Onderzoeksgroep

Expertise

We doen translationeel, pathofysiologisch en biomerker onderzoek waarbij we gebruik maken van zowel dierexperimenteel onderzoek als grote klinische (multicenter)studies. Verschillende technieken komen aan bod tijdens dit onderzoek zoals moleculaire technieken als real time PCR, Elisa en Western blots maar ook histologie. Een belangrijk onderwerp van mijn onderzoek is magnesium, waarbij we onderzoek doen naar geneesmiddelen geïnduceerd magnesium verlies via de nier, en de rol van magnesium in het ontstaan van insuline resistentie. Daarnaast superviseer ik sinds 2015 een project waarin we biomerkeronderzoek doen om de afstoting van de nier te voorspellen na transplantatie. Hierbij hebben we zowel circulerend celvrij DNA afkomstig van de donor onderzocht als biomerker van afstoting als microRNAs in de urine. In nieuw project gaan we in dezelfde onderzoekspopulatie de rol van microRNAs onderzoeken in de pathofysiologie van afstoting van de transplantnier na veelbelovende pilootresultaten. Voor deze studie zullen we een nieuw rattenmodel opstarten voor niertransplantatie.

Inflammatie-gerelateerde pathologieën: van pathogenese naar het ontwikkelen van nieuwe biomerkers en behandelingen via nieuwe generatie technologieën en snelle data analyse. 01/11/2022 - 31/10/2024

Abstract

Het Laboratorium voor Experimentele Geneeskunde en Pediatrie – binnen de Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen en nauw gerelateerd aan het Universitair Ziekenhuis Antwerpen (UZA) - bestudeert inflammatie in een klinisch relevante context, gebaseerd op interdisciplinaire methodologieën en samenwerkingen. We voeren baanbrekend fundamenteel, klinisch en translationeel onderzoek uit van "bench to bedside" en vice versa, met behulp van innovatieve en hoogwaardige methodologieën, waaronder organoïden, proefdiermodellen, celculturen, verschillende next-generation omics benaderingen en klinische studies. We dagen je uit om een project te schrijven dat een toegevoegde waarde heeft voor een van de onderzoekslijnen die bij LEMP (www.uantwerpen.be/en/research-groups/lemp) worden bestudeerd, waaronder: Verlies van de integriteit van de mucosale barrière is een drijvende kracht in de pathofysiologie van mucosale inflammatoire/infectieuze ziekten (IBD, gastro-intestinale kankers, RSV, COVID-19). De rol van transmembranaire mucines die de barrièredisfunctie mediëren, is onvoldoende gekend. Bovendien kunnen genetische verschillen via alternatieve splicing aanleiding geven tot structureel diverse mucine mRNA isovormen die op hun beurt coderen voor vergelijkbare biologische functies of het veranderen van de eiwitfunctie, resulterend in ziekteprogressie. Momenteel is het mucine-mRNA isovorm landschap, betrokken bij mucosale barrièredisfunctie, dan ook een interessante piste om verder te onderzoeken. Vluchtige organische stoffen (VOS) zijn bijproducten van metabolisme en inflammatie. Deze kunnen worden uitgeademd en dienen als merkers voor ziekte. Daarom wordt breathomics toegepast in onderzoek naar klinisch relevante diagnostische, prognostische en predictieve biomerkers voor inflammatoire ziekten bij volwassenen en kinderen (thoracale kankers, COVID-19, astma, COPD, BPD bij pasgeborenen, gastro-intestinale ziekten) en om het effect van luchtvervuiling op de gezondheid te monitoren. Er is ook behoefte aan verdere identificatie en datamining van VOS, waarbij VOS worden gekoppeld aan pathophysiologie. Chronische inflammatie is een belangrijke factor in obesitas. Onderzoek naar nieuwe behandelstrategieën die drop-out en latere gewichtstoename minimaliseren is essentieel evenals verder onderzoek naar de pathofysiologische processen (zoals hypoxie) van de obesitas-geassocieerde comorbiditeiten zoals cardiovasculaire en metabole complicaties, en obstructief slaapapneu. Niertransplantatie is de beste behandeling voor patiënten met terminale nierziekte. Aangezien diagnose invasieve procedures vereist, is er behoefte aan gevoelige, niet-invasieve merkers voor de vroeg-detectie van acute rejectie, net als voor glomerulaire schade bij kinderen en volwassenen met verschillende comorbiditeiten (diabetes, obesitas of sikkelcelanemie). Viscerale pijn is een belangrijk kenmerk van de gastro-intestinale aandoeningen IBD en IBS. De behandeling van viscerale overgevoeligheid is een uitdaging en vereist verder onderzoek naar nieuwe therapeutische doelwitten. Het ontrafelen van de immunopathogenese van chronische hepatitis B infecties is essentieel in de zoektocht naar nieuwe behandelmethoden. Hoewel de ineffectieve T-celreacties algemeen bekend zijn, zijn B-cellen grotendeels onderbelicht gebleven, wat verder onderzoek naar de rol van de humorale immuunrespons op het niveau van HBV-specifieke antilichaamproductie en van de fenotypische/functionele niveau van B-cellen noodzaakt. Niet-alcoholische leververvetting (NAFLD) is de belangrijkste oorzaak van chronische leverziekte, maar farmacologische behandeling oogst weinig succes. Veranderingen in de hemodynamiek van de lever en in de parenchymale oxygenatie spelen een sleutelrol en vormen dus een potentieel therapeutisch doelwit. Bovendien verdient de rol van NAFLD op extrahepatische vasculaire veranderingen die bijdragen aan cardiovasculaire ziekten verder onderzoek.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

De impact van een patiënt-gebaseerd multi-biomarker toestel om de glucosecontrole te verbeteren voor personen met type 1 diabetes. 01/11/2020 - 31/10/2024

Abstract

In type 1-diabetes mellitus (T1DM) worden insuline producerende bètacellen van de pancreas vernietigd, resulterend in hoge bloedsuikers en permanente nood aan insulinetherapie. Leven met T1DM is een uitdaging. Het vereist intensieve glucose monitoring en insulinetitratie om randnormale glycemies te bereiken om het risico op complicaties te verminderen. Meer en meer mensen met T1DM worden behandeld met insulinepompen en continue glucose monitoring (CGM) sensoren. CGM verbetert metabole controle en levenskwaliteit en verlaagt hypoglycemie. De huidige CGM-toestellen hebben echter ook tekortkomingen. Ze waarschuwen niet voor een dreigende ketoacidose en ze geven geen informatie over lactaatlevels die geproduceerd worden tijdens intensieve inspanning. Door lactaat en ketonen toe te voegen, zal er additionele informatie zijn over glucosefluctuaties. Er is een urgente nood aan een patiënt-gebaseerd multibiomarker toestel dat behoedt voor hypoglycemie of ketoacidose, om de levenskwaliteit te verbeteren en de mogelijkheden om te kunnen sporten te vergroten. Dit laatste is belangrijk omdat mensen met T1DM vaak niet sporten uit angst voor hypoglycemie. De belangrijkste onderzoeksvraag van dit project is de toegevoegde waarde van de bepaling van andere biomarkers (ketonen, lactaat) bovenop glucose in personen met T1DM in het dagelijks leven, maar ook tijdens verschillende soorten inspanning (anaeroob, aeroob). Dit zal resulteren in betere algoritmes om de glycemiecontrole te verbeteren.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Niet-invasieve methoden voor de vroegtijdige opsporing van een rejectie bij niertransplantatie: de rol van circulerend cel-vrij DNA afkomstig van de donor. 01/10/2016 - 31/07/2018

Abstract

Niertransplantatie is de voorkeursbehandeling voor patiënten met een eindstadium nierfalen. Een afstoting van de donornier na transplantatie blijft echter een probleem voor de overleving van het donororgaan. Een histologische evaluatie van een nierbiopsie is nog steeds de gouden standaard voor de diagnostiek van een afstoting. Omdat dit een invasieve, kostelijke en arbeidsintensieve procedure is, is er nood aan niet-invasieve methoden om een afstoting van de donornier te kunnen vroegtijdig te kunnen detecteren. Celvrij DNA van de donor (ddcfDNA) dat aanwezig is in bloed en urine van de ontvanger na transplantatie is een potentiële biomarker voor schade aan het donororgaan. Een toename van de fractie ddcfDNA zou kunnen wijzen op een aantasting van de integriteit van het donororgaan. In een prospectieve, longitudinale klinische studie met niertransplantpatiënten zal onderzocht worden of ddcfDNA gebruikt kan worden als een routine marker voor de status van de donornier, waarbij de fractie ddcfDNA in bloed en urine gemeten wordt aan de hand van een nieuw ontwikkelde, kosteneffectieve en universele techniek (non-invasive organ transplant test, NIOTT). Een preliminaire analyse van plasma samples van 28 transplantpatiënten toont de haalbaarheid van het studie protocol, extractie van cfDNA uit de samples en NIOTT methodologie. In dit project zullen we de NIOTT verder optimaliseren door het implementeren van het donor DNA en zal het protocol voor de extractie van urine ddcfDNA geoptimaliseerd worden. Na inclusie van alle transplantpatiënten zullen we de kinetiek van ddcfDNA onderzoeken in patiënten met een stabiele nierfunctie na transplantatie en in patiënten met een gecompliceerd post-transplant beloop.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

BOF/IWT-opvangmandaat (Kristien Ledeganck). 01/01/2008 - 31/12/2008

Abstract

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject