijk is voor het ontstaan van buikpijn bij PDS is nog niet geheel gekend, maar mestcellen spelen hier vermoedelijk een belangrijke rol, voornamelijk in PDS-D (diarree-predominante PDS). Na activatie stellen deze cellen verschillende mediatoren vrij die afferente zenuwuiteinden kunnen sensitiseren, wat leidt tot viscerale hypersensitiviteit en uiteindelijk buikpijn. Mestcellen kunnen geactiveerd worden op een IgE-gemedieerde of IgE-onafhankelijke manier. Recent toonden wetenschappers een belangrijke rol voor de Mas-related G-protein coupled receptor MRGPRX2/Mrgprb2 bij de IgE-onafhankelijke mestcel activatie die betrokken is bij jeuk. Mrgprb2 werd teruggevonden op mestcellen van het colon van de muis, in de nabijheid van afferente zenuwuiteinden. Bovendien komt de humane variant MRGPRX2 tot expressie in mestcellen van het humane colon en werd een verhoogde MRGPRX2 gen expressie gevonden bij subgroepen van PDS patiënten. Deze preliminaire gegevens wijzen op een potentieel interessante rol voor MRGPRX2/Mrgprb2 bij PDS-D. Daarom is het algemene doel van dit project onze kennis te vergroten betreffende de expressie en de functie van MRGPRX2 in het colon van PDS-D patiënten, en het therapeutisch potentieel van deze receptoren te onderzoeken door te kijken naar hun rol bij mestcel activatie en viscerale pijn in een fundamenteel muizenmodel. In een eerste werkpakket zullen we de expressie en locatie van MRGPRX2 receptoren onderzoeken in biopten van het colon van gezonde mensen en PDS-D patiënten, met behulp van qPCR, immunohistochemische technieken en in situ hybridizatie. In een tweede werkpakket bestuderen we de functionele rol van MRGPRX2 bij het ontwikkelen en activeren van mestcellen met behulp van een humane mestcelcultuur en een nieuw colon organoid model. In een derde werkpakket onderzoeken we de functionele rol van Mrgprb2 bij het ontstaan van viscerale hypersensitiviteit in een fundamenteel muizenmodel. Sensitiviteit wordt onderzocht door in vitro metingen van de afferente zenuwactiviteit van colonsegmenten, en door het bestuderen van de visceromotor respons op colorectale distensie.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Schepper Heiko
- Co-promotor: Ceuleers Hannah
- Co-promotor: Van Remoortel Samuel
- Mandaathouder: Mertens Caro
- Mandaathouder: Moonen Elias
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject